Natuur en oorlog

Natuur en oorlog

Photo de profil de Redactie
Redactie 17 octobre 2016 751

Virginie Loveling beschrijft in haar dagboeken hoe tijdens de oorlogsjaren al het groen uit bezet Gent verdween. Om het voedseltekort aan te vullen, trof de lokale overheid maatregelen. De bloemen, planten en grasvelden in de stadsparken moesten wijken voor ‘meer nuttig groen’ en maakten plaats voor de kweek van aardappelen, kool of peulvruchten.
 

Virginie Loveling (1836 - 1923)
Niet enkel de bloemperkjes leden onder de oorlogsjaren. Zeker in de frontstreek had de oorlog een vernietigend effect op de fauna en flora. Artillerie-inslagen herschiepen delen van het landschap tot een woestenij. Ook de bossen hadden zwaar te lijden. ‘Geen enkele tak is ervan overgebleven’, getuigde een soldaat, ‘enkel naakte stompen want de granaten hebben ze allemaal afgesneden’. Vaak werden bossen ook uit voorzorg gekapt: bomen versperden immers het zicht op de vijand. Ook elders kromp het bosbestand in. Omdat een bos de ideale verstopplaats was voor spionnen of vluchtende werkweigeraars verwijderde de Duitse overheid de bomen langs de grens met Nederland. Verder gebruikte de Duitse legerleiding de bossen in bezet gebied om in de constante nood aan grondstoffen te voorzien. De schaarste aan brandstof noopte hen ertoe hele bossen op te eisen en hectaren aan bomen te kappen. Aan geallieerde zijde verliep het overigens niet anders. Ook daar kwam het hout van de bomen goed van pas voor de uitbouw van loopgraven, wegen of schuilplaatsen. Niet enkel het leger was verantwoordelijk voor de houtkap. De koude wintermaanden zorgden ervoor dat de plaatselijke bevolking de Duitse verboden negeerde en ook zij gewapend met een bijl de bossen introkken.

Verwoest bos nabij Verdun, juni 1916
Het einde van de oorlog luidde geen beterschap in. Om nieuwe bossen aan te leggen was land en zaaigoed nodig dat vaak niet voorhanden was. Het herstel van het natuurlijke landschap duurde jaren en was erg arbeidsintensief. Het land in heropbouw had andere zorgen. De tekorten zorgden ervoor dat de ongebreidelde houtkap verderging en dat heel wat voormalige bosgronden definitief plaats ruimden voor landbouwgrond. 
Hoe berichtten de kranten tijdens de oorlog over fauna en flora?