De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

2330 0
10 december 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 10 December. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/7m03x8593t/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

» Eerste Jaargang Nr 15 Prijs : 10 eentiemen 10 Dfinfimhar 1 Q 1 fi DEEENDRACHT Weekblad voor het Vlaamscbe Volk ABONNEMENTSPRIJS : Een jaar fr. 5.20 Zes maanden » 2.60 Drie maanden ..... » 1.30 Geene abonnenten worden aangenomen, die niet op voorhand hpHracr hunnpr insohriivinp laten eeworden. BUREELEN: Voor het Generaal Gouvernement : Prinsesstraat, 16, ANTWERPEN. Voor het Etappen- en Operatiegebied : «Koninklijke Taveerne», Kammerstraat, 10, GENT. Postchekrekenine Nr 86. AANKONDIGINGEN : Prijs naar overeenkomst. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Geene handschrifren worden teruggezonden. Boekbespreking : Het toezenden van één boek of schrift geeft recht op vermelding ; twee exemplaren, op besprekinsr. JJiewae insehpijveps voor het jaar 1917 ontvangen ons biad van af het volgende nummer kosteloos. Wij dota de inschrijvers beleefd opmerken dat zij het bedrag hun-ner inschrijving (fr. 5.20 'sjaars) op voorhand moeten laten gewor-den op ons bureel, 't zij per post-mandaat, 't zij door storting op onze postchekrekening nr 86. Op de postbureelen worden geen jaarabomiemeaten op de bladen aangenomen. Beeds versehenen nummers kun-nen nog altijd gezonden worden zoolang de voorraad strekt. Regeeringsplicht. Men kan verschulen van meening over de vraag in hoeverre de regee-ring zich nu reeds uitlaten kan over toekomstige taalhervormingen ; men kan niet betwisten, dat zij verplicht is de bestaande taalwetten te eerbiedigen en te doen eerbiedigen in gansch hun omvang. In den beginne van den oor-log en bij de bestuurlijke verwarring, welke door den aftocht naar Frankrijk werd veroorzaakt, kon zij verzachten-de omstandigheden inroepen ; na twee jaar voorbreiding zou de zelfde toe-geeflijkheid niet meer op haar plaats zijn. Er zijn misschien hier of daar eenige verbeteringen van ondergeschikt be-lang vast te stellen, maar wij zien met leedwezen, dat onze taalrechten door onze officieele instellingen en ambte- naren niet worden geeerbiedigdjvoort- durend bereiken ons klachten, dat de stukken, welke door onze gezant- schappen en consulaten aan dienst- plichtigen, steungerechtigden, gere- formeerde soldaten e. a. worden gericht, of ter onderteekening voorge- legd uitsluitend in de Fransche taal, zijn gesteld ; dat de Vlaamsche taal bij officieele plechtigheden wordfverge- ten; dat de eereteekens en begeleiden- de diploma's welke voor daden van heldhaftigheid of maatschappelijke toewijding worden uitgereikt, gesteW zijn in eene taal, welke de eerste belanghebbende niet verstaat. Wij hooren van bestuurlijke benoemingen in het onbezet gedeelte, door het Mini- sterie van Binnenlandsche Zaken gedaan zonder voldoende rekening te houden met de duidelijke taalbe- hoeften van deze streken. Maar wat ons vooral grieft zijn de misstanden welke bestendig blijven in en om het leger. Wij geven grif toe dat het, te midden van het vuur niet mogelijk was om al de nadeelige gevolgen weg te ruimen van een taalregiem, dat tachtig jaar lang den geest, het gevoel en de verstandige opleiding van onze officie- JW ren heeft misvormd, maar de Regee-ring moest er haar werk van maken om onze Vlaamsche jongens met kracht te beschermen tegen elke onbil-lijke krenking en vooral tegen elk onrecht, dat uit deze wanverhouding kan vootvloeien. Dat mogelijke is nog niet gedaan. (1) Het is misschien te vroeg om onze boeken volledig open te leggen; maar we doen bij deze drin-gendberoep op onzen eersten minister om niet langer werkloos te blijven toe-zien. Een vrome wenséh is niet voldoende. Er moet worden gehandeld,en elke wezenlijke daad zaldoor 't Vlaamsche Volk met dankbaarheid worden begroet. Het mag niet worden geduld dat het aantal der Vlaamsch-onkundige onderofficieren en officieren door nieuwe benoemingen steeds maar onverminderd blijve en men zorge dringend, dat onze jongens niet langer moeten verschijnen voor militaire rechters, die slechts gedeeltelijk of in 't geheel niet de taal der betichten verstaan, en niet worden opgesloten in gevangenissen, waar zij aan hun eigen verlatenheid geheel worden overgeleverd.(l) Dit is niet alleen een eisch vangoede staatkunde, maar van elementaire rechtvaardigheid, en ons verzoek richt zich rechtstreeks tôt het geweten van de betrokken ininisters. De regeering moge de gevolgen van deze veronachtzaming voor oogen nemen. Zij bekent zelf, dat de taaltoe-standen voor den oorlog niet aan een goede regeling beantwoorden. Toch doet ze beroep op vaderlandlieven-de éensgezindheid van aile Belgen, om de taalvraagstukken te laten rus-ten tôt na den oorlog, maar door de misbruiken, welke zij duldt of in het leven roept, lokt ze onvermijdelijk nieuwe moeilijkheden en geschillen uit. Wij betreuren ongemeen, dat de Duitschers zich met inwendige taal-aangelegenheden zijn gaan bemoeien, wij betreuren nog meer en hebben het duidelijk genoeg afgekeurd, dat som-mige Vlamingen deze onrechtmatige hulp hebben aanvaard; maar het valt niet te loochenen, dat de vermenigvul-diging van gevallen, waarbij verluidt, dat de Belgische overheden te kort komen aan hunnen plicht tegenover het Vlaamsche Volk, een uitstekende gading zijn voor de separatistische propaganda in het bezet gedeelte, en bij vele Vlamingen in het buitenland eenen toestand van verbittering hebben teweeg gebracht, die voor de samenwerking en goede verstandhou-ding tusschen Belgen niet vaordeelig is. Ook wanneer menlater de oorza- ken zal vaststellen, welke den gods-vrede op taalgebied tijdens dezen oorlog hebben aangetast, zal men niet vergeten, dat indien de aanvallen van zekere Fransch-Belgische bladen en sprekers in het Vlaamsch gemoed een zoo pijnlijkenweerklank hebben gevon-den, het mede te wijten was aan de omstandigheid, dat de rustverstoor-ders deze uitlatingen deden doorgaan als gesproken onder goedkeuring van de regeering.(l) Wanneer echter door nauwgezette toepassing van onze geiijkheidswetten ware gebleken, dat de regeering integendeel over het recht van Vlamingen en Walen, met gelijke bezorgheid waakt, ware deze aantijging zonder eenige uitwerking gebleven. Wat onze tegenstanders ook roepen over de onverzadigbaarheid der Vlamingen, onze eischen zijn nooit over-dreven geweest. Het Vlaamsche Volk is zoo weinig verwend, datheteerte gemakkelijk te bevredigen is, en of-schoon het verleden zijn verwachtin-gen zoo dikwijls heeft teleurgesteld, neigt het van nature naar vertrouwen en geduld. De spontané eensgezind-heid, welke bij de verklaring van den oorlog tôt stand kwam om geen nieuwe taalvraagstukken te doen oprij-• zen. de onvoorwaardelijke offervaar-digheid met welke onze vrijwilligers zijn ten strijde getogen, bewijzen, dat de Vlamingen steeds bereid waren om den eersten star, nai" de eendracht te doen. Zij volharden in deze stemming, en zullen het op hun goeden wil niet laten aankomen, om tegenover ' den vijand in het belang van 's lands zaak deeensgezindheid onder de Belgen te bewaren. Zij zullen nog minder wankelen in hun besluit om met aile inspanning van krachten den overwel-diger zoo spoedig mogelijk te keeren; maar men moet hun de taak hooger-hands niet bemoeilijken. Wij vragen niet het onmogelijke ; wij pleiten dit maal zelfs niet voor iets dat aan twijfel kan worden onderworpen. Wij staan alleen op hetgeen meer dan ooit nood-zakelijk is, op eerbied voor de wet in oorlogstijd . Wanneer de regeering metterdaad zal hebben getoond, dat het haar niet aan de noodige energie ontbreekt, om 'clezen plicht na te komen, kan zij er op rekenen, dat hare goede bedoelin-gen voor de toekomst beter zullen worden gewaardeerd en haar beroep op eendracht beter zal worden begre-pen.* ♦ * Zoo spreekt M1 Frans Van Cauwe-laert in een der jongste nummers van zijn orgaan « Vrij België». Na voorheen aile actie der « activis-ten » als uit den booze-te hebben ver-oordeeld is hij er toch toegekomen te erkennen dat het niet de Flaminganten maar de Franskiljons zijn welke de eersten den godsvrede hebben verbro-ken en oorzaak zijn van den taalstrijd die thans feller dan ooit in België woedt. Daar nemen wij akte van. Voor 't overige vreezen wij zeer dat, wat M" Van Cauwelaert ook moge zeggen of schrijven, zijn stem die eens « clamantis in deserto » blijven zal. Hij zelf doet aanmerken dat • na twee jaar » voorhouding dezelfde toegeeflijkheid » (bij het uitsluitend gebruiken van het » Fransch) niet meer op haar plaats » zou zijn ». Nochtans is de toestand,— de feiten die in 't artikel zijn aange-haald, bewijzen het — van kwaad tôt erger geworden. Zoo zeer zelfs dat in het artikel van hem dat wij in ons nummer van 26 Nov. jl. cpnamen hij zich « gelukkig » verklaarde de getuigenis te kunnen afleggen dat zijn houdingniet *op vertrouwen in de Regeering is ge- baseerd.» Waarom dan nog altijd een regeering lastig gevallen die blind genoeg was om niet in te zien dat ook de geringste belofte van rechtsherstel bij tijds gegeven, rust in de Vlaamsche gemoederen zou hebben bevorderd en die nu nog blijkbaar niets wil doen voor de Vlamingen ? Niet alleen op de feiten die Mr Van Cauwelaert aanhaalt kan worden ge-wezen maar nog op vele andere die Vlaanderens toekomst nog meer bedreigen, zoo bijv. de ontworpene economische verdragen die ons land met handen en voeten geboeid aan Frankrijk moeten overleveren. Waarop wacht M' Van Cauwelaert dan toch om « zijne boeken volledig open te leggen » en zich voor goed bij ons te scharen die van nu af reeds aan-stalten maken om den stormloop af te weren die de Franskiljons tegen ons voorbereiden en die, daar de Belgische regeering zelfs niets beloven wil, ons recht nemen waar wij het krijgen kunnen ? B. K. Il) Wij onderlijnen. (Red.)* Gij liegt ! zeg 5k. Gij liegt ! zeg ik ; gij lastert, want gij haat Mijn volk sincls eeuwen, man. 't Heeft [nimmer, nooit gebogen Vrijwillig onder 't juk aïs een geboren laat; Maar 't juk was zwaar, en 't heeft zoo-lang [gewogen ! Ei lieve, zie, z'n bonke lichaam trilt, Van d'uitgezwollcn kracht waarmee 't zich [poogt te rechten, Al is het zwaar dat juk, dat het zoo lang [reeds tilt. Mijn volk wil vrij, geen schand-ras zijn [van knechten ! O! 't wordt eens vrij, of sterft den helden- [dood In 't strijden voor z'n recht : zichzelf, een [Volk, te wezen ; En sneeft het nu misschien, ééns wordt het [toch weer groot — Een reuzen-volk, uit helden-bloed verrezen ! Frans Meulders van Remoortel. Nov. 1916. EEN MAMIFEST DER PASSIEVEN Wij hebben met veel belangstelling kennis genomen van een manifest der zoogenaamde passieven. Het doet ons waailijk genoegen dat de Vlamingen die op dit oogenblik niet met ons meegaan, eindelijk eens klaar en duidelijk de argumenten hebben geformuleerd waarom ze niet wen-schen op te treden ter verdediging van de Vlaamsche belangen tijdens den oorlog. In dit opzicht heeft de schrijver of schrijvers den dank der Vlamingen verdiend. Nu hebben wij immers een houvast, een bazis waaruit andere be-sprekingen kunnen volgen, die naar we verhopen ér toe leiden kunnen meer licht te brengen in veel verwarring en misverstand en die ons ten slotte leiden moet, zoo eenieder van goeden wil is en blijft, tôt algeheele verstandhouding onder de Vlamingen, tôt : de Eendracht. Uit de lezing van het stuk kregen wij den indruk, dat het niet geschreven is, door een dier gelegenheidsflamingan-ten, die nu maar Vlaamschgezind doen om de Vlaamsche Beweging des te beter te knakken ; neen, als we 't goed voor hebben, dan hebben wij hier te doen met een Vlaming die wat voelt voor zijn volk, die ook reeds wat gedaan heeft tôt Vlaanderens' heil en die dan ook terecht op den naam van Vlaamsch strijder aanspraak kan ma» ken. Met zulke mannen kunnen v/ij praten, in de hoop te worden begrepen. * * * Om te beginnen moeten wij enkele onnauwkeurigheden terecht wijzen. 1° De schrijver schijnt niet te weten dat het besluit van den Generaal-Gou-verneur, betreffende de Vervlaam-sching onzer Hoogeschool, reeds was genomen en officieus bekend gemaakt vôôr het eerste verzoek van de jgroep Kimpe, met Kerstmis 1915, werd ver-zonden Eene Duitsche mededeeling heeft- later de opvatting als zou de ver-vlaamsching gedaan worden op de vraag van de groep Kimpe, als onjuist terecht gewezen. Daardoor valt een der argumenten ■A/aarop de schrijver zich voornainelîjk steunt totaal weg. 2° De Vooruit, het orgaan der socia-listische partij, wordt door schrijver als niet meer verschijnend opgegeven. Dat is onjuist : het blad wordt te Antwer-pen aile dagen verkocht. Dit heeft zijn belang omdat de schrijver betoogt dat aile politieke geschillen tijdens den oorlog werden gestaakt, en daaruit een besluit trekt als zouden wij en wij alleen de stoorders van den Godsvrede zijn. Tusschen de katholieke Bien Public, het kath. Volk en de Vooruit van Gent werd de politieke twist met onverminderde hevigheid, ook nu tijdens de bezetting voortgezet. 3° Schrijver spreekt ook over nieuwe vereenigingen waarvan de leden niet gekend zijn en noemt daarbij den Hoo-geschoolbond. Verschooning, waarde strijdgenoot, de namen van Voorzitters, Secretarissen en leden van den Hoo-geschoolbond kunt U vinden in ons eerste nummer van ons blad (2 Sept. 1916), ni. de onderteekenaars van het Manifest van den Hoogeschoolbond. 4° Schrijver zegt ook dat de rechts-geldigheid van het besluit der ver-vlaamsching door de passieven niet werd betwist. Nogmaalsverschooning|: herhaalde malen hebben wij in per-soonlijke gesprekken kunnen vaststellen dat die rechtsgeldigheid wel werd betwist. Trouwens, Mr Franck, een rechtsgeleerde, opsteller van het ge-kende vertoog aan Generaal von Bis-sing, beriep zich op de Haagsche Con-ventie om het Duitsch bestuur van zijn voornemen af te brengen. Wij ontvingen het manifest eerst bij het ter pers gaan en we moeten ons nu, bij deze enkele terechtwijzigingen bepalen. Op den verderen inhoud van het stuk komen wij terug. Het beste Vlaamsche werk dat in ieders bereik ligt, is on» blad te steunen door het werven van inschrijvers. Wie op «De Eendracht» nog niet geabonneerd is schrij ve dadelijk in voor het volgende jaar. Ieder lezer brange minstens twee nieuwe inschrijvers bij. Op aanvraag zenden wij proefnum-mers.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes