De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

2015 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 14 Juli. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/7d2q52h077/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Eerste Jaargang, Nr 46. — 14 Juli 1917. Prijs : io e-entiemen. Eerste Jaargang, N1, 46. - 14 Juli 1917. DE EENDRACHT Weekblad voor het Vlaamsche Volk ABONNEMENTSPRIJS : Een jaar. . < fr. 5.20 Zes maanden .... » 2.60 Drie maanden .... » 1.30 Geene abonnenten worden aangenomen die nieï op voorhand het bedrag hunner inschrijving laten geworden. BUREELEN; Voor het Generaal Gouvernement : Prinsesstraat, 16, ANTWERPEN. Voor het Etappen- en Operatiegebied : 8, Huurdochterstraat, GENT. Postchekrekening Nr 86. ssïn ~~ rsfû) 1 AANKONDIGINGEN : Prijs naar overeenkomst. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Geene handschriften worden teruggezonden. BOEKBESPREKING : Het toezenden van éénjboek of schrift geeft cht op vermelding ; twee exemplaren, op bespreking. BIDDEN.. ? Ik was eens, 't is lang geleden, 1 in gesprek met vriend X. en 't ging ; er heel hartelijk over volksliefde, < over Vlaamsche belangen. lkweet < niet meer wat er aanleiding toe ( gaf, doch op eens vroeg ik aan ( vriend X. : « zeg mij eens, gij dien ( ik dagelijks in de kerkzie,gij zulk 1 godvruchtig mensch, welke ge- 1 beden bidt gij zooal voor ons [ Vlaamsch Volk ? » — Bidden ?... Hij bekeek me of ik hem iets wonders, iets ongehoords vroeg. 5 Bidden voor onze belangen ? — 't ( Scheen of hij aan zoo iets nog nooit ( gedacht had. — Och, vriend, zei ik hem, uwe ( verwondering verwondert mij 1 geenszins. Duizenden Katholieke 1 godvruchtige Vlamingen denken 5 er niet eens op voor onze volks- 1 belangen te bidden. Zij bevelen 5 aan God de meest verscheidene 1 intentiën voor geestelijke en tijde- t lijke zaken ; maar Gods zegen aan 1 onze VI. beweging alsmeken daar 1 denken zij niet eens aan. En ( waarom niet ? — Wel ! om ver- 1 schillige redenen. Eerst en vooral s omdat er nog zoo oneindig veel ' Katholieke Vlamingen zijn wiens ( Vlaamschgezindheid nog niet tôt ' in de ziel is doorgedrongen ; bij ^ wien die Vlaamschgezindheid nog niets meer dan taalliefhebberij is ; Zij koesteren genegenheid voor de 1 moedertaal en hare letterkunde, voor de rechten der moedertaal, voor VI. Kunst en wat weet ik ; maar echte, diepe liefde voor de ziel van ons volk, die ziel waar t de taal en de kunst maar de weer- ; spiegeling van zijn, die echte diepe 1 liefde daar zijn ze niet in opgegaan ( En dan begrijpt men wel dat ze s i 00k voor ons volk niet bidden : { m«n bidt voor een echt zielsbe-lang, niet door eene bloote taal- i of kunstliefhebberij. — Evenals u 1 i mijne vraag : « wat bidt gij voor I S Vlaanderen » zoo verwondert, J evenzoo heb ik'eens andereVlaam- 1 sche vrienden verbaasd zien ©p < kijken, toen ze voor het eerst eene ! Heiligen-aanroeping gedruktzagen j : op een Vlaamsch tijdschrift — 't j was, geloof ik, op « 't Daghet in l : den Oosten > het opschrift « H. < ; Luitgardis van Tongeren !» — of < | toen ze onze Katholieke Studen- < i tendewegingophaarvaandel zagen < | schrijven : « Ailes voor Vlaande- ; ren, Vlaanderen voor Christus ! » Doch er zijn nog wel andere 1 redenen. Zoovele geloovige, zelfs ] ! van de meest ontwikkelde, bidden 1 niet het ware gebed, dat gebed dat < rechtstreeks uit de ziel vloeit, 't < I gebed dat wij zelf maken, die [ samenspraak met God, waarin wij < aan God de begeerten van ons hert te kennen geven, zooals het de Catechismus ons leert, en 1 waarin wij dan 00k natuurlijk Gods zegen alsmeeken over de ! belangen van ons volk, indien waarlijk die belangen ons na aan | het hàrt liggen. — Neen, zoovele 1 geloovige bidden zoo niet, zij leçen { n hun kerkboek de gebeden die ze laarin kunnen vinden ; en, won-ler verschijnsel ! waarbij het komt veet ik niet, maar in onze Vlaam-;che Kerkboeken, gij vindt er van il les in, behalve een gebed voor ie geestelijke, verstandelijke, re-lelijke en stoffelijke opbeuring van )ns Vlaamsche Volk. ^Niet eens — >ok niet in Belgisch-Fransche ge-)edenboeken — een gebed voor 3elgië, tenzij, ternauwernood een rebedje van eenige regelen tôt den -I. Jozef, patroonvan Belgenland. Abonder verschijnsel ! Wij zijn het Aolk dat het minst, als volk, voor :ijn eigen bidt. In aile andere lan-len, in gelijk welke geloofsbelij-lenis bidden devolkeren voor hun /aderland, in 't bijzonder en in 't )penbaar, en bij ons. . . 't is toch net 't vernoemen waard het gebed /oor den koning dat, vol gens voor-ichrift, metterhaast op 't einde der îoogmis gezongen wordt. onder 't ■toelen- en voetengeschuif der me-îigte die de kerk veriaat. — Het rof mij eens bizonder in eene dier deine Katholieke Kerkjes van ^oorwegen— groot genoeg voor le Katholieke bevolking die er usschen de Luthersche zoo ichaarsch omloopt — op eene )idbank een volkskerboek te vin-len waarin eene heele reeks aller-ei gebeden, voor allerlei Noor-veegsche vaderlandsche belangen. ^00 iets kennen wij niet. En er zijn nog wel meer rede- îen, doch 't zou te verre leiden. * * * Nu die bedenkingen zijn al wat lit de oude doos.. . Ik denk voor-:eker dat vriend X. allangons ge-;euvel over vaderlandsche gebe-ien vergeten heeft ; maar intus-;chen is de zaak zelf toch niet ^ebeierd. En nu, nu dat het vaderland, îû dat ons volk het meer dan ooit loodig heeft voor zijn eigen te Didden, wat nu ? Nog min dan « voor in vredes-ijd » zijn er gebeden « voor in )orlogstijd » 't Is waar Z. H. de Paus heeft een schoon gebed op->esteld tôt bekomen van den ^rede... maar dunkt u niet dat let weinig instemming vindt bij )ns volk ? Ik Weet niet lxoe het îr mede gelegen is in andere lan-ien, maar hier in ons Belgenland, iat land alweer eens voor het slachtveld der natiën gekozen,zoo 3peens weer door den oorlog ge-eisterd, zoo verbitterd om het Motseling afbieken van een lang ijdperk van stoffelijke welvaart, ie geesten zijn er zoo verbitterd, iat het ons niet gemakkelijk uit iet hart en van de lippen wil, 3m met Z. H. mede te bidden < dat de volkeren Europas' zich vvelhaast den kus van vrede zou-ien geven ». En als wij dan zoeken naar schriftuurlijke of liturgische ge-Deden dan zouden wij weleer *enegen zijn tôt ons gebed te naken die wreede verwenschin-*en welke de Joden — bij wien het « 00g voor 00g en tand voor tand » nog regel was — tegen hunne vijanden uitspraken vôôr het aanschijn van Jehovah. Dan zongen wij bij voorkeurde anders zoo dichterlijkepsalm Super flumi-11a Babylonis, waarin het gebed : dat 's vijands kinderen het hoofd tegen de steenen mag verplet worden ; of wij smeekten met psalm 78, dat God den vijand zevenvou-dig het kwaad vergelde dat hij ons deed. Hoeverre bleven wij dan van de hemelschzoete leering en voorbeeld van den Christus die ons zegt onze vijanden te bemin-nen en voor hen te bidden. Ze zijn nochtans zoo schoon, zoo god-delijkdie liturgische gebeden, die pro populo bijvoorbeeld : « Ver-smaad niet, Almachtige God, ons volk dat in zijne ellende tôt U roept ; maar, om de glorie van UwenNaam,help medoogend den verdrukte op » enz. — maar bij-zonderlijk dit gebed pro inimicis : « O God, .vlinnaar en Bescher-mer van Vrede en Liefde, schenk aan aile onze vijanden den ware Vrede en Liefde. met vergiffenis van aile hunne zonden> en dat intusschen Uwe almachtige hand ons tegenover aile hunne lagen behoude » 't ls de wêergalm van Christus' gebed aan het Kruis ! — En zoo veel meer andere. Doch die vinden wij in onze volkskerk-boeken niet — en moesten zij er nu ingezet worden, zouden zij gebeden worden ? De oorlog heefl ons volk niet verkristelijkt ! Ons volk, nu geheel of bij n a geheel werkloos, heeft veel tijd tôt klappen en denken, en klappen doet het veel, nadenken echter doet het weinig of niet. Klappen doet het veel, over slechten tijd en duurte en honger en over den oorlog en over allerlei opgeblazen en uitgevonden nieuws. Maar denken... onze vorige, hedendaag-sche en te voorziene toestanden eens grondig inzien ? Neen ! Da1 doen zelfs de mefeste onzer ontwikkelde medeburgers niet. Hunne gedachten blijven omdwalen in dien eng beperkten kring : « Wij waren toch zoo goed voor den oôrlog, er was zoOveel welstand in België, zooveel plezier. panem et circences, wij waren in dai rijke Belgenland zoowel te huis, ubi bene ubi pafria, waar het om wel ging daar is ons ware vaderland ; en wij 'verdienden dat, da' kwam ons toe, want — het wierd ons op aile tonen gezongen — wi; waren hier een zoo vlijtig zoe werkzaam volk. Dat ons. dit dooi den oorlog ontroofd w'erd, dâ hebben wij niet verdiend, en dar kan het 00k niet anders ol 't wordi hier na den Oorlog ailes hersteld juist 1 ij k het vroeger was ; da komt ons toe ! » Hoe weinige integendeel die eens dieper indenken ; die, vooi wat het verledene betreft, een: krabben aan het verguldsel var dien gouden tijd, om te zien wa er onder zit ; die, benevens d< 'vaderlandsche jubelcantaten een: « Arm Vlaanderen » herlezen — die, voor wat den dag van heden aangaat, gedachtig dat voor Bel-gen aile macht uit het volk komt, nog genoeg van bunnen vroege-ren burgertrots hebben overge-houden om niet het hoold te bui-gen voor elke Haversche « besluit-wet », maar fier in de bres blijven voor oude vlaamsche volksbelan-gen ; — die, de toekomst inblik-kende,ootmoedig belijden dat God alleen weet wat ons te wachten staat, dat wij het moeten afwach-ten wat God met ons volk zal laten geschieden, en dat wij intusschen maar kunnen ijveren om ons waardig te maken van de grootere gunsten die Hij ons mis-schien voorbereid. Zoo moet vooral de Katholieke Vlaming er op indenken ; dat dient hij voor oogen te hebben wanneer hij ootmoedigvoor zijnen God geknield tôt Hem spreekt over de belangen van zijn volk. Dan bedankt hij God, die hem bij voor-keur uit dit volk liet geboren worden, hij bedankt Hem om de bijzondere bescherming, de eeu-wen door zoo zienlijk aan dat volk verleend, dat volk dat zoo dikwijls zijn vaderlijk erf zag verwoesten door de groote gebu-ren, die er zoo gaarne hunne twis-ten kwamen uitvechten, maar dat toch steeds uit zijne puinen wêer kon opbloeiën ; dat volk dat in welke staatkundigeverwikkelingen het 00k geraakte, 't zij door zijn vorstelijk stamhuis,'t zij door de groote Europeesche gebeurtenis-sen, vasthouden bleef aan eigen aard en zeden, aan eigen burger-vrijheid, evenzoo als aan Geloof en Kerk. Dan smeekt hij Gods bescherming af over dat volk, nu zoo in druk, dat het de tegenwoordige beproeving kloekmoedig moge doorstaan, dat het er gezuiverd en verfijnd moge dôôrkomen, als het goud door de smeltkroes, En hij zegt aan God « Heer, ik weet niet welk lot Uwe Voorzienigheid ons volk heeft voorbestemd, de eeuwen door hebben wij tôt de verschilligste Staatsverbanden be-hoord, moeten de groote gebeur-tenissen dezer tijden nieuwe toestanden doen ontstaan— Gijalleen weet het, o Heer — of kome vol-gens aller wensch onze laatste ; Belgische Staatsregeering aan ons hootd lerug, met onzen roemrij-ken Koning. Schikke het toch Uwe Almacht tôt meerder gees-telijk en zedelijk welzijn van ons 1 volk ; dat wij het nooit weer het « Arm Vlaandren » moeten noe-men, maar het zedelijk rijk Vlaanderen, waardig om aan zijn roem-rijk verleden eene glansrijke toekomst aan te binden. D,D.D. Het beste Vlaamsche werk dat 1 t in ieders bereik ligt, is ons blad te steunen door het werven van in- 5 schrijvers. Een brokje van TOLSTOÏ. Graaf Lea Tolstoï, eenieder weet en wil et ovêrigens, was als Staatsburger een Rus en, aangezien Rusland een der hoc fdpersonnaadjes van het Entente-ge-zelscbap is, waarbij 00k het onzijdige België, zoo onvrijwilig a s onverwachts is moeten toetreden, meen ik dat zelfs de meest vooringenomen en razendste i. patriotards » het mij niet ten kwade zullen duiden zoo ik een paar zinnetjes opvisch uit des grooten Tolstoï's proza.... Over enkele jaren, namelijk tijdens de Russische Omwenteling die aan de huidige vooralging, meende deze man het oogenblik gekomen om, ten voor-deele zijner wijsgeerige en vooral maat-schappelijke leerstelsels, een drieledig beroep te doen op de Regeering, op de omwentelaars en cp het Volk : beroep, waarvan zekere gedeelten zoo treffend toepasselijk zijn op onze inlandsche voor-oorlogsche toestanden dat zij de moeite van opname rijkelijk zullen be-loonen, doordien zij aan de belangheb-benden, inzonderheid aan de passieven, eens te meer zullen bewijzen dat zelfs en juist voor breeddenkende intellektu-eelen de huidige hier heerschende ge-dachtenstrekkingen, in zake regeerings-en nationaliteitenbelangen, geenszins ge-legenheidsthesissen daarstellen, doch het uitvloeisel en de bevestiging zijn van den algemeenen gezonden gedachtengang in dit opzicht. 1) Uit \ijn Beroep op de Regeering : « Het openiijk verkondigde grondbegin-» sel van iedere staatsmacht is een en het » zelfde ; het welzijn van het volk waar-» over zij gezag uitoefent te dienen. n iMaar wat doet gij tegenwoordig, gij, s regeerders ? Gij strijdt met listen en » uitvliichten en wreedheid.... Maar al-» tijd zal van twee strijdende partijen » niet die overwinnen, welke doortrapter, » slawer of boosa»rdi er en wreeder is, » maar die welke het dichtst bij het doel » staat dat het menschdom te gemoet » streeft.... » Uw heil ligt niet in de eene of » andere Doema met dit of dat kiesstelsel » en in het geheel niet in mitrailleuses » en terechtstellingen, maar hierin : DAT » GIJ UWE ZONDE VOOR HET » VOLK BELIJOT, ER BOETE » VOOR DOET en tracht ze goed te » maken, zoolang gij de gelegenheid er » nog toe hebt. Geeft het volk waarach-» tiger idealen van gerechtigheid, waar-» heid en goedheid !.... Zulk een ideaal » behoeft gij niet eerst uit te vinden ; » want het is van oudsher het ideaal )) van het volk en bestaat in het HER-» STEL VAN HET NATUURLIJKE » EN WETT1GE RECHT. Dit ideaal » komt lieden die niet gewend zijn » zelfstandig te denken, onbereikbaar » voor. Maar juist omdat dit ideaal nog » nergens bereikt is,is het een waar ideaal, » dat juist tegenwoordig kan en moet n verwezenlijkt worden. WISCHT » UWE ZONDE UIT DOOR EENE » GOEDE DAAD : tracht zoo lang gij # daartoe de macht bezit, het oude lie-» meltergende onrecht af te schaffen.... » Doet slechts wat gij verplicht zijt te » doen terwijl gij de regeeringsambten » bekleedt en stelt U zoolang het nog n tijd is de verwezenlijking van het

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes