Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit

726 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 25 Mars. Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/vt1gh9d20f/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

ZONDAQSBLAD Bijblad van " VOQRUIT „ ZONDAC 25 MAART 1917 Tweede Jaargang — N' 48 Prijs : 5 centiemen Verdwenen Toondichters KLEINE STUDIËN VI Florimond Van Duyse v .(Slot) Onder het lezen ontmoetten wij strophen van veel Souter-liedekens of mingezangen, waarvan wij er hier eenige, enkel om hunnen naïeven toon of geestige zegswijze, laten vol-gen. Al de hiema aangehaalde strophen hehooren tôt liede-ren uit de l6° eeuvv: Ick quam noch ghisfeer avant In eenen boomgaert ghogaen. Daer vont ick twee schoone ioncfroukens, Soo sere «bedroevet staen ; De eene was die liefste mijn, Die ander hadde doorschoten Dat ionghe herteken mijn. Wie wil horen een goet nieu liet, Van dat Thantwerpen is gesciet, Al van drij vroukens roene 1 Si haidden don enape van den huyse 90 lief. Si en lieten hem niet slapen alleene. Ic heb om vrouwen wille Gereden so menighen daeh. Nu segt mi, schoon vroudelinge, Hoo sidy nu bedacht? Och wildi bi mi bliven, Dat segghet mi nu ter tijt. Want ick moet van hier nu schieden. Ja, schoon is mijn lief, Mi en lustet gheen ander wijf. Een ridder ende een meysken ionck, Op een rivierken dat si saten ; Hoe stille dat dat water stont, Als si van goeder minnen spraken ! Int soetste van den meye Al daer ick quam gegaen, Soo diep in een valeye, Daer schoone bloeinekens staen. Die mey stont int saysoene, Verciert aen elcken cant; Ick hadde genoech te doene, Want ick mijn lief daer vant. Ic had een aider liefste, Die ic met ogen aensach, Dm haer quam ic gereden Vanden avont al totten dacli, Om haer quam ic gereden Vanden avont al totten tijt. Och woude si mi inlaten, Dat reyn trou salich wijf ! Verlangen, ghi doet mijnder herte pi.jn. Al om te wefen oft icx u bade, Om troost, om voetsel, om medecijn, U liefde, lieveken, gaet mi te nade. Eylaes, eylaes, eylaes ! Ay mi, eylaes ! Het moet gescheyden zijn ! Weliswaar, blinken deze aangehaalde verzen niet door hooge dichterlijke vlucht uit; doeh zij niogen ten minste op de verdienste van eenvoudigheid en oprechtheid aanspraak maken, en kunnen daarbij door elken min of meer verstan-delijk ontwikkelden lezer begrepen worden. En wanneer wij deze regelen neerschrijven, maken wij de bedenking hoe hemelsbreed het verschil is tusschen de voortbrengselen der Ouden en de verzen van zekere jonge, aankomende schrij-vers. Niet zelden slaan deze laatsten een toon aan, zelfs wanneer zij het eenvoudigste of weinig beduidende onder-werp behandclen, alsof ze een nog niet gekend wonder gingen vertellen. Als hunne inspiratie te kort schiet, smuk-ken ( !) zij hunne duistere en gewrongen gedichten op met nieuw gesmede woorden en zegswijzen, waar men, met den besten wil van de wereld, niet wijs uit geraakt, en men zich onwillekeurig de vraag stelt: « Wat heeft die schrijver nu eigenlijk willen zeggen? » , De Ouden schreven zooals zij spraken en gevoelden, en daardoor werden zij door het volk begrepen, en schonken * zij het al dus nut en genoegen : zooveel kan men echter van zekere jonge schrijvers, die zoo stout en onbedachtzaain naar de dichterpen grijpen, niet zeggen!... * * * Van Duyse's meesterwerk is zonder tegenspraak : Het oude Nederlandsche lied, een gewrocht dat drie tamelijk groote deelen vormt en 714 monographieën bevat. Wel zou-den wij over dit werk in eenige bijzonderheden willen treden, doch wij moeten ons tôt deze enkele aanwijzing bepalen, aangezien wij over geene meerdere plaatsruimte beschikken. Bij de reeds aangehaalde allerbelangrijkste geestesvoort-brengselen bleef het niet, want Van Duyse gaf ons nog meerdere bewijzen zijner onvermoeibare werkzaamheid en zijner wonderbare geleerdheid. Het <c Willems-Fonds » gaf zijn Nederlandsck liederboek in 't licht, en het « Davids-Fonds » liet zijne Verzameling van oude godsdienstige me-lodiën verschijnen, onder den titel: Dit is een suyverlick boecxken. Lager afkomende, ontmoeten wij op onzen weg nog wel andere werken, van minderen omvang, maar niet te min veelal van zeer belangrijken inhoud. Zoo troffen wij aan: Zes looverkens, naar oude volksgezangen, gedichten vari vader Prudens Van Duyse, verschenen in 1886. Er zijn bijna geene tijdschriften van bijzonder belang aan te stippen, waarin geene bijdragen van Florimond Van Duyse voor-komen ; noemen wij enkel: Nederlandsck Muséum, Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, De Vlaamsche Gids, Wallonia (Luik), La Mélusine (Parijs), en 00k La Biographie nationale (Brussel), waarin, onder meer, studiën verschenen over oude en moderne toondichters, als Ockegem, Pevernage, de Queren, Riga, Radoux, enz. Ziedaar, — bondig samengevat, — wat wij over het zoo welbesteed en nuttig leven van Florimond Van Duyse wil-den zeggen, aantoonende wat hij eenmaal was als toondirh-ter en als muziekgeleerde.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit appartenant à la catégorie Culturele bladen, parue à Gent du 1915 au 1928.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes