De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

1426 0
21 september 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 21 September. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/dj58c9sq8q/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Derde Jaargang, Nr 38. - 21 September 1918. Prijs : 10 centlen en. Derde Jaargang, Nr 38. — 21 September 1 -18. DE EENDRACHT Prijs per Jaargang » » drie maanden Postchekrekening Nr 86. fr. 5.20 » i.3o | Weekblad voor hat Viaamsche Volk Radaktie en Bureel : Lange Nieuwstraat, 108, ANTWERPEN, m ONZE VLAAMSCHE HOOGESCHOOL REGHT EN MAGHT (1) Ongeveer twee jaren is het geleden sinds ik hier te Antwerpen, samen met Dr A. Borms en K. Heyndrickx, de eer had het woord te voeren in eene vergadering ten voordeele der Vlaamsche Hoogeschool en ik de vervlaamsching onderzocht met het 00g op de plichten der Vlamirigen jegens Vorst en Land. Octobermist, zeide ik dan. woog op onze zielen. Deze inderdaad hadden we onder de loome duistevnis der nacht-angsten gelegen en het licht der zekerheid en der zegepraal brak slechts weifelend en rood van strijdbloed door. Laffe beschuldigingen, hatelijke ver-dachtmakingen gierden om ons henen. Modder bespatte ons. Spot siste overal. Vijanden dreigden, vrienden smeekten of ontvielen. Aile machten spanden samen om in de kiem het zaad van Vlaanderen's herwording te stikken. Wat zijn er in die dagen wonden geslagen waarvan de litteekens soms nog bloeden ! Wat werden reusachyge dwaasheden verteld door lieden s tram en stijf van pruikerigen ernst. Wat werd er ver-wenScht en verguisd door monden drui-pènd van de heilige gebedenzoetheid. Wat werd er geprofeteerd en voorzegd door zieners, bezield-door-Bacchus in kroegen, haarkappersalons, verstandige-liedenkransjes. De Hollandsche profes-soren hadden van Engeland verbod gekregen naar België te komen en de koningin had toegegeven. De gouver-neur-generaal van België had afgezien van zijn ontwerp. De doorbraak van het Westerfront was aanstaande, enz., enz. Wie verzameling gehouden heeft van al die typische staaltjes van dwaasheid door oorlogszenuwziekte tôt haar kook-punt gebracht, heeft een mooi bijdrage geleverd tôt de kennis van de men-schelijke ontaarding. VVaardig stond daartegenoverhet—toen nog zeer klein — legertje van dej Vlaamsche strijders. Ik herlas bij het opmaken dezer toe-spraak de dagorden en manifesten van Oud-Hoogstudentenbonden en Hooge-schoolbonden, de redevoeringen of de eerste propagandavergaderinger. uitge-sproken en bewonder den kalmen toon, de stevigheid van de bewijsvoering en oordeel : « Zoo spreekt waarheid, zoo spreekt recht ». Uit de werken dier eerste tijden immers is het dat de geest moet bepaald worden, waarin de oprichting der Vlaamsche Hoogeschool door de verantwoor-delijke Vlaamsche leiders werd aanvaard. De latere verklaringen hebben niet dezelfde waarde noch dezelfde beteekenis en binden niet. Klaar blijkt er uit dat op dit oogenblik, wat de Vlaamsche Hoogeschool betreft, de Vlamingen, die het rrranifest en de dagorde teekenden, volkomen stonden op het standpunt van internationaal en binnenlmdsch recht, van trouw aan land en vorst. Deze verklaringen mochten echter niet baten. De Rektor, Curator en Secre-taris der Hoogeschool werden gestraft met uitsluiting uit de Leopoldsorde. In het begin van October 1916 ver-scheen in den Moniteur Belge een verslag aan den Koning gevolgd door een besluit van 11 October iqlô, zoo arm (1) Eerste deel van de toespraak van Prof. Mr. Dosfel op het Studentencongres te Antwerpen. Deze notas waren niet voor publicatie bestemd en de schrijver kon ook de proeven niet na-lezen. We hopen dat de lezers dit zullen wil-len in acht. nemsn. (Red.) aan inhoud, zoo opgeschroefd in de uitdrukkingen, zoo slap van redeneer-kracht dat menigeen oordeelde bij de ver-Spreiding in België dat wij hier voor een apogrief een opzettelijk vervaardigd stuk stonden. Ongelukkig voor de Bel-gische regeering ~,was dit niet zoo. In het verslag worden met would-be-behen-digheid van een goochelaar de gebeur-tenissen verdraaid. De Hoogeschool te Gent wordt voorgesteld als een nieuwe Hoogeschool. De woorden en respectant les lois en usage dans le pays uit art. 43 der Haagsche Conventie verandert men klakkeloos en zonder omzien in lois et règlements (wetten en verorde-ningen.)Zwaar echter is het stuk van belee-digingen en bedreigingen : De hoogleeraars zijn plichtvergeten landverraders, verleid door aanlokkende voorstellen en verzekeringen, wier ellen dige zwakheid ellendig afsfëékt bij de bewonderenswaardige en onbuigbare _ houding van gansch de bevolking, 011-waardige ambtenaars die met den vijand hebben geheuld en die voor immer zullen ophouden tôt den dienst van den Belgischen Staat te behooren, leeraars door de Duitsche overheid.. i.ngelijfd, aan wie om reden van onwaardigheid hun rang van de Leopoldsorde dient ontnomen. De diploma's zouden later geen de minste wettelijke waarde in België bezitten. 's Konings besluit bepaalde zich er bij het ontnemen der Leopoldsorden te bekrachtigen. Van alstellingen en nietig verklaringen van diploma's gewaagde het niet. Als zalf voor het bloeden kwam natutfrlijk een belofte : « De Regeering is overtuigd dat, ter-stond na den herstelden vrede door de samenwerking van aller goeden wil, dien \ij dan ook \al trachten voor te staan,, aan de Vlamingen, zoowel op gebied van hooger onderwijs, als op elk ander, die volledige gelijkheid in recht en in feite \al worden ver\ekerd welke moet bestaan naar den wensch zelf van ons grondwettelijk verdrag. » Wat een bekentenis niet waar ! Geachte toehoQrders, ons grondwettelijk vtrdràg van i83i wenscht dat tusschen Vlamingen en Walen in feite en in rechté gelijkheid moet bestaan op elk gebied. En in içiô meer dan vijf-en-tachtig jaren nadien belooft onze regeeiing dat zij haar best zal doen om die gelijkheid tôt stand te brengen. Welke methode zij daarbij zou aanwenden "verklaarde zij niet, misschien dezelfde als diegene welke zij toepaste tijdens den oorlog in het leger, in het niet-bezet gedeelte van België, in deConsulaten, in Engeland, om de samenwerking van allen goeden wil te verzekeren kon zij dan maar netjes allen die niet wilden zooals zij het zwijgen op leggen, knakken, ver-bannen of opsluiten. Cézembre tucht-compagnie, broodrool. Het besluit van 11 October 1916 werd later aangevuld door de beruchte besluit-wetten van 8 oApril jçiy waarin wij o. a. lezen : « Aile maatregelen door de bezettende macht genomen worden van reçhtswege voor ingetrokken gehouden naarmate het grondgebied bevrijd wordt » en in het verslag luidde het : « De genomen be-sluiten, de gedane benoemingen... ver-vallen van rechtswege met het verdwijnen van de bezettende macht. » Gij ziet het, geachte toehoorders, 7 is scherp en snijdend niet als het \waard der gerechtigheid maar als een Guil-lotin-hakmes. y 553 Van onderscheiding^n tusschen wat goed en slecht, rechva >rdig en onrecht-vaardig, recht en 0111 fcht, normaal en buitengewoon is, vindf 2 wij geen spoor. Aan zorgvuldig motiveeren der beslissin-gen wordt niet gedachr, net of ailes zoo zeker, zoo onbetwlstbaar wris. De teederste, de betwistbaarste punten van het internationaal recht worden niet onderzocht met het ontleedmes van een geleerde, maar aan flarden g^hakt door een beenhouwersmes. De verslagen aan den Koning staan op lie laagte van een slecht XX' Siècle, artikel of van een zeer middelmatig kieananifest. Doch gemotiveerd of niet, wetenschappelijk of niet toch gaven de verslagen en besluiten de inzichten weer onxer regeering en bewijzen zij wat wij' te verwachten hebben indien wij niet krachtig staan bij de zoogezegde bevrijding van ons grondgebied. Brutaler nog dan in de verslagen en besluiten wordt ailes uit-eengezet in de officieir e regeeringspers en de redevoeringen van de vleiers der regeering. De geheime pamfietten waarin gedurig gesproken woidt over : « toe-passing der lynch-wet, over hangen en doodslaan ». Feitelijk sterk te staan is dus de hoofdvereischte opdat ons volk recht niet zou te kort gedaan worden. Begoochelingen zijn de droomen van zoovele edele denkers^ pj/er een van \elf-çegepra/en «p s>sr la -'.vi.1 \\fip daarin als in eene werkelijkheid gelooft moet zijne oogen sluiten voor de plet-kracht der gebeurtenissen. De droomen zijn weliswaar mooier dan de feiten en redelijk is de wensch van een dichter die eens bij God vroeg om zijn dagelijkschen droom. Ik zelf in mijn bovenvermelde redevoering spie-gelde mij voor — ik had toen van bedoeld verslag en besluitgeen kennis — en drukte de hoop uit dat de Koning der Belgen eerstdaags de Belgische vlag uitsteken zou aan den gevel der Vlaamsche Hoogeschool en aldus bekrachtigen wat wij de-den. De besluit-wetten — zonderlinge kop-peling welke overhoop ligt met onze grondwet en hare grondslager — deden mij klaar zien en overtnigden mij van de volgende waarheid : De vervlaamsching wordt alleen dan gehandhaafd wanneer zij een eisch is van de vredesvoorwaarden of wanneer, bij een gebeurlijk onvoorwaardelijk her-stel van België, de hoogeschool zoo sterk staat dat voor het afschaffen de regeering terugdeinzen zou omdat de nadeelen der afschafiing in de oogen der terugkeerende regeering grooler zouden zijn dan de voordeelen, m. a. w. wannetr wij ook macht kunnen stellen ' ten dienste van ons recht tegenover lien die al hunne macht tôt afschaffing er-van in 't gelid zullen scharen. De vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool was voor den oorlog reeds een recht voor het Vlaamsche volk en werd door de algemeenheid der Vlaamschge-zinden voor een recht erkend. Het was een plicht dus voor den staat, uit naam van de verdeelende gerechtigheid, daar-toe over te gaan zonder onnuttig uitstel. De Belgische regeering bleek echter uiterst schoorvoetend te werk te gaan en «r bestond gegronde vrees, dat zij na den oorlog niet die oplossing zou voorgestaan hebben welke alleen met 'het recht van het Vlaamsche volk over-eenkomt, en dat zij, zooals zij dat vroeger altijd deed wat zij voor het Œlelgisch staaUbelang hield zou gesteld hebben boven het Vlaamsche volksbelang in stede van het tegenovergestelde te doen ; dat zij weer, zooals dat vroeger herhaaldelijk gebeurde, drukking zou uitgeoefend hebben op de volksvertegen-woordiging tôt verminking van het Hoogeschool-voorstel. Tôt verwezenlij- ôi-4 king van ons recht namen wij de hulp aan van de bezettende macht. Al hadden wij het gevraagd dan nog kon men ons den steen niet toewerpen. Dit geschiedde met de noodige voor\ichtigheid, zooals uit de officiëele stukken blijkt. De belangen van het Vlaamsche volk ver-plichtten ons daartoe, de belangen van een Belgisch Koninkrijk (zooals het rechtvaardigheidshalve zou moeten bestaan) ver^etteden çich daartegen niet. Onze handeling was dus niet onrecht-vaardig. noch onvadeflandsch; wij mogen er naar streven dat zij zou bekrachtigd en gehandhaafd worden en ons krachtig verzetten tegen het teniet doen ervam L. DOSFEL. Twee jaar Hoageschoolleven. De tijden veranderen en de menschen nog meer. Pas twee jaar geleden, stond heel Vlaanderen in rep en toer omdat de Gentsche Hoogeschool zou heropenen in 't Nederlandsch. Al wat toen eenigs-zins als stiijdend flamingant kon door-gaan was opgetrommeld geworden onj een aanval « en bloc » tegen de ver-franschte burcht te wagen. Laten wij deze versleten figuur nog maar eens gebruiken omdat zij alleszins juist is. Dé h'eëië acti vrstisehe~-p,crsf- had dage-lijksch en opnieuw kolommen gevuld met aankondigingen,- benoemingen, levens-beschrijvingen van hoogleeraren, manifesten, aanwakkeringen, inlichtingen enz. Al wie maar eenigszins belang stelde in het Vlaamsche vraagstuk keek in gespannen afwachting naar Gent ; vele activisten met den schrik in 't hart.,. Het was de eerste vrucht van hun bang zwoegen die ging geplukt worden ; het eerste kind van het oorlogsflamingan-tisme dat ging geboren worden ! Was de boom wel levenslcrachtig genoeg om een vrucht te laten rijpen ? Zou het geen misval zijn ? Kortom, zouden de Vlamingen door deze eerste daad zich niet belachelijk maken voor de wereld ? En de groote vraag : Zouden er studenten zijn ?... De tegenstanders loerden loens-venij-nig naar het oude universiteitsgebouw, nog half-hopende dat niemand de ver-metelheid zou hebben onder de neêr-bliksemende blikken der vertegenwoor-digers van het « oud îegiem » deze met een gansch nieuwen geost bezielde hoogeschool binnen te treden. Als ze zagen dat er toch jonge kerels waren die met opgeheven kop en tartenden blik de Aula binnen traden, giijnsden zij wrokkig tusschen de tanden : Il y en a quand-même : [.es traîtres ! Het geloof om bergen te verzetten der toenmalige activisten, gepaard met een alles-tarteild idéalisme, en een bovenmenschelijke werkki acht heeft deze eerste beslissende zege behaald. Deze dagen vullen wellicht de heerlijkste bladzijden uit ons Vlaamsch oorlogs-dagboek.Vei leden jaar is het er heel wat kalmer toegegaan. De goede stede was de Vlaamsche studiasi gewoon. Teiwijl de veitegenwoordigers der heilige orde en veiligheid, feestelijk uitgedost, de Volderstraat op en af wandelden, bleef enkel een groepje voorbijgangers uit louter nieuwsgierigheid toezien, groote oogen trekkend « omdat er nu zooveel studenten waren ! » Maar typisch ! Naarmate de uiterlijke tegenstand verminderde, verminderde insgelijks de werkkracht der Vlamingen, nam de steun af, en moest de hooge-schoolkwestie wijken voor in schijti belangrijker viaagstukken. Een hoog-sludentenlanddag te Antwerpen, enkele 555 artikel en in 't « Vlaamsche Nieuws » en « de Eendracht », een paar zonder de noodige tact en de noodige kennis van zaken en 'diensvolgens met weinig vrucht ondernomen propagandareizen, dat was buiten de gewone inlichtings-bureelen ongeveer ailes. Van een door dik en dun gevoerde propaganda, van een aanwenden van aile mogelijke mid-delen, van een supreme inspanning geen spraak meer ! Bij vele personen en in vele kringen moest de universiteitskwestie wijken voot nieuwe vraagstukken, die gansch hun aandacht in beslag namen. Dit werd vooral merkbaar toen duidelijk bleek dat de meeste hoogleeraren en studenten, in de hoogeschool eerst en vooral een wetenschappelijke instelling zagen en hun werking in hoofdzaak tôt dat gebied beperkten. Die neiging, om hoogeschool en hoo-geschoolpropagande maar als bijzaak te beschouwen en naar een 2en of 3en rang te verbannen, schijnt thans op meer uitgesproken wijze naar voor te te treden. En wij willen inschikkelijk genoeg zijn om aan te nemen dat de tegenstand die wij bij ons propaganda-voeren van zekere zijden hebben o*-dervonden enkel daarin haar oorsprong vindt. Om haar te verdedigen worden min of meer ernstige argumenten aan-gevoerd waarop het antwoord in ons verder betoog besloten 1 i g t. Wij zelf hebben een oogenblik geaarzeld en ons afgeviaagd of wij de hoogeschool niet gingen belachelijk maken door een nieuwe propaganda. Gingen wij daar-door den schijn niet wekken dat de " hoogeschool nog altijd een kritische periode doorworstelde en nieuwe krach-ten onontbeerlijk waien om den s'trijd tôt een goed einde te brengen ? Bij een nadere beschouwing moest deze be-denking voor meer doorslaande rede-nen zwichten. Indien wij nog uit gingen van de strekking die voor twee jaar in som-mige activistische middens heerschte en die er vooral op aanstuwde daar te Gent iets tôt stand te brengen dat flink op zijn pooten stond om dan tôt de verbaasde wereld te kunnen roepen « Ziedaar het werk der activisten ! Een hoogeschool met professoren en studenten ! Dat is nu netjes in 01 de en daarmêe hoeven wij ons niet meer te bekommeren. » Ja, dan zouden wij het ook maar geraadzaamst achten ge-rust en zaligjes van ons verlof te ge-nieten en verder Gods water ovei Gods akker te laten loopen. Maar, al blijven wij ook in de vervlaamsching der hoogeschool de eeiste zegepraal zien van onzen nationalen strijd, toch is voor ons de Gentsche Aima Mater, meer, ja veel meer geworden. Zij is in de eerste plaats een brand-punt van wetenschap dat aan de jonge krachten van Vlaanderen de gelegenheid biedt de vereischte kundigheden op te doen om op een waardige wijze met het buitenland te wedijveren ; dat aan Vlaanderen de wetenschappelijke menschen moet leveren die op hun beuit hun invloed op alleilei gebied, techniek, handel, nijverheid, enz. zullen doen gclden en waaraan zoo menig land, ook grootendeels Duitschland, zijn bloei dankte. Het weterrschappelijk doeleinde primeert al de andere. Het staat hier boven al de andere en zou toch het eerste doel blijven al bleek naderhand dat daaruit nadeelige gevolgen vooit-vloeien op sociaal gebied b.v. Het is toch immers een hoogeschool en geen opvoedkundig instituut. Ze is in de tweede plaats een centrum van Vlaamsche kultuur, dat aan Vlaanderen kultuui menschen moet schenken, ontwiltkelden op aile gebied, de toe

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes