De Belgische standaard

1020 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 03 Juli. De Belgische standaard. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/sb3ws8jh19/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

De Belqische Stan laar P^or Taai en Volk BAGBLAD Woor G-od ên Haard en Lam, » OE grUHSCHE STARDMHO > ïirschïjrt dageiijfcs ^.bonnomentsprijs --cor 50 nummers bij vooruttbetaling. Voor de soldâtes - 2,50 fr. Vooï de nie; K'aten — i» 't land 3.50 fr. ; butte» 7 wi«« 4.50 ir. fttdÛK mwr g■■!«». ■'>• .* van*lk numttur tvorehn gwraagd, wordt d* abonntmvi priés fnhititr. Besru.«.rdL©r : ILDEFOftS PEETERS. VA5TB OPSTELLERS : M. E. BELPAIRE, L. OUYXERS, Victor VAWGRAMBERB!!, Sertrarô VÂN PER SGHELDEfî. luuf FiLLîAERT. ♦ Voor aile mededeelingen zich wenden tôt : Villa MA COQUILLE, Zeedijk OE PAUSE. Aankondigingen : o.Ufj fr. de regel. — Reklamar : 0.40 fr. de. r.»get Vluchtelingon : a iaïasschîiïpea van t recels 0 «0 îr. De Mal in Belgi'é Yeroordecld in 'tlicM der Katholieke leer. Onderstaand artikel dat sedert een heele tijd reeds in Belgi'é het licht zag, bleef tôt nu loe door een ongelukkig toeval liggen bij hen die het in handen kregen. Dit stuk door een groep uitstekende theologanten,-die niet aar-zelen te spreken in naam der E. Kerk, -ge-schreven, bereikte ons slechts in den loop van de se week. ~Alhoewel het "geval Bouvin" reeds lang ■is uitgemaakt geven we het stuk in zijn geheel, gezien de hooge belangrijkheid die het af-werpt.Terecht heeft zich in verschillige landen het Katholieke gewcten verontrust over een opstel van de hand van Pater BOUVIN S. J. dat onlangs in een Ameri-kaansch blad verscheen. In dit opstel wordt een po-ging gedaan om van het standpunt der Katholieke ze-deleer de Protestantsche Regeering van Duitschland te verrechtvaardigen dat zij de neutraliteit van het Katholieke België heeft geschonden en aldusraeineed heeft gepleegd. Op de leer van eminente theologen poogt de schrijver deze rechtvaardiging te grondeu. In de geheele wereld is een veroatwaardigde kreet gestegenuit aile rechtgeaarde gemoederen, die zonder vooringenomenheid de feiten in het licht der eenvou-dige, natuuilijke eerlijkheid hebben beschouwd, om den Duicschen inval in België en de ontzettende gru-welen die er mede gepaard gicgen te schandvlekken. Is het dan niet ongehoord dat een Katholiek priester de schandelijkste schending van het îecht, eenschending die door dea Duitschen Rijkskanselier zelf was erkead rechtvaardigt en absolveert ? Het is dan 00k niet te venvonderen dat Protestantsche schrijvers, in Hoiland, o. a. meeaen eindelijk het zoo lang vergcefs gezochte bewijs te hebben gevonden voor de door hen aan de Katholieken toegeschreven leer : "Het doel lieiligt de middelen.,, Vandaar dat het noodzakelijk is aan te toonen, dat de ieer van Pater Bouvin de Katholieke leer niet is en dat het opstei, waaraan hij zich heeft bezondigd, blijk geeft van volslagen onkunde der feiten zoowel als van verkeerde -n gevaarlijke interpretatie van het recht. Laten wij ..chtcr opmerkendat zoo al niet de onvoor-zichtigheid, dan toch ten minste de bedoeling va» den schrijver eenigzins verontschuldigd kan worden. Pater Bouvin is geen theoloog, maar een musicus ; hij is ver af van het tooneel der gebeurtenissen die hij slechts heeft kunneo zien vervormd als ze waren door de pers ; toen hij zijn artikel schreef had hij geen ken-nisgenomea van den hérderlijken brief van Kardinaal Mercier die, in het licht van de christelijke leer en van onweersprekelijke feiten waarvan hij ooggetuige is geweest, de schending van de Belgische neutraliteit met haar waren naainbestempelt waar hij haar noemt het breken van ten plechtigen eed ; vooral had hij de con-sistoriale toespraak van Z. H.Benedictus XV niet ge-lezen, die den overvveldiger smeekt blijk te geven van menschelijkheid on zonder wcrkelijke noodzaak de inwoners niet te krenken in het dierbaarste dat zij be-zitten, hun gewijde tempels, de dienaren Gods, de rechten van de kerk en van het Geloof.,, Wat de Fari-zceërs betreft die met ergenis verzakeren dat men ge-poogd heeft met een beroep op de Katholieke leer de onrechtvaardigc. schending van het recht te wettigen, hun willen wij antwoorden : de Katholieke leer is niet de ieer van een of ander priester met eene meer ver-metele dan verlichte vaderlandsliefde, de Katholieke leei is de leer van den Prins der Kerk en van O. H. Vader den Paus. Is de schending der Belgische neutraliteit van het standpunt der Katholieke zedelesr te rechtvaardigen ? Om dit te bewijzen gaat de schl'ijver van het beginsel uit, dat iemand die door wilde beesten wordt bedreigd, om zijn eigenleven te verdedigen, inbreuk mag maken op andermans eigendom, zonder dat deze er zich te-gen mag verzetten ; en dat de vrees voor ernstige schade in sommige gevallen van de verplichting ont-slaat zijn woord te houden. Staten stelt hij met perso-nen gelijk. Volgt eene lange reeks beweringen zonder bewijzen : het bestaan van Duitschland was bedreigd ; deze bedreiging was onrechtvaardig; het had geen ander heilzaam middel om te ontsnappen aan de wilde beesten, Engeland en Frànkrijk ; België was vepplicht de Duitschers door te laten ; bovendien stond België in verstandh<}uding met Duitschlands vijanden. Dit ailes worut op gezag van Duitsche profeten beweerd en daarna punctum. 't Is wat al te rap gesproken. i° Bij de interpretatie van het door noodzaak ver-leende recht om inbreuk te maken op aadermans eigendom, is het gemakkelijk te beweren dat er abso-lute gelijkstelling 'beslaat tusschen staten en individu-ën ; maar vergeefs zoekt mennaarhet bewijs van deze bewering, die niet in de Katholieke theoiogie te vinden is. Deze geli;'. stelling kan men volhouden, zoolang men cr ni-emand schade mee doet en zijn woord niet breekt ; maar anders is het, wat betreft steun, hulp en plichten van welwillcndheid en menschlievendheid. .Zoolang het afdoende bewijs niet is geleverd blijft het eene vraag, oi'de noodzakelijkheid grondgobied en be-zittingen tusschen de staten tôt gemeen goed maakt, zooals zij dat doct met de dingen die tôt het levenson-derhoud der menschen noodzakelijk zijn. Indien een volk voor zijn handel de havens en kolo- nies van zijn buurman noodig heeft, zal deze dan worden gelast bescheiden terug te treden ? Al was het recht hondenimaal aan de zijde van Duitschland, dan nog zou België het geen bijstand verschuldigd" zijn ge-weest : een formeele belofte hield het voortdurend ge-bonden.Deze opmerking daargelaten om mij te beroepen op noodzakelijkheid moet ik ze zelf niet in het ieven ge-roepen hebben. Als mijn onrechtvaardigc aanval mij in gevaar brengt zou het onbeschaamd zijn ie eischen dat men mij steun biedt. Indien ik mij er door mijn toedoen aan blootstel, slaag te krijgen zou het mij slecht vergaan om aanspraak te maken op een derden medeplichtige om mijn tegenstander onschadelijk te maken. Maar zelfs in de veronderste-lling dat Duitschland het recht had, met geweld den weg te banen door België, — wat trouwens niet het geval is — mocht dit niet geschieden zooals het gebeurde. Dat men, on. zijn leven te redden, den eigendom van zijn buurman schendt, is te begrijpen. De schrijver van het opstel heeft er echter niet aan gedacht dat men om zijn leven te redden niet het recht heeft zijn naaste te dooden of te onteeren, -?ijn woning te plunderen en te verbran-den, zijn vrouw en zijn dochters te beleedigen. Door België binnen te dringen, offerde de Duitschman ons land op aan zijn eigen belangen, aan de belangen van zijn hoogmoed en hebzucht en dit op de meest onrecht-vaardige en schan4clijke wijze. Wat spreekt men ons van een doortocht door België ? Hier was geen spraak van een eenvoudigen doortocht van troepen, wel van een ware bezetting en een stilzwijgende toeëigening ; immers, toen eenmaal de eerste troepen voorbij waren gctrckken, was het noodzakelijk hun verbmding met Duitschland te handhaven met het 00g op den doortocht van hulptroepen, ammunitie en proviant. In de loutere veronderstelling dat al het overige waar is, kon de schrijver niet tôt het besluit komen, dat Duitschland het recht had België binnen te vallen en vooral niet het recht had hier binnen te dringen, plunderende, het ten gronde richtende door tal van oorlogsschatti,.-gen, zijn gedenkteekenen en bibliotheken verbranden-de, alom zaaiende verwoesting en dood. Het is voor-waar voor een priester een mooie taak, het geweten van een bende moordenaarsen plunderaars te stillen en tegenover de opgehoopte lijken, de rookende puincn, de onteerde vrouwen, een geheel land dat doodelijk is getroffen, te zeggen: " Doet maar op ! Het recht is aan uweri kant en uw slachtoffers hebben de plicht u te laten begaan !,, 3e Hoe staat het nu met de tweede bewering, name-lijk dat het bestaan van Duitschland bedreigd was, en dat het voor dit land een levenskwestie was door België heen te trekken ? — Laten wij ons niet door verge-lijking misleiden. Het leven van een mensch, de dood van een mensch, nu weten we wat dat is ; het zijn be-paalde dingen. Maar wat beteekenen deze woorden wanneer er van naties sprake isPVoor dezen zullem eer en vrijheid,voor genen overheerschingen opgedrongen suprématie absoluut noodzakelijk zijn. Wie sprak er van, Duitschland te vernietigen ? Wie sprak er van Frànkrijk te verpletteren alvorens zich tegen Rusland te keeren ? Een levenskwestie ! Maaf hoe ? Indien men te doen heeft met een wezen met abnormalen eetlust, dat slechts ten koste van anderen leven wil ? Voor een menscheneter, een tijger of een kaaiman kan het een levenskwestie zijn menschenvleesch te hebben, maar bij dat soortvan eetlust moeten allen zich niet neerleg ; gen. Voorzeker is het een vermetele bewering wat de schrijver zoader eenig voorbehoud verklaart : dat in ; dezen oorlog de rechtvaardigheid aan de zijde is van ; Duitschland en dat dit land strijdt voor zijn bestaan. Anderen beweren dat Oostenrijk, heimelijk door j Duitschlandgedreven.de lontaanhet kruit heeft ge- i legd door een onaannemelijk ultimatum te zenden, dat j den wereldbrand noodzakelijkerwijs moest ontsteken. | Schijnt de aanvaller veeleer niet degene te zijn, die sedert meer dan 20 jaar zich tôt den ooriog voorbereid-de, voor den oorlog schatten verzamelde, voor den oorlog leefde, en die op huichelachtige wijze van het Servische incide*t gebruik maakte om zich te werpen op een volk, den erfvijand, dien hij niet gereed achtte, î en die het 00k werkeiijk niet was ? (7 Vervolgt.) Een groep Katholieke Godgéleerden. ; .-r-r «...n p Bij de Bondgenooten Twee bistorische zittingen. In het fransch senaat verdedigde Minister j Millerand met waardigheid en kracht de vraag- van de nieuwe milhoenen die noodig zijn om den oorlog voort te zetten. Daar er achter de scheimen gewerkt wordt om een zekere tegenkanting te doen ontstaan zijn de laatste woorden van Minister Millerand veel-beteekenend. Aldus sloot hij zijn rede : « Er is geen mogelijke samenwerking mogelijk zonder wederzijdsch vertrouwen. Het gevoel vaD miin plichten mijneverantwoordelijkheid zal mij dan alleen toelaten mijn taak voort te zetten alswanneer ik mij bewust weet onder-steund te worden door aile vertegenwoordi-gers van 't land. In het engelsch lagerhuis sprak minister Asquith eene prachtige rede uit, een oproep doende opdat allen de nieuwe leening zou-den onderschrijven. Onze gewone briefwis-selaar in Engeland zal ons daarover wel meer inlichten. Ons Protest Nu eenigen tijd geleden, zette ik in "De Belgische Standaard" het gedacht vooruit een vergadering dei Belgische sociale werkers bijeen te roepen ten ein-de bij onze vroegere Duitsche vrienden een krachtdadig protest aan te teekenen tegen hunne verraderlljke handelwijze. Zulke vergaderingen moeten met de irt-stemming van de bevoegde personen be-legd worden, daarom vroeg ik hu.; gedacht.Een antwoord kwam er, onder den ti-tel "Sociale werken." Schrijver ervan meent dat het oogenblik voor zulke vergadering nog niet gekomen is en lirait verscheidene redener» aan. In eeu enkel geval zou ik schrijver van het artikel zijn gedacht deelen : name-lijk wanneer de omstandigheden niet zouden toelaten een genoegzaam getal bevoegde sociale werkers bijeen te krijgen.We zijn op sociaal gebied in België eene sterke inrichting en de Duitschers hebben ons nooit met misprijzen aan-zien; integendeel hunne pogingen, deze laatste jaren, streefden ernaar de Belgische sociale ïnrichtingen dichter en dich-ter bij de hunne te brengen; hun geest en organisatie aan onze werken te geven.En zij, die ons verraderlijk verloo- i chend hebben, die de eedverbreking toe- \ juichten, zij gaan schaamteloos de we- ! reld in ; hunne sociale leiders trachten de neutralen voor hunne slechte zaak te winnen... en wij, de onschuldigen, wij zeggen niets. Wij klagen hen niet aan, i als machtige sociale instelling hebben wij van gansch den ooriog nog niets ge-zegd. Hebben wij dan geen vertrouwen in ons zelven? Zouden onze woorden dan nergens weerklank vinden? Dat de Duitschers zullen zeggen : zij handelen in een oogenblik van opgewon- ' denheid? Best mogelijk, dat zegden zij ; van Kardinaal Mercier 00k, wanneer hij ■ zijn ophefmakende omzendbrief uitgaf. j Dat zegden zij van de socialistische vergaderingen 00k. En toch zij spraken en deden veel. Volgens ik bij toeval, zooal verneem, zijn er vele sociale werkers, die zulke vergadering zouden kunnen biiwonen. P. Rutten, de gezaghebbende leider zou die vergadering best kunaen doen luk-ken. Hij is aan deze zijde der vuurlijn; Hendrik Heyman, de voorzitter der Con- * federatie; Fl. Prims, hoofdopsteller van ' "De Gids"; E. H. jansens, bestuurder jj der sociale werken, Turnhout; E. H. De- 1 nys, bestuurder der sociale werken, Kort- \ rijk; E. H. Lambrecht, algemeen sekre- jj taris der werken voor Middenstand, en 1 misschien nog veel anderen, zijn allen 1 buiten den klauw van den vijand. Hoemeer ik nadenk en rond zie, hoe-meer ik overtuigd ben dat we deugdelijk werk zouden afdoen. ?" Dat we iets ie zeggen hebben, in deze omstandigheden is zeker, zooniet jj looehenen wij cas bestaan. F. V. d. H. POPERINGHE kreeg op 28 Juni weer haar deelgranaten, weinig schade. aanrichtend. Het grootste ge-deelte der bevolking is overdag in winkel of werkhuis maar gaat uitslapen. En de jon-gelingendiein'tkort moeten optrekken doen, als in vredeslijd, de ronde achter een har-monica-speler en zingen zoowel : " It is a long way to Tipperary " als "De Vlaam-schen Leeuw " en " De troep is goed !" De khaki zal hun goed staan ! V Laatste Berieli-teopi. Parijs, ! Juli, 7 uur In Argonne, na onophoudelijke beschieting gedurende drie dagen hebben de Duitschers onze stellingen tusschen de baan van Binarville en de Four de Paris aangevallen. Tweemaal afgeslagen zijn zij er slechts in hunnen derden aanval in gelukt voet te zetten in eenige deelen onzer linie naar Bagatelle en werden overal elders achteruitgeslagen. Beschieting van het Noorder front van Verdun, het bosch van Aitly alsook in de streek van Metzeral. Parijs, I Juli, 15 uur. Kalme nacht in het Noorden, in de streek van Atrecht (Arras) en tôt in Champagne. De Duitsche aanval gisteren aangemeld in Argonne is bijzonder geweldig geweest. De sterkten die er deel aan namen mogen geschat worden op twee divisies. Het Oosten van den aanval werd afgeslagen. Twee nieuwe pogingen ten Oosten Binarville, afgeslagen. Een aanval bij Metzeral werd tegengehouden. Zware verliezen voor den vijand. in de Dardanellen. Sedert onzen bijval van den 21 hebben de fransche troepen slechts gedeeltelijke gevechten aangegaan met het doel de gedane winsten te versterken en uit te breiden. Zij hebben verschillige nieuwe loop-grachten bezet en hebben ondermijningen gegraven om de veroverde stellingen te verbinden aan de vroeger bezette stellingen. Verschillige vijande-lijke tegenaanvallen werden teruggeslagen. Den 26 heeft de Britsche linker-vleugel, gesteund door onze artillerie, een groot voor deel behaald. Turksche linien ingenomen en bijna 1500 meters vooruitgetrokken. Zij heeft op haren uitersten linkervleugel een heuvel bezet op de hoogte van Krithia en 180 krijgsgevangenen genomen. Oorlogsnieuws. OP DEN YZER. Eigenlijke krijgsverrichtingen haddengeen plaats. Alleenlijk ,verd verleden nach^J^i • aanval gedaan langs den kant van zijde, waar we eenige meters vcMUfl mieken. Na een lang zwijgen hebben de DuiB nog eens getoond dat ze nog geschuta^HBI de Yzerlinie staan haddea. Het front werd van aan zee tôt over Drie Grachten beseno-ten met stukken van verschillend kaliber. Weerom een bewijs dat we ons niet te erg moeten iolalen, — hetgeen we ten andere reeds deden opmerken — met al wat ons opgedischt worden over aanhoudend troepentoevoer naar den Yzer en over aan-houdende terugtrekking der duitsche artillerie van de Yzerlinie. Dat worden ai praatjes. We moeten ons niet opwinden met begoochelingeii. De wer-kelijkheid in de nogen zien, en handelen naar mate, dat is 't voornaamste. Onze jon-gens hebben moed en werkkracht te koop om het dan ook zôo te verstaan. WESTELIJK FRONT. Daar sedert etteiijke dagen de ambtelijke beridhten zoo droog zijn in hunne meldingen mogen we wel dus met recht en reden aan-nemen dat het offensief langs Atrecht ten ein-deis gekomen. Dat dit offensief zijn doel be-reikt heeft met alleenlijk het veroveren van Carency, Ablain, Neuville en het bezetten van de O. L. V. Lorette-hoogte te willen be~ trachten, mag blijken uit de rnaandenlange gevechten die de fransche troepen geleverd hebben, — gevechten, als in dezen oorlog weinig zijn gebeurd — om deze punten te be-machtigen en dat na deze taak, alswanneer een verder vooruitrukken zonder twijfel geen zulke zware offers meer zou gevergd hebben, aile onstuimige werkdadigheid werdstil gelegd. Het onmiddelijk doel zal dus geweest zijn: hetgeen werd veroverd met een eventueel verder rukken al gelang de omstandigheden daartoe moesten noodzaken. Daar na deze stormaanvailen ailes weer is tôt rust gekomen ligt het besluit voor de hand dat de hoo-gere leiding van het leger nu nog de noodzakelijkheid niet heeft ingezien van een verder ingrijpen in de duitsche linie. Doch daarmede schijnen de ongeduldige menschen geen vrede te hebben als wilden ze te kennen geven dat iets anders mangelt aan het oorlogsmachien. Daartegen ingaan is de eerste en allernoodzakelijkste plicht van eenieder. Wij blijven toeschouwers van den strijd en het verloop van dezen reuzenoorlog kan allerminst door ons beoordeeld worden omdat wij in allereerste plaats de verantwoordelijkheid ervan niet te dragen hebben. De operaties moeten beslissend èn op ons ongeduld èn op onze gedachten werkei i. Geenszins zijn de moeilijkheden te ontken- nen, en de verantwoordelijke leiders van de bondgenooten verduiken ze ons dan ook niet. Wé hebben niet alleenlijk te kampen tegen mannen, ntaai ooii teg^cn munities en tegen i Er; beter is het in deze beide laat.ste |klen eerst het overwegend voordeel langs Btekant te hebben dan 't eerste aan te Bpnder zeker te zijn van het einde. De ^Taî'-l ligt thans in een nieuw verband Rn ^jd! V. e moeten kunnen veel tijd om veel mannen te sparen. RUSSISCH FRONT Wijl het gevecht te land voor eenige oogenbiikken tôt minder hevigheid schijnt weergekomen te zijn, hebben de Duitschers gisteien eene ontscheping van troepen ge-waagd op de kusten van Koerland, bij de ha-ven van Vindava, Baltische zee. Een pantserkruiser van het soort " Siegfried" vier hulpkruisers,eenige torpedojagers vergezeld van eene vloot visscherssloepen kwamenin 'tzicht van de haven.Na een bombardement van twintig minuten op Vindava wilden de Duitschers ontsche-pen. Juist op dezen stond daagde eene rus-sisene vloot torpedojagers op, die het duitsch sm<ildeel tôt achteruit»trekken verplichtte. Een duitsche torpedojager botste op eene onderzeesche mijn en vloog de lucht in. De landingstrviepen werden terug in zee ge-dreven.iN DE DARDANELS.EN. Wegaven gister naar aile bladen en uit Italiaansche bt on, de mogclijkheid . van eene nabije deelneming van Italie in de Dardanel-len-actie. Een dag is verloopen en van wege de Italiaansche regeering zelf komt een ambtelijke mededeeling omnog eens ailes in 'twa-ter te doen vallen. Weinig aanmoedigend schijnt ons deze overtjlende uiting van zekere btaden, nu het tnans niet meer te ontkennen is dat de toestand in de Dardanellen zich uiet zoo schitterend meer voordoet als wel het geval was in 't begin. Uit deze mededeeling blijkt dat aile geruchten desbetreffende van allen grond ontbloot zijn. Nochtans spreekt ditzelfde bericht het nieuws niet tegen van eene mogenlijke oor-logsverklaring aan Turkije. Dit zaler dan wel van komen hetgeen een aanvallend op-treden tegen den Turk bevestigen moet ? Aldan zou dit optreden moeten çezocht worden op de Asiatische kust waar het dan ook slechts zal komen tôt een demonstratie van eenige bombardementen tegen Turksche havens, daar het al meer duidelijk blijkt dat het Italiaansche doel alleenlijk gelegen is in 't inrukken van de hongaarsche pleinen. Intusschen doen de engelsch-fransche troepen hun aanvallen voort in Gallipoli. Eer-gisteren behaalden ze nog een belangrijk voordeel en drongen door tôt in vier turksche loofgrachtlinies. Ook wordt de tegenwoor-dighcid van engelsche onderzeëers in de zee van Marmara gemeld. Hier lijk elders ten andere spreken de feiten nuchter voor zich zelf l Jaar. — N° 92 Vijf centiemen het numm.er Zaterdag 3

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Belgische standaard behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in De Panne van 1915 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes