Antwerpen boven: orgaan der Groeningerwachten van Antwerpen en omstreken

791 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 01 Mei. Antwerpen boven: orgaan der Groeningerwachten van Antwerpen en omstreken. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/ng4gm82s7q/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

3de ioornronff M11 m m pr 3 Prijs : 5 Centiemen. Mei-nummer igi5 (B). Men zegt dat 't Vlaamsch te met zal gaan.... 't En zal ! Geen rijker kroon Dan eigen schoon. ANTWERPEN BOVEN Ailes voor Vlaanderen VERSCHIJNT OM DE VEERTIEN DAGEN Orgaan der GROENINGER'WAGHTEN van Antwerpen en Omstreken. ABONNEMENTS PRIJS : Voor Antwerpen en onmiddellijke omgeving fr. 1,25 per jaar Voor 't binnenland (uitgenomen Oost- en West-Vlaanderen) •> 2,50 » Voor Oost- en West-Vlaanderen bijzondere voorwaarden. Men scSrijft in op het Bureel van 't Blad, alsook bij de Leden der GroeningerwtJCht, o. a.: Belegstraat, 48, Antwerpen (Zuid); Reuzenstraat, 28, Borgerhout, en Bredabaan, 207, Merxem. Elke inzender is verantwoordelijk voor hetgeen hij schrijft. Buree) en Opstelraad : 't Hof van Keunen, Carnotplaats, 3g, Borgerhout. Aankondigirgen volgens overeenkomst Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Al wat dit blad betreft moet op ons bureel besteld worden. OnzeKiijgsgevangenen in Duitschland ZIE BLADZ. 2. Theodoor VAN RIJSWIJCK 1" t 7 Mei 1849. Op dien dag overleed in allerdroevigste omstan digheden, de vroolijkste onzer zangers, de Ant werpsche volksdichter Jan Theodoor Van Rijs wijck. Onder dankbare belangstelling herdach de Scheldestad vôôr vier jaar, de honderdste vei jaring zijner geboorte, en werd de herinnerinj aan haren begaafden zoon bij aile ware Sinjorei aangenaam opgefrischt. Zijn naam zal trouwen niet in vergetelheid geraken ; hij is sedert nage noeg eene eeuw, hier ter stede, met de schoonsti kunstuitingen verbonden geweest. Vlaanderen heeft sedert « den Door » zijn< •simpele refreinen zong, beter letterkunstenaar zien geboren worden ; dichters en prozaschrij vers wien het vaak alleen om de kunst te doei was, en minder of in 't geheel niet om het vol! waarvoor ze werd geschapen. Theodoor Vai Rijswijck meende dat het zijn plicht was, ziji dichtersgave te gebruiken om de moedertaal ii hare rechten te herstellen.hij plaatste zich dan 00] midden in den strijd en hanteerde met zeldzami bedrevenheid en pittigen humor de zweep de satire. Zoo getuigt hij zelf : Ook grijp ik nu en dan wel eens Den Roskam in de hand. En strijk er gaarne onzacht mee rond Ten prijs van 't vaderland. 't Is waar, hij heeft van de slagen bij gelegen heid ook rijkelijk zijn deel meegekregen. En he noodlot, al eens zichtbaar door taalvijanden o politieke tegenstanders geholpen, spaarde hen niet ; maar een-blijgezinde, door en door Ant werpsche natuur als de zijne, werd daardoor nie aangetast : Ja, vroolijke eigenaardigheid, Gij roert mij heel de ziel. Wel hem die haar als ik bezit, Wien zij ten deele viel. Zijn meeningen werden door geen aanvallei geschokt, en zijn liefde tôt de moedertaal, die il zijn tijd veel hoon, veel verdrukking te verdurei had, verflauwde nimmer. Dat hij haar als eei dapper strijder te verdedigeri wist, merken w< reeds aan de titels zijner menigvuldige hekeldich ten en grappige, soms wel bijtende satiren daaronder vinden we stukken als : Zweepsla^ voor baron de Reiffenberg. Een kaakslag aai Sigart. De Franskiljons, enz. Hij heeft zich uit oorzaak van zijn beroerde erg-avontuurlijke levenswijze, den tijd niet ge gund zijn gevoelens na geduldige uitpluizing ir verfijnde vormen weer te geven, maar de oprecht heid ervan straalt uit iedere strofe, uit iede vers. Zijn nederie- werk. om eens eene vererelii king van Frits Reuter te gebruiken, moet men ter hand nemen als een bloembol, de oude ver-droogde en verschrommelde schillen er stukvoor stuk afbladeren, en dan lacht een blanke en vaste kern u tegen. Hoe treffend schetst de Lie-reman zich zelf : Luid de waarheid op te zingen Met een vaderlandsch gevoel, Bleef op aard mijn eenig doel ; Zag ik mij daarom verdringen Huichlen kon ik echter niet... In den politieken tuin van 't strijdend Vlaanderen hebben we sedert dien veelal heel mooie schillen, maar minder vaste kern gehad, en de tuin is er niet veel vruchtbaarder door geworden. Wel is de grond ontgonnen, en het goede zaad gestrooid maar de tijdsomstandigheden zijn lang niet gunstig geweest voor een weelderigen oogst. Het Vlaamsche volk heeft geen geluk. Of het eenmaal zijn roeping zal kunnen ver-vullen ? Laat ons wat dat betreft, toch nooit vertwijfe-len ! We hebben in Theodoor Van Rijswijck een schoon voorbeeld vôôr oogen, dat ons zal sterken en stalen, zelfs als de nood het hoogste reikt. Zong hij niet in zijn diepgevoeld « Vlaamsche Lied » : Wat lot ons dreig', wat ramp ons naak' Ten strijde voor de moederspraak, Op Vaderlandschen grond ! Laatste Vaarwel aaa onzen dierbarei afgestorven vriend Lode Marchant. liitno&nrnl/nn rinnr Hen H 001- !n7 Van M/oftoron In naam van het Kristen Vlaamsch Tooneel ei van de Groeningerwacht-Antwerpen, alsmede de talrijke Vlaamsche vrienden, getroffen door he onherstelbaar verlies van hem, die voor ons allei een kostbaar medewerker en een trouwe kame raad was, heb ik de droeve taak opgenomen eei laatste vaarwel te zeggen. Lode Marchant was voor ons het toonbeeli van den waren vriend in den vollen zin de; woords : immer was de openhirtigheid het ken merk van zijn gemoed, zooals de oprechtheid ei rechtschapenheid de kenteekens waren in hee zijne handelwijze : nooit heb ik anders van hen hooren getuigen, en allen die hem kenden prezei hem voor zijn edelmoedig karalcter. Op dit plechtig oogenblik acht ik het gepas ook op onzen duurbaren afgestorvene de pracb tige vergelijking toe te passen, die de groot dichter Guido Gezelle ons heeft nagelaten : « Zoo daar ooit een blomke groeide over 't grafwaarin gij ligt, of het nog zoo schoone bloeide : zuiver als het zonnelicht, blank gelijk een Lelie blank is, vonklende als een roozenhert, needrig als de needre ranke is van de winde daar m'op terdt, riekend, vol van honing, ende geren van de bie bezocht, nog en waar 't, voor die-U kende, geen dat U gelijken mocht ! » Inderdaad, hij was voor ons allen een voorbeeld in den grooten strijd voor Vlaanderen's her-leving, want weinigen begrepen zoo volkomen het Ideaal waarvan hij immer zooveel wist te vertellen. Hoe menigmaal heb ik niet hem be-geesterend hooren spreken over die zaken, en als wij des avonds, na de eene of andere vergade-ring, samen al pratende naar huis toe gingen, stond ik dikwijls verstomd over den edelen vriend Jia met zooveel fijngevoeligheid sprak over zijne overtuiging. Ja, hij kon opgaan in zijn droom-beeld, dat hij beminde en vertroetelde als een kostbaren schat en slechts bekijken liet door in-gewijden ; nog zie ik die oogen fonkelen, als hij getuigde dat zijn dierbaar Vlaanderen lijdend was aan het kankerend wee van ontaarding en ver-vreemding.Wat hij zegde was gemeend en gevoeld : als volksjongen begreep hij het lijden van zijn volk en hij scheen persoonlijk de smart te ondervin-den, vooral nu dat zijn geboortegrond het moord-tooneel was geworden van den vreeselijksten wereldkrijg. Doch opgebeurd en hoopvol was hij te spreken over zijne voor hem zoo duurbare Vlaamsche Beweging, en daarom was de wanhoop voor hem eene onbekende zaak. Overtuigend wist hij me nog over enkele dagen mede te deelen dat hij hoopvol de Toekomst inzag van ons Vlaamsche Volk. Zij zal heerlijker wezen dan wij denken, zegde hij, want Vlaanderen zal, door het lijden en het bloed zijner zonen gesterkt, de tôt nog toe sluimerende krachten herwinnen, en door het besef zijner beproefde eigendommelijkheid zal de macht ontstaan voor de zelfstandige ontvouwing zijner krachten, en Vlaanderen's zonne zal ver-rijzen.Daartoe bij te dragen, daarvoor te werken, daaivoor te strijden en ware het noodig, zich daarvoor te slachtofferen, dat was zijne vreugde, het was zijn geluk. • Het Vlaamsch Kristen Tooneel, waarvan hij de schrijver was, dankte grootendeels~aan hem hei ontstaan en wij mogen gerust zeggen dat hr schier de gansche werking ervan op zijne schou-ders torschte. Voor de Groeningerwacht was hij een kostbare medewerker en voor allen was hij even offervaardig en bereidwillig als hij het goede konverrichten en zijn grootsch Ideaal kon dienen. Daardoor was zijne werkkracht zoo veelzijdig en konden wij van hem de schoonste verwachtin-gen koesteren, alhoewel de nederigheid het ken-merk was in al zijn doen en laten. Steeds was hij de stille droomende jongen met de zacht-zoete inborst, gevoelig voor ailes wat schoon, goed en edel wasenookaldus handelend met overtuiging. Arme Lode ! Op het oogenblik dat gij tôt laal in den nacht gebogen zat over uwe stille werkta-fel, om al dien arbeid voor te bereiden en al dal werk gereed te maken, waren reeds Hierboven de laatste uren geteld van uw kortstondig maai toch zoo schoon leven, dat bloeien ging en de heerlijkste vruchten afwerpenzou. Over acht dagen drukte ik7,nog die trouwe vriendenhand, die zooveel werk al had geleverd, Wie had toen durven voorzien dat het reeds onze laatste handdruk was ! De mensch wikt, En God beschikt. Zijne wegen zijn verholen en het behoort ons niet, arme en nietige schepsels die we zijn, de daden te beoordeelen van Hem die ons getrokker heeft uit het niet. Gods wil is heilig, hij geschiede, De Heer heeft U tôt zich geroepen op hei oogenblik dat gij, alhoewel bescheiden en nede rig, de grootsche taak gingt volvoeren die U voorbehouden scheen ; wij betwijfelen niet dai de Voorzi nigheid U de eeuwige belooning za: schenken voor al het goede dat gij hier op aarde hebt gedaan en wellicht zijt gij op dit oogenblik oneindig gelukkiger dan wij allen. Doch, waarde Vriend, gij waart voor ons aller: een voorbeeld en daarom is uw heengaan ons zoe pijnlijk Uwe taak hier op aarde is volbracht, hoe grool en hoe moeilijk de onze nog zijn zal weten wi' niet, doch naar uw prachtig voorbeeld, belover wij het U plechtig op dezen gewijden grond, wij willen en wij zullen werken tôt het bereiken vari het groote Ideaal : Vlaanderen's herleving ! Uwe plaats, helaasl zal voortaan in ons midden'onbezet zijn, maar uw geest zal tusschen ons blijven en ons aansporen in den Grooten Strijd voor het Goede, het Ware en het Schoone. Rust zacht, beste der vrienden ; eens zullen wij elkaar weêrzien. Antwerpen,^6 Mei.;i9i5. n "O a 3 ex o <u • r—t | ^ H m U M N Oh W I O o « o o

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Antwerpen boven: orgaan der Groeningerwachten van Antwerpen en omstreken behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes