De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

842 0
12 januari 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 12 Januari. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/pc2t43kq61/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Derde Jaargang, Nr 2. — ia Januari 1918. Prijs: i» «^ntiemen. Derdê Jaargang, Nr 2. — i2januari 1918. DE EENDRACHT Prijs per Jaargang fr. 5.20 » » drie maanden » i.3o Weekbiad voor het Vlaamsche Volk Redaktie en Bureel ; Prinsesstraat, 16, ANTWERPEN. VsrbsnQiQQ Primer Vao isr Biaisa Aanbiediny van een GGUDEN KELK Inschrijvingslijst geopend door de zorgen van de Katholieke Vlaamsche vereenigîng Per Crucem ad Lucem. 1 Se X-.IS'ST' Uit Halle-Bogenhoven i 5o l it Maaseik — De K. V. Stud-entenbond « Als ic can » (Afd der grooten) 2. — Dat het flamingantisme eene pacifistische beweging worde. Eén aktivist uit Maaseik 5.— Uit mijnen spaarpot voor den Kelk van Van der Meulen.. en leve Meulemans ! Studax. 2.5o Uit Kinvooi—U, Pau), en onze idealen getrquw in Christus en Viaanderen 6.25 Uit Reppel (3ree) 3.75 Rom. H. Dienstmeid te Gent 1.25 Totaal fr. 1411.35 Under verwijzing naar de bekendmaking en den oproep, versclienen onderaan de 12e lijst (vorig nr. van «-De Eendracht») vveze het herin-nert dat de bijdragen voor het Priester Van der Meulenfonàs moeten gestort worden op de Vostcheckreken-ng van dit blad, mits bericht-zending aan « De Eendracht » 'Prinsesstraat, 16, te qAntwerpen. tMfaMgagaatoir-tr >r* vm 'i iJ^rtaàeagsaMôgga^ggBg, ïu'wyrifii j\ u '», Politieke Zelfstandigheid De wenschtlijkheid van de invoering van politieke zelfstandigheid voor Viaanderen aan-genomen zijnde, hebben de aktiv.sten, het vraagstuk op te lossen welktn vorm van politieke zelfstandigheid zij als de meest geëigende aanzien, Twee wegen staan ons in de toekomst open : 10 de zelfttand:ge Stajt Viaanderen geheel los van Wallonie. 20 het herstel van Belg'-ê op federatieven grondslag, zijnde eene statenverbinding van Viaanderen en Wallonie, beide de politieke zelfstandigheid bezittende. Om redenen die wij, als liggende buiten het kader van het artikel, hier achterwege laten, achten wij de eerste oplossing niet gewenscht en willen wij de politieke zelfstandigheid van Viaanderen binnen de grenzen eener Staten-verbinding met Wallonie betraehten. Deze Statenverbinding kan tôt stand komen onder een der vier volgende vormen : personeele unie, reëele unie, statenbond, bondsstaat, Aivorens deze verschillende vormen te ont-leden, plaatsen wij hier eene voorafgaandeïijke aanmerking. Het gaat natuurlijk niet aan, bij den ophouw van ons toekon.stig staatswezen eene keus tusschen deze vier vormen te doen en dan, met een handboek over staatsweten-schap in de hand, de uitverkoren vorm zonder eenige afwijking toe te passen. In de praktijk handelt men eigenlijk omgekeerd : men richt het staatswezen in naar de noodwendigheden, of het wordt ztis of zoo vastgelegd als voort-breng;el van een liistorisch ontwikkelingspro-ces en slechts daarn^ wordt er eene van de hierboven opgesomde etiketten opgeplakt. Indien wij dus de verschillende stelsels van mogèlijke Statenverbindmgen in oogenschouw ncraen, is het enkel om de hoofdlijnen vast te stellen, naar dewelke de verbinding Viaanderen-Wallonie in het hersteld Beîgië dient toi stand te komen zonder dat de voorkeur die wij aan een der vormen geven ons noopt hem slaafscli in de bizonderheden na te volgen. Laat ons nu tôt het bondig onderzoek van elk van de vier hoofdvormen overgaan. Personeele unie. Het kenmerk van de personeele unie is de gemeenschappelijke heerscher ; daarbuiten be-houdt ^ike staat zijn volleJ'ge zelfstandigheid zelf veor wat de buitenlandsche politiek betreft. Het is echter logisch buitengesloten dat de eene staat van de unie met de andere in staat van oorlog zou zijn Daarom is eene zekere •eenheid in de buitenlandsche politiek van de unie noodzakelijk. Hier zit dan de groote moenfjkheid om een dergelijke unie in stand te liouden, waar het gaat om twee staten die. zooals Viaanderen en Wallonie, door twee verschillende politieke zwaartecentra worden aan-getrokken Men kan daarom op goed; gronden aannemen dat een dergelijke \erbinding nie vduurzaam zou zijn. Trouwens, — afgezien van het senti mente Je argument van het behoud van het vorstenhuis en het formeele argument van het behoud van den naam België besîaat er feitelijk geen reden orn deze schijnbare eenheid, die alléén bestaat in het gemeensch'&ppelijke vorstenhuis, te ver-kiezen boven de volledig soevereine zelfstandige Staat. De buitenlandsche politiek is bij de-ze laatste van aile kluisters ontdaan en de dutir-zaamheid van het Staatswezen beter gewaar-borgd.2° Reéele unie : Hier ligt de eenheid van de Statenverbinding niet alléén in het gemeenschappelijk vorstenhuis, maar bovendien in de gemeenschappe-lijkheid van zekere aangelegenheden zooals b. v. buitenlandsche zaken, leger, koloniën, tolge-nootschap, e. d. Als voorbeeld van reéele unie hebben wij Oostenrijk-Hongarié,waar de buitenlandsche zaken het leger en de finantién ap gemeenschappelijke wijze worden beheerd, terwijl voor som-mige andere aangelegenheden zooals handel en tolwezen, om de tien jaren overeenkomsten, « wreinbarungen », worden getroffen. In deze vorm heeft elke Staat eigen wet-gevende, ui'voerende en rechterlij'-e macht voor zijne bizondere belangen, terwijl de gemeenschappelijke aangelegenheden afhangen van een centraal regeeringslichaam (Bondsraad), op nader te bepalen wijze samengesteld. De bevoegdheden van het centrale lichaam min of meer uitge strekt zijn. 30 Statenbond. De Statenbond is eene bestendigé verbinding van onafhankelijke Staten, beruste de op een volkenrechterlijk verdrag. De soevereineteit van de verschillende Staten biijft onaangetast. Er kleven aan dien vorm, die tôt het ver-leder. schijnt te behoore», dezelfde gebreken als aan de personeele unie 40 Bondsstaat. De bondsstaat is een uit meerdere Staten gevormde soevereine Staat. Voorbeeld n : Zwit-serland, Duitschland. Principiêel is hier de centralisatie het richt-snoer : het bop.dsrecht gaat vôôr het afzonder-lijk staa'.srecht, naar bu ten is de bondsstaat een volkomen eenheidsstaat. Daar de zelfstandigheid van elke Staat ondt-rgeschikt is aan de soevereiniteit van den bondsstaat, mag men zeggen dat met deze vorm van gecentraliseerde Statenverbinding de zelfstandigheid van Viaanderen niet genoeg gewaarborgd zou zijn. Besluit : Personeele unie, statenbond en bor.dïStaat zijn om de hiefboven aangehaa'de redenen te Verwercen. Als wenschelijke oplossing biijft : de reele unie. WlLFRUD. Vlaamschgêzindheid, een Gewetenszaak. l . Dat de huidige oorlog voor de maatschappij en de volkeren onderling een wezenlijke ver-loochenmg zou uitmaken van menige beginselen van t natuurlijk zoowel als van 't goddelijk recht, hadden zeker maar vveinigen gedacht. Evenwel de feiten hebben gesproken.. en ieder dag brengt nog nieuve stof tôt nadenken mee. ; Nochtans wie van ons, jongû VI. strijders, no» heel onervar«n in den konkelfoes der diplomatie en der internationale verwikkelingen, had zelfs 1 maar durven vermoeden dat deze menschen- | onwaardige krijg onzen VI. • strijd kon ten goede komen en ons Viaanderen een toekomst zou beloven, die we vroeger in de verste verte niet hadden verhoopt ? Bij een belofte zou 't echter niet gebleven zijn, hadden aile stam-bewuste Vlamingen van meet af de werkelijkheid durven inzien en, aile andere ballast-beschou-Wmgen in 't midden latend, kloek gestreefd naar de verwezenlijking hunner leus : Ailes voor Viaanderen en Viaanderen voor Christus ! Eilaas ! wat zijn onze gelederen tijdens de beproeving erg gedund en wat afvalligen zoo-niet vijanden hebben wij onder de onzen niet geteld ? Hoevelen die vroeger zouden ailes verpand hebben op den VI. Ueetiw, hebben nu eerst getoond dat zij buiten het knellend Belgisch Staatverband geen Viaanderen konden erkennen noch beminnen ? En toch zij 00k hadden weleer Rodenbach, tenminste theoretisch, begrepen waar hij getuigt te willen sneven voor laet herworden van zijn Viaanderen ! Zij 00k waren Vlaming geboren en werden slechts Belg genoemd door den wil der meestal Fran-sche Omwentelaars van i83o, die met den Godsdienst en met Viaanderen al evenmin bekommerd waren als Engeland om de Boeren! Of hebben zij, die ailes behalve passieve Vlamingen, teenemaal den zin der werkelijkheid verlôren om niet te gaan inzien dat Viaanderen nog thans, en zelt's thans meer dan ooit, recht heeft op 't strenge vervullen van hun VI. plicht, 00k als moesten zij er bij blootgesteld worden aan stoffelijke nadeelen, 00k al moest 't hun pijnlijk vallen te moeten gaan tornen aan de schijnmooie theorie der « âme belge », die de knapste goocheltoer mag heeten van de huiche-lachtige kliek onzer verfranschelaars ? Nu ja, we moeten het grif toegeven 00k menige onzer vroeger 11e julivierders lieten zich meeslepen door de furie der blinde vader» landsliefde, ja zelfs vereenzelfdigden edelmoedig, inaar daarom niet minder naïef, het vader-landsch belang met dat der lieve bondgenooten, zoodat hun leus van vroeger : « Al vloog het al in spaandren — Wij willen Vlaamsch in Viaanderen ! » thans vrijwel zou mogen luiden : « Al vloog het al in spaandren — Wij willen d'Engelschen in Viaanderen ! » Ironie des choses ! zal ieder onbevooroordeeld man wel moeten toegeven en toch dat 00k is werkelijkheid geworden in ons Vlaanderen.dat steeds niet inziet hoe het zucht onder den knoet eener gewetenlooze en niets ontziende bende franskiljons, politiekers, ambtenaren of welk officieel ambt zij 00k bekleeden. Vôôr den oorlog werd het meermalen gezegd, ons VI. volk zoo t althans den naam van volk nog waard is — begreep zijn eclit belang en dien-volgens zijn echte leiders niet. Sedert '3o had de fransclie geest onzer ontwikkelden, op enkele loflijke uitzonderingen na, zoo grondig de gemoederen der Vlamingen bewerkt en ver-stompt, dat er een tijd lang geen hoop meer scheen te zijn ons volk ooit zijn stambewust-zijn te zien herwinnen. Omhoog was het de onvoorwaardelijke vergodmg der Fransche beschaving, met als gevolg omlaag de verlao-chening of minstens de insluimering -- uit nood ! — van de VI. volksaard. Het werd 00k al erkend dat ons volk wel een taai volk moet zijn om naderhand nog ooit te ontwaken uit zijn noodgedwongen en schijnbaar voordeeligen slaap. Of die doemenswaardige taktiek al dan niet strookte met de beginselen van 't recht, van den godsdienst of zich liet verrechtvaardigen door t streven der onderscheiden politieke par-tijen, heeft men totnogtoeniet durven uitmaken, men verstaat lit ht waarom. Anders zouden die partijen met hun voorgewende volksgezindheid er deerlijk gehavend vanaf gekomen zijn, zoo-dat het dan wellicht in de oogen van 't ver-blufte en bedrogen volk zou uitgemaakt geweest zijn dat er in Viaanderen totnogtoe geen echte volksgezinde partij bestaan had ; 't logisch gevolg daarvan lag voor de hand : de ver-schopping der politieke volksbedriegers en wellicht 00k de ineenstorting van het van-huis-uit fransch staatsbestuiir... en dat raocht weeral niet zijn ! Dus maar vsort het VI volk i LÔ dom gehouden en Viaanderen verder gestooten op den weg' der verfransching en der ontwor-ding ! Wat heeft daarbij het persoonlijk geweten der vollcsleiders eenig uitstaans, zullen eenigen zich somsgetroost hebben Kwestie van 't hooger belang der politiek, der bedekte fopperij op groote schaal, mijn goedige VI. vriend : en daarmee kunt ge u voor voldaan achten en, uw leed en 't leed van uw duurbaar volk veïkroppend, in stilte betere tijden afwachten! En nochtans, in naam Jer waarheid en van 't recht, durven wij,. jonge Vlamingen, daar-tegen hevig protest aanteekenen en staan houden dat werkzame Vlaamschgezindheid — 00k thans, — een gewetenszaak blijlct te zijn. LEGIQ. KRONIJK uit BHUSSEL Kerstmis sternmingen. ... En dien Kerstnacht oen ik met 'n vriend van me naar de mis geweest. Te Brussel ! Van zoo'n dingen houdt een Vlaming van nature, 'k Hou ten eerste van ail'- nachten, den nacht in 't algemeen, de mysterievolle, opgehoopte, inystieke inktzwarte donkeite. Of aan de heldere oneindig hooge bezaaide nachtvelden, waar je zo^lang naar kijken kan, dat al die lichten en ballen aan 't wentelen gaan, zoodat er ont-zachelijk-cosmogonische gedachten in den geest draaien, dat het he.lal als door je ziel stroomt en je als plat reergeveld ligt tôt je je naar gekeken hebt en er precies tterren op je regenen, 'n Kerstnacht dat is dubbel nacht, dat is «den nacht, de nacht bij uitnemendfieid, de zalige, de wonderen, de heibge nacht. Hij is zoo zoet. Al tocht er pikkend-koude Noorderwind, toch voel fe steeds 'n zoele luchtstroom, een waaiend warine wind er tusschen, die zeker komt Vin 't verre Oosten vol Myrrhe en rozegeur. Dien nacht lag er snemv en dat was een genot te meer. Wij gingen zwijgend al naar de misse 111 de kerk van het Kollegie. 'k Was er in jaren n:et geweest. Ik kon er voorbij geloopen, onverschiîlig, zonder een gedacht of een gevoelschok, alsot ik er niet m'n heele jeugd had gepasseerd, geblokt, gelachen, straf geschreven, geleden en strijd geyoerd. Nu zag ik iieens voor me in z'n enorme, grootschheid, monumenta.il, 't modem Kollege, het machtigste van Brussêl. het koliegie van het regeerende, officieele, katholieke, Brussel. En 'k voelde plots fen huiver en ontzag als voor aile groothe d die .je overrompelt. Vtaar dan kwam er weer die vijandschap, die latende afkeer die ik droeg al jaren m me. Toen ik op m'n stoel zat gekrampt, voor de mis, in die prachtktrk ran marmer en steen, met rond mij dat volk, dat ik zoo goed ken, waar de andere he'.ft van in Havere zit, dan sloeg het me naar het hoofd Ik werd temg student ! Mijn verbeclding rekte, de beelden van vroeger roesden- voorbij. Ik herleefde weer die geheime, zoo triestige en toch zoo bekchelijk-luttele tragedie — als je denkt dat zoo vele vl^amsehs jongens 't onder-gingen — van 'n vlaming in 'n franschgezind milieu, l'k heb tosn zes jaar in al haar hevigheid gevoeld al wat Barrés een verdoeming noemde, en t in een andere taal dan de zijne te worden grootgîbràcht. » O dat disparate, tusschen aard en opvoeding ! Die atmosf er die beknelde en ongezond miek, 't gevoel v»n 'n vreemde te zijn, 'nbanneling, 'n « déraciné p. Ik heb het toen zoo ontzettend duidelijk gevoeld dat ze me verrnoordde, dat ze je in tweeên scheurden tôt in je innigste, dat het een lichamelijke pijn werd. Dan kon je soms schreien van razernij en Onmacht. Altij-i had j"e 't gevoel van niet te leven, volledig je natuurlijk leven. Je darfde je niet geven, je werd achterdocht'g omdat je stuitte op al wat vreemd was. Je had geen vertrouwen in professors, je haatte ze bijna, en je sloot je op in trotse superioriteitswaen. Je gaf je meesters de hand niet en iiep niet op kamers bij hen als de andere jongens deden al hield je van hen, en had een goed vlaamsch woord je verrukt. Maar ze begrepen je dan niet, ston-den op een ander plan.ze hielden je voor een middelmatige, een -uit de duizend die niets afwist van hooger leven en kunst als je er voor brandde. En nooit werd er gesproken van Viaanderen waar je op verliefd was, nooit een woord gerept — ze kenden het niet — van je lieve-lingsschrijvers die je thuis verslond, von letter-kunde en kunst, waar jejdol op was. En dan de opentlijke strijd, die zatte rots waar je 's avonds niet van sliep, omdat je geant-woord had in de klas en geschreeuwd om je recht en de heele koer tegen je stond en je « sale flamand » uit jouwde. En je triomf als je ze in hun eigen taal klopte ! Dat ailes kwam in me op dien Kerstnacht. hevig dat ik ei van bibberde en m'n oogen nattig krauwde, De mis was begonnen !k Zag weer dat volk, de vroegere schoolmaten, dat volk dat ons de dames en Ileeren, misschien onbewust, onder-drukt uit egoTsme. Heel die kliek van hoogere burgerij en aristocratie, \an Rue de la loi. Mimsterhotels, Avenue Louise, Ecole Militaire, bankwereld en hoogere geestelijkheid. Zoo was m'n Kerststemming, die er waarlijk weinig betrekking mee had en heel profaan was. En omdat het feest van vree was smeet ik aile haat en wrok weg en bleef maar boos op me zelve dat ik het zes jaar verdroeg en met was weggeloopen of weg gestuurd. Dat ware een daad geweest. ' A. F, Ons Groot Ministerie De /campagne met ^00 bittere heftigheid door Van Cauwelaert tegen het \ kabinet van de Bro-queville gevoerd, heeft juist het tegenovergestelde resultaat bereikt. De franshiljonskliek werd aanjienlijk versterkt door de Kabinetshervor-ming. En in leidende krin^en schijnt men voor \ den mondheld Van Caurselaert nog niet ^00 fel beducht. Men heeft 00k heelemaal niets gehoord over een mogelijke benoeming van den tamelijk ministrabelen afgevaardigde voor Antiverpen... De nieuwe regeering moet het natuurlijk dan 00k weer duchtig ontgelden. Wij drukken uit het laatste nummer van Vrij Belgié een artikel over datgenoegzaam aantoont welke positie de braver loyale^passieven tegenover Havre innemen. « De N. R. Ct. bracht ons in 2ijn Avondblad van 2 Jan. deze heugelijke boodschap : « Het Belgische Staatsblad zal Vrijdagavond de wijzi-gmgen in het ministerie bekend maken. Baron de Broqueville verlaat buitenlandsche zaken en wordt vervangen door Paul Hymans, Kamerlid voor Brussel. De Broqueville wordt minister van nationaal herstel en zal zich in het bijzonder bszighotiden met de levensmiddelenvoorziening van bezet België. Aan zijn département zal een algemeen secretariaaten een bureau voor levensmiddelenvoorziening in het leven geroepen worden. Daarbij zullen ondergebracht worden : het oorlogscomité en de buitenlandsche betrekkin-gen ; het comité voor economische zaken ; en een comité voor wetgeving en administratie, dat zich in het bijzonder met de uitgewekenen zal bezighouden. De beslissingen dezer commité's zullen door het algemeen secretariaat uitgevoerd worden. De Jace, professor te Luik, zal als chef optreden. Poullet wordt minister van economische zaken, ter vervanging van Hymans en behoudt wetenschap en kunsten. Brunet, de socialistisehe afgevaardigde- voor Charleroi, is benoemd tôt ministerlid van den ministeraad zonder portefeuille, Georges Lorand, Kamerlid yoor Virton, is ais minister van staat genoemd. » Men inoge ons vrij gelooven : Wij zijn trotsch over de vruchtbaarheid van ons ministerie. Elke nieuwe misdaad van de Duitschers tegen onze nationale bedrijvigheid wordt met bewonde-renswaardige slagvaardigheid in St. Adresse beautwoord door de schepping van een nieuw département, terwijl zelfs bij onze groote bondgenooten, ministerieele crississen moeten worden opgelost door het aftreden van eenige ministers, eindigt bij ons iedere crisis met een voorspoedige fainilievermeerdering met een uitbreiding van personeel. Het ontbreekt ons bovendien nooit aan verrassende combinatie in deresp. bevoegdheden, noch aan de noodige afwissel ng in de titulatuur : wij hebben ministers met portefeuille, ministers zonder por tefeuille, ministers van staat, extraordinaire jevolmachtigde ministers en wij durven bij deze opsomming" niet op volledigheid aanspraak maken. Wij zijn overigens, naar wij vermoeden, niet aan het einde. Want niettegenstaande de jongste vermeerdering van den minisrerraad zal, blijkens bovenstaand bericht, minister Poullet nog twee ministeries onder zijn leiding moeten aemen. Het wordt alleen wat lastig om aldoor nieuwe candidaten te vinden, maar de zoo sterlc gebleken vindingrijkheid van den politieken ver-loskundige, die reeds zoovele lastige gevallen met succès wist te behandelen, zal wel verder raad weten. Misschien wordt cr spoedig een nieuwe serie geopend door de benoeming van extra-parlementaire ministers, deze welke men in gezaghebbende kranten als « Le XXe Siècle » les compétences, de bevoegde mannen noemt. .. lntusschen kunnen wij echter best onze parle-menten ontberen Nooit was onze regeering" meer parlementait', daar zoowat de helft van de uitgeweken Kamerleden op dit oogenblik tôt den rang van Excellente zijn verheven. En als Vlamingen kunen wij onze rechtmatige vreugde niet verbergen over de voortduronde opneming van nieuwe Vlaamschonkundigen: Z. Exc. minister Lorand, Z. Exc. minister Brunet en de jongst benoemde Excellentes Destrée en Mélot be-hooren aile tôt de zuiver vaderlandsche verte-genwoordiging der Vl.-onltundigen. Ten overvloede van vsldoening, mochten wij dit heilvol bericht juist bij den aanvang van dit jaar ontvangen. Nu hebben wij allen een nieuw notaboekje. en kunnen ons op die wijze, schrif-telijk behelpen bij het onthouden van de namen der ministers ; want zooals vroeger ze na te tel-lien op onze vingers gaat niet meer. Indien het bericht van de N. R. Ct. niet reeds door nieuwe benoemingen is achterhaald, tellen wij, sauf erreur, op dit oogenblik immers, in St Adresse of omgeving alleen twaalf ministers met en twee zonder portefeuille, mitgaders drie ministers van staat, enz. En nu men zoo flink rseds is opge-schoten kunnen er, voor ons deel nog gerust een half dozijn bij, op deze éene voorwaarde, dat ze voortaan... hun eigen broodkaart mee-brengen. Want zoo we het goed voorhebben, zijn wij aan ministerieele jaanvedden, met bij-behooren den toeslag alleen, reeds aardig op weg naar het millioeh irank I En dat mag lang-zamerhand gaan voldoende heeten Maar er gaat intussclien niets van af : wij hebben een groot ministerie ! (Vrij België). Vrij-Belgisée Wau In het laatste nummer van Vrij België bespreekt Frans van Cauwelaert de door de Duitsche diplomatie voor-waardelijk vastgestelde grondslagen, waarop volgens hen een algemeene eer-volle vrede kan gesloten worden. Hij meent dat als de centralen hun politiek konsekwent naar dergelijke beginselen willen richten, zij onvermijdelijk de Vlaamsche aktivisten zullen moeten lossen.De Entente schermt nu reeds drie voile jaren met een heeleboel mooie leuzen, zonder dat 00k maar een mensch er zich over verbaasd heeft, dat hare "(welbepaalde doch omsluierde), in de praktijk nagestreelde oorlogsdoeleinden en aangevvende strijdmethodes zoo weinig in overeenstemming blijken te zijn met de officieele theorietjes. N11 soepele Duirsche pojirici den wind uit de zeilen Ai> der Entente willen nemen met officiëel te betuigen dat zij met die beginselen volstrekt kunnen instemmen, is het wel naief vanwege Frans van Cauwelaert te gaan verwachten dat de Duitsche regeering nu maar direktr zal gaan verzâken aan de ernstige politiek der werkelijkheid. Voor ons heeft dit nieuwe vredesaanbod enkel een demonstratief karakter. Een bewijs van het zin-looze der officieele Entente-rethoriek. En vage leuzen als het zelfbestemmingsrecht der kleine volken en algemeene beloften van herstel laten zooveel »toepassingen en uitvoeringssmogelijkheden toe dat men er best niet te veel beschottwin-gen en kommentaren aan verspilt. Maar het is wel intéressant dat Vrij België met zoo'n warrnte steeds de Duitsche politici op het hart wil drukken, dat zij de aktivisten bepaald moeten laten loopen. De heeren van Vrij België zijn wel erg jaloersch. Vooral op dit oogenblik zouden zij zeeî gaarne zien dat de aktivisten in den steek ge-laten werden. Nu zij zelf tusschen twee stoelen in vielen. Verleden jaar nog waagde Vrij België het niet de Regeering rechtstreeks aan te vallen. Dan was Le XXe Siècle nog steeds de zondenbok. Tusschen de regels kreeg de Bioqueville slechts af en loe een voorzichtig snuifje. Toen zij de hopelooze mislukking hunner regeeringstrouwe politiek gingen inzien, heeft van Cauwelaert een krachtige, opperste poging gewaagd om met hulp van enkele mal/contenten » te Havere de regeering van de Broqueville om te kwakken. Vandaar de krasse toon zijner laatste opstellen Hij hoopte ais de Godfried van Bouillôn van het Flamingantisme den bestormden burcht .van Havere, over het lijk der verslagen ministers, fefhnen te rijdeh. Dat is hem ieelijk mislùkt. Dat hij nu niet meer vraagt dan met ontgoochelde, vernederde, door Duitschland in den steek gelaten aktivisten een Vlaamsch blok te vormen dat den strijd tegen de regeering weder aanpakken zal, is nogal begrijpeïijk. Alleen reeds om deze reden : dan vallen tevens" de flinke en stevige door de aktivisten in het bezette gebied behaalde resultaten (als de Hoogeschool en de Bestuurlijke Schei-ding), die al te schitterend de fiasko-politiek der passieven doen uitkomen, in duigen. In de laatste tijden hebben wij her-haaldelijk passieve ta&thorentjes gevoeld, die lieten vermoeden dat de passieven in Holland heelemaal zoo onverzoenlijk niet meer staan tegenover een samen-werken tusschen aktieven en passieven. Van Cauwelaert voelt genoeg dat hij te Havere niets vermag en wel onder meer omdat men daar fijn genoeg is om te begrijpen dat hij een druk-pre kende apostel zonder aanhangers is. Wat de aktivisten over hem denken is genoegzaam bekend. De passieven in het bezette gebied, (buiten enkele par-tikuliere vrienden), zijn veel te heftige bonzen van het officiëel Belgisch, anti-vlaamsch patriotisme geworden, om Van Cauwelaert's anti-regeeringsgezindheid niet even even streng te veroordeelen als de hooge Belgische kringen in Holland, waar hij een tijdje lang als tamnis regeeringsman gedul.i, thans geschuwd en misprezen wordt. Enkel in liet leger vindt iiij nog aanhangers. Voor de een-voudige reden dat aktivistische propa-gandalekiuur er heelemaal niet kan door-dringen, en Vrij België er zorg genoeg voor draàgt ailes maar angstig te ver-zvvijgen wat het aktivisme sympathiek zou kunnen maken (Volksontsvikkeling, Volksopbeuring, pogingen door de aktivisten aangewend bij de Duitsche over-heid om verzachting der 'krijgsellende te bekomen).Uit de bladen onzer midden-groep wordt nooit iets geciteerd. Doch als er maar iets gebeurt dat soldaten die steeds toch als vijanden tegenover de Duitschers staan, kan ontstemmen, (de reis van De Clercq in Duitschland b,v.) dan trachten zij ailes wel zoo hatelijk mogelijk voor te stellen. Wij hebben in de Duitsche politiek " tegenover Viaanderen nooit een zoo blind vertrouwen gesteld als Van Cauwelaeit in de Havensche beloften, dat na den oorlog de gelijkheid « in rechte of in feite » wel erkend zal worden. Wij hebben de duidelijke verklaringen van von Bethmann-Hollweg, beves-tigd door Dr. Michaëlis. De verklaringen die de huidige kanselier als Beiersch minister afgelegd heeft toonen dat 00k

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes