De Belgische standaard

898 0
24 februari 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 24 Februari. De Belgische standaard. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/sx6445jd4z/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Door Taal en Volk Voor God en Haard en Land « DE BELGISCHE STANDAARD » verschijnt 3 maal te week. Abonnementsprijs voor 10 weken bij vooruitbetaling : In België : voor de soldaten 1.50 fr. — voor de niet-soldaten 2.00 fr. Voor 't buitenland : 2.75 fr. BestuurdLer : ILDEFONS PEETERS, 0. M. C. VASTE OPSTELLERS : M. E. BELPAIRE, L. DUYKERS, Victor VANGRAMBEREN, A Bertrand VAN DER SCHELDEN, Juu! FILLIAERT, Firmin DEPREZ. Voor aile mededeelingen zich wenden tôt : Villa MA COQUILLE, Zeedijk DEPANNE. Aankondigingen : 0.25 fr. de regel. — Rëklamen : 0.40 fr. de regel. Vluchtelingen -J 3 inlasschingen van 2 regels, 0.50 fr. Brief van den Koning. : De « Belgische Standaard » is blij en fier te mogen mededeelen aan zijn lezers, dat hij een woord van goedkeu-ring en van aanmoediging heeft ontvan-gen van onzen geliefden en grooten Koning. « De Koning verheugt zich over het verschijnen van een blad dat voor doel heeft den moed der soldaten en den wilskracht van ons volk hoog te houden » Hij féliciteert de ondernemers en hioedigt hen aan, hun begonnen werk voort te zetten. » Ja ! Aan de zijde van onze soldaten willen we strijden, — zij met het ge-weer en het zwaard, wij met de pen en het woord. We strijden met hen onder denzelf-den standaard ; en willen vallen, naast hen, zoo 't noodig is, voor de vrijheid van onzen Haard, van ons Volk en van ons Land ! Leve Koning Albert ! Leve zijn heldenleger ! Priesterwi j ding. Woensdag, 24e" dezer, dient Zijne Door-luchtige Hoogwaardigheid Mgr Ruch, hulp-bisschop van Mgr Turinaz, (bisschop van Nancy,) en aalmoezenier bij het Fransehe leger, de priesterwijding toe aan zes bran-kardiers van de Belgische 4- Legerafdee-ling.Deze plëehtigheid heeft plaats te De Panne, in de kerk der EE. PP. Oblaten, ora 7 uren 's morgens. In toekomend nummer geven wij een volledig verslag van de plechtigheid. De " Goedendag " der Kanoaniers. Refrain Boem ! boem ! brommende kanonnen, dondert luid 't onverdoofde, 't onverwonnen krijgslied ait ! Hier staan we, pal als rotsen, we spolten met 't gevaar ; g een vijand durft ons trotsen, we " groeten " hem te naar ! We leerden 't aan ons vaadren, — die leeuwen in den slag — wij 00k, met staal in de aadren wij slaap den " goedendag " ! Hoezôô dan, Duitsche heeren, geen weergroet zendt ge ons toe ? Straks gaan we u 't groeten " leeren onze arm is nog niet moe ! Den kop zult gij wel buigen, vertvaten Adelaar ! Uw trotscbheid slaan we in duigen, zie : «net één handgebaar !... Spot 110g nu, rooversbenden met 't vinnig Vlaamsche bloed j Uw Attila we zenden een gullen avondgioet ! * Dat zal u leeren storen ons haardstêe en ons rust ! Zegt — mocht. u 't spel bekoren ? Tôt .morgen, zoo 't u lust ! V. P. WAAROM ? Reeds zes lange maanden duurt de oatzag-lijkste en tevens de wreedste oorlog, die de menschen ooitgeteisterd heeît. Honderdduizen-den ennoghonderdduizenden mannen,die voor-heen hunne vredige dagen gelukkigdoorbrach-ten aan den stillen huiselijken haard, oraringd van hunne duurbareouders,vrouwen kinderen, werden plots aan de innige genoegens van 't zoete familieleven onirukt om in verre, vreem-de streken op andere honderdduizenden en nog Ihonderdduizenden medemenschen als razenden fen waanzinnigen ios te stormen, om ze met 3ood en met schroot te gaan neerschieten of te ■ doorsteken met het scherpe punt van 't blanke staal, net alsof zij geen redelijke wezens, doch redelooze dieren waren, hunkerend naar roo-kend, warm bloed. Reeds zes lange maanden zuigt het gulzige, vraatzuchtige oorlogsmonster de îrissche, ge-zonde levensappen uit van de bloem der Euro-peesche volkeren en noch schijnt zijn dorst gelescht, noch zijn honger verzadigd! Zes maanden.... En duizenden en duizenden in de fleur van hun leven, verre, verre weg van de lieve geboortestreek, van hun vrienden en magen, bij den honger of dorst of koude in vochtige, overstroomde loopgrachten, blootge-steld aan allerlei lichamelijke ontberingen en bevrachtmetzedelijke ellenden vanallen aard, en dag en nacht, nacht en dag staren zij met strakke oogen al naar den overkant, waar hun vijanden in gedoken liggen te loeren, menschen als zij, die ze vroeger nooit gezien en gekend hebben en die ze nu haten met al den wilden gloed van hun driftig menschenhart. Zes maanden.... Enduizenden en nog duizenden onder hen vielen reeds, badend in hun bloed, in 't midden van 't zware gebulder der bonkende kanons, het nare gekraak der weg-maaiende machinegeweren,het'tdrooge geknet-ter der schuifelende, sissende geweerkogels en 't razend gedonder der ontploffende en hoogop-vlammende bommen, houwitsers en granaten en ze stierven, ze zijn gestorven zonder dat een vriendenhand hun pijnlijke wonden kwam verbinden, zonder één îrissche druppel water tôt laving van hun smachtenden dorst, met in het brekend 00g een laatste weerspiegeling van al de onrust, de smart, de wanhoop wellicht hunner ziel, om 't lot van vrouw en kinderen die verre, o, zoo verre weg moesten achter-blijven, alléén voortaan, zonder steun en zonder troost van hun echtgenooten van hun vader. Zes maanden.... En ontelbare gekwetsten, verminkten en gebrekkelijken zijn naar het va-derland reeds teruggekeerd en daar zullen zij voortaan met één been, met één arm, met één 00g, met stijve, stramme ledematen, vol rhu-matiek in knoken en gewrichten als onnuttige burgers een armzalig leven slijten, tôt ballast schier hunner medemenschen, die zelfzuchtig en ondankbaar weldra zullen vergeten zijn, dat zij het beste van hun wezen hebben opgeof-ferd tôt het welzijn der samenleving. Zes maanden.... En millioenen, ja millioenen vrouwen en kinderen vragen zich dagelijks in doodsangst af, of hun echtgenoot, hun vader nog leeft, of hij ooit nog terugkeeren zal en hen op zijn minnend harte drukken, hij die de stut en de steun was van hen allen, die naarstig wrocht en wroette voor hun levensonderhoud eu Hun allen toch zoo innig Iiefhad En s'avonds wanneer de duisternis in-valt, wordt het ^ch zoo donker in de droeve, benauwde zielen dier millioenen vrouwen, en ze weenen sonis bloedige tranen bij de ijselijke gedachten dat ze wellicht reeds wedu-wen en hun arme, onschuldige dutsen van kinderen vaderlooze weezen zijn, en krampachtig vouwen zij de handen te zamen, steken zij de armen ten hemel op, smeekend den Almachtige dat Hij zou beschermen en sparen hun duurba-ren man, den lieven vader harer onnoozele kinderen,Zes maanden.... En tallooze grijsaards,vrouwen en kinderen werden mishandeld, onteerd en vermoord; en ontelbaren werden verjaagd uit hunne huizen door den onmeedoogenden vijand in brand gestoken en te gruizelementen vernield en als vluchtelingen, voortsleurend een hoop lappen en vodden, haastig bijeenge-schraveld in 't rookende, vlamimende huis, zijn zij als bannelingen naar det} vreemde getrok-ken, arm tôt op het naakte lijf na al den wel-stand van voorheeri. Zes lange maanden reeds duurt de afgrijse-lijke oorlog, die millioenen menschen, in een poel van ellenden dompelt en nog heeft hij niet uitgewoed! En nog is zijn honger naar men-schenvleesch, zijn dorst naar menschenbloed, zijn lust naar menschenwee niet bevredigd en wie weet hoeveel duizende, ja honderdduizen-de dooden, gekwetsten, verminkten, verkrach-ten en geruïneerden hij nog opeischen zal in een lange aaneenschakeling van maanden, voyraleer hii -—een duizendkoppig monster —• zal verzadigd zijn! En uit ontelbare borsten stijgt één onzag-lijke kreet ten Hemel op, een kreet van lichamelijke pijn en zedelijke smart, een kreet van af-«cbuw en van vertwijfeling soms, een kreet om verkiaring van al de gruwzaamhedeti door den oorlog geteeld en gekweekt: «Waarom, 0 Heer, die oorlog met zijn afsçhuwelijken sleep van rampen en onheilen? Waarom, ja waarom ? » V. N. {Wordt vervolgd.) Belgische Bankbriefjes Er werd rondgeslrooid dat de Banque de France geen Belgische bankbeljetten meer wilt uitwisselen tegen Fransehe. Na onder-zoek blijkt dit nieuws heelemaal onjuist. Doch, in de uitwisseling werd een wijziging gebracht, op aanvraag van den Belgischen Staat heeft de Banque de France besloten aan de vluchtelingen, enkel 100 frank te wisselen. Dit, om aile speculasie te vermii-den. Te Kales, Boulogne en Duinkerke was de stroom van uitwisselaars zoo groot, dat men de zekerheid weldra opdeed, dat er tus-schen hen vele speculanten liepen, die ten profijte van Duitschland werkten. Men weet dat het Fransch biljet zeergegeerd is op de wereldmarkt ; met fransehe bankbeljetten dan, kon Duitschland zijn aankoopen bij de vreemde volkeren betalen. Natuurlijk moest zulk spelletje ophouden Bombardement der Dardanellen. 20 Febniari. Eene engelsche vloot, samengesteld uit slagschepen en gepantserde kruisers, ver-sterkt door eene afdeeling torpilleurs en ge-steund door een fransch eskader, - onder het bevelhebberschap van viee-admiraal Garden heeft de forten van de Dardanellen -gebom-bardeerd.De forten van de Kaap Helle en Kumkale, zijn beschoten geweest en erg beschadigd. Twee andere zijn herhaaldelijk getroffen geweest maar l wâs moeiiijk de juiste senade vast te stellen. Deze forten hebben niet geantwoord. Om 2,45 uur in den namiddag ondergingen de andere forten hetzelfde lot. Van weers-kanten de Dardanellen werd er geantwoord doch zonder gevolg. De forten gelegen op de Europeesche kust schijnen vernietigd te zijn ; slechts een enkel op de Aziatische kust antwoordde nog, als 't gevecht tegen den avond een einde nam. Het bombardement is dezen morgen herbegonnen. Verschillige vliegmachienen werkeri inede. Geen een schip is tôt nog toe getroffen. 1 Duitsche Tronies 1 III. von Bethmaîi-HoIIweg. Als ge zijn naam uitspreekt, dan meent ge te staaii voor een bassenden hond. Dat gaa,t met een snak en een snauw. Doch 't en kan geen kwaad, want 't geluid klinkt hol en 't sterft weg, dot, in een gegrol dat niets beteekent. Iramers bassende honden, bijten niet. von Bethman heeft veel gebast, gebast dat zijn tanden knarsten en dat het helmde lieel Ëuropa door. Doch Bethman heeft nooit gebeten. Ter contrarie, hij heeft zich zelf gebeten en verbeten. Dat is zoo klaar als pompewater ten andere, want iemand die geruchte maakt,ver-raadt zijne tegenwoordigheid, doet zijn in-zichten Kennen, toont wat hij in 't zin heeft. Doch Bethman wist dat niet en kon dat niet weten. Hij was hooveerdig lijk al de grooten van zijn land. Hooveerdigheid mist slimme sluwheid en mangelt aan openhertigheid, baart daarbij de valschheid en eensdaags krijgtdevalsch-heid tôt altijd hare straf. Hij is de kortzichtige, die deswegens als een waanzinnige te werke gaat. Ge zult gaan hooren. Op hem woog, in den laatsten tijd, de verantwoordelijkheid van Duitschlands grootheid in zijne begeerten. De Duitsche wereldoverheersching was hem op de maag gelegd geweest omdat men dacht dat hij een tweede Bismarck was, een nieuwe ijzere kanselier. Men dacht 00k, desgevolgens, dat zijn ijzeren gestel die taak gemakkelijk zou kunnen verteren. De keizer dacht dat, zijn zoontje dacht het 00k, het volk dacht het insgelij'ks. Maar ongelukkiglijk, 't was maar denken. Doch de^eizer, zijn zoontje, tôt het volk incluus, beredeneerde dit denken niet, ging het niet na, gevoelde het niet. Iedereen meende von Bethman te mogen toetsen aan zijn eigen temperament. En daar het duitsch tempérament een onberedeneerd tempérament is, moest het noodzakelijk een vaisch gedacht yoortbrengen van eigenwaarde. Want, eigenwaarde bestaat inzonderlijk in't kennen van een innerlijk gevoel, dat het richtsnoer van een man is, die zich zelf wi| worden. Dat wordt alzoo zelfstandig-heid, I^aatste IB®i?ioÎ3Lt:oxx. Op het Beïgisch front weinig vijandelijk kanongeschot, ons geschot daarentegen had een flink uitwerksel ; eenige infanterie-gevechten. Rond YPER bemachtigde de vijand een oogenblik een loopgracht ; maar deze werd hem evenwel weerom afgenomen; de vijand verloor honderden mannen. Onze verliezen zijn klein. In Champagne werden al onze aanwinsten behouden. Twee vijandige tegenaanvallen werden afgeslagen. In de Vogeezen werden dne aanvallen afgeweerd, een op den noorder-oever der Fecht en e«jn op den zuider-oever ; daarna werd door de onzen èen tegenaanval gewaagd ; het gevecht duurt voort. Op het overige der vechtlijn mislukten nog twee vijandelijke tegenaan-aanvallen en we deden eenigen vooruirgang ten Noorden van Mesnil ; wij namen twee mitrailleuzen en een honderdtal gevangenen. Oostersche vechtlijn : Tusschen Niemen en Vistule treden de troepen allengerhand uit het gevecht. Bij Ossovez echter strekt zich de' beweging uit. Op den linkeroever der Vistule geen verandering. Verders werd een aanval der Oostenrijkers bij Otsinow afgeslagen en op het Carpathen-front werden vele Duitsdhers gedood. In de Wyshkowstreek gebeuren sinds twee dagen hardnekkige gevechten. Ze s mitrailleuzen werden buit gemaakt en twee duizend soldaten gevangen. Ben innerlijk gevoel, hebben de Duit-. schers niet, want de wereldwaanzin waar-van zij zijn gebeten, baart slechts opper-viakkige begooeheling. 1 En die begooeheling werd overgebracht op Bethman Niet omdat Bethman,in feite, eene hoogere begooeheling dan zij allen be-zat, maar omdat zij in dieu mensch eene meerdere uiting en een beschaafder manier meenden te erkennen om die begooeheling te bewerkstelligen. Want 't is niet zonder reden dat men zegt dat er altijd dwazen boven dwazen gevonden worden om nog uitzinniger din-gen te verrichten; Het duitsche volk is een dom volk, omdat het een volk is dat niet redeneert en de domste onder hen moest in hunne oogen eene held zijn. j Want « les extrêmes se touchent », de ; uiteinden taken malkander. Zoo werd Bethman, Kanselier. Men meende dat net een l( ijzere " zou zijn, doch lacij ! 't is een strooie geworden ! 't Beeid is niet misplaatst ! Verre van daar.Begoocheling immers baart ontgooehe-ling, en ontgoocheling maakt een mensch slap ! En strooi is toch wel 't slapste dat bestaat ! Ten bewijzè : Bethman werd gezegd dat hij de man was om Duitschlands droom : de wereld-beiieersching, te bewerkstelligen door de fîjnheid van zijn vernuft. Om dit te bekomen moest hij maar de tanden toonen. Duitschland bezat de macht daartoe. Dus had hij niets te vreezen. Enziet, de illusie van de macht, deed hem de werkelijkheid van 't verstand en de ge-zondheid van de rede, verliezen. Hii sloot zich op in zijn kanselierpaleis, reisde niet, bezocht geen andere lanuen of andere staatsmannen. Hij meende alzoo, de wereldte toonen, dat zijn inzichteai zui\er waren en zijn doel onbevlekt. Doch de andere mannen aan 't hoofd van andere lan-den staande, redeneerden b^ter. Ze peisden voor hunne reden, dat honden slechts ge-bonden worden, omdat ze te wild zijn en te gulzig en te driftig. En ze bleven van zijn kot af. Ze lieten hem gedoen. Ze deden nog meer. Ze treiterden hem. Ze staken hem van verre een brokke land toe, alhier, aldaar en ze gekten : « Kiss, pakt dat Bethman, als ge kunt ! » Zoo zouden ze zien wat hij in 't zin had. Bethman, grolde eens in ziin eigen, keek scheel en overhoeks en krabde met den poot, als in beraad. De tentatie was 00k zôô wreed. En een waanzinnig mensch kan aan geen tentaties weerstaan. Ook rukte hij plots, wild, aan zijn keten, snokte en baste dat hij 't hebben moest. De anderen laehten en gingen weg. Ze waren ingelicht nu. Maar daar was een klein landje dat af-kwam met een brokje papier, ter grootte van een hand en 't zegde: « Bethmann, jongen, we kennen uwe plannen. De grootheid zit u in den kop, weet dat, zoo gij uwe plannen wilt uitvoeren, gij ons gerust moet laten, want uw eerewoord en uw eerenaam die ons beveiligen, staat hier op. » Maar Bethman was ten einde geduld. Zulk een gesar van zulk een onbenullig ding moest nem nu nog voor den zot komen houden ! Ge zoudt eens zien ! Hij had immers de macht en de macht is het recht toch ! In een oogwenk snakte hij zich los, scheur-de het brokje papier, grolde iets van : « voddetje » en staarde begeerlijk, toen, op de baan van Duitschlands grootheid, die voor hemopen lag, De macht had nu nog slechts als opperste recht, dien weg op te gaan ! Doch 't recht van « 't Voddetje » sloeg hem den kop in langs den weg van de eerlijkheid. Want eerlijk duurt het langst. von Bethman-Hollweg : De verpersoon-Jijking van een dollen hond die hem ver-slikte aan een beentje ! N. P. Een Holiandsch dagbiad toont de Duitsche ondankbaarheid. De maatregelen die Duitschland genomen heeit tegenover de Engelsche en de onzijdige koopvaardijschepen hebben een hévigen twist veroorzaakt. De Hollandsche «Telegraaf» kan deschaamte-loosheid van Duitschlands handelwijze niet dulden; den Duitschen wrijft hij het goed onder de neus met eene sprekende statistiek, eene gedetailleerde en officiele lijst te geven. Daardoor bewijst «De Telegraaf» de dwaze handelwijze van Duitschlands bedreiging. Als documentair bewijs,(wel te verstaan zonder het Holland te willen ten kwade duiden) geven wede lijst der waren die Holland voor en binst den oorlog aan Duitschland geleverd heeft, (vplgens «de Telegraaf»). Binst de 7 eerste Binst de 5 laatste maanden van 1914 maanden van 1914 (vôôrden oorlog) (binst den oorlog) Rijst 33.858.000 61.303.000 ksr(l Coprah 32.586.000 44.233.000 » Koffie 31.394.000 41.749.000 » Thee 815.000 12.853.000 »(2) Specerijen 2.235.000 5.529.000 » Druiven 4.000 180.000 » Versche Visch 6.661.000 9.203.000 » Bâter v%ba°adren 8.854.000 10.101.000 »(3) Kaas ve;ba°dren 8.636.000 12.446.000 »(3) Aardappeien 6.634.000 15.114.000 »(4) Vruchten 11.980.000 36.268.000 » In 1913 voerde Duitschland 2.229.000 kgr. Cacao meer in Holland, dan Holland in Duitschland. In 1914 leverde Holland 7.390.000 k, in Duitschland meer dan Duitschland in Hoir land, waarvan 6.593.000 in oorlogstijd. Als besluit schrijft «de Telegraaf»: Wie zou nogdurven beweren dat wij geholpen hebben tôt Duitschlands uithongering? Wie? — En als belooning voor onze diensten, worden we be-dreigd met hst verlies van onze handeissche* pen. (x). In 1913 leverde Holland aan Duitschland 46,765.000 kgr. rijst; in 1914, — 95.161.000 kgr. (3). In de 7 eerste maanden van 1914 leverde- Holland aan ENGELAND 10.905.000 kgr. thee; bînst de 5 laatste maanden, slechts 1.840.000 kgr. (3). De uitvoer van boter en kaas is nochtans ver-boden.(4). In 19x3, van Oogst tôt December, beliep de uitvoer van aardappelen, van Holland in Duitschland slechts 4.543.000 kgr. We leven voor den koning! We lijden met den koning ! We strijden en sterven voor den koning en ons land ! l8te Jaar. — N° 17 Vijf centiemen het nummer Woensdag 24 en Donderdag 25 Februari 1915.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Belgische standaard behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in De Panne van 1915 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes