De Belgische standaard

1686 0
24 januari 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 24 Januari. De Belgische standaard. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/086348hb7g/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

lste Jaar. — N° 5 MaaHMMMCiHttMiHlttWHIMiwrimr fc*i^Mttiffiaiirii¥Mi r—aiiM— ir*fw«f*rr*rfi—nu^-«jccvr->MMBtMtKsuwac aBUBfcafcSa!?j.*25..;-frftvtm t>«*r^*r/i.<>■ r*âi>**iâJBa*ti*'w»i&* i/awi Vijf centiemen het nummer Zondag 24 en Maandag 25 Januari 1915. De Belgische Standaard Voor aile mededeelingen zich wenden tôt : V• LLA MA COQUILLE, Zeedijk, DE PANNE. Aankondigingen : 0,25 fr. de regel. — Reklamen : 0,40 fr. de regel Vluchtelingen : 3 inlasschingen van 2 regels, 0,50 fr. 23 Januari 1891. Dubbel smartelijk klinkt die verjaardag, aangebracht in een jaar van rampen. Op dien rouwvollen dag bezweek een-prins die bestemd scheen om den roem, het geluk uit te maken van het Belgische volk : Prins Boudewijn. Nog klinkt de rouwkreet in de ooren, ont-staan bij dat vroegtijdig sterven. Bossuet kon men naspreken en uitroepen : « Prins Boudewijn ligt zieltoogend. — Prins Boudewijn is dood ! » Het Vlaamsch gedeelte van ons land vooral droeg diepen rouiv, want de vorst was be-kend om zijne volksgezindheid, had zich de taal van 't volk — het Vlaamsch — eigen gemaakt, en had de liefde weggedragen van de nederigen en kleinen met wie hij ver-keerde.Zijn jongeren broeder kende men weinig. Zou hij dezelfde hoedanigheden bezitten, zich zoo dapper, zoo eenvoudig grootsch toonen ? — Men moest het afwachten. Enzie, 24jaren zijn omgevlogen.Die jeugdi-ge, die onbekende zit op den erielijken troon, en, in de moeilijkste maar ook roemrijkste om-standigheden, laat hij al de deugden en gaven blijken, welke zijn ouderen broeder zoo geliefd maakten ; ja,verwerft zich wereld-roem door zijne manhaftige gehechtheid aan het gegeven woord, aan het recht, aan zijn land en volk. Heil dan aan Koning Albert op de smart-volle verjaring van den dag die hem voor den troon bestemde! Mogen de liefde en erkente-nis van zijn volk goed maken de beroovingen, angsten en folteringen van den rampzaligen oorlog hem zoo onrechtveerdig aangedaan! Moge hij weldra de vruchten inoogsten van zijn taaien weerstand aan meineedige bar-baarschheid en verwoestend geweld ! JLeve Koning Albert ! !■ mi i ■ 11 ■■ i ■ ■JssBjr^jwmmsrcaaff^ Duitsche dankbaarheid en Duitsche kuituur Ik stem heelemaal in met de gedachten voor-uitgezet in het hoofdartikel " Ons standpunt " verschenen in het tweede nummer van" De Belgische Standaard". Ik kan net des te gereede-lijker doen. daar ik nimmer ingenomen was met de Duitsche " Kultur" en den Vlamingen altijd voorhield dat zij zelfstandig moesten zijn, Belgen zonder meer, en, teganover 't zij Hol-land, 't zij Duitschland, de houding niet aan-nemen welke zij verweten aan de Walen of ver-franschten ten opzichte van Frankrijk. Zeer juist zegt onze medewerkcr" Duitschland heeft verstand doch geen hart", en komt hij tôt dezelfde conclusie als Kardinaal Mercier, in zijn prachtigen " wereld-"brief, zooals ik hem hoorde betitelen, dat de zoo bebofte Duitsche "Kultur" enkel uitloopt op en voortvloeit uit eene heidensche beschaving. Minder juist vind ik de bewering" Wij, katholieken, beneden bij onze geloofbroeders van langsheen den Rijn hun diepengodsdienstzinen hun wijze jeugdopvoeding. " In haarschoonen roman Aurora Leigh, waar zoo vele lessen over leven en kunst, en hun nauw verband, te putten zijn, zegt de dichteres Mrs Browning, sprekende van een vader die zijn moederloos dochtertje hartstochtelijk be-mint, dat hij zijn kind niet wijs genoeg opleidt, omdat hij het niet dwaas genoeg doet. Hetzelfde ben ik geneigd aan de Duitsche methoden te verwijten. Zij missen dat dwaze dat de geestdrift, de edelmoedigheid, het zede-lijkemeteenwoord,altijd meebrengt,«dedwaas-heid van 'tKruis", om hetmet zijn waren naam te noemen.Die méthode loopt uit op een mate rializeering der opvoeding, en zuiks is niet ver ; wonderlijk indien men bsdenkt dat aan den grond van die heele kuituur, die heele beschaving, heidensche princiepen, bijgevolg mate-rialistische strekkingen, liggen. Het is hier wel de plaats de Evangelische spreuk toe te passen : " Aan de vruchten kent men den boom. " Wij, Belgen, kennen eilaas ! nu maar al te goed de wrange, bittere vruchten der Duitsche kuituur. Onze mond is vol met hunnen smaak. En van wijsheid en edelmoedigheid brachten zij ons weinig. Daarom kan ik het over mijn hart niet krijgen te zwijgen waar het de houding geldt der Duitsche katholieken tegenover hunne Belgische gelootsgenooten. Het moet er eens uit. Dat Pruisen, lutheranen, ons den oorlog aan-deden met geweiddaden en moorderijen van vocr eeuwen, op de meest barbaarsche wijze priesters folterden, vrouwen onteerden, is aan te nemen. Maar dat, aan den kant der Katholieken — Centrum,Volksverein, leiders en volk ~ geenenkele kreet van verontwaardiging op-steeg ! Meer nog, dat een Karl Trimborn,wiens echtgenoote eene Belgische dame van Verviers is, te Brusseieen ambt bekleedt onder de over- weldiging, dat een Kœlnische Volkszeitung zich leugenachtig en lasterlijk zou uitlaten tegenover Kardinaal Mercier, — dat is eene dubbele schande, die nooit goed te maken is. 1k zeg eene dubbele schande. Inderdaad, niet alleen zouden die heeren het Belgische volk beter dienen te kennen, maar de loutere erkentenis zou hun eene andere taal en eene andere houding moeten ingeven, De jonge Vlamingen kennen de geschiedenia uit de boeken, ik bedoel die van het opkomen-de Duitschland, van 1870 aL 1k heb op hen liet voorrecht der jaren. Ik herinner mij hoe, met den Kulturkampf, priesters, kloosterlin-gen, nonnen, uit hun vaderland gedreven, op België kwamen afgezakt, en zoo goed onthaald werden dat sommigen het nooit meer verlieten, dat kloosterorden er hun moederhuis naartoe overbrachten. En nu? Nu dat de Duitsche hiel, tôt verplet-terens toe, onzen bodem drukt, er ailes in gruis en asch legt, nu heulen die zoo goed ontvjfhgen Duitsche katholieken met onze vijanden, laste-ren met hen mee, bespuwen ons gelaat met het vuige speeksel hunner lafheid tegenover 't geweld.Dat isde Duitsche dankbaarheid. M. E. Belpaire. De Panne, 18 Januari 1915. RAMSKAPELLE. Hoe ligt ge vermorzeld ineêngezakt, o molen van Ramskapelle... dàegisterend ijzend ten hemel staakt een zeil dat wonderen meldde : hier deinsde de vijand op wien in 't rond een woedige stormwind beukte, de vijand die diep in den hollen grond zijn moordende vuisten nog drukte. .«a ligt ge vermorzeld ineêngezakt o molen van Ramskapelle. Wat ziet ge er bedrukt en verlaten uit, o straten van Ramskapelle. Door gapende muren de wind nu fluit bij 't eendelijk ravengillen. Daarbinnen de droppen van 't winternat langs zwart-ruige balken leken, verknagend een laatsten liefdeschat, van 't leven een laatste teeken. Wat ziet ge er bedrukt en verlaten uit, o straten van Ramskapelle. Wat treurtge toch droefinuw puinengewaad, o kerkje van Ramskapelle, waarover omhoog, met wanhopig gelaat, gekantelde gevels hellen. Nog ruischt naar den hemel, vol moedermin, uw wanden langs, wreed doorkolven, een beê voor onz' Jongens, u rondom in den kuil der obussen bedolven. Wat treurt ge toch droef in uw puinengewaad o kerkje van Ramskapelle ! Van kogels dôôrploegd en dôôrweekt van bloed, o bodem van Ramskapelle, die onder uw gi oene landouwen hoedt de rest van zooveel onzer helden, waar ge in geklovene arremen sluit de zonen van weenende vrouwen, daar priemen nu witte kruisk'ens uit lijlc bloemen van hoop en van rouwe... Vân kogels dôôrploegd en dôôrweekt van bloed, o bodem van Ramskapelle. O lijdensvol beeld van ons Vaderland, o puinen van Ramskapelle, wel ligt gij verbrokkeld en wreed verbrand verzonken in doodsche stilte ; eens wipt uit uw graehten on' wrekend heir, de zegekreet galmt door uw velden, en levende vloeit door uw aderen weer, het zuivere blood der gevelden. O glorievol beeld van ons Vaderland o puinen van Ramskapelle ! A. N. Ramskapelle, 17 Jan. 1915 ai? opnac xr, «w» « Onze vïiegers boven Keulen. Twee onzer stouimoedige vïiegers hebben ook een reisje naar Keulen gemaakt. Een Duitsche Qeneraal gedood. Een telegram uit Berlijn meldt dat gene-raal von-Ampsteda op het Westelijk-front gesneuveld is. Een Duitsehe trein iq de vaart Amsterdam. — De "Telegraaf " verneemt uit goede bron dat een Duitsche koopwaren-trein in de vaart van Hasselt naar Turnhout geloopen is. — Veertien soldat en zouden er de dood gevonden hebben. Leve ons heldenleger ! MEDEDEELINGEN OP HET WESTELUK LEGERFRONT Van de Zee tôt Arras. — In de streek van Nieuwpoort en Lombartzijde bepaalt zich aile we^king tôt eenige ar-tillerligevechten. De vijand wendt nutte-looze pogingen aan, om onze brug bij Nieuwpoort te vernietigen. Onze batterijen, integendeel, hebben bij St Jooris eene hofstede vernield, waar de Duit-schers zich sterk verschansd hadden. De Engelsche oorlogschepen steunen ons voort door hun geschut op de vijandelijke batterijen, die geplaatst zijn in de duinen tusschen Middelkerke en Mariakerke. Ten Noorden O. L. V. van Loretten heeft de vijand een onzer ioopgrachten gewonnen doch wederom verloren. Wij hebben daarbij meer dan ioo krijgsge-vangenen genomen. Van Arras tôt Reims. — Blangy, waar wij den vijand Zondag laatst uit de smèlterij Tricart verdreven hadden,werd hevig, doch vruchteloos,gebombardeerd. Op deze laatste dagen is La Boisselle (ten Noord-Oosten Albert) het schouw-spel geweest van hevige gevechten. Van dit gehucht bezaterî wij enkel het kerk-hof en het Zuid-Westelijk gedeelte. Een hevig aanval had ons reeds uit onze stellingen verdreven, toen eene ontplof-fing in onze stapelplaats van krijgsvoor-raau ons verpiichi'ce gansch het gehucht te verlaten. Maar onze voorzorgen waren weldra genomen. Onze batterijen werden in eene gunstige plaats gebracht en richt-ten een hevig vuur op de verlorene Ioopgrachten. Te zelvertijde rukte ons voet-volk vooruit en overmeesterde in korten tijd al onze stellingen. Nu wenden de vijandelijke legers ge-weldige pogingen aan, om hun verloren veld tusschen Arras en Albert wederom te veroveren. Maar noch bij Thiepval (langs den ijzerenweg van Longueau naar Arras) noch bij La Boisselle, waar zïjne aanvallen bijzonder hevig waren, heeft hij ons een stap doen achteruit-wijken.In de streek van Soissons hebben de versterkingstroepen van Generaal Lo-chow en Luitenant-Generaal Vickura, (aan dewelke Generaal von Kluck zijne zegepraal te danken heeft) geen nieuwe aanvallen gewaagd. Men verzekert ons dat er nog versterkingstroepen gezonden worden naar Soissons. Van Reims naar Verdun. — In het bosch La Grurie, in Argonne, had het Fransch leger na een vijandelijke aanval moeten achteruittrekken ; maar na twee tegenaanvallen had het zijn vorige stellingen wederom overmeesterd. Verders, stilte op gansch het front. In de streek van Perthes en rond de hofstede van Beauséjour hebben wij m deze laatste maand onze strijdlinie, door 12 aanvallen, 2 kilometers verder in 't Noorden gebracht, wij hebben er 20 tegenaanvallen afgeweerd, zonder iets van onze aanwinsten te verliezen. Van Verdun tôt Belfort. — Ons aanvallend optreden in het bosch Le Prêtre en ten noorden Pont-à-Mousson wordt bekroond met goeden uitslag. In de richting van Villy-sur-Trey dicht bij den Moezel, winnen wij 500 m. Duitsche Ioopgrachten, en maken onze Ioopgrachten nog 100 m. verder. In Hoog-Elzas, tracht de vijand Thann door een hevig bombardement in te nemen, doch wij behouden onze stellingen. Cernay, dat den in Januari door de burgers ontruimd werd, wordt door onze artillerie beschoten. OP HET OOSTELIJK FRONT. Volgens een snelbericht uit Petrograd 19" Januari rukt de rechter en linker- I OFFICIEELE TELEGRAMMEN : BEL.OSË. — Van tijd tôt tijd bombardement op verschillige plaatsen van ons front, langs de zuidkant. Meest artilleriegevecht, waar onze kanonnen meest altijd de bovenhand hadden. FRANKRIJK. — De vijand had eenen onzer schietgrachten bemeesterd, ten noorden O. L. V. van Loretten. Maar hij is er welhaast weer uit geslagen, en in onze handen bieven een honderdtal gevangenen. In den nacht van 19e11 tôt 20en zijn de Duitschers gekomen tôt dicht bij onze Ioopgrachten, ten zuiden Thiepval; maar ze wierden spoedig achteruit geslagen. Drie achtereenvolgende vijandelijke aanvallen op La Boisselle brachten niets voort. In Argonne, bij Fontaine-aux-Charmes, wierd de vijand na een vreeselijk gevecht overmeesterd. Ten Zuiden der Somme en op de Aisne, eenige artilleriegevechten. In Champagne, ten Zuiden Reims (bij Prosnes-les-Marquises-Morenvilles) hebben wij vijandelijke werken vernietigd; we hebben den vijand verplicht zijne Ioopgrachten te verlaten. Ten Noord-Westen Beauséjour hebben wij eenigen vooruitgang gedaan: we hebben drie vijandelijke posten ingenomen, en hebben er onze stellingen genomen. Ten Noorden Massiges had onze artillerie de bovenhand. Ten Zuid-Oosten van Saint-Michiel, in het bosch van Aprenont, hebben wij 150 meters vijandelijke Ioopgrachten veroverd, en eenen tegenaanval afgeweerd. Ten Noord-Westen van Pont-à-Mousy, in het bosch genaamd Le Prêtre, heeft de vijand erin gelukt een twintigtal meters weer te nemen van de 500 meters die we eenige dagen te vooren hadden buit gemaakt. Wij houden ons sterk in deze posities. In de streek van Thann (bij Silberloch-Hartmannweilerkopf) is er sedert den ig - 20 een hevig Infanterie-gevecht aan den gang. Wij gaan langzaam vooruit in eene buitengewone moeilijke streek. vleugel van 't Russisch leger immer voorwaarts in Oostelijk Pruisen. De vooruitgang van de middelvleugel ge-schiedt veel langzamer, en dit ter oor-zake der talrijke moerassige meren van Mazurie. Op de rechteroever van de Vistule, hebben onze eerste linietroepen het dorp Budy-Sulkoroskia stormenderhand ingenomen. Volgens een laatste bericht is de stad Ploek, op de Vistule, in de handen onzer bondgenooten gevallen ; daar hebben zij een detachement van de achter-wacht gevangen genomen. Zoo schijnt de duitsche linkervleugel bedreigd. Op de linkeroever heeft de vijand te vergeefs eene reeks aanvallen gedaan met eene zware overmacht. Hij slaagde erin na opeenvolgende stormloopen met de bajonnet, een onzer Ioopgrachten te bezetten, doch den volgenden nacht, hebben wij door eenen verwoeden tegenaanval den verlorenen loopgracht veroverd, en al de Duitschers erin gedood. In de streek ten oosten Petrokov, heeft onze artillerie eenen geblindeerden auto vernield. Nieuwe pogingen deden de Duitschers om Tarnov met zwaar geschut te be-schieten, doch zij werden erin belet, dank aan ons goed gericht vuur. Op het overige front in Russisch Polen zijn geene belangrijke oorlogs-verrichtingen aan te stippen; niets dan artillerie gevechten. De Provincie Buko-vine is nu gansch door de Russen bezet. Deze gaat rap vooruit naar Transylvanie, waar onze troepen de hoogte van Kirli-bara op de Transylvaansche grens bezet hebben. Deze hoogte immers geeft den besten dôortocht naar Transylvanie. In den Caucasus hebben de zege-vierende Russische troepen boven de Chorokh de vluchtende turksche leger-benden te Kara Ourgan aan stukken geslagen, dank zij de hardnekkige pogingen onzer moedige regimenten van den Caucasus en dank de ontembare Kozakken. Niet alleen zijn de ge, 10e en XIe legerkorpsen gansch verpletterd,maar daarbij nog, is het legergarnizoen van Erzeroum zwaar verzwakt, zoodat de versterkte plaats enkel nog 30.000 slecht gedrilde soldaten telt. De toe-stand der turksche troepen is lamlendig, wegens de hevige koude van den winter. Ta! van Turksche soldaten liggen be-vrozen in de bosschen. De talrijke knjgsgevangenen zijn uitgeput en uitge-hongerd. Ziedaar de hooge duitsche kultur in de praktijk gebracht. De turksche vloot is niet strijdvaardig meer daar de voornaamste kruisers, de Goeben, de Breslau en de Hamidieh die in de zwarte zee door de russische vloot zoo deerlijk geradbraakt werden buiten strijdlijn zijn gesteld. Waarom de Duitschers hun weg niet kozen door Zwitserland. Een advokaat uit Geneve, M. Paul Balmer, juist thuisgekomen van eene rondreis in Duitschland, schrijft in « Le Journal » van Parijs, hoe een Wurtembergsch officier ver-zekerd zou hebben, dat het enkel aan eene meerderheid van twee stemmen lag, indien de Generale Staf besloot liever over de Belgische, dan over deZwitsersche grens te gaan. Vele militaire specialisten waren van mee-ning dat de weg over Zwitserland ver weg de beste was, daar zij vreesden dat Frankrijk bereid stond tegen eenen aanval langs België, dank aan mededeeling van militaire kritiekun zooals von Bernhardi, von der Goltz, Treit-schke, en anderen. Door de groote moeilijkheden verbonden aan eene schielijke verandering, op 't laatste oogenblik, werd Zwitserland gered. M. Paul Balmer voegt er bij dat deze gezegden hem meermaals bevestigd werden, ook te Berlijn. Een « Krachtiger Geest » is noodig. De « Berliner Tageblatt » verneemt dat er vele geruchten in omloop zijn wegens het aftre-den van Graaf Berchtold.Er wordt gezegd dat de Keizer dat ontslag aannam omdat er, in dezen tijd, eene krachtiger persoonaliteit dan Graaf Berchtold noodig is om de buiten-landsche zaken te beheeren. 't Zelfde blad voegt er bij dat vredesonderhandelingen cp een gegeven oogenblik geopend zullen worden, en dat er daarvoor een gansch ander man wordt vereischt — een staatsman uit ruwenstof gebeiteld, met krachtiger geest en van veel grooter macht dan Graaf Berchtold.(Reuter) Kardinaal JVCERGIER Het grootste Katholiek dagblad uit Duitschland, de « Kôlnische Volkszeitung », schrijft het volgende commentaar omtrent Kardinaal Mercier's herderlijke brief: « De herderlijken brief schijnt wel niet anders te zijn dan eene uitboezeming van patriotieke over-zenuwachtigheid. Dat mag overigens, doorgaan als verzachtende om-standigheid, daar waar er dient geoordeeld te worden over een aantal zinnen, pijnlijk en kwetsend voor het Duitsch gevoel; maar het kan het algemeen oordeel niet doen veranderen, dat de brief beschouwingen ter zijde laat, die opgelegd schenen door den staat der zaken in België, door de belangen van het Belgische volk, en, zeker niet minder, door de huidige omstandigheden van de Belgische Kerk. Gelukkig, is het mogelijk geweest dit voor-val — zoo onaagenaam uit zooveel oogpun-ten — te regelen, dank aan welmeenende verklaringen van den Kardinaal en aan de vredelievende handelwijze van wege het Duitsch centrale gezag in België. Men kan niet anders dan dankbaar zijn tegenover de Duitsche overheden, dat zij dit resultaat be-werkten. Wie gediend ware geweest door gelijk welke andere regeling van deze zaak, begrijpt raen licht, wanneer men gewaar wordt op welke wijze de anti-Duitsche krin-gen in de naburige landen, hun best deden om het voorval te overdrijven en te exploi-teeren, gelukkig te vergeefs. » Het dunktons niet noodig het walgelijke en leugenachtige van die uitingen der «Kôlnische Volkszeitung », door een enkel woord te doen uitschijnen.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Belgische standaard behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in De Panne van 1915 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes