De Belgische standaard

1149 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 30 Maart. De Belgische standaard. Geraadpleegd op 16 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/b27pn8zc3m/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

1«* Jaar. No 32 Vijf centiemen het nummer Woensdag 30 ffôaart 1915. De Belgische Standaard Door Taal en Volk Voor God en Haard en Land « DE BELGISCHE STANDARD » verschijnt 4 maat ti week. Abannemantsprij» voor 10 weken bij vooruitbetaling : In Btlgifi : T««r de soldaten 1.50 fr. — voor de niet-soldaten a.oo fr. V®or 't buitenland : 2.75 fr. Bestuurder : ILDEFONS PEETERS, 0. M. C. VA5TE OPSTELLERS : M. E. BELPAIRE, L. DUYKERS, Victor VANGRAMBEREN, Birtrand VAN OER SCHELDEN, Juul FILLIAERT. Voor aile mededeelingen zich wenden tôt : Villa MA COQUILLE, Zeedijk DE PANNE. Aankondigingen : 0.25 fr. de regel. — Reklaman : 0.40 fr. de regel. Vluchtelingen : 3 inlasschingen van 2 regels, 0.50 fr. De Eenige Bekommering. Telkcns ik aan den Yzcr kom, dan rijzen mijn geest en hart naar het over-weldigde vaderland, daar waar onze duurbaren leven en lijden.Dikwijls vraag ik mij dan af of zij, evenals de Vader in de parabel, dagelijks den berg opklim-men en verlangend en ondervragend de ruimte doorblikken. Ik krijg nogal eens brieven van hen, die benevens alledaagsche nieuwsjes niets inbouden dan: ailes gaat hiergoed. £ij stellen het dus goed onder het vreemde juk! En dan rijst in mij, on-vrijwillig, de verdenking op : vinden zij misschien niet dat we nutteloos bloed vergieten; meenen zij niet dat het beter ware dat het leger zich maar overgaf aan den overweldiger; dat ze evengoed leven onder het Duitsche juk, dan in het onafhankelijk Koningrijk ? Ik wilde weten hoe on s volk tegen-woordig denkt en voelt en of het de ver-lossing zoo vurigverlangt als dekrijgers; of het geloof in de overwinning in zijn hart nog is bewaard. Daarom nam ik een abonnement op cen Belgisch dagblad dat in Frankrijk verschijnt en nieuvvs geeft over deonzen. Ik lees dat blad aile dagen met groote nieuwsgieri^heid, om het antwoord te viuden op mijne vraag. Hoe denkt, hoe voelt ons volk, en ik moet het bekennen de lezing van dat blad doet mij soms pijnlijk aan. Ik lees er: van pogingen die de Duitschen doen om hun bevvind draaglijk te maken en hunne moorderij-en en onreent uit te wisschen. Ik lees er soms van verdeeldheden die tusschen Belgen oprijzen; van twist en twee-dracht die de Duitschen trac'hten te zaaien, met de godsdienstkwestie, taal-kwestie enz. op te werpen. Dan vergelijk ik dien geestestoestand met de gevoelens van het leger. Hier is geen verdeeldheid, geen twist, hier kent menmaaréene bekommering: Over-winnen, het vaderland weer vrij en onafhankelijk maken. Kent gij een droeviger tooneel,danwel kinderen, die bij het sterfbed van hun vader twisten ? Zoo doen zij 06k, die in deze droevige tijden nog andere bekom-meringen hebben dan: de verlossing van het Vaderland. Dat is de eenige bekommering die aile Belgen moet bezielen en zoo er hier en daar gevonden worden,die in de kaar-ten der Duitschers spelen,dan nadde ik nog liever dat rnen er in de gazetten niet van sprak; dan vond ik het beter dat men na den oorlog die zaken afhaspelde, en ons in de onwetendheid late van 't gene waartegen wij onmachtig zijn. Soms toe'n, meest altijd, vind ik in het blad, troostende artikels die de ver-wachting van ons volk weergeven en toonen dat ze den nek niet buigen, dat zt niet instemmen met de vreemde over-heerschers en dan besluit ik : Eenigen, die meenen het volk voor te lichten, en als groote mannen doorgaan, bijten in den twistappel, maar het volk, de massa heeft te zeer het besef der rechtvaardighéid der vâderlandsliefde, om zich in te laten met beuzelarijen.met saken van ondergeschikt belang. Het volk denkt op zijn zonen, vvelke ook hun godsdienst oftaal zij, die dage-gelijks hun leven in gevaar zien. Von Bissing, in een interview zegde van het Belgisch Volk «dat het naïef, kinderachtig \vas, omdat wanneer som-mige dagen het kanon wat luider klonk, het op de hoogten klorn om het Belgisch leger te zien afkomen». Zoo is ja, ons volk gesteld ; zoo be-wonder ik ons volk : vol geloof, vol ver-wachtin^. Zulke gevoelens steunen ons O O te midden van den strijd en doen in ons ( het verlangen vuriger worden, de onzen vau het vreemde, ondraaglijke juk te 1 verlossen. i Dat is onze eenige bekommering, dat is de eenige bekommering van hen die in ballingschap leven, dat is de eenige bekommering van gansch ons leger. Dat is dus de eenige bekommering, die gansch het Belgisch volk bezielen moet. F. V. d. H. Het Belgisch Lied. (De Brabançonne)♦ z. Juicht, Belgen, juicht in breede, voile akkoorden, Van Haspengouw tôt aan het Vlaamsche strand, Van Noord tôt Zuid, langs Maas- en Scheldekoorden, Juicht, Belgen, juicht door gansch het Vaderland. Een man'lijk volk moet man'lijk durven zingen, Terwijl het hart van eed'le fierheid beeft, Nooit zal men ons een morzel gronds ontwringen, V . .Zoo lang een Belg, 't zij Waal of Vlaming, leeft. ) Zoo lang een Belg, 't zij Waal of Vlaming, leeft (bis), a. Geen morzel grands, geen enkel onzer rechten, Waarvoor hat bloed der vaad'ren heeft gevloeid, Zoo lang een man, een vrouw, een kind kan vechten, Zoo lang -een vlam in België's harte gloeit. Geen slavenboei wordt ooit ons aangevijzeld, Geen schandig juk van vreemde dwinglandij, Of 't wordt op 't hoofd deB dwingelands verbrijzeld j) cr Ons Bclgenland blijft «euwig, eeuwig vrij. )" Ons Belgenland blijft eeuwig, eeuwig vrij (bis). 3- Zingt hooger nog «n laat Europa 't hooren : Hier heeft de Vorst, de grondwet in de hand, Voor God en Volk den heil'gen eed gezworen, Dat hij slechts leeft voor 't dierbaar Vaderland. Naast d'eersten Belg ïtaan acht milliocnen Belgen, Vol eendrachtzin tôt heldenmoed gerecd, Die m'één voor één en allen moet verdelgen, \ . Eer iemand ooit ons land het zijne heet. ) Eer iemand ooit ons land het aijne hoel (bis), Germaoen en... Germanen. Nooit beter dan nu, dat wij tegen de Duitschers te oorlogen hebben, kan eene verhan-deling over de zoogezegde « Germanen » te stade komen. De Germanen ! daar is geen woord ter we-reld waarmede de Duitschers hooger oploo-pen en hunne vervvaandheid meer bot rieren. Moest men hunne schrijvers goedwillig ge-looven, ailes in de wereld is germaansch, of moet het maar zijn, of maar worden. Dit oorgedachtissederteen veertigtaljaren in schier al hunne boeken en tijdschriften gedrongen en zit als de ziel hunner weten-schappelijke standen vergroeid. Deze waanzinnigheid gaf aanleiding tôt het gekende « pangermanisme », waarmede Duitschland zich zelven, als oorbeeld, onder aile opzichten, en aan aile volkeren, wilde opdringen. Het valt dan ook iicht te begrijpen hoe dierbaar die naam moet zijn aau de heeren Duitschers, en met wat nijd zij dit zooge-meend heilig erfpand verdedigen ! Die aloude naam, waarmede zij hen om-ringen als met een eereglans, die naam welke de oudste geschiedschrijver als een kernach-tige en tevens geduchte naam aanhalen,£s7ief wel deze, waarop de huidige duitschers te-recht mogen aanspraak maken ? en zoo niet, welke naam komt hun dan met reden toe, volgens de gegevens eener rechtveerdige ge-schiedenis ? Laat ons die zaak eens van op den keper beschouwcn. Heeft er een tijd geweest dat die naam bij de schrijvers onbekend was en xelfs nog niet bestond ? Ja,dit weten wij door den bevoegsten schrij-ver der oudheid, die ons leert in zijn boek over de zeden der Germanen dat, deze slechts dien naam aangenomen hebben om hen te doen vreezen, en dat het eerst de Belgische stam der Tongeren is die den naam van Germanen gesmeed en haar toegeëiger.d heeft, | dat die naam dan tôt andere volkstammen is overgegaan. Dit zegt Tacitus. Daaruit volgt dat die naam, geen naam is die eene stam, of nog min een ras uitbeeldt. Daarbij, dat de voîkstam alleen die de naam van Germanen zelft heeft uitgevonden, en ook deze die van denzelfden volksaard zijn, hem mogen toeôigenen. Nu de Tungri, Tongeren, waren Franken 2n wel Saalfranken ; dit weten wij uit hun-îen naam van Tun-geren, dit beteekent : af-^etuinde versterkingen. Het woord is Noord-Saalfrankisch. Wij veten het nog door het feit hunner bijtreding j ( a den Frankenbond, j « Dus de Franken, in 't algemeen, hebben den naam van Germanen aangenomen — en later ook wel andere vreemde stammen, die slechts de Franken nagedaan hebben. Hetgeen dit gezegde komt staven, 't is de getuigenis der Grieksche geschiedschrijvers die duidelijk staande houden dat de « germa-noi... » de germanen van dien tijde « palim » eertijds « fraggoi » franken noemden, heel natuurlijk omdat de naam van c Germanoi > nog niet bestond. 't Ware nu wel te weten welke de bijzon-derste volkeren waren in den Frankenbond, In den beginne, al de Noordervolkeren die het Westen van het huidige Duitschland be-woonden, zooals de Rhijnfranken, de Saalfranken, de Friezen, de Angelen en Burgon-den en zelfs Saxen. Doch wat later staken de Anglo-Saxen naar England over en de Bur-gonden naar Frankrijk. Te midden den strijd en de uitwijking kwa-men bij de Saalfranken hen nog voegen, de Bataven, de Menappen, en ook al de Belgische noorderlijke stammen die allen Fran-kische uitgewekenen waren. Al deze Franken waren van noordsch ras, en keltisch van oorsprong, blond en blauw-•ogig voor het meeste getal. Voor de Saal franken is dit zeker en vast : de Grieken van te dien tijde beelden zc ons af : « keltican ethnon » keltische stam ; en de Romeinen loegen met hun blond haar en verweten hun : dat ze verkenshaar droegen. Geheel het Noord-Westen van de stresk, die de schrijvers gewoonlijk Germanie noe-men, was keltisch en door de Franken en hunne bondgenooten bewoond. Doch treden wij nu een stap verder, tôt de groote volksverhuizing van de derde, vierde en vijfde eeuw onzer tijdrekening. Daar zien wij de eerste en voornaamste Franken, de Saalfranken, den Rhijn overste-ken, in Belgenland komen al het Noorden, langs den Scheldemond en de Zee, en langs het Zuiden al Taxandria.recht naarVlaande-ren. Ze vertoeven er eenige jaren, en trek-ken langzaam voort tôt aan de Somme, waar zij tôt heden ten dage toe gebleven zijn. De streek welke zij bczetten strekt van Zeeland tôt aan de Schelde, Leie, en verder in Frankrijk maar dunner gezaaid tôt aan de Somme. Hunne legers winnen wel veld verder op ; overschrijdend Leie en Schelde, en dieper de Somme ; later tijd, zelfs het zuidige Parijs en het eiland van Frankrijk (l'Isle de France) stichtende, maar het landvolk blijft wonen tusschen Leie en Zee en hier en daar tôt aan de Somme. Ik noem doze, de voornaamste der Franken, en terecht. De Saalfranken waren het Edeldoni der Franken, zij woonden niet in het huidige Duitschland maar in het Saal-land, dat tôt heden toe zijnen naam bewaard heeft en gelegen is in Holland, langs den rechter boord van den Rhijn waar nu de stad Deventer staat. Die streek h'ep tôt aan de huidige Zuiderzee, en al't zuiden leeger tôt aan de Belgische grens. De Saalfranken be-woonden groote hoven met uitgestrekte lan-derijen en weiden omringd. Die hoven noem-de men Salen, zalen. Die zalen waren ook gerechtshoven met hoog «n met leeg recht, en de wetten aldaaruitgeoefend noemde men: Saalwetten ; wetten van de Zale. J. V. lid v. koninkl. maatsch. v. Oudheids-kunde, Brussel. 't Vervolgt. De Vereenigds Staten roepen hun militairen gezant uit Berlijn terug. Een correspondent, uit New-York, van een Amerikaansch dagblad, meldt dat hun militairen gezant te Berlijn, ten gevolge van een buitengewoon misbruik van vertrouwen, waarvan Duitschland zich plichtig maakt, terug geroepen werd. De gezant zond zijne dépéchen naar de Duitsche overheid, om van daar per draad-loozen telegraaf naar Washington gezonden te worden. De Duitschers, deze telegrammen niet heelemaal naar hunne goesting vinden-de, hadden seffens een middel gevonden en zonden zoomaareenvoudigweg, valsche telegrammen onderteekend : Langhorne. Dit werd echter algauw ontdekt, en om een nationaal geschil te vermijden werd majoor Langhorn door de overheid van Washington teruggeroepen en door kolonel Kuhn vervan-jen aan wien men oplegde geen draadlooze telegrammen meer te zenden, Een bestuurbare ballon in Rusland. Een Duitsche bestuurbare ballon heeft op le stad Lonitza 14 bommen geworpen en 9 aurgers gekwetst. Laatste BericMen. In België. — Belgische vliegeniers hebben het Duitsche vliegerskamp van Ghistel gebombardeerd. Het Belgisch geschut heeft een Duitsch vliegtuig neergehaald. Westelijk Front van Frankrijk. — Op de hoogten van den Maas hebben we 300 meters loopgrachten veroverd. Ten Oosten hebben wij een gedeelte van een ingenomene loopgracht verloren. Te Eparges zijn we 150 meters vooruitgegaan. Op den Harmensweilerkop/f hebben we onze ingenomene positie ver-sterkt. Het getal krijgsgevangen bij 't veroveren van den top is als voigt : 6 officieren, 34 onderofficieren en 353 soldaten, benevens vele gekwetsten. Oostelijk Front. — Vooruitgang der Russen ten Westen van de Niemen en op hec front Burtfeld-Ujok. Op 24 dezer hebben we 1700 krijgsgevange-nen en twee kanons buit gemaakt. In de Karpallie,n gaat ons offensief met goed gevolg voort. Wij hebben ons meester gemaakt van den Pas Ëeskid, die den weg open verklaart naar Budapest. DE H0DD1NG Y AN 1TALIË. Zal Italie bijspringen ? Dit wordt met den dag de algemeene vraag die op ieders lippen ligt. En langs welken kant zai dit gebeuren? Tôt nu toe mogen wij, alleen als lijdzame toe-schouwers heel italië's spel aanschouwen, zonder nochtans klaar te zien in den diploina-tieken warboel die men in 't quirinaal aan 'tontspinnen is. Wanneer het Europeesch konîlikt zich voor-deed, dan bieef Italie uit 't strijdperk, alhoe-wel iedereen gedacht had dat het met Duitschland en Oostenrijk meedoen zou. Door zijn diplornatische ontwijking, steunend op een enkel woord, waardoor het den strijd niet intrad, kregen de Bondgenooten hoop dat Italie, niet alleenlijk onzijdig zou blijven, maar dat het wel denkelijk zijn profijt langs onzen kant ging zoeken, aangezien het dit langs de andere zijde riiet meende te kunnen ontmoeten. Doch, ailes bleef bij hopen ! En alhoewel Italie zijn leger en vlootmachten mobiliseerde, zich bereiddetot in de minste détails om oorlog te voeren, ailes ophoopte svat maar eenig vo'ordeel kon bijbrengen tôt het welgelukken van een strijd, kan het er maar niet toe be-sluiten zich langs eene oî andere zijde te scharen. Wel schreeuwde, de eerste minister Salan-dra, op aile tonen en in aile vergaderingen zijn vast betrouwen uit in de toekomst van het land, wel loîtuitte hij op 't gereed zijn van vloot en leger, om een beslissende houding aan te nemen ; wel woelde 't volk zijn oorlogs-gezindheid uit en heulde 't opentlijk met ons in stoeten, wel juichte de vox populi de Belgische zending, de Belgische sprekers toe, die over de Alpen het goede Recht van België gingen verdedigen, maar 't bleef er al mee! Doch inmiddels deed zich eene andere ken-tering voor. We mogen niet vergeten dat de houding van Italie, hier geldt als opperste eigenbaat. Kan het nu die grondwinst verwezentlijken zonder bloedvergieten, dan zou het wel al zijne schoone gevoelens voor 't eerbiedigen van recht en rechtveerdigheid in den doofpot steken, indien nu die aanwinst hem later door meerdere krachten niet zou worden ontnomen. De winst van Italie lag aan den kant der Bondgenooten, aangezien het uit eigen bewe-ging zijne bondgenooten in den steek liet, aldus te kennen gevend dat het deze onmachtig achtte om te winnen. Maar ma nden en maanden duurt de strijd en ailes is nog als in 't begin, met dit verschil dat in 't verschiet wel de eindzege nu zeker aan onze zijde ligt. Vandaar de weifeling. Doch in die maanden bewerkte Duitschland eene kentering in de Itatiaansche hoogere krin-gen.Het zond von Bulow naar Rome en het be-loofde de Italiaansche diplomatie, een beetje minder land, dan de landgenooten zouden ifstaan. Dit minder beetje land kan het krijgen indien let onzijdig blijft. Dus zonder menschenlevens :e offeren. Het grooter beetje land zal het krijgen indien let zich in den strijd werpt aan de zijde der Dondgenooten. Doet het zulks niet dan is het :eker van 't mindere beetje te verliezen, als wij vinnen. Italie staat daar nu als de ezel van den fabel, usschen twee bundels hooi. Dat het zich haasten moet, wil het aile twee le kansen niet missen, staat zeker en vast. De verlokkelijkheid van de twee voorstellen s even schoon. Indien eigenbaat maar hier, lijk altijd, de ; choonste vooruitzichten niet in duigen sla en -j talie, door zijn eigen schuld,den uil van't spel :al maken. Nu is 't uur van handelen geko men, hoe lan-;er het wachten zal, hoe meer het zich blootge-teld ziet ailes te verliezen en niets te winnen. Andere Ianden staan reeds op den loer en rijpensgereed. Het wordt eene noodzakelijk-eid voor Italie eens met open vizier op te reden wil het niet in konkelfoezerij versmacht worden. Jupiter tonans. Willem II wil zonder twijfel aile stielen uitoefenen, aile postjes bekleeden, en overal haantje vooruit, en een «zonder-mij-kan 't niet gaan» zijn. Wij zagen hem meermaalen reeds — hij die enkel 'n soort commandant kon geraken — van ver Alexander, Ccesar, Clovis, Karel den Groote, Napoléon, van dichtùij Attila nadoen, en van achter zijn slaafsche leger-korpsen, voor zoo breed hij hem reiken kon, den arm zwaaien naar Oost en West. Hy, de Uitverkorene om te regeercn over het splinternieuwe Israël : het Gott-mit-uns-volk... was hij immers geen geboren leger-aamoeidei en bezat hij de ingeboren gave niet om heele legerdrommen, spijts zijn Ge-neialen, op het juist-kritieke oogenblik op de juiste strategische punten te gooien ? ! ! Zijn legei oversten ! Zij die heel hun leven hadden doorgebracht tusschen 't gekletter der wapens, 't gebrom der kanonnen, 't ge-w°el der soldaten....en met den kop tusschen de vuisten, hadden liggen zwoegen en zwee-ten, over de ontelbare wegeltjes, de kron-Kelende wateren, de lange einden ijzerbanen en de verraderlijke bosschen der oorlogs-kaarten... wat wisten zij er van!., wisten aij 't beter dan de meester, die aangesteld door den Vader en heschermd docr den Zoon, den H. Geest in pacht had I!!... Ze lukten niet naar zijn gedacht ; ze beza-ten de vermetelijke stoutmoedigheid een menschelijk plan, nevens zijn goden-plan te Ze moesten maar lukken en bukken voor zijn orakel.... En roef! de verbolgen Jupiter tonans slingerde zijn bliksem — machtiger dan de vier-honderd-twintiger-bronzen muil — en Molkte en andere bevel-voerders werden plots gedonderd uit zijn he-mel. t heerlijke slagveld, in zijn hel : den schande—akker der ongenade. Thans—sedert dien genialen ontruimings-dienst — gaat ailes beter in 't Oosten en 't Westen. Don Quichot staat er slag om slin-ger zijn wapen te zwieren, nu eens tegen den wiekenden molen die staat op den boord van den Yzer dan eens tegen den zoevenden molen van den boord der Vistule.... Is t sindsdien dat hij een slag van den molen heeft gekregen ?! Théo Loo. Russische vooruitgang. Op datum van 37 Maart seint men uit Petrograde dat op heel hsit Oostelijk front, onze bo*dgenootem goeden vooruitgang maken. Tusschen Skva en Pissa îijn de Duitscher» met groote verliezen teruggeslagen. Verschillige malen werden de dorpen Serafin en Tarta genomen en her-nomen en bleven ten slotte in Russische handen. Bij Ossowiez heeft de Russische artillerie eea Duitschen vastliggenden ballon neergehaald. In een gevecht dat plaats gehad heeft den 33, bij het dorp Karaska, werden de Duitschers 6 mitraljeuzen en drie kanonnen ontnomen. In Bukovine, zijn de Russen weerom aanvallend opgetreden. Dagen door buldert het kanon langs den kant van Czeinovitz. Ontelbare troepen worden saam-getrokken om eene oprukkende beweging uit te voeren. Dit zijn al voorteekens dat we ons in 't korte aan een geweldig aanvallen van Russische zijde mogen verwachten, om de Duitsche machten nogeens tôt den aftocht te dwingen. Soldaten ! Gedenkt Luik, Haelen, Haecht en den Mur.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Belgische standaard behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in De Panne van 1915 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes