De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven

1156 0
07 januari 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 07 Januari. De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/bc3st7fm36/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Tweede Jaargang, nl 1. Prijs per nummer : 5 centiemen. Zondag\ 7 Januari 1917. De gazet van Leuven I—I ABONNEMENTSPRIJS : — Per jaar .... 2,50 fr. □ Voor 6 maanden . . 1,25 fr. Voor 3 maanden . . 0,65 fr. II I■■■ 11 ■ IIII — I I ■■IIII 11 III Illll IUBII ■■■!!■ ALLE BRIEFWISSELING TE ZENDEN : Naamsche Vest, 41, HEVERLEE (Leuven) Elke medewerker blijft verantwoordelijk voor zijn opstel. C-"grîteekende brieven of bijdragen worden niet in aanmerking genomen. Handschriften worden niet teruggegeven. ■a———IB—e—iwaMMiMHi II IM >' 1111ITÏÏMIT"* ■ — H«8i^-»rwiPPiB3P.'iCT^ AANKONDIGINGEN : Naar overeenkomst. I—| BOEKBESPREKING : Het inzenden van één —1 exernplaar geeft recht op vermelding ; twee |—i exemplaren op bespreking. j | i ri—v '-»iiir i gwragwraRa Bericht aan de Medewerkers, Wij verzoeken vriendelijk de medewerkers hunne bijdragen in te zenden uiterlijk tegen den Maandag morgen, zooniet kunnen zij in het eerstvolgend nummer niet opgenomen worden. Slechts aan één zijde van 't papier schrijven, a. u. b. Aan onze Abonnenten. Eerstdaags zullen de kwijtschriften over het jaar 1917 aangeboden worden aan onze inschrijvers uit Leuven. De abonnenten van buiten de stad worden vriendelijk aanzocht ons het bedrag hunner inschrijving te doen geworden door middel van een postwissel. Reeds verschenen nummers houden we be-schikbaar. Rond de Vredesbeweging z,ooais we verieaen weeK scnreven, ver-wachtte men dat de Paus zich zou uitgelaten hebben over de vredeskwestie. Dit gebeurde ook. De Paus heeft het Heilig College in plechtig gehoor ontvangen. De deken der kardinalen, Mgi Vannutelli gaflezing van een schrift waarin de wensch uitgedrukt werd zoohaast mogelijk den vrede terug te zien. Mgr Vannutelli loofde het werk gesticht door Zijne Heiligheid, voor doel hebbende de kwalen van den oorlog te verzachten, de lijdenden te troosten, het recht en de rechtvaardigheid voor te houden en de verkrachtingen van het recht te veroordeelen. De gansche wereld heeft als plicht hieraan mee te werken, omdat het werk streeft naar een rechtvaardigen en blijvenden vrede. De Paus antwoordde dat hij gelukkig was de hulde te ontvangen van het H. College en te zien de eensgezindheid van gedachten en nei-gingen van de kardinalen en het hoofd der Kerk. De Paus herinnerde aan zijne vroegere oproepen om vrede. Hij eindigde met den wensch uit te drukken dat, ter gelegenheid van Kerstmis, de wereld de middelen zou mogen vinden om den vrede te herstellen, dat de mo-gendheden zich zouden verstaan om een einde te stellen aan de vernieling der volkeren, dat ze mogen gehoor geven aan de stem van het H. College en dat de wensch van den Psal-mist de heerschappij vragend van de rechtvaardigheid en den vrede zoohaast mogelijk moge bewaarheid worden. Een Duitsch voorstel. Berlijn, 26 December. — De staatssecretaris van het ministerie van buitenlandsche zaken van Duitschland heeft den 26 December, in antwoord op het schrijven van den gezant der Vereenigde Staten van Amerika van 21 December de volgende nota overhandigd : De keizerlijke regeering heeft de groot-moedige aansporing van den président der Vereenigde Staten van Amerika om grondvestin-gen te bereiden tôt een duurzamen vrede, in den vriendschappelijken geest aangenomen en overwogen welke aansporing in de mededee-ling van den président hare uitdrukking vindt. De président wijst op het doel, dat hem aan het hart ligt en laat de keus van de baan open, om dit doel te bereiken. Voor de keizerlijke regeering blijft eene onmiddellijke ruiling van gedachten als de meest praktische weg omtot den gewenschten uitslag te komen. Zij heeft diensvolgens de eer in den zin harer verklaring van 12 dezer maand, welke de hand uitstrekte tôt vredesonderhandelingen,de spoe-dige bijeenkomst op een onzijdige plaats van afgevaardigden der oorlogvoerende Staten voor te stellen. De Keizerlijke regeering is ook van meening dat de groote taak om toekomende oorlogen te vermijden eerst dan kàn worden opgenomen, wanneer de thans heerschende volken-strijd zijn einde zal gevonden hebben. Zij zal, wanneer dit tijdstip zal gekomen zijn, met vreugde gereed zijn met de vereenigde Staten van Amerika aan deze verheven taak mede te werken. Een antwoord in denzelfden zin opgesteld werd insgelijks gezonden door Oostenrijk-Hongarie.Op 27 December antwoordde Duitschland aan de Zwitsersche nota met het zelfde voorstel als gedaan werd aan Amerika. De nota eindigt als volgt : Wanneer Zwitserland, na het trouw in eere houden, van de edele overleverina-en van dit land, verzachtend het lijden van dezen oorlog, onvergankelijke verdienste verworven heeft, langs zijnen kant ook voor een bestendigen vrede meeijveren wil, dan zal dit het Duitsche volk en de regeering hoogst welkom zijn. Oostenrijk-Hongarië heeft insgelijks aan Zwitserland geantwoord. Reuter meldt dat de staatssecretaris der En-gelsche koloniën een telegram gestuurd heeft aan al de bezittingen van het keizerrijk om een Conferentie bijeen te roepen. Hij zegt daarin : «Deregeeringbeoogtgeenegewoneconferentie maar een bijzondere oorlogsconferentie. Uit dien oorzaak noodig ik uwe eerste ministers uit eene reeks zittingen bij te wonen van den oorlogsraad om aldaar dringende kwesties te bespreken alsook de eventueele voorwaarden aan dewelke we, in akkoord met onze verbon-denen we het einde van den oorlog te kunnen toestaan en verder vraagstukken die nog kunnen opdagen. Gezien de hoogdringend-heid en het belang der te betwiste zaken hoop ik dat uw eerste Minister het mogelijke zal doen om te Londen tegenwoordig te zijn ten laatste einde Februari. » LONDEN. — « Daily Telegraph » verneemt dat het antwoord der bondgenooten op de Duitsche nota ie Parijs opgesteld en door al de betrokken regeeringen goedgekeurd is. Wilson zal waarschijnlijk spoedig in het bezit van den tekst komen en hem aan de Midden-mogendheden kunnen overhandigen. De oor-logsvoerende, evenals de onzijdige Staten zullen alsdan erkennen dat er geen hoop bestaat er de bondgenooten toe te besluiten aan de mogelijkheid van hun zege vaarwel te zeggen ten gunste van een vrede, die zoolang de Duitsche militaire macht voortbe-staat, slechts een Duitsche vrede zou kunnen zijn. De antwoordnota is zeer omvattend en stelt duidelijk vast, waarom de bondgenooten strijden en dat zij, om aan de heerschappij des gewelds door Duitschland opgericht een einde te stellen, voorwaarden zullen stellen die door-gaans zullen verschillen met de oude papieren waarborgen. Het zou een misslag zijn, aan te nemen dat de vertraging in het afkondigen van het antwoord toe te schrijven is aan het talmen eener regeering. Er was tijd noodig voor de tien verbonden regeeringen om zich t' akkoord te stellen. NIEUW-YORK. — « Evening Post » meldt dat er in het kongres reeds eene de twee der-den overtreffende meerderheid bestaat voor de verordening van een uitvoerverbod van oorlogsmaterieel, ingeval de vredesaktie van den Président zonder uitslag blijft. Ook de « Herald » spreekt over aanwijzingen van Lansing, die men als voorbereidselen tôt een uitvoerverbod van oorlogsmaterieel zou moe-ten maken. Rusland blijft aile vredesonderhandelingen vijandig. In eene dagorde aan het leger en de zeemacht gericht zegt de Tsaar o. a. : Ook de geallieerden hebben de mogelijkheid overwogen om de vredesbesprekingen te be-ginnen op het voordeelig oogenblik maar dit oogenblik is nog niet gekomen. De vijand is nog niet buiten de bezette gebieden verjaagd. Rusland heeft de taak die hem door den oorlog opgelegd is nog niet volbracht : het heeft zich tôt heden toe het bezit van Constantinopel en de engten niet verzekerd, noch een vrij Polen kunnen scheppen samengesteld uit al de deelen die er voorheen van afgebrok-kald zijn. ( . In verband met al het geschrijf over vrede is 1 het noodig onze aandacht af en toe ook eens aan België te wijden. De meeste menschen schijnen van gevoelen te zijn, dat wij de slaven der Entente zijn en dus maar moeten knikken bij al wat in Engeland en in Frankrijk wordt gezegd. De menschen, die alzoo denken, noemen zich zelf over 't algemeen de ijverigste vaderlanders, hoewel ze aan het belang van hun vaderland nooit denken. Zij koppelen dit onvoorwaardelijk vast aan het belang van Engeland en dat van Frankrijk. Is het ons belang, kan het ons belang zijn dat de oorlog voortdure ? Veronderstellen wij eens dat inderdaad, na een of twee jaar, de Ententelegers de Duitsche konden verdrijven ? Wat zou er van ons land nog overblijven ? Zouden wij ons nog ooit opnieuw van zoo'n ruïne kunnen herstellen ? (Zie het vervolg, met het antwoord der Entente op het Duitsche vredesaanbod, op de 3° blz. IETS VOOR IEDERE WEEK De Theatercritiek van ons Liza. Er zijn menschen die van geen theater willen weten gedurende den oorlog : het oogenblik is voor hen te ernstig dan dat ze dien ernst door schouwburgvermaak zouden willen ont-wijden.Anderen meenen dat de opvoeringen aan de lotsbestemming van 't Vaderland niets zullen veranderen en dat daarbij bij.na al die opvoeringen geschieden ten bate der slachtoffers van den oorlog. Voor inij mogen beide gelijk hebben. Maar ik zelf heb geen vrije keuze : ik moet wel naar den schouwburg. En ziehier waarom : Vôôr den oorlog, was ik koffiehuisbediende in « De Club der mannen met gezond verstand » (Chosseté particulière). 1k k»wam daar deftig aan mijn brood. Maar sinds den oorlog kan ik geen enkelen der heeren uit de club weer in 't oog krijgen. Zouden die heeren de grens overgestoken zijn en zouden ze 't gezond verstand meêgenomen hebben ? Best mogelijk ! Wat nu aangevangen met mijn club zonder leden en mijn tesschen zonder centen ? Ons Liza (dat is mijn vrouw, hooggeschatte lezer), gaf me den raad even aan te kloppen bij het Komiteit van ons parochie om aan een plaatsje te geraken. Rapper ben ik nooit buiten gevlogen ! In onze Vlaamsche gemeente^zijn 't bijna alle-maal Walen aan 't Komiteit : ik ken niets dan piottenfransch, ik had geenen aanbevelings-brief van M. Beulemans en had ook geen « certificat de culture française » voor den decoratieven Directeur. Ten einde raad wist ik in de gazet binnen te slibberen en kreeg de theater critiek als taak. Moet ik nu naar den schouwburg of niet ? Ik heb er geen spijt van, wel integendeel ! Ik kende verscheidene jaren vôôr den oorlog de Leuvensche liefhebbers ; ik maakte deel uit van 32 maatschappijen ; (bij de 74 andere kon ik me onmogelijk aansluiten). Welnu het spel dat ze leveren in de schouwburgen is hetzelfde gebleven : goed verzorgd, wel ingestudeerd, puik opgevoerd. Ik heb zoo geen klein beetje gelachen als hier sommige vreemde troepen kwamen spelen zoowat voor de vuist. Als die jongens peinzen dat ze met half werk succès zullen halen in ons provinciestad, dan zijn ze deerlijk mis. Om de Leuvenscha» liefhebbers af te doen, moet men vroeg opstaan en wel zorg dragen niet met een zware maag naar bed te trekken. Hier bedoel ik natuurlijk niet Het Vlaamsch Tooneel van Brussel dat ons reeds herhaalde-lijk artistieke opvoeringen te genieten gaf, en, naar 't schijnt, kortelings metzuiver kunstwerk naar Leuven komt. Gaarne sprak ik zonder einde den lof uit van ons Leuvensch tooneel, maar om onpartijdig te ,zijn moet ik rekening houden met de meening van ons Liza. Het braaf vrouwtje heeft iets op haren lever en zwijgen heeft ze nooit geleerd. — Maar Ibo, zegt ze, zijn er dan geen andere tooneelstukken dan die waar de menschelijke zwakheden en laagheden worden ontleed en blootgelegd ? zijn er dan geene andere dan halfbakken vertalingen uit Fransche of Duitsche schrijvers ? — Zoo geleerd ben ik niet, Liza. Ons Neder-landsch tooneel is misschien niet rijk aan meesterstukken. Maar om welke reden zoudt ge een andere keuze wenschen ? — Zie Ibo, ik weet van zedeleer niets af, maar na den avond in den schouwburg te hebben doorgebracht, ga ik gaarne naar huis met de zekerheid dat het gespeelde stuk een goeden indruk op mij gemaakt heeft, mijne goede gevoelens heeft opgewekt en mij innig en aangenaam heeft geroerd. Neen, neen, ik ben geen kwezel, maar het spektakel dat we tegenwoordig krijgen heeft nu niets goeds meer bij ! 't Is al bedrog, echtbreuk, schending van al wat eerlijk en braaf is en op slot van rekening eene heel dichterlijke en heel laffe zelfmoord. Weet ge nog dat laatste drama van dien Franschen schrijver? Er is kwestie van een jongen uit een deftige familie die verliefd geraakt op eene stadsche lokvink en omdat hij zijne drift en zijne waardigheid niet 't akkoord kon brengen, brengt hij zich na veel grimassen om 't leven. Is dat nu zedelijkheid ? — Maar Liza, gij moet niet vergeten dat liçt gevoelen, de liefde .... — Ja, ja, schatert ons Liza, la pure amour, la belle amour ! ! Achter dien dekmantel ver-stopt de dief zijn dieverij, de geweldigaard zijn baldadigheid, de wulpschaard zijne verdier-lijkte drift, en de laffe zwakkeling zijn gebrek aan wilskracht. Raak die zeemzoete kereltjes niet, laak hun gedrag niet, want hun antwoord ligt klaar : « !t Was uit liefde ». Liefde zonder waardigheid neet ik domme drift, Ibo. — Maar Liza toch ! En die moeder van dien jongen ! 't zijn me de moeders hoor ! in uwen theater ! Die moeder verwaarloost haar onnoozel kind, trapt haar goeden naam onder de voeten ver-mits zij een lichtekooi wil in huis brengen ; geeft aan haar onschuldig nichtje den raad haar eigen zoon door zinnelijke oneerlijkheden te verleiden, en dat gansche wangedrag heeft als excuus : la belle amour ! Zie, Ibo, wat een zedelijkheid ! En de gevol-gen dan ? Veronderstel nu eens dat Jef van den kuiper verliefd geraakt op ons Felicie. ('k zal hem in 't oog houden, dien Jef). Als hij ze niet aanstonds krijgt, staat hij te treuren gelijk 'n uitgedroogde elzenbosch ; dan wordt hij boos ; hij schiet u neer, vermoordt den pastoor en den burgemeester, hij steekt heel de parochie in brand en .... — Hemel, Liza, waar zijn uwe droeve zinnen ? — En als de gendarmen komen, stottert die zoetgesuikerde laffe bandiet met tranen in de stem:« 't Was uit liefde ! » Een blonde mene-streel zal hem accompagneeren op een holle-blokkenviool en het domme kunstlievende publiek zal hem toejuichen als een theaterheld in naam der heilige Liefde ! — Liza, nu overdrijft ge weer. — Weet ge wat, Ibo ? Ik ga niet meer mee naar uwen theater. Dat men goed speelt, dat is waar. Wat men speelt, dat is niet naar mijn goesting. Het kan waar zijn dat de Groote, Heerlijke Kunst het zoo vraagt. Ik ben maar een burgersmensch en houd niet van die kunst en nog minder van kunsten. Wil ik u eens een raad geven, Ibo ? — Nu, Liza ? — Zeg aan uwen baas dat hij de theatercritiek van zijn gazet zelf opmake en laat ons liever 's avonds thuis blijven en de prijsveran-deringen in 't Komiteit bestudeeren. Ik heb niet geantwoord, maar ik zeg zoo bij mezelven dat mijn vrouwtje misschien zoo eindeloos, eindeloos dom nog niet is. IBO. Leest en verspreidt De Gazet van Leuven het blad van het arrondissement.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Leuven van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes