"De dorpsklok: frontblad verschijnende voor de soldaten van Meulebeke, Beveren, Ruddervoorde, Zwevezeele, Ardoye, Coolskamp en Eeghem"

582 0
01 maart 1919
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1919, 01 Maart. "De dorpsklok: frontblad verschijnende voor de soldaten van Meulebeke, Beveren, Ruddervoorde, Zwevezeele, Ardoye, Coolskamp en Eeghem". Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/zs2k64bm38/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Prijs 0,25 Fr. MAART 1919. 3de Jaargang N° 17 DE DORPSKLOK Frontblad voor de soldaten van: Meulebeke, Beveren, Zwe-vezeele, Ardooie, Coolscamp, Eeghem, Gits Lichtervelde, Rousselare, Wyngene. Van ons jongens, Voor ons jongens. Redaktie : N. De Jonghe, Onderwijzer met ver lof Coolscamp. Ons, Zonen van midden Vlaanderland Ons binde een warme broederhand. 3erde bijzondsr nummer voor Coolskamp: orgaan van den soldatenbond "Vlaandren boven „ EEN BLOK. In ons verleden nummer wees onze dap-pere Soldatenbondbestuurder M. Coghe, erop met klaarheid en juistheid, welke de gedragsregel moet zijn van ons dorpbestuur en dorpsvolk tegenover hunne weerkeerende jongens van den Yzer. In groote zware reuzenstrijden redden zij 't land en 't volk van de dwingelandij, nu zij dit in groote zege hebben losgeworsteld heb-ben zij recht te eischen van het land, het volk op hunne beurt gered te worden. Tôt nog toe gaat het land zwaar aan ondankbaar-heid tegenover zijn aftredende soldaten : met een arm loon, niet groot genoeg om een deugdelijk nieuw kostuum te koopen, worden zij op straat gezet. Zoolang onze jongens, bij hun voor goed 't huis komen geen duizend frank zuiver munt op de tafel kunnen tellen verzuimt het land zijn plicht tegenover zijn helden. De soldaten hebben op zijn minst gerekend, recht op eenesom, groot genoeg om hen nieuwe kleederen aan te schaffen, een tijd 'n goede rust te genieten, thuis, en zich dan opnieuw aile noodige werkmiddelen aanschaffen. Nooit zal 't land zijn helden genoegzame vergeldingen geven, want het otter dat zij brachten voor 't land is onbe-taalbaar.Na 't land moeten zij vooral worden ge-steund door hun dorpsbestuur en dorpsvolk ; door hen zijn hunne nooden en bekwaam-heden best gekend en kunnen aldus best door hen worden verholpen en gesteund. Laagst genomen hebben zij in 't dorp in het toekennen van posten en werk het recht : 1) vôôr aile vreemdelingen op den voorrang te worden geplaatst ; 2) met gelijke bekwaamheid, onder dorps-genooten zelf, de eersten te worden genomen.3) in het moeilijk doorworstelen van hunne nieuw aangevangen taak door heel 't dorp als een man te worden gesteund en ge-holpen.Zoo dit niet geschiedt, dit wordt verwaar-loosd, doet het dorp niet zijn plicht, toont het engheid aan groothartigheid en kaak-slaagt, het zijn jongens. We hopen dat ons dorp, dat tôt nog toe zijn helden hoog droeg, eens de gelegenheid haar zal voordoen, hoog zijn plicht zal ver-vullen en het als roem en eer zal nemen, zijn zonen, die vier dikke jaren gereed stonden met hun dood voor hem, te redden nu in hun leven. Soldaten van Coolscamp, opgeholpen moet ge worden door 't land en 't dorp maar ook onder elkaar moeten wij ons ophelpen ; en daarotn strale gloedig in onze vaan, ligge diepgeankerd in ons hart de schoone leus, « ieder voor allen, allen voor ieder ». In het samen slepen van het zware oor-logskruis de bloedijzercalvariebaan op, als niemand er stond om ons den last te verlich-ten en te helpen dragen, en we alleen ons reuzenlijden, nijpend op de schouders, vliemend in de ziel, te torschen hadden en opteworstelen, die groote hoogte op, hebben we krachtige bewijzen gegeven van onver-breekbaar, diepdooreengewrocht, sterkeens-gezind, krachtig-doorwerkend broederschap. In dood en bloed en lijden klopte onder ons slechts één hart, joeg slechts één wil, wrocht slechts één kracht. 't Heeft ons ons onzeg- lijk veel deugd gedaan, andere gemeenten met jaloerschen blik naar ons doen opschou-wen en ons sterk, niet gebroken noch ge-knakt uit den reuzenstrijd teruggebracht. Soldaten in leven en vrede, laat ons ook één wezen als één blok, samenstrijden in één dichtgesloten, onscheidbaren drom voor ieder van ons en ons allen, en voor ons allen zal de verdere levenstaak in welvaart en vreugde zijn gang gaan. Één in dood, en ook één in leven, dat dit ons orderwoord weze. Hebben we recht te doen heerschen voor ons, als één man onder de vaan, hebben we eischen te stellen voor ons als één man in 't gelid, hebben we vrienden te steunen voor ons^ als één man in den drom, hebben we vijanden te bekam-pen voor ons als eén man in de rij, hebben we ieder te helpen, allen te helpen, als één man in den kamp. Zôô, en zôô alleen,"door eendrachtig, samenophelpend broederschap mag ieder van ons de toekomst interten zonder schrik noch vrees, met zekerheid en vreugde. Zôô, sterk gesteund door elkaar, en sterk gesteund fdoor 't dorp zelf, wordt ieder van ons groot ; en groot worden na dien reuzen-kamp is het loon waarop wij hoog recht hebben. Soldaten, de grondslag van aile één zijn is : het doodleggen van aile persoonlijke vitterijen en vijandelijkheden. Aan den Yzer hebben we dit gedaan met wondere groothartigheid ! hebben we den moed^en de ziel voort die ondeugden bij grond te houden en aile opnieuw opkomende den kop te pletten:; zôô wordt onze sterke eenheid nooit meer geschonden en wordt ze hoe^ langer hoe vaster. Onze roep is : Vooruit voor de belangen onzer soldaten : Met onze sterke eenheid als waarborg voor dien roep halen we die belangen^zegepralend thuis. Aan den Yzer, strijdend j staande in de bloed-grachten hebben we tôt diep in de ziel de verdrukking gevoeld van Vlaanderen. Allen hebben we in onzen jongen kop gedachten nu die erdoor moeten om die verdrukking te verbrijzelen en als vrije Vlaming te leven in een vrij vlaamsch Vlaanderen. Die gedachten hebben we gewogen op de gouden schaal van ons onaantastbaar groot volksrecht met al het vlaamsch bloed als gewicht. Dat;ze huilen dat ze willen, houden we die gedachten onuitweerbaar; in'ons hoofd geankerd tôt in den dood, ze zijn^waar, ze zijn goed, ze zijn heilbrengend. Onze roep is nog : Vooruit voor Vlaandrens recht : met ons krachtig één zijn als steun voor dien kreet halen we dat recht er dwars door. Weg met aile geschillen, weg met aile partijschap. Immer worde 'sterker en onverbiddelijker nauwer gesnoerd die eenheidsband die ons broedersoldaten van Coolscamp tôt nog toe heeft ombonden. Leve de soldatenbond van^Coolscamp ! Vooruit gij dappere eensgezinde kerels ! N. Dejonghe. Het bestuur van den soldatenbond : De bestierder, De schrijver, De penningnf, M. Oogghe. R. Dejonghe. C. Deriemaker. In Memoriam Kenaat Seynkaeve Ze vallen steeds,... vallen immer voort en wijder gedolven wordt die gruwelijke graf-kuil waarin de beste heldenbloemen van Vlaanderens schoonen hof voor eeuwig ter rust worden gelegd. Frissche vrucht van Vlaanderens vrije kouters groeide hij op en botte hij uit in den sterken goedenlucht van zijn vlijtigen gezon-den huishaard tôt een telg vol schoonheid en kracht en goedheid. Gekomen aan de paal van eigen levensrichten stond hij reeds vast en sterk, vol deugdlijkheid, werkzaamheid en vreugde in zijn stiel; en het edel hoofd als een vruchtbre grond steeds omvangrijk voor aile goede zaad, stond hij reeds gloe-dend van genegenheid, getrouwheid, en kalm-stille maar vaste medewerken in de gilde. Vast hopend op zonnige dagen voor hem en door aandikken van zijn heilbrengende krachten bij hen en ons mochten zijn thuis en wij, zijn gildebroeders, rekenen op bloei-ende tijden. iJoch zie : door de stille landlucht dreunde akelig-gruwelijk de helsche schreeuw van het oorlogsmonster; als plethamers sloegen zijn roofklauwen over de dorpen en goede volk dat wegijlde in ontzetting langs wegen zwart van puinen, rood van bloed, akelig van lijden. Het sloeg en sloeg immer verder en dieper 't land in, in onverzaadbare mûordlust. Hij vluchtte... zoovelen vluchtten immers tôt ontsnappen. De slag woedde en woedde en diep maai-end sloeg de doodzeisen in onze reeds ge-geknakte jongensdrommen, tôt ze nog een wrak geleken in laatste razend wanhoopstrijd kampend tegen stormopschietend barenge-weld.Strompelend eerst, maanden lang, als een doolaard, immer hopend op naderend terug-reizen; dan in werken zijn bitterheid ver-kroppend en vergevend; en dan toen de strijd vast lag in gruwelijke moordgraven, soldaat worden na lastig en zweetend onder-richten, ter versterken van uiteengevallen strijdrijen, was zijn onuitkoombaar lot. Hij werd ingelijfd in het 9de linieregiment. Vôôr Diksmuide werd hij ter verdediging geplaatst. 0 ! Diksmuide, stad van gruw en dood, hoevelen toch hebt gij er reeds met dat moordend lood, dat immer zoo akelig uit uw helleholen spuigt, vôôr u, in die dek-kingskrochten, neergeveld, u beblikkend met een laatsten vloek in het stervend oog. Na dagen van trouwe dienen en sterke kampen, peilend soms een stille stond de verre beboschte diepte door naar 't lieve moederhuis; 0! zie: die zonne daar die zoo bloedig daagde in 't oosten... een hard bommengevecht ving aan... en de dood schaterlachte om haar gruwelijke zege : schoone jongens die in stukken gehakt, de Iucht invlogen. Hij viel ook ! helaas !... Helaas hij viel ook en met een laatsten blik naar moeder ging zijn oog naar den kant de diepte door, waar zijn huisje stond, ginder ver, heel ver, in 't lieve gemartelde Vlaanderen, onder die rij van dik groene eikenboomen. 0 ! die vervloekte morgen van 10 Juli 1916. Met stillen stap, gebukten kop, en tranend oog onder den diepen treurslag der klaroe-nen, werd zijn duurbaar lijk ter rust gedra-gen op 't kerkhof in Adinkerke. Nu rust hij er reeds sinds maanden onder het met bloemen beplantte groene terpje, het door zijn dorpsche strijdbroeders geplaatste kost-lijk kruis, en de door hen aangebrachte schoone kroon « Aan onzen diepbetreurden gildebroeder ». Rust er zacht, duurbare strijdbroeder, groote held, martelaar van 't lieve Vlaanderen dat steeds alleen dien grooten moordlast te dragen heeft van 's lands reuzenkamp. We hebben u geroemd op uw graf en geeerd in de mis en de vele gebeden die wij voor u deden. De Vader van hierboven mocht u zeker om de groote daad van uw jongelingenschoonheid de hoogste hemel-rappen hebben opgevoed. Bid er hij Hem voor ons die nog vechtende en lijdende zijn ; bid er hij Hem voor Vlaanderen opdat het toch als loon voor zijn zoo bloedige slachtoffrande, zijn voile recht, nu nog zoo betwist en bekampt, moge genieten ; bid er hij Hem voor uw duurbaren, opdat zij bij 't vernemen van den slag sterk wezen en zich troosten. Sterk wezen en zich troosten omdat zij nu een kind hebben hierboven, omdat uw strijdbroeders hun lijden hebben gedeeld, omdat zij de dragers zijn geweest van U die door uw dood 't land bevrijdde, Vlaanderen vrij deed leven en den roem en hulde neer-haalde van het volk en zijn nageslacht. 12 September 1916. N. DEJONGHE. In Vlaanderen Vlaamsch. Steeds heftiger, in een of wil men al de vlaamsch voelenden den kop verbrijzelen, loeit de kamp tegen het opspringend vlaamsch recht. Maar onder den fellen zweepslag der nijdige tegenkanting wordt van dag tôt dag ook sterker en doordrijven-der, het leger der onverzettelijke vlaamsche strijders die vlaandrens redding uit den slavenboei hebben gezworen. Bespotting, belastering, bevuiling, verdachtmaking, ver-volging, gevangneming, niets zal den nieu-wen vlaamschen vloed nog dammen. Dat ze slaan maar, immer door maar slaan, 't is olie op het vuur, 't is orkaan die den stroom opjaagt; zôô worden aile vlamingen eens wakker uit hun doodschap. Wij willen ons recht: vlaandren vlaamsch van hoog tôt laag. De grond van het onrecht in vlaanderen ligt hierin. Belgie bestaat uit twee soorten van volken : vlamingen en walen met ieder in zich een heel stelsel van kenmerkende eigenaardige hoedanigheden. In de takken die zich uit-spreiden, tusschen die volken en den staat Belgie, is het fransch de baas, de meester. Wij vlamingen dus om iets te bekomen in vlaandren, om voor ons bronnen te winnen van geld, van brood, van geluk, moeten ons een kracht aanworstelen die buiten ons ligt, dieonsvreemd is, onsonbekend: het fransch. Leest en Steunt " DE DORPSKLOK „

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes