Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit

989 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 10 Decembre. Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit. Accès à 25 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/jh3cz33s3v/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

ZONDAGSBLAD ZONDAG 10 DECEMBER 191< Bijblad van " YOORUIT „ Tweede Jaargang — Nr 33 Prijs ! 5 centiemen In het verlaten dorpje Het regent... Het regent aanhoudend, zonder verpoozing, ©ver de droef-sombere, Bretonsche « lande ». Lijnrecht is de weg, te nauwernood op en neer golvend, geel-slijkerig en nat-tig blinkend, tusschen de eindelooze uitgestrekheid van met bloeiende stekelbrem begroeide zijkanten. Daar tusschen door, in voile vrijheid, grazen de houtmagere, muis-grijze of bruinrcode, Bretonsche koeien. Wat snoode voer kunnen zij er nog wel vinden? Een grashulletje hier en daar, of wat wilde klaver, zoo schraal en plat over den grond gegroeid, dat het een wonder lijkt hoe de arme, hon-gerige beesten er nog iets met hun droge tong van af-raspen kunnen. Doch meer is er niet. Het gansche land aan beide kanten is één hobbelige stekelbrem- en steen-vlakte, « une terre maudite » zooals de lui het ginder noemen. Een dorpje in die droeve, dorre wildernis ! Het staat daar opeens, na uren rijden, bij een bocht van den weg : enkele grauwzwarte huizen, een pleintje met boomen, een kerkje. Hoe kan iemand dââr leven! Om 't kerkje ligt het kerkhof en 't lijkt wel of het gansche dorpje alleen dâârvoor gebouwd is : gebouwd en bewoond om er stil-somber-droevig dood te gaan en daar voor goed op 't kerkhofje te komen liggen. En toch... er is wel iets van leven en beweging in dat dorpje. Eén voddig-vuile driekleurvlag hangt uit aan den gevel van het krot dat tôt « mairie » dient ; het js kermis in 't plaatsje, en, op het pleintje vôor de kerk, onder de boomen, staat een paardenspel-tent. Een wrakkige, houten circus met een bliitengalerij, waar een clown op trom en schijven beukt, waar een danseresje in kort paillettenrokje en schel-rose tricot-beenen van regenkou staat te bibberen en waar een donkere man met zwarte snor en scheeven hoogen hoed, door een kope-ren spreekbuis 't volk a-anbrult. Wat: er daarbinnen te zien is of vertoond zal worden, is niet dnidelijk uit 's mans woorden op te maken, maar als lokaas staat beneden aan den trap een wonderding : een grootë, goedige kameel, de wijze oogen half gesloten, als verzonken in een zaligen woestijndroom, langzaam-stil kauwend en herkauwend, filosofisch-onbewegelijk onder den droeven motregen, die de kroezelige tophaartjes \ an zijn bidt met parelclroppel-tjes beglinstert. Wij houden stil ; wij willen zien en hooren. -— Entrez, messieurs, entrez! bruit de man ons door zijn spreekbuis toe, zoodra hij merkt, dat wij belangstellend zijn blijven staan ; en meteen schetst zijn rechterarm een breed gebaar, alsof drommen naar zijn tent toestroomden. Helaas ! Beter had hij ons onopgemerkt gelaten, want nu is de aandacht van het tien-of-twaalftal naturellen, die voôr de tent stonden, geheel naar cns afgeleid. De donkere man heeft mooi te brullen, de clown te trommen en te schijvenkletteren, 't verkleumde danseresje op haar schrale tricotbeentjes even rend te wippen : zij luisteren of kijken niet meer om. Zelfs de wonderkameel wekt niet langer de belangstelling en kauwt maar stil en filosofisch-onverschillig in zijn eentje voort. De donkere man heeft een wanhopig en verwoed gebaar gemaakt. Hij knarsetandt en vloekt hal'fluid en staart ons aan met furieuze blikken. Zoo mag het ook met ; wij moeten hem helpen. Na een korte beraadslaging komen drie van ons uit den wagen, terwijl de vierde wacht blijft houden, en vastberaden stap-pen wij naar de tent toe. De man neemt zijn hoed af, glimlacht en buigt als een knipmes, houdt het doekportier voor ons open, roept in het duister naar binnen, met opgewonden stentorstem : — Trois réservées!... En dan, zich weer naar buiten wendend : —• Entrez, mesdames, entrez, messieurs. Suivez ces gentlemen, qui viennent de loin pour voir un tel spectacle! La représentation va commencer! Wij zijn de eenige bezoekers in de schemerige circus-tent. Niets dan droefleege banken onder het versleten dek-zeil, dat regen doorlaat. Buiten op de galerij, bonst de trom en kletteren even woest de schijven ; de man bruit door zijn spreekbuis en 't kortgerokt pailletten-danseresje springt wanhopig heen en weer onder het klepperen met castagnetten ; maar het geeft allemaal niets : geen mensch klimt langs het houten trapje op, en van daarbinnen zien wij buiten de gezichten staan, gezichten zonder lichamen, vreemde verschijningen met strakke, stoanpe uitdrukking, als 't ware allemaal onthoofd en naast elkaar gezet, als in de uitstalling van een panopticum. Tôt overmaat van ramp begint het eensklaps hard te regenen ; de panopti-cum-tronies verdwijnen achter een nevel, het danseresje en de clown vluchten naar binnen, de man met de spreekbuis en den hoogen hoed moet het eindelijk ook opgeven en komt neerslachtig bij ons zijn excuses maken. Wij stellen hem met een gebaar gerust. Hij hoeft geen entrées terug te geven. Hij krijgt zelfs nog iets toe. — Merci, messieurs, vous êtes de bien braves gens, dankt hij ontroerd. En op zijn donker aangezicht met git-zwart haar en zwarte snor, dat er anders barsch genoeg uitziet, komt plotseling een trek van smartelijke en zwakke moeiheid. Weer zijn wij buiten. Geen mensch meer op het kerk-pleintje onder de sijpelende boomen. De regen gudst neer, spat op tôt blaasjes in de riolen, trommelt luguber, als een doodenmarsch, op het spannend dekzeil van de tent. Nog even zien wij 't danseresje, in een waterproof gehuld, van rechts naar links wegvluchten ; en in een hoek, achter de verkleurde draperie, het meel-gezicht met rooden neus van den clown, die flegmatisch een sigaret opsteekt. Alleen de goedige kameel blijft daar nog even buiten in den regen staan, steeds stoïcijns, met zacht-halfdichte oogen, kauwend en herkauwend, alsof niets in hem ver-storen kon den sereenen troost van den zaligen woestijndroom, dien hij overal in zich omdraagt. -i _ Cyriel Buysse.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit appartenant à la catégorie Culturele bladen, parue à Gent du 1915 au 1928.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes