De Belgische standaard

921 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 20 Maart. De Belgische standaard. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/cr5n873r3k/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Door Taal en Volk Voor God en Haard en Land « DE 8EL61SCHE STANDAARO » verschijnt 3 maal te week. Abonnementsprijs voor 10 weken bij vooruitbetaling : In Belgiô : ve®r de soldaten'*1.50 fr. — voor de niet-soldaten 2.00 fr. Voor 't buitenland : 3.75 fr. UMHfcJiMi—MM——IMilMyMMt. — M— l—Wailllil l >H M1 HilM PHiW il lill^il ÏII»riïrTTWrfvrtT-T"r~w~^TA Bestu-ardLer : ILDEFONS PEETERS, 0. M. C. VASTE OPSTÈLLERS : M. E. BELPAIRE, L. DUYKERS, Victor VANGRAMBEREN, Bertrand VAN DER SCHELDEN, Juul FILLIAERT. IVoor aile mededeelingen zich wenden tôt : Villa MA COQUILLE, Zeedijk DEPANNE. Aankondigingen : 0.25 fr. de regel. — Reklamen : 0.40 fr. de regel. Vluchtelingen : 3 inlassçhingen van 2 regels, 0.50 fr. ■ UUI » MMHV1IIWIIM » — ' Duitsche inzichten. Het zal wel overbodig zijn hier nogmaals te bewijzen dat de Duitsche inzichten altijd ge-weest zijn verborgen wensc'nen van waari-zinnige grootheid en wereldmacht. De gebeurende krijg is daarvan het schrikkelijk-ste bewijs. Maardat deze inzichten zouden ge* paard gaan met en uitgevoerd worden in bioed en vuur en ondergang-van heele menschen-geslachten,had niemand ooit durven denken. Te meer dat hun huichelende Keizer het als een verfijndeuiting van zijne complexe natuur aanzag, als Keizer van den vrede te paradee-rea.Doch het gaat er hier niet op gaan, nogmaals den draak te steken met dit scbijnbaar onbaatzuchtig, maar in den grond, terdege, eerzuchtigste en bloedgierigste mensch ter wereld ; dael wel te betoonen dat heel velen door zijne uitwendige-voornaamdoende vol-kerenzorg zijn misleid geworden en bij den neus getrokken, om, met den thans Leerschen-den toestand een « mea culpa » op eigen borst te slaan. Geen vrijer land ter wereld dan Belgiô, geen vrijer volk dan het onze. We aanzagen die vrijheid als een heiligdom, dat anderen ons benijden mochten omdat het nooit te evenaren was geweest en te benaderen sch«en in toekomende dagen. We waren ge-rust op onze vrijheid, omdat we meenden dat ze onverbreekbaar was.Dit bracht ons in een toestand van gemak, die weleens oversloeg tôt al te verregaand betrouwen op ons zelven en op anderen. We aanzagen ieder ander volk als minderwaardig in dit opzicht en onze gekende dienstveerdigheid had schuld aan onze blindheid jegens deze die we ontvingen met open armen. We hadden alzoo ten groo-tcn deele onze zelfbewustheid verloren die leert dat een volk altijd zich zelf moet blijven door eigen patriotisch gevoel. Deze notie Tan eigen zelfstandigheid hadden we laten ver-wateren tôt eene notie van aller-vriend-schap. Daaruit vloeide een zeker miskennen van eigen wezen omdat we vol zorg deze ontvingen die rond ons waren en in ons inwendig leven brachten: hunne zeden en gewoonten, hunne gebruiken en daden. W« hadden geen acht voor 't gevaarlijke van deze doening, omdat we al liefde, al goed-heid waren en ons herte lieten spreken in plaats van de koude redeneering. We zouden zoovcr gekomen- zijn hunne vreemde wen-schen voor de onze te houden en hun uiterlijk gebaar te aanzien als de innerlijke.wcèrspTete van on» inWendig gevoel. We waren te goed en onze menschenkennis ging er door te loor. Een goed hert berede-neert no«it 't gevolg van de daad, onderzoekt nooit wat schijnbaar - vriendschappelijke dankbetuigingen verschuilen. Ons goed inzicht meenden we bekroond te zien door een goede belooning, omdat de uiting uitwent dig schoon en dankbaar was. We geloofden aan geen huichelarij omdat we zelf recht m onze schoenen gingen en simpel waren m-gemoede. We meenden anderen te mogen toetsen aan onze ëigcne eerlijkhtid en hadden nooit kunnen ofdurveiï vermoeden clatschurken zich opentlijk anders hadden aangesteld. > c hebben alzoo dwaas gehandeld, omdat on,;e redeneermg niet juist was, omdat ons hert te oprecht en onze' menschenliefde te breed-menschelijk was. Zoo is het gelegen geweest met al wat Duilsch was.Hun hoogmoed wiide de wereld. Die hoogmoed lieten ze aan den dag komen, op enthoeveel manieren als er enthoeveel volkerenkaraktersop de wereld werkzaam zijn. Tegen de Fransche fierheid stelden ze hunne uitdagende grootdoenerij. Hier konden ze ruwlachend hunne overmacht betoonen. Tegen de Engelsche vaardigheid en opent-lijken duri' werkten ze loensch in 't donker, met de standvastige koppigheid die er komsn wil, onderduimsch en ongemerkt. Tegen de Belgische lieftalligheid, vriend-schap en goedhartige oprechtheid waren ze Siuw, geslépen,bedelende als welopgebrachte schooiers.Ze kwamen met den flikflooienden 1 chop hunne dikke lippen,de statige bewon-dei ing vannaiëve menschen voor een klein-gretot volk en ze doken 't venijn van hunne gai m de goeie sukkelachtigheid van hunne bierachtige beschaving. , > c werden beetgenomen door 't uiterlijke goede zicht van deze Germaansche huichelarij. We kochten hunne produkten, dreven gemeenheid met hunne huizen, we werkten met hunne machinerijen, we bezigclen hunne krachtenin banken en geldwezen, in nijver-heid en handel. We vroegen hunne handen en we koesterden hun hart, tôt dat we zelf als opgeslorpt waren in hunne veelzijdige econo-mische verleiding. We hadden in 't eerst, maar oogen voor hetgeen ze ror.dom ons deden, tôt dat we verzadigd, welhaast niet ' meergeware werden wat ze verrichtten ! Ze deden ons patriotism als Overtoliigheid doorgaan en ze stolen onze materiele grond-veiligheid door hunne spionneering en onder-kruiperij.Hunno inzichten schenen zui ver voor ons omdat zij ons genegen geworden waren, maar hunne inzichten beoogden onzen ondergang. Het Duitsche volk heeft altijd ons land be-1 oogd als eene zijner schoonste provincies met Antwerpen als zijne metropool. 1 Het wilde ons af hankelijk hebben van zijne dwingelandij en de glimlach van zijn Keizer 1 was de venijnige serpenten-beet van zijn doel. 1 We hebben daarom geboet in dezenoorlog! Maar desniettemin is onze goede trouw de > glorie geworden van ons ras en de bewonde-1 ring van de wereld. 1 Dat is nu reeds de eerste moreelé ov«r-! winning die we later wel zullen volmaken, 1 door de algemeene zege van ons volk en van ons land in de blijvende v»rachting van den meineedige en de heerlijke schoonheidopbloei van het gansche - ziel en stoffelijk - bestand-deel der natie. J. F. De Vrees voor de Duitschers bij de Belgen. Van een Duitschen aalmoezenier, bij een cavaleriedivisie in Noord-België, ontving de Kôln. Volkss. een schrijven, waaraan wij het volgende ontleenen : « Eenigen tijd geleden heeft Mgr dr. Schul-te, bisschop van Paderborn, aan het alge-meen bestuur van Belgie medegedeeld, dat de Katholieke paedagogische Vereeniging van het bisdom Paderborn bereid was, zich te interesseeren voor Belgische katholieke kinderen. « De kinderen zouden door de genoemde vereeniging in het tehuis St. Joseph, t« Bielefeld, worden bijeengebracht en dan bij godsdknstige gezinnen worden geplaatst. Een afschrift der bisschoppelijke mededee-ling werd 00k aan den districtbestuurder te Turnhout gezonden,om inoverlegen samen-werking met de Belgische geestelijkheid aan de aansporing gevolg te geven. « De keizerlijke districtbestuurder van Turnhout droeg mij op, deze aangelegenheid met den eerw. deken 4^ams te besprek'en. Hoewel erkentelijk voor het groothartig aan-bod van den bisschop, zal men er echter geen gebruik van maken. « Ons volk is te zeer aan zijn geboortegrond gehecht, « zei men mij »; de ouders zullen niet van de kinderen kunnen scheiden, en déze niet van de ouders. » Doch dat was, naar mijn meening, niet de Voornaamste redérfi De diepste oor-zaak ligt in den afkeer en de vrees der Belgen voor de Duitsohers, welke ten gevolge van dezen oorlog is ontstaan. Voor inenigen Belg is, geloofik, naar Duitschland overgebracht te worden, hetzclfde als naar Siberië te worden gesleept. « Men vertromvt ons nog niet, en acht ons tôt allés in staat. » (Uit De Tyd, 12 Maart) : Die Duitsche legeraaimoezenier was niet mi3 in zijn oordeeî, dunkt me. Neen we betrouwen den Duitschman niet ! We betrouwen hem niet meer ! En ja, we achten hem tôt ailes in staat ! Koa het schoonor gezegd wordan door een Duitscher zeif ? Een niet te vernietigen volk. In den Reichstag, heeït de Duitsche sociaal-democraat Haase, sprekende over Godsvrede, eenwoord gezegd dat ons, Belgen, eeuwig ter eere strekt, te meer omdat het komt uit een Duitschen mond. « Ons volk, zegde hij, is evenmin te vernietigen als een ander dat met aile kracht zijn zelistandigheid en onafhanke-lijkheid verdedigt.»— Het grooteDuitsche volk moet Haase dus vergelijken aan dit ander volk, dat klein - groot volk, ons volk, dat met aile kracht zijn zelfstandigheid en onafhankelyk-heid verdedigt, en dat niet te vernietigen is, zelfs niet door hét zwaar • plompe, overwel- ( digende Duitschland. TE POPERINGHE Eene roerendë begrafenis. Ik heb hier voor mij liggen, 't zoo welspre-kend en diepbewegend doodsanctje dat aan-vangt met de christelijke smeekbede : BID VOOR DE ZIELEN DER ONSCHULDIGE SLACHTOFFERS yclroffen door een Duitsche bom te Poperinghe den 12 Maart 1915. Maurice Back, van Lokeren, Belg. sol- daat, 45e Werk-Comp. Georges Gosset, van Charleroi, Belg. soldaat 55e Werk-Comp ; A. B. Smith, Engelsch soldaat, 2e Ce 5e Div-Train. Henri Teckel, Gustaaf De Wulf, Juliaan Cayzeele, Victor Temperville en Juliaan Roetynck van Poperinghe ; Désire De-hulster van Staden ; Firmin Beheyt van Moorslede ; Emma Descamps, vrouw Havegeer, van West-Roosebeke. Ze vielen Vrijdag laatst, onder 't moorda-dig geweld eener uitspattende bom, die, door duitsche lafaards uit de hoogte geworpen, vernieling bi'acht en dood op Poperinghe's markt. Maandag laatst, werden ze begraven,onder 'nen toeloop van hartelijke menschen, die 'n laatste vereering wilden brengen aan de lieve dooden, zoo barbaarsch uit het leven wegge-rukt, en 00k een vuriggebed wilden prevelen voor hen, onder de eeuwenoude gewelven der S. Bertenskerk, waaronder de Heer sinds ceuwen zoovele beden had verhoord. Ovcrheerlijk was die prachtige stoet — en zoo mocht en moest het toch wel zijn — waarin het hart lag en de ziel der verbonda-ne legers, en als een hulde was van Franlc-rijk, Engeland en Belgie aan de geyallenen, die alhoewel gebukt onder den last van den oorlogstijd, toch vreugdevol nog gingen en vol hoop, door 't zwaar-zwarte leven ter verlossing en ter verovering, Ach! hoe zvvrol ons de borst van fierheid, spijts onze oogen vol tranen schoten,toen die pracht-droevige doodenprocessie statig t00-ruitschreed naar de plaats ran 't çebed. Daar heeft de Heer wél moeten luisteren naar 't zoo gloedvolle afgevraagde Requiem en zijn hart laten week worden onder de noodkreten van't nooit geëvenaarde Dies-iroe-Klaaglied. Zou Hij zijn Paradijs niet hebben geopend, op het uitgalmen van den laatsten vaarwel-wensch «In Paradisum deducant vos angeli.. ten paradijze geleiden u de enjelen....» .... Droevig grootsche stoet van krijgers uit allen rang, in prachtkleedij, en zoo vol van 't geglinster der wapens en 't goud- en zilvergeflonker der schitterende uniformen. Voorop : fransche gendarmen, er achter 't stadsmuziek. weeklagend over de twee Belgische soldaten, wier schrijn gehuld in de nationale vlag, gedragen werd door hunne makkers weeklagend nog orer den Engelsche, rustend onder Groot-Britanie's vaandei en gedragen door Engelsche wapen-broeders... en 00k, over de burgers, die ge-sneuveld als soldaten, de eer genoten naar de laatste rustplaats gebracht te worden, door de onverschrokken verdedigers van het bloe-dend en brandend Vaderland. Ze gingen, vereerd in den slaap van den dood, lijk ze nooit in hun leven vereering konden droomen, onder de geleide van een Franschen Generaal en Belgische en Engelsche groot-officieren. Ze gingen, met na hen 'n gevolg, Koningen waardig, van broe-ders en Zusters, uit denzelven V»dergrond, wier oogen schreiden en wier harten bloed-den om hun dood en om hun graf, Ze gingen nog onder de bescherming der hemelsche engelen, en 00k onder de hoede dier twee vliegtuigen, die schutsengelen ge-' lijk, de breede vlerken wijd-open, gedurig ! aan, en op en neer, boven de stad zweefden S om ze te vrijwaren tegen die andere — zweu-kende duivelen gelijk — die hun levens zoo satanisch-wreed, met ijzer, staal en vuur, verbrijzelden... Rust in vrede, Lieve Weggc-rooldenlWeet dat gloeirige Belgische broeder-enzusterlippen voort gebeden zullen prevelen voor U, en gloeirige Belgische broeder-en austerharten, ten eeuwigen dage, gloedvol voor u zullen kloppen in Belgenland !..,. Voor u is de verlossing en verovering gekomen. Vergeet toch niet, diezelfde broeders •n zueters die thans, en zoolang reeds hun-keren naar rust en zegèpraal... Vergeet ze B w Bericïiten. ïn Belgie. —Ons leger heeft zijn bekomen vooruitgang vermeerderd. De Engelschen hebben Sint-Eiooi weer ingenomen, de loopgrachten ten t- Zuid-Westen van het gehucht veroverd en den vijand verplicht de Zuid-Oostelijke loopgrachten te verlaten die door de artillerie gansch vernietigd werden. 5 ïn Frankrijk. — Ten Noorden Arras, heeft de vijand in den nacht van 15 tôt 16 gepoogd de loopgrachten te hernemen die hij verloren had in de nabijheid van O. L. V. van Loretten, doch hij werd teruggeslagen en liet er verscheidene gevangenen. In Champagne nieuwe vooruitgang ten Noord-Oosten Souain alsook ten Noorden Beauséjour. in het bosch Le Prêtre hebben wij de verlorene loopgrachten weer veroverd. :e In Argonne hebben de Duitschers in den nacht van 15 tôt 16 tegenaan-vallen gepoogd tusschen de Four de Paris en Bolante alsook te Vauquois n maar ze werden teruggeslagen . n In de Vogeezen. — Een vijandelijke aanval ten zuiden de groote Rei-- haeckerkoph had ons een loopgracht doen verliezen, maar wij hebben haar a teruggenomen en verscheidene krijgsgevangen gemaakt. v Volgens een snelbericht van John French zouden de Duitschen omtrent 40,000 mannen versterking bijgekregen hebben. Engelsche vliegers hebben den ijzerweg vernield tusschen Don en Douaai. s ïn Rusland. —Tusschen de Niémen en de Vistule zijn al de vijandelijke aanval 1 en afgeslagen. r In Oostelijk Qallicië werd een Oostenrijksch bataljon op de vlucht 11 gedreven. e inzonder niet, de broeders en zusters die zwerven ais ballingen achter 't land, of in vreemde huizen en soms lijk de Goddelijke Meester, slapen moeten op 't strooi der schu-ren. Vergeet ze oolc niet, de lijdenden die in 't bezette Vaderland gebukt liggen onder den dwang van den onhartigen dwingeland... en smeekt God, uw handen vol van Belgisch sacrificie-bloed naar Hem opgeheven, dat hij 't Katholieke België, Zijn Belgie weldra de redding en de rust verleene. P. Bertrand van der Scheiden■ De Duitscher Mser | " DRE5B2N " ïernietigd. ! Londen 15 Maart. De Admiraliteit meldt dat den 14" dezer, de drie Engelsche oorlogschepen " Glascow" " Omrah " en " Kent den Duitschen krui-ser " Dresden ", dicht bij het eiland Juan-Fernandez, verrast hebben. Onmiddelijk begon een gevecht, en na vijf minuten haalde de " Dresden " zijn pavil-joen neder en heesch de witte vlag. Hij was reeds heel erg beschadigd en stond zelf in brand. Na eenige oogenblikken hoorde men eene geweldige ontploffing en de " Dresden " zonk. De bemanning werd gered en naar Valpa-raiso overgebracht ; 15 duitsche matrozen zijn erg gekwctst. Van onzen kant hebben wij geen de min-ste schade te melden noch verlies van mannen te betreuren. Gevanp Belgische Bargers losgelaten. Men meldt uit Rotterdam dat 1500 belgische burgers die sedert verscheidene maanden in Duitschland gevangen zaten, nu naar huis zijn teruggezonden. Deze belgen waren beschuldigd op de Duitschers geschoten te hebben ; en zonder het minste onderzoek werden ze naar Duitschland gezonden in wagens waarop er geteekend stond " Belgische Vrijschutters ". la verscheidene statiën werden zij door het volk uitgejouwd en te Keulen zelfs door de vrou-wen in het aangezicht gespuwd. Vooraleer in België teruggezonden te worden, moesten zij teekenen overal te zeggen datze goed behandeldgeweest zijn. ■TTwnai iaii'<H<—nli iwia iiiiir1 il m 1 uni tm Piiommsen over Bismarck. In ons blad — zie artikels over „ Duitsch Verstand " — werd beweerd dat Bismarck een plan opgetimmerd had dat zijn opvolgers niet zouden kunnen ten uitvoer brengen. Zie-hier wat Mommsen, een der gr. )tste Duitsche historieschrijvers over hem zegde : « Van uit het diepste der hel, zijn laatste woonst, zal hij depuinen van zijn werk bestatigen! » Mommsen was iemand die zijn woorden niet knab-belde. De reis naar Civita d'Ântino, door JOHANNES JÔRGENSEN. 1. Tagliacozzo, 18 Jan. 1915 Tagliacozzo —tôt voor twee dagen slechts een naam op een bladzijde in Blocks Historié der Middeneeuwen, geleerd in den schooltijd, herhaald voor 't examen, vergeten met geest-drift in al deze lange jaren—en nu oprijzend (uit welke diepten?) tôt een nieuw leven, want deze kleine stad in de Abruzzen is voor enkele dagen geworden het middenpunt van mijn leven.Tagliacozzo is slechts vijftien kilometers ver van de — vuurlijn; men siddert bij de gedach-te. Want het is als met den indruk dat men uit een slagveld jerugkomt, dat men neerzit om zijne ondervindingen teschilderen in de streek der aardbeving. Men heeft gezien wat 00k de krijgscorrespondent ziet —verwoeste steden, ineengestorte huizen, gekwetsten die heenge-dragen worden, dooden die men begraaft— men heeft gezien ambulancen, 't Roode Kruis, ziekenverpleegsters en geneesheeren in weik-zaamheid. Men heeft gekeken in de aangezich-ten der dooden, en de geur der lijken hangt nog in uw kleeren. Men heeft gehoord het jam-meren der gekwetsten, de klacht van 't onge-luk, het hartverscheurend geween van dever-twijfeling — zooveel geween, dat men onvrij-willig ineenkrimpt als men iemand hoort la-chen — en dat-men in de ooren als een verre-echo gestadig het woord hoort klinken, dat uit zooveel monden steende, jammerde, huilde: Dio, Dio, Dio, — het woord waarin aile men-schelijk gevoel eindelijk uitkomt als in de laatste noodhaven.... Met dit verschil dat het geen menschenwerk was, de verwoesting en de ellende waarvan men werd getuigen — 't is de natuur zelve die in 't spel was. (« De Natuur? Wie is die dame? Ik werd haar nooit voorgesteld Nriepeens Joseph de Maistre misprijzend uit. De natuur— gelijk Tourgenief deze groote Moeder zag, even-veel en even weinig bekommerd met al hare schepsels, van de mier af tôt aan den mensch...) De natuur was in 't spel — een wreedaardig spel. De oude Hindoezen geloofden dat de wereld berustte op den rug eener overgroote schildpad. In werkelijkheid bouwçn en wonen wij,menschen, op de schaal van een sluimerend ondier. Wij wenden ailes aan : energie, geest, fantazie, schoonheidszin, om ons schoon en ge-makkelijk in te richten op den rug van dit dier. En lang blijft het stil liggen — tôt het zekeren schoonen morgen, als in halven slaap, de leden uitrekt, of enkel zich een weinig schudt. En aî wat gebouwd is in de plooien van het dier zijn schaal, in de voren van zijn pantser, valt er-over heen als de huizen van een poppenspel, — en de werken van een Phidias storten in gruis even onbarmhartig als de flauwe copies van een provincialen schilder-meester naar den «Dans der uren» of naar Raphàels werken in La Farnesina. % * * De automobile vliegtop den weg uit Tagliacozzo, over den bodem van het grpote, vlakke dal tusschen de Abruzzen, waar eens het Fu-cinermeer lag ; de motor zingt zijn blijden mor- ! ! —«ta——mnfm»émiiiiii 11 i»i 1 ,m 1 ni,iii.l»—mnn i—rini*IIl»lIIIIII!!■■■■■ » I I ■!If—lllWIIIII——M i8te Jaar. — N° 27 Vijf centiemen het nummer Vrijdag Î9 en Zaterdag 20 Maart 1915.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Belgische standaard behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in De Panne van 1915 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes