De Belgische standaard

776 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 14 Juli. De Belgische standaard. Geraadpleegd op 29 september 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/7659c6t675/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

4ie Jaar — Nr 1 îjUi0'51 Zondag 14 en KL.and&g 15 Juli 10,18 SîiiâîsS , }6,«siî hr. *.-28 k I gJCSf.S'B i ,S# I |s5| j- Ijtttt Biidttw s I 11 t iwtd. •tMi fr. i,7| I DtUldM S,SO ; I oMûdtfc s,3S plut 't itadi ' tauMfr. M» , !«»»<« M« l j BMiadcfe 3,K> _ j DE BELGISCHE STAnDAARD ^patil I «kir v Villa " Mm Coquille ZMtiJk ACPAXXË Kl«l*« MBkO v- dlglagaa : 0,JS t. i»r»g i 2UKJLAXIR VOlgtM «Ttï - tnakoaat VASTE MEDEWERKERS : M. E. Belpaïre, L. Duykers, P. Bertrand Van dér Scîielden, Dr. Van de Perre, Dr. J. Van de Woestyne, Jnul Filliaert, Dr. L. De Wolf, J. Simons, 0. Wattez, Adv. H. Baels, Hilarion Thans £oil6 ¥ â '>? 8 «$ VAN Vûlksfsft.o? wi rdiqeFS J «Js t?i Seiiaiors j De Belgische volksvertegenwoordigers in senators, welke of uitgeweken zijn oi erblijvén in het onbezet gedeelte van Bel-;ie, zullen van 22 lot 29 Juli aanstaande, vergaderen in Ste-Adresse. Het zal geer wetgevende zitting zijn in d'en eigenlijker zin. Daarvoor zijn beide onze wetgevéndc Itamers te onvolledig vertegenwoordigd il |iet buitenland. Doch alleen eene vriend-Ichappelijke bijeenkomst, waar eenig< Irraagstukken zullen worden besproken kvelke of met de huidige ornstandigheder bf met den herstel van Belgie na den oorloj térband houden. De besluiten van deze ver-badering zullen tegenover de regeering leene bindende kracht bezitten, alleen d< waarde van een vingerwijzing. I Er is van wege de kamerleden en seno. luis nooit aan gedacht deze béperkti bevoegdheid te buiten te gaan, en het is on' jbegrijkelijk dat het verlangen 0111, na meei dan di'ie jaar oorlog, inalkander eens l« raadplegen over 's lands belaagen aan eenige tegenkanting kon onderworpen zijn. Nochtans het ging niet van een leien dak. De vergadering werd herhaaldelijk aange-kondigd en verdaagd, eeniriaal zou zij worden gehouden met dan weer zondér mede-wferking der regeering ; en voor zoo ver dt munsters hun aanwezigheid beloofden bleek het éen lastige vraag of zij als leden der regeering dan wel als leden der wetgevende kamers zouden afkonien. De laatstc vraag schijnt na veel hoofdbrekens, eind i jk op-gelost t'e zijn in den zin dat de ministers sirnpelijk als gekozenen des volks zullen âeelnemen aan de parlemantaire bijeenkom-ïlen, en niet als leden van den kroonraad. 1 God lof! dat we nog eene parlementaire regeéring hebben, ot liever eene regeering samengesteld uit parlementairen ! Want wij ijzen bij de gedaehte wat een puzzle het zou wezen om dé verhouding van de fegeering tôt het aanstaande parleme men-lair convent te regelen, indien we reeds jvaren begiftigd met'een " gouvernement de compétences ", voor eén goed deel gekozen buiten den schoot der wetgevende licha-jtten. Dé uitsluiting bepérkt zich in dit geva; ïlechts tôt één minister, onzen niinistei |an oorlog, en deze zal er zich vermoede-lijk licht over troosten dat hem een reis uit het Noorden naar Havre wordt gespaard, al zou het anderzijds van parlementai!' standpunt, van belang zijn, juist hem over sonunigfc vraagstukken van den dag te hooren. I Het werpt een eigenaardig licht op de staatkundige waarde van onze regeering dat een zoo eenvoudige zaak als deze parlementaire bijeenkomst met zooveel zwarig-Iteden en verwikkelingen kon gepaard gaau. Maar het is niet bijzonder ridderlijk 111 het communiqué dat al thans aan de Iransche bladen wèrd gestuurd, deze on-ai*»gename ervaring vooral m dén hais te schuiven van den gevalien » ni» ter de B'.o-Zou hetzelfde g b ;ard zijn indien I Bféqaevilie nog aan h t ware? Wij ■twijfelen het. Ho- het we/. de Broque- ■ is niet de eenige mini., r die bij deze ■ 'genheid aan de uitgeweken parlemen-Bmi een te geringe consideralie héeft be-■CUl1- Onder de nog zittende leden der Re-Bering zijn er versehillende, en zij behoo-J11 niet alleen tôt de meerderheidspartij ■® z'ch tegenover hen gedragen op eene ■ die niet ver van geringschatténd is. Onze parlementairen zullen echter goed doen de schuld aan dien toestand 00k in eigen boezem te zoeken. De beste hoeders van hu'n waardigheid en hun bevoegdhe-den behooren zij zelf te zijn ; en zij zijn, zelfs onvoltallig, niet van middélen ont-bloot om zich te doen eérbiedigen. Daartoé behoort echter eén onafhankelijk, een ver-an twoordelijkheidsgevoel en een zelfverloo-■ chening welke wij in zoo zware tijden als deze van ieder vertegenwoordiger van het openbaar gezag verlangen kunnen, maar welke, eilaas geen gemeengoed zijn. Onze kamerledén, evenmin als onze mi-, nisters, moeten in dén waan leven dat ze na ! den afloop van den oorlog geen rekénschap . zullen hébben af te Ieggen. De krijgsraad . der openhare meening zal rechten over allen, en het lokt ons zeer aan om nu reeds oyer den roi van onze politieke vertegen-. woordiging een voorloopig onderzoek in te . stellen. Wij willen echter eerst afwachten Avat de bijeenkomst van Sté Adresse ople-veren zal. Het doet in dit opzicht vréemd aan dat onze parlementairen op voorhand hebben wereldkundig laten maken dat de , zitting ten hoogste een week zal duren. Dit . schijnt te bt vestigen wat we ons hebben laten gezeggén dat de overheérschende bekornmernis van onze afgevaardigden zijn zou om geene vrasgstukken aan te raken welke eenig meeningverschil onder hen zouden aan den dag brengen, of met welke de heeren ministers zelfs in de bescheiden hoedanigheid van kamercollega's—de cenige waarin zij, zooals hooger gezegd, zullen yerschijnen ■- eenigzins onaangenaam zoude kunnen aandoen. In dit geval, lijkt ons de doelmatigheid van deze parlemenlairé bijeenkomst echter zeer twijfelachtig. 's Lands hoog-r belang kan nu natuurlijk beperkingen opleggen, die de leden van het parlement in gewonen tijd niet kunnen dulden. Maar aan een akademische zitting, géwijd aan welsprekende bespiegelingen over de werkelijkheid — weg, ingeleid met een patriotisch vuurwerk en uitgeleid langs dé banketzaal hebben wij te weinig, opdat er veel aandacht en veel geld worde aan besteed. Willen onze parlementairen hun dalend gezag herstellen, dan moeten zij den moed hebben de werkelijkheden van den dag onder de oogen zien ; willen zij in ons openbaar leven hunne plaats hernemen,dan moeten zij beginnen met de bevoegdheden welke zij door hun mandaat zelf bezitten uii te oefenen, zonder cerst hun vingertje op te steken en toélating te vragen aan dé tuchtmeesters van Ste Adresse. Om daarin te gelukken, zouden ze echter allen in den-zelfden wil moeten vereenigd zijn en we vreezen erg dat zij het niet zijn. DE TOESTAND Von Kuhlmann is dus et van ondec getcokken. De beteekenis van dit aftee-den hebben we gistee duidelijk genoeg geschetscht om et tecug op neee te ko-men. In de keus van zijn opvolget moeten we thans de eichting zoeken welke de duitsche politiek volgen zal. Algemeen is het aanvaacd dat het I admixaal von Hintze is die hem als ministec van 't buitenland opvôlgen zal. Admitaal von Hintze is slechts sinds 8 jaaein de duitsche diplomatie weekzaam. Gedutende dezen ooclog lieeft hij éditée van zich doenspeeken. Hij wasopvolgen-lijk ministec te Mexiko, waac hij de opstandelingen bezoldigde ; ministec te Peking waac hij een bende Boksecs indchtte en den Ttansbetischen spooe-weg aanviel ; uitgedceven, kon hij Bet- lijn beeeiken veckleed in autogeleidec om dadelijk daacop ministec te Chcis-tiania te woeden. Von Hintze is de pet-soonlijke vtiend van den Keizec en cazend pangeemanist. Von Knhlmann heeft zich dus niet willen ondeegeven. 't Is Hindenbutg en Ludendotff die vooe 't oogenblik in Duitschland de meestecs zijn. Von Hect-ling, de Rijkskanseliet, heeft het zoowel gevoeld dat hij het noodig heeft geacht van von Hintze de belofte af te dwin-gen, de politiek van zijn vootgangei; vooet te zetten, vootaleet den Keizec zijn toestemming te geven om het bewind in handen te blijven houden. Von Hintze heeft het beloofd, op aancaden van den Keizee. Maac juist dit feit bewijst dat de duitsche politiek een nieuwe tichting in wil ; met von Kuhlmann was het de politiek dooe bemiddeling, nu wordt het de politiek dooe oveewinningen. Het eeeste gevolg van deze wijziging in het duitsche minister,ie zal onget.vij-feld Avezen de vooetzetting van het offen-sief. We mogen et ons iederen dag aan vetwachten. Bonat Law vecklaarde onlangs dat Duitschland in de eerste dde maand de beslissing moest behalen, zooniet was het voor goed verloren. Von Kuhlmann stelde zich tegen de inzich-tenvan Hindenburg,von Hintze wil Hin-denburg dienen. We zijn dus op 't keerpunt van den laatsten stoot geko-men. Duitschland wil de voortzetting van den strijd, spijts ailes. We willen betrouwen dat onze bondgenooten geteed zijn Hindenbutg te ontvangen. Uit de benoeming van van Hintze zou echter een voor Duitschland nadeelig gevolg op politiek gebied kunnen vloeien. Door hun gematigheid haddén von Hertling en von Kuhlmanîi, Oostenrijk aan 't duitsche lijntje gebonden. Oostenrijk wil een onmiddellijken vrede en juist op 't oogenblik dat von Hintze be-noemd wordt, liooren we weer van Oostenrijksche pogingen om vredeson-derhandelingen te betrachten.In Duitschland zou een officieel persoon aange-komen zijn om de pogingen van den graaf Revertera (incident Czernin-Cle-menceau) terug aan te vatten. Welnu, Duitschland laat, door de benoeming van von Hintze blijken dat het van geen vredesonhandelingen wil we-tene De vrede door overwinning is zijn leus. Dit zal ongetwijfeld Oostenrijk meer dan ooit ontstemmen. Keizer Ka-rel heeft aile moeite van de wereld om de opgewondenheid van zijn volk te stillen. Hij is er tôt nog toe in gelukt. Zal hij het thans nog kunnen, nu men in Oostenrijk gewaar zal worden dat Duitschland regelrecht tegen den Oos-tenrijkschen volkseisch inkomt ? Op krijsgebied is ailes kalm. We moeten nochtans in 't bijzonder vermelden de krijgsverrichting die de Italianen en Franschen uitvoeren in Macedenie.Daar zijn zij op een front dat zich uitstrekt van aan Zee tôt aan de Servische gtens een tiental klm. vooruitgegaan. Die op-tocht langs de kust in Albanie vertoont vooralsnu echter nog geen onmiddellijk krijgsbelang. Misschien is het slechts de voorbereiding van een grootere beweging die ten doel zal hebbén met de bevrij-ding van Albanie 00k het achteruitwer-pen van het Oostenrijksch-bulgaarsch front te betrachten. We moeten nog eenige dagen wachten om ons te kunnen uitspreken. Laatste uur FRANSCH-ENGELSCH FIÎ.0 T PARUS 12 Juli, 20 uur. — Wij hebben onzen vooruitgang N. Chevigny en 0. £a-verolles uitgebreid, en gister het dorp Longpontbezet. E u b ler^rilk plaéMssSij8* oflmskf tasschiO Cs&t-Î eri Rs^neval PARUS, i3 Juli, 7 uur. — Onie iroepen hebbén »en plaatselijk offensiéf ingezet op een front van 5 klm. tusschen Castel en Mailly-Raineval. We bereikten al onze doeleinden, gingen gemiddéld 2 klm. in de diepte vooruit en nameneen vijfhonderdtal krijgagevangenen. LONDEN 12 Juli, 20 uur. In het plaatselijk gevécht nabij Meereghein hebben we 120 krijgsgevangenen met 10 mi-traljeuzen opgebracht. Een rit Z. Bucquoy werd afgeslagen. Ritten of patroeljegevech-ten nabij Meereghein, Meteren en den Kem-melsector.LONDEN, i3 Juli, 7 uur. Een vijan-delijke rit naar Bucquoy werd afgeslagen. itaïksssch froat ROME, j3 Juli, 7 uur. — Slechts artil-lerie-strijd én patroeljegevechte* te melden. Os Bult là Macedouia We zijn dén optel van den buit bego»-nen. Tôt heden vondén we 3 zware kanon-nen, 8 veldkanoanen, 4 loopgraafkanonnen, 4 loopgraafmortieren ongeschonden. Het ssksaid Offsessid Mssr im 4 mi'iitee diu zaliee tod-|e effl ïijn. Ailes blijtt nog kalm op het Fransch-Engelsch front, maar aile verschijnselen duiden er op dat het offensief op uitbarsten staat. De briefwisselaar van dé Associated Press schat dat vier millioen man in het nieuw offensief zullen handgemeen worden. Bif eea viiaas Von Hintze is minister voor 't buitenland genoemd, seint men uit Zurich. — De Rijkskanselier zou in de eerate zitting van den Rijksdag de oorlogdoelein-den van Duitschland kenbaar maken. Van en voor onze Soldaten •^^reau-^agxù Sr Nog het veriof onzer soldaten We ontvangen volgenden brief : « Wij vragen allen dat 't volgende in « Netre Belgique » en in « De Btlgitche Standard » zou opgenomen worden. « Wat we vragen ? Iederen dag uit ieder compagnie twee mannen in verlof te zien verteekken. Spotten ze nog niet lang genoeg met ons. Zonder verlof blijven.... maar 't is onzen moed in de schoenen doen zinken. In het fransch leger gaat het zoo niet. Daar hebben te regelmatig verlof in de maatdermogelijk-heid.We vragen ons verlof gelijk bij de Franschen. » De ku&ât in Grevelingen 't Was een zachte zometavond : tusschen de boomen die 't publiek omga-ven, zweefde een koele adem en ailes scheen te luisteren, te trillen, wachtend 1 Een dromme volks vloeide saâm, en talrijk waren de Belgische, Ftansche en Engelsche Officieren die 't feestje doot hunne tegenwoordigheid opluisterden. Men voelde dat ailes- wat men hooren en zien ging, mooi, prachtig zou zijn. Pyrrhmarsch, van M. E.Martony,leidec van 't orkest, werd eerst uitgevoerd, 't was een dichte zvrerm van heldere klanken en men voelde de kunstenaars-ziel, in iederen toon, in het hatmonisch geheel opflakkeren. En toén was het de beurt aan Verdi, in « La Traviata » en mijn inziens, was dit het prachtigste stuk door het orkest uitgevoerd : Het hart ging mede in hoop, in liefde, in angst in de uiterste wanhoop of liever in de opoffering van 't lijden van hem die vergeten had. Mijnheer Van Bracht met zij ne mooie stem, miek meest indtuk door de spraak zijner trekken, dan de gloed en de droefheid van dit wezen dat ons allen naar de droomen wist te voe-ren. Den Heer Vtanken, de prachtige baryton, de kunstenaar die ons zijn medewerking zoo welwillend schonk, bracht ons allen in vervoeting. Op dien stond voelden we wat de groote kunst is, wat de kunst kan. Hulde aan den Heer Mertens, die door zij n schittérende voordragershoeda-nigheden ons vetvoerde en dan 00k vurig werd toegejuicht. Hulde aan onze boertige Mijnheer Pletinckx, met luimig gezicht, en schalksche oogen die on» door hunne guitige uitdrukking zoo vec-maakten. Hulde aan den Ondetlingen Bijstand die door zijn zorgen, zijn onaf-gebtoken streven onze soldaten zoo veel deugd deed. Hulde aan allen in een wootd, die bijbrachten tôt dit feest,wanf allen gingen henen met het droevig gevoel dat het veel té gauw gedaan was* Welke groote en Belgische herleving, ja, allen hopen en eischen vlug een andec feestje dat aan ons lief landje doen denken zal ! ÀUREO. (Ingezonden).

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Belgische standaard behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in De Panne van 1915 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes