De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

1580 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 06 April. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/vt1gh9d70t/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ZZSjïv '' •j• Il Weekb'ad voor het Vlaamsche Volk | " Priester Van lier Meulenfomis. INSCHRIJVING door de zorgan van het weekblad ,,De Eendracht". »=»e LIJST — (6-4-18 m 14) Overdracht fr. 190.30 Negen Vlaairsche Normalisten te St Niklaas gedenken Priester Van der Meu'.en. 4-5o Heer, geef ons Vlaamsche herders. A.V P. Ophoven. iod Ingezameld op het propngandafeest van ae « Vlaamsche Kunstvereeniging » op 25-3-18 in de feestzaal t Thalia ». 2(3. : 5 fr. 222.— Er wordt nogmaals een warm beroep gedaan op de offervaardigheid van aile Vlaamsche strijdgenooten tôt stexin van dit fonds, dat reeds in voege is getreden en langs om meer bcwijst een nood^akelijkheid te fijn. N. B. De giften zijn voortaan enkel te stonen op de Postchekrekening van het weekblad « De Eerdracht », met dringend verzoek éditer er per brief of postkaarl onmiddel'ijk kennis van te geven aan bel bureel van dit Mad, voor kontrool en ten einde misvers'and of verwairing te voorkomen. ciaik- »: «*!'-*-"X VCKïKJ» HET GEVAAR. Het gevaar ligt niet in den Haver. Ofwel komt de Regeering der 22 of 23 ministers" niet meer naar Brussel terug, en dan is zij allerminst gevaarlijk. Ofwel komt zij, op genade van de Vredeskonferentie wel terug ; maar dan zal haie faam zobdanig getaand zijn en zal zij zooveel tegenstand "en moeilijk-heden op allerhande gebied ontmoeien, dat hare inacht vveldra beneden vries-pnnt zou dalen, 00k wanneer zij die macht tegen het Vlaamsche volk zou willen aanwenden. * * * Het gevaar ligt bij de aklivisten zelf. Ons welgelukken in den strijd voor Vlaanderen's zelfstandigheid hangt in de eerste plaats af van onze geschiktheid om de zelfstandige Staat Vlaanderen in te richten. Merk wel, het gaat niet om de vraag of de zelfstandigheid van Vlaanderen eefi; SOèvereine zal zijn of nier, of Vlaanderen eene afzonderlijke vertegen-woordiging naar buiten zal hebben of niet, of de naam van België zal blijven voortbestaan of niet Dit ailes is voor ons op dit oogenblik bijzaak, wijl -liet antwoord op die vragen niet van ons, maar van de Vredeskonferentie afhangt. Ten andere, dat zuivere idealisten droombeelden naj'agen, is hun zaak, maar onze beslissende tijd eischt nian-| nen aan het roer, begaafd met real-politischen zin, die hun idealen ir. overeenstemming kunnen brengen met de werkelijkheid en de mogelijkheden. * * * Terwijl vurig gedebateei'd, geredetwist en gepolemiseerd wordt over idealen en kersepitten, bestaat het gevaar dat de aktivistische leiders het eenig noodzake-lijke vergeten : de Daad. Daden regeeren de wereld : één daad van Hindenburg is maehtiger dan dui-zend woorden van Wilson, Lloyd George, Northcliffe, Clemenceau, Trotski of Hymans. Ook de Daad moet het aktivisme ten zege voeren. * * * De uitroeping van Vlaanderen's zelfstandigheid was een woord. Waar blijft de Daad i De magistratuur heeft zich tegen de zelfstandigheid van het Vlaamsche volk verzet. Hoe hebben wij die vijandige daad beantvvoord ? Eenige gemeenteraden hebben gepro-testeerd. Hebben wij, zooals de omwen-telaars van i83o met de gemeenteraad van Gent deden, deze anti-volksgezinde bestuurskorpsen afgezet ? |^Het Nationaal Komiteit, dat maan- 132 delijks ettelijke millioenen wint aan de ellende van ons volk, zet met dit geld zijn transchgezinde werking voort. Hoe vervveeren wij ons daartegen ? Is het lager en middelbaar onderwijs nu eindelijk vervlaamscht ? * * * Onze strijd wordt niet gewonnen met meetings, waar immer dezelfde over-tuigden overstelpt worden met de immer hernieuwde ttewijzen van ons goed recht. Onze strijd is geen kwestie van rede-neering, wel van macht. Honderd meetings minder, maar één ernstig machtsvertoon brengt het volk achter ons. Ons volk Vlaamscligezind maken is overbodig ; het is Vlaamsch maar het is slaaf van de machthebbers, en die zijn tegen ons. Wat baat ons gepraat over een al of niet soevereine Vlaamscfie St.iat, wanneer wij geen macht toonen, en geen geschiktheid, om die Vlaamsche staat in te richten en te besturen. « Vrij België » noemt de R. v. VI. I waanzinnig. Moest de R. v. VI. slechts , geschikt blijken om Bijzantijnsche dis-kussies te voeren en geen kracht toonen « 0111 Daden te stellen, dan had « Vri) België » gelijk. * * Het aktivistische leger is in de laatste maanden ontzaglijk aangegroeid. De ver-wachtingen onzer aanhangers zijn in de hoogste mate gespannen. Gaan deze verwachtingen niet in ver-vulling, blijken de aktivistische plannen bij de aanraking der koude werkelijkheid als zeepbellen weg te spatten, dan kan de ontgooeheling en de ontmoediging niet uitblijven. Daar ligt het gevaar. WI I.FRIED. Over het inkonsekwent en onver-klaarbaar uitblijven van de vervlaamsching van het vrij middelbaar onderwijs. Het Vlaamsch Ministerie kan de wig, door de hardnekkig volgehouden ver'ransching in hare stellingen gedreven, niet uitdrijven. Het houdt de hand aan de vervlaamsching van het lager onderwijs en bouwt immer voort aan de Nederlandsche hoogeschool. M iddelerwijl verliest het uit het 00g dat door de verwaar-loozing van de vervlaamsching van het vrij middelbaar onderwijs zijnwerl zal ten gronde gaan. Buiten de in mijn vorig artikel overwogen en gewogen bezwaren, worden er door de frans-kiljons 110g enkele andere in 't midden gc-bracht. We willen de gewichtigste onder deze opwerpingen nog even onderzoeken en weer-leggen,Er wordt beweerd dat door de vervlaamsching van het vrij onderwijs de rechten van de de franskiljonsche huisvaders, rechten ge-vestigd op historische gronden, worden ge-krenktEr wordt beweerd dat elke poging tôt rechts-herstel, hoe geestdriftig ook door de meer-derheid der Katholieke Vlaamsche studenten begroet, tegen het, weliswaar ongewettigd, maar moedwillig verzet van de geestelijke overheid zal te pletter loopen. Indien we bewijzen dat het historisch recht op tweetalig onderwijs een produkt van Bel-gisch maaksel is en dat het mogelijk is het hardnekkig verzet van de geestelijke overheid te breken zonder geweld, kunnen deze beide hinderpalen den weg naar de vervlaamsching niet verder belemmeren. * * * Wat is er van het historisch recht van deFran sche taal in Vlaanderen t Is het niet zonderling dat de « f lamands de coeur» in de verdediging van de verlranschte vestingen in Vlaanderen, zoo dikwijls var stelling verloopen ? In 1906 beproefden de Belgische Bisschopper een beslissend offensief m teleiden tegen den toe nemenden drang naar vervlaamsching 111 Vlaan deren, De Belgische Bisschoppen orakelden da de Nederlandsche taal, wegens hare beperkt< uitbreiding over het wereldrijk. tôt het bevor deren der algemeene kultuurbelangen —een if. en heilig doei van het Universiteitsonderwijs (!? : — ongeschikt was. De stormloop werd zege vierend afgeslagen. Er werd hunne mis-leide Hoogwaardighedei lu.'J met geweld van bewijsvoeringen aan het ver- stand gebracht dat hunne principieele verkla- v ringen herrinnerden aan een renai:sanc«-be- toog, dat het uurwerk van hun brein inzake 2j opvatting van het onderwijswezen «en paar nj eeuwen ten achter stond bij dit der huidige ta nationalistische paedagogen. Een eenvoudig v« verwijzen, naar het hoogstaande peil van de kv Nederlandsche en Zweedsche Wetenschap be- dc wees dat de voorgewende onvereenigbaarheid VÉ van de Nederlandsche taal met de algemeene d, kultuurbelangen op geene ernstige gronden ta steunen kon In'topenbaar verslagen, dropea a, zij fonder verdere verdediging af en verkozen g( sindsdien de verfranschings-guerilla van uit Yo het geniep te leiden. Ondertusschen liet hij in zijn privaat-gebtichten den verderfelijken in- g, vloed zijner verjaarde renaissance-opvatiing j, van de humaniora met enkele wîjzigingen ]e vojrtwerkeii. De oppositie verliep van stelling. se Het werk van den knappen geschiedschrijvcr ,,, Pirenne, als uitwerking een meesterwerk, maar to 111 zijn strekking eene anti-nationale en wille- 0l keurige onderneming, alias een pieteits-vol Jj, werk den afgod België gewijd, werd het wapen- te arsenaal, waar de verdedigingsmiddelen van het Eraiisch-Belgsche staatswezen werden ge- p smeed n Als ik beweer dat het werk van Pirenne anti nationaal is, spreek ik als Vlaming. Ik ben onbevoegd om dit meesterwerk van a tôt ))( z af te breken, maar bij het kritisch door- lezen van dit boek krijg ik stellig den mdruk v; dat het doel door den schrijver beoogd, de j, schikking en de schifting van de stof be- ni heerscht. Al wat de verheerlijking van het el Belgische wezen in wording niet bevorderen u kan, wordt verzwegen of behendig over t sf hoofd gezien. De feiten worden met zorg af- „ gerond en het geheel, als een fijn ingelegd mozaiek-werk wordt dienstig gemaakt om de naaktheid van de wanden van den Belgischen tempel aan het 00g der leeke scharen te ont- s( trekken. Dit boek is de Koran geworden van tr de Belgische dwaalleer. Het heeft aan Vlaan- cj deren oneindig veel kwaad gedaan. Onze schoolhandboeken, in het verblindend» licht jj dezer dvvaalster opgesteld, onttrekken aan j, het 00g der jeugd de werkelijk ware geschie- S( dénis van Vlaanderen, ons ware en eenigt vaderland. Eaten we hopen dat de fakulteit 0. van Wijsbegeerte en Letteren van onze Vlaam- n sche Hoogeschool het werk van Pirenne stuk ^ voor stuk zal afbreken en uit het onvervalschte feitenmateriaal «nze vaderlandsche geschiede- a nis op natuurlijke gronden zal opb»uwen. n Het spreekt van zelf dat Vlaanderen gedu- is rende de middelecuwen aan den invloed der zôô sterke Fransche kultuur heeft bloot- il gestaan. Maar niet alleen Vlaanderen, maar v ook de Duitsche Rhijnjewtsten werdtn door v de bekoorlijkheden der schoone buurvrouw zoo g verlokt dat de Fransche taal in de 14e eeuw, o zoovvel in West-Duits hland als in Vlaanderen, de eereplaats innam aan de hoven der grooten Doch die invloed was meer opper- vlakkig dan diep-ingrijpend. Buiten Filips van ^ Komen, die eerst aan het Burgendische, later j aan het Fransche Hof zijn leven doorbracht, hebben onze Nederlandsche gtwesttn aan Frankrijk geen enkel kunstenaar van belang ^ geschonken en dat in een tijdperk dat Vlaan- deren met menig Vlaamsch meesterwerk ver- ^ rijkt werd Is dit uitblijven van aile aktieve deelneming aan de Fransche kultuur, in een tijd a waarin de nationale gevoelens nog sluimerden, geen schitterend bewijs dat de breede lagen van onze bevolking, dat de kern van ons volk, ^ niet door den kanker van de vertranschinj n werd aangetast ? De wetenschap was in dien jj tijd wezenlijk internationaal «femeen^oed. Enkel de literatuur was in hare uitdrukkinj ' nationaal. Mag het dan geen wonder heeten ^ dat de verfransching, welke volgens Pirenne zoo diep in ons volk zou hebben wortel ge- ^ schoten, gedurende een tijdspanne van 5oo jaren de Fransche literatuur met geen enkel j werk van beteekenis heeft verrijkt ? i83o kwam L en wat gebeurde er ? Een vsrschijnset- dat ° eeuwen lang was uitgebleven werd 11a enkele t| jaren Belgisch regiem verwezenfijkt. De Vlaam- ^ sche kunstenaars verleeren hunne taal, ze Q vergaapten zich aan de welluidende klanken van de Fransche taal, ze bewonderen hare j. smijdigheid^ hare klaarheid, hare dichters en ^ schrijvcrs en ten slotte verlooclieneu en ver- achten zij, de 19" eeuwer» !, hun eigen taal -en taalgenooten. Rodenbach, Verhaeren en Maeterlinck om maar die drie te noemeii — a bekleeden een eerejdaats in de Fransehe let- y terkunde. Hoe is het begrijpelijk dat in een 1 tijdperk, waarin aile Europeesche volkeren in ' hun drang naar inniger en sterker nationaal f leven de vreemde talen, hoe schoon ook, ver- drongen. dat in zulk een tijdperk het natio- ■ naliteitsgevoel van het Vlaamsche volk zoo diep ( insluimerde bij een groot deel der bevolking ? Hoe verklaren dat schrijvers die in hun aan- ^ leg zoo diep Vlaamsch zijn gebleven maar t de Fransche taal als uitdrukkingmiddel gre- ■ pen ? De groote, bijna de eenige schuld dezer c verarming van onzen Vlaamschen intellektuee- c len rijkdom want ook de wetenschap werd c 1 uitsluitend Belgisch— is het Belgische Staats- ) wezen. Tweetaligheid, een historisch recht ?!! Vcrschooning, heer Pirenne, en gij Excellentie 1 1 de Broqueville, die blindelings naar dit laatst ( ■ W H waam y - ' 134 smeede wapen grijpt om er mee tegen het aamsche volk te schermen ! Vô<5r i83o speelde het Latijn nog een aan-snlijken roi in het middelbaar onderwijs ; et het Fransch maar het Latijn was de al van de wetenschappelijke opleiding. De reeniging met Holland, welke tôt stand ;am op het oogenblik dat de Latijnsche taal ior" de nationale talen allengskens werd ver-rdrongen, zou stellig de bevordering van i Nederlandsche taal in het onderwijs zijn n goede gekomen. Maar God wilde het iders ! In i83o dreef de leuze vrijheid van idsdienst vooral — ons in de armen van Wal-nië en het huwelijk werd door l'ransche ijonnetten bekrachtigd. De nieuw'e echtelin-in werden onder Fransch dak gebracht en : voogdij van het Fransch werd hun opge-gd.Onder het Belgisch bewind nam de Fran-he taal in het onderwijs eene plaats in, elhe ^ij nog nooit had beltleed en welke haar ekwam noch op grond van eene jarenlange •erlevering noch door de natunr. Wat we >oger even aanhaalden over het onverbas-rde gemoedsleven van ons Vlaamsch mid-îleemvsch volk, bewijst duidelijk dat de eere-aats in het onderwijs alleen toekomt aan de ederlandsche taal, de eenige bestaande inge-ortelde volkstaal in Vlaanderen tut in i83o. In een vorig nummer van « De Eendracht » ;wees vrederechter De Decker dat in onze ;westen de Nederlandsche taal de taal was in het gerecht. Pater Stracke liewees dat in ; Jezuiten-colleges onder het oude regiem de ederlandsche taal veel hooger in aanzien en I gebruik stond dan de Fransche. En in den ïam van welk historisch recht heeft men dert bijna 90 jaren onze Vlaamsche jon-;ns in een Fransch leger, naar taal eri geest, tgelijfd, een leger dat van zuiver Belgisch àaksel is. daar voor lS3o qulke weermach et bestond ! Trouwens op welk historisch rechU eunt de verfransching van ons sterk gecen-aliseerd middenbestuur, bestuur, dat, prin-piëel vôdr i83o ondenkbaar is ? Het ziet er naar uit of de voorgewende storische rechten van het Fransch in Vlaan» tren voor de drie vierden van Belgisch maak->1 zijn ! Ik besluit : De Fransche taal heeft in on» iderwijs eene plaats ingenomen, die ha9r jeh historisch, noch van natuurwege toe-smt.De onderwijsverfransching heeft ons volk een wzienlijk deel van zijn intellektueele — ikga iet verder — krachten ontvreemd. Bijgevolg de verfransching van het onderwijs een illekeurig, internationaal en onrechtvaardig ijrijpen van den Belgischen Staat in ons slkswezen en is elk oogenblik dat voor de :rvlaamsching verloren gaat eene best&.di-ing van een toestand, met het recht, de ^erlevering en de aatuur, in strijd. * * * Een vriend vraag t me in zijn brief of ik met :ees dat de geestelijkheid, bij het doorvoe-:n van de vervlaamsching van het vrij mid-elbaar onderwijs er het bijltje niet zal bij serleggen ! Ik ben van meening dat de vrees 3or mogelijke tegenweer van wege de gees-ii|khfid het rerzaken aan de vervlaamsching an het vrij onderwijs niet billijkt en ook niet eletteu kan. Dit verzet zou in den hoogsten graad 011-ewetti»d zijn ? De geestelijkheid heett het :cht niet, uit hoogachting of uit schrik der Vaalich-Franskiljonsche koalietie-regeering, 3or het onderwijs de Vlaamsche volkskracht oedwillig te onderwijzen. Op dit bewijs hoef : niet in te gaan : Dat staat vast als een >al boven water. Maar. . uwe handelwijze is onkiesch. Ge uldigt de leuze « Summum jus, summum im-irium », het eerste en het laatste woord aan et geweld ! Neen ! Ons recht steunt op de natuur, op e overlevering, op het ware volksbelang, met p het geweld. Enkel tôt de uitvoering is ■ne krachtige hand noodig. Door onze krach-;n alleen kan de in i83o opgebouwde Fransch-el«' •che vesting niet worden veroverd, zelfs nder de leiding van een schitterend aanvoerder IsVan Cauwelaert. De franskiljonsch-Waalsche oalitie beschikt over eene groote meerder-eid van manichappen en over eene verplette-snde meerderheid van geld, macht en invloed. :ijn de franskiljons er voor achteruitgedeinsd, îettegenstaande hunne minderheid m Vlaan-tren, ons tegen aile recht in, met behulp van et vreemde Waalsche volk, het recht te ont-eggen op eigen onderwijs ? En zouden wij II dralen en talmen als het er op aankomt ene minderheid in Vlaanderen, op grond van en onbetwistbaar recht, met vreemde hulp tôt en eerbied van natuur en overlevering te .winjon ' En hebt ge dan geen betrouwen in de gees-elijke Overheid? Door uw drastisch optreden rekt gij hare ecrlijkheid en haren goeden wil n twijfel ? Met allen eerbied voor de priesterlijke waar-ligheid antwoord ik : Het gezond verttand en le ondervinding heeft mij aile vertrouwen in le nationale piëteit onzer hoogere geestelijk-leid verleerd ! Ten eerste, zij is van Belgisch maaksel en, leamen wat de Broqueville, mederegeerder 1er Belgische firma, over het toekomstig Belgiè ^ uitkraamt, is België ten doode opschrijven. Ten tweede, de bisschoppelijke omzend-brief van 190G ligt nog in mijne lade, en zwart op wit, staat hij nog diep in mijn ge-heugen geprent. Ten slotte vind ik de jongste verklaring van Zijne Eminentie over de vervlaamsching der Ujùversiteit onheilvol Voor de toekomst. Die verSlaring stelt de Vlaamsche kwestie op eene rij met den Gordiaanschen knoop. Welnu, wij zijn het benediktijner-geknoei moede ! Een ster-vende wordt door suikerzoete artsenij niet meer gered. Laat het Hindenburgsch zwaard den knoop doorhikken... en Vlaanderens rijk zal voor goed worden gevestigd. Maar... ds geestelijkheid zal er toch haar bijltje bij neerleggen ? Van drie zaken één : Ofwel wint het Duitsch-land op de heele lijn : Dan is het voor eeuwig uit met de franskiljons,.. Ofwel wint het de Entente en dan is het uit met Vlaanderen voor eeuwig. Een staats-ambtenaar — vrij-metselaar in hoogen graad verklaarde met een kabalistischen melistofeles-glimlach dat de eenige bezorgdheid waarmêe hij den triomfantolijken intoclit der Entente-legers te Antwerpen te gemoet zag, de schaarsch-te aan koorden was, schaârschte, welke hem wellicht zou noodzaken den laatsten aktivist aan het strop te laten ontsnappen. Die drie-tip wordt door de patriotards bewierookt en de passieven buigen voor hem met den dee-moedigen eerbied, welke Vernet — geloof ik — zoo meesterlijk heeft gepenseeld op de schil-derij waarop hij ons de Fransche edellieden, op hun weg « l'Eminence grise * ontmoetend en tôt tegen den grond buigend, voorstelt. De passievrn zijn konsekwent. Hunne hemel-sche glimlachjes zullen niet onbeloond blijven wel te verstaan als Frankrijk het wint. Da loge is machtig, na Frankrijks zegepraal al-machtig. Daarom. maar Fransch gesproken... Frankrijks' taal, en voor de vrijmetselaars diepgebogen, want Frankrijk is edelmoedig en vergeet zijne dienaars niet. Het getal der passieven, die niet dansen naar het pijpen der heeren van dit kapsel, is uiterst gering ! Finis Germanise, fiinis Flandrise ! Daarom i« het voorzichtig voor kruideniers en sjache-raars, baanveegers en barreelschuivers, de stok-ken die moeten dienen om de aktivisten af te rammelen, uit de handen der toekomstige gezagvoerders dankbaar te aanvaarden. Ofwel komt men nog tijdig t»t overeeokomst vooraleer eene beslissing valt op het slagveld. In dat geval zal het aktivistisch werk, na herziening en overleg, in zijne groote lijn en eene zegecing zijne voor ons Vlaamsche volk. De geestelijke ovetheid kan, als het haar lust, een lock-out uitroepen. Dit betoog heeft geene beslissende beteekenis. Dat is haar zaak. Zij alleen draagt de verantwoordelijkheié tegen-over de getroffen ouders. Trouwens, in dit geval kan het ministerie injrijpen : met hulp van jury's kan in de lichting van verschc krachten voor het voortzetten van het onderwijs worden voorzien. Langer dan een jaar zal de staking niet duren, De geestelijkheid zal spoedig overtuigd zijn dat haar verzet ver-geefsch is en schadelijk worden kan voor de belangen van het godsdienstig onderwijs. Dan volgt de gelatenheid ; zij zal bijdraaien. « * * Het belang van de vervlaamsching van het vrij middelbaar onderwijs is niet te overschat-ten. Het vrij middelbaar onderwijs levert de 3/4 der hoogstudenten onzer VI. Hoogeschool. In de beide Vlaanderen zijn er op de 100 studenten g5, die hun vrij middelbaar onderwijs in de collèges en seminaries ontvangen. In Limburg en Kcmprn evenveel. I)e geestelijkheid wordt uitsluitend 111 die ^estichten gelicht. Kortom door de vervlaamsching van het vrij onderwijs onttrekken we aan de verfransching de bloem, de kern van het Vlaamsche volk. In die gestichten leeft en werkt de geest van Rodenbach, bonzen de harten nog en jeuken de vuisten bij het nazingen : Weg de bastaards, weg de lauwaards ! Ons behoort het Noordzeestrand ! Ons de kerels, «lis de Klauwaarts ' Leve God en Vlaanderenland ! Ja, leve God en Vlaanderen! Wij willen niet langer de lastdieren zijn die onder de striemende zweepslagen van geostelijke en wereldlijke macht den in 't slijk van antikle-rikalismus en ongeloof verzonken wagen van Wallonie tôt eigen schade willen optrekken! We willen niet ' langer als nvsdadigers mot kloppend hart en den hoed bevend in de handen de gunsten gaan afbedclen van de Fransche potentaten onzer middenbestureii. Leve God en Vlaanderen ! Wat ik hierbepleit is art. 1 van Van Cauwelaerts programma. Het is voortreffelijk ! Men roept de zelfstandigheid uit in Vlaanderen en Vlaanderen heeft nog niet het minste recht in het kleinste' Vlaamsche college ! Men wil revolutionnair te werk gaan en is bang wettelijke hervormin-gen tôt stand te brengen. De moed gaat aan 't slabbakken bij 't ver-gelijken van al die grootsche gebaren en het volkomen uitblijven van daaen. Het is April 1918 ? Is ons uur nog niet geslagen ? Wachter, wat is er van den nacht? Ilet Woord worde eindelijk jVleesch in Vl -an-deren.Dr A. G. Kunst en Sameiileviug 1 - J ht . — W»,. WnllAnJerl,*,, essayist Just Havelaar ontlcenen wij dit merk-waardig fragment. ( Weldbibliothcek;. Verlungend zien wij uit naar een kunst, die weer algemeen zal zijn Zulk een kunst zal zijn een slijlvolle kunst. Want het s ijlvolle is 't algemeene. Want stijl beteekent gebondenheid en svnthesc, maar de afgezonderde individu is de ongebondenheid en het fragmei t. Een stijlvolle, representatieve ki,nst is niet mogelijk zoolang het maauchappclijk en het geestes-leven eikaar weerstreven Want zoolang îiliift het geestes-leven ver-individuahseerd. Er moet komen, wat ons zoo voikomen ontbreekt: éénheid van geestes-sfeer ; want eerst dan, aïs kunstenaar en vo'.k het leven van uit eenzelfde idee aanvoelen, zal de kust weer het s)mbool zijn van de ziel der menschheid De moderne Ibsen-achtige mensch, die overal verwarde probkmen ontdekt en wien ailes zoo hopeloos ingewikkeld dunkt dat hij er van af ziei zich een gedachte te vormen, hij is de mensch, die in jich qelve verward is. Hij weet niet wat hij wil, hij gelooft niet wat hij weet. Hij worstelt met zijn denki eelJen, daar hij (lie denkbeelden slechts denkt en nog 11 et voelt, niet doorleeft. Wie t leven ziet in het licht van een geloof, die ziet de dingen eenvoudig. Het duistere probleem verklaart zich tôt t stralend mysterie, vocr hem die ge.oot* Deze éénheid van geest is cultureel niet te verwezenlijken, zoolang de maatschappij orga-nisch verdeeld is 5 doch dit organiscii verband is niet te verwezenlijken zoolaiig geestelijke éénheid, eenheid van ideaal ontbreekt. Wij kunren niet, als de historische materialisten, spreken van een economischen grondslag, " waaruit de boven-bouw var. het gees'elijk leven vanzelve groe't. Beiden verriizen tegelijk, door en met en in eikaar. Bepaalde stolî'elijke om-e standighïden worden door den menschelijken il geest telkens weer op bepaalde wijze verwerkt. s De geest schept atofTelijk leven, en de stof d schept geest. Het probleem der toekomst is u niet a leen een econom>sch, maar evenzeer een wijsgeerig-, een religieus, een ethisch probleem. :t Men wachtte zich voor het wete-ischappelijk :t fanatisme der cijferaars, dat ontmoedigt en ons g zedelijk verlamt. Wij ;elf zijn het tenslotte, x die de toekomst dragen en de verantwoorde-t: lijkheid dier toekomst. is F,e 1 kunstenaar is het kind, maar niet de e slaaf der maatschappij. Midden in den tijd van >1 het naturalisme en na \ijf eeuwen réalisme, heeft de groote Redon plotseling een abstracte il en symbolische kunst verwezenlijkt. Hij moest 0 dit doen op de wijze d-jr individualisten : men jf kan niet voortgaan op zijn voorbeeld ; maar e hij decd 't ! En terwijl onze kapitalistische 2t wereld ieder portretschilder gtld en eer ver-t. zekert, daar geen aanzienlijk koopman ten ij giave mag dalen zonder zijn geschilderd even-t, beeld na te laten, zou het toch moeilijk zijn ît ondtr het jongere schilders-geslacht il) Holland g. twee of drie portrettisten van werkehjke be-'t teekenis te noemen : het reaiisme heeft uitge-diend in weenvil van de toonaangevende wereld. te lk geloof, dat juist ook nu ailes aan komt a- op de "magische kracht der persoonlijkheid. Op id ieder onzer rust de gewetens-taak der komen-;e de cuituur. En wie dit voelt, die behoeft niet meer in zelfzuchttge apathie ter neer te zitten: zijn kleine leven is rijk. want hij beseft er de verantwoordelijkheid van. De toekomst zal zich vormen naar onze hedendaagsche idealen. Kn het zou onmogelijk zijn te leven indien we niet idealen hadden ; het leven zou onmogelijk zijn zonder ge'oof. Aile leven is een voortgang : wat geweest is kan no it wederkeeren. Het is goed, in een zoo cultuurloozen tijd als deze, zich te verdie-pen in de schoonheid van vervlogen eeuwen : maar de studie van 't Verlede.i heeft slechts zin voor hem, d.e naar de toekomst uitziet. Wij bewonderen aile groote historische cuituur tijdnerken en wij vinden ons in de kunst dier tijden terug. Want wij voe en ons het product van heel die roe nvo'.le gesrhiedenis van den mensche ijken geest. Elke schoone cuituur had haar leelijke tegenstelling : maar de geest, die uit de verte der eeuwen tôt ons spreken blijft, rij-t boven die noodzakelijke m.slukkingen uit. is juist in den vuur-oven van het menschelijk schuldbewustzijn tôt schoonheid gelou'erd. Israëls' Bijbel behoort tôt de wereldbtteratuur, hoewèl of doordàt ons dit boek donkere diepten van ellende en boosheid suggereert. Wanneer wij ons verdiepen in den geest der vergane eeuwen, dan eerst beseflen we de schande van ons geestelijk leven, dat noch de verhevenheid kent, noch den deemoed. Fn toch verlangen wij, vanuit onze machteloosheid, niet terug naar d e heroïsche tijden. Wij zouden het niet kunnen. \Vij kunnen niet het Verleden terug verlangen omdat wij de onge-rijmdheid van zulk een verlangen beseffen ; maar voor.d kunnen we 't liierom niet : om lat wij gedwongen zijn ve"der te gaan dan al de mensch* geslachten van 't Verleden Wat is ons heden-djagsche Holland tegenover het Holland van Rembrandt, Vondel en De Ruyter ? En niette-min zullen wij, decadente Hollar.ders, in ons hart dien glorie-tijd niet terug verlangen ; want we beseffen dat wij toch in wezen aan den geest onzer sterke vaderen onuroeid zijn. Wij voelen, dat ons levens-besef, als cultuur-gehee1, het hunne overtreft ; ook al verwerkelijken wij het nog nfèt zooals zij het verwerkelijkt hebben. En wij weten, dat dit niet is een hoogmoed of een fantasterij van ons hart, maar een noodzakeliikheid. Indien we ooit 't recht zul'en hebben te spreken van een r.ieuwe cu'tuur, dan zal deze cuituur. de cuituur der uuiver-seele menschheid en de cuituur die wetenschap en wijsbegeerte en religie omvat, die de erva-ringen onzer kennis, de begrippen van ons denken, de intuïties van ons gevoel vereent, ook noodzakelijk gegrondv'.st zijn op al de besehavingen der Oudheid. Daarom zal die cuituur een cuituur van eeuwen zijn : want eeuwen zijn noodig om haar te sHchten alleen reeds. Gij zult m ij beschuldigen dat ik te veel van droomen sDreek en te weinig \an werkelijkhedeii, lk ben echter overtuigd, dat aan ee^i menschheid, die de kracht heeft haar tekort te erkennen en haar idealen te belijden, 11 et gewanhoopt behoett te worden. Zulk een ongdukkige maar ernstig eestemde menschheid zijn wij. Wij weten wat wij haten in ons zelf, wij weten hoe we zouden willen zijn Wij zijn in trust. En nu zal ik niet meer spreken van verre droomen, die — al gtlooven wij in hun einde-lijke ver.sezenlijk'ng — te diep in de scheme- ring der toekomst vetborgen zijn. dan dat wij, menschtn van nu, daarin de kracht kunnên vinden om d n zwaren tijd van siraks te dragen. lk wil, preciseerend, weder terug komen op 't geen ik reeds zeide, en ti'tspreken mijn overtuiging, dat wij reeds be^ig zijn die toekomst te verwezenlijken. Ook in de kunst De ig« eeuwsche kunstenaar kon slechts twee stijl-'moge'ijkheden zien ; reaiisme en roivantiek. Real st is de mensch die teite 1 zi'jt, die deze feiten ontleedt en beschrijft, die aan de feiten Z'ch onderwerpen wil Rom-nncus is de stem-mings-mensch, de men ch die /ijn amdoenings-leven vereert en uiibuit ten koste van zi|n werkelijkheid^-besc-l. Realisttsi.il voelt de mensch, die zijn ikheid traciit te vcrsmoren om de tastbare feiten onaancedaan te kunnen zien ; romantisch wie het idéalisme van het Ik liand-haaft in den d-oom, die hem bewust slechts drnom is. Heiden, de realist en de romanticus, ontkennen de ideë-le wriarde \an het leven. De realisi tracht zijn idealen te verbannen ; de romanticus heeft zijn idealen afgescheiden van de realiteit ; hij trekt zich die' rraliteit niet langer aan, en zelfs niet de realiteit van r 1 j n persoonlijk leven jX Nuchter reabsme en dwe -pzicke romantiek : dat was voor den 19e eeuwer het bitter *dter-natief. Daarb.iiten bestond alleen het klassieke ideaal der Antieken en der Renai-,sancisten : het ideaal der ideale natuur. D ich d t leefde nog maar voort in het brein van archeologen en van officieele kunstenaars-representanten der burgermaatschappij, of in de ziel van enkele ivoren-toren-bewoners. lk ge'oof echter, dat we thans b zig zijn een ander en voor o:.s wezenlijker ilealif.it te Derde Jaargang, Nr 14. & April T918. Prijs : is centieiaen. Derde Jaargang, Nr 14. — ê April 1918.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes