De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven

1414 0
16 september 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 16 September. De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/gt5fb4xf5n/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Tweede Jaargang, nr 37. Prijs per numme; : 5 centiem. Zondag. 16 September 1917 De Gazet van Leuven ABONNEMENTSPRIJS : Per jaar . . . . 2,50 fr. Voor 6 maanden . . 1,-25 fr. Voor 3 maanden . . 0,65 fr. Allé Briefwisselinq te zenden Naamsche Vest, 41, HEVERLEE (Leuven) Postcheck-rekening1 Nr 242 Elke medewerker blijft verantwoordelijk voor 7Âp opstel. ad.' brie vert of bijdrageli worden nlet in .anmerking genomen. IRidschriften worden niet teruggegeven. AANKONDIGINGEN : Naar overeenkomst. BOEKBESPREKING : Het inzenden van één exemplaar geeft recht op vermelding ; twee exemplaren op bespreking. Ons weekblad verschijnt vandaag op 6 bladzijden en mag slechts 5 centiem verkocht worden. Een schoon woord We gaan vandaag beginnen te spreken van de liefde. De liefde, 't is toch zoo' n schoon woord, nie' waar ? De liefde, waarvan de dichter zingt : De engelen heeten 't zalig-zijn, De duivelen heeten 't hellepijn, De menschen heeten het : liefde. Ja maar, 't is van liefde niet alleen ! We willen eigenlijk spreken van de vaderlands-liefde ! En dat is nog een veel schooner woord.... zeggen ze. Onze vaderen, die wisten het, wat vader-landsliefde is. Die wisten voor 't vaderland te kampen, er voor te sterven. Men denke slechts aan 't Groeningeveld, aan 1302 ! We moeten 't bekennen, zôô 'n vaderlands-liefde bestaat er bij het tegenwoordig gêslacht niet meer. Maar ook, toen had het begrip vaderland nog heel wat anders en meer in dan thans. ledere Vlaming wist toen, dat hij op 't slagveld streed niet slechts voor eigen recht op 't bestaan, maar voor het leven en voor de eer van eigen vrouw en kroost : de. wreed-trotsche Koningin y3" Frankrijk had immers — kiesch op z'n Fransch ! — de naar Vlaan-deren optrekkende ridderschap aanbevolen « de Vlaamsche everzwijnen te kelen en de « zeugen » het lijf open te rijten » !... En ieder wist, vooral, dat hij geen hem vreemd belang — 't is te zeggen, geen belang dat niet eigen stand, niet eigen volk en ras betrof — met de wapens dienen ging. Ware dit nu ook maar zoo! Het woord vaderlandsliefde is in het begin van den oorlog ook weer gebezigd geworden, om onze zonen in strijd en dood te jagen. En dat woord — het schoone woord — dat, helaas ! zoo vaak door de machtigen misbruikt werd, om 't geringe volk in 't ongeluk te dompelen, het had nu ook weer den gewenschten ronk om den een-voudigen Vlaamschen volksman en volksjon-gen te bedwelmen. In waarheid echter werd er nooit of nergens zoo' n schreeuwend mis-bruik van gemaakt als thans hier. Wat was het Belgische vaderland, wat was de Belgische regeering ooit voor den Vlaming anders dan de stiefmoeder, van wie hij stom-pen in plaats van moederlijke zorgen kreeg ? Erger, wat hebben de opvolgende Belgische regeeringen anders gedaan dan het Vlaamsch volk, welks belangen zij hadden moeten be-hartigen, als volk te knevelen, te worgen, ten ondergang te leiden ? En onze mannen aan deirIJzer ? Moeten zij niet van langer hand, bij 't hooren van wat er in Vlaanderen roert, — evenals hunne ver-wanten, hunne ouders en ouderen in 't vaderland — tôt de pijnlijke overtuiging komen, dat zij eene vijandige regeering, dat zij eenen — zoogezegden — bondgenoot met hun lijf ter hand en ten dienste staan ter bestrijding van hun eigen volk ? Want, wees zeker, moest onze regeering, gerugsteund door Engelschen en Franschen, onvoorwaardelijk en met voile macht in het land terugkomen, zij, ja, zij ware voor ons de ergste vijand en haar terugkeer de grootste ramp voor ons Vlaamsche volk. Maar heeft de Vlaming dan geen vaderlandsliefde ? Blijft dan dat schoone woord eeuwig voor hem alleen eene spotternij, eene « lor » ? Dat het Vlaamsche volk bekwaam is tôt hooge gevoelens van vaderlandsliefde, heeft het tbch bewezen, meerdere malen, ook nog in latere tijden. Wie voelt zich niet ontroerd bij 't den-ken aan den Boerênkrijg, zoo heerlijk be-schreven door onzen Conscience ? Jawel, de Vlaming hééft vaderlandsliefde ; maar die moet en zal nooit anders dan Vlaamsche vaderlandsliefde zijn. Om Gods wil, geene Belgische ! die heeft voor ons geen zin of beteekenis. Evenmin als de ware 1er eene Engelsche vaderlandsliefde, de Pool en de Fin eene Russische of welkdanige andere vaderlandsliefde er op nahoudt, buiten diegene voor hun verdrukt ras en volk, zôô kan de Vlaming maar zijn eigen volk, zijn eigen Vlaamsche land liefhebben en dienen. Voor dat Vlaamsche land zijn in Oogst 1914 onze zonen in het harnas gevlogen onder 't zingen van den Vlaamschen Leeuw, hoog opgaande in de herinnering van den Sporen-slag. De vaderlandsliefde van toen is onze vaderlandsliefde van thans. Edoch, die liefde vraagt van ons nog andere daden dan het te wapen vliegen tegen eenen toevalligen, oogen-blikkelijken vijand. Die liefde vraagt ons gansche wezen, ons gansche leven, onze durende waakzaamheid, de blijvende inspan-ning van al onze wils- en daadkracht tegen 't is eender wie aan de belangen van dat Vlaamsche land en volk met eeneh vinger raken mocht. Harop, harop, ten vijand in ! Onzen vijand te kennen, dat is de vraag j Daar komen we op terug. Onthouden we voorloopig dit ééne : voor den Vlaming geene andere vaderlandsliefde dan die tôt Vlaanderen, zijne verdrukte moeder van heden en gisteren, zijne moeder van 't glorievolle mor-gen, blij verwacht ! Roode van der Weiden. Btrijdiied Gedicht van Getoonzet doov J. Decroos. Edw. Verreydt. Te lang gesmaad, te lang geknecht Op eigen erfgebied, Rijs eindlijk voor uw vrijheid recht, 0 oude Vlaamsche Diet, En klinke alom de kreet van 't recht, Het dreunend klauwaertslied : 0 Vlaanderland, Qns Vaderland, Sta op en word weer vrij ! Treed met uw leeuwenstandaard En eigen taal en landaard Weer in der volkren rij ! Genoeg gefleemd, genoeg gesmeekt Bij Waal "en Leliaert, Nu alwie edel Dietsch nog spreekt Om onze vlag geschaard ; Slechts hij die zelf zijn boeien breekt Is 't vrije levén waard. O Vlaanderland, enz. Dan staat weldra in nieuwe pracht Op dierbren vadergrond Oud Vlaanderland vol kunst en kracht, Gelijk het eertijds stond, En juicht door de eeuwen 't nageslacht Uit vrijen vlaamsçhen mond. O Vlaanderland, Ons Vaderland, Stond op en werd weer vrij ! Trad met zijn leeuwenstandaard En eigen taal en landaard Weer in der volkren rij ! Vlaanderen gered ! Wie heeft ooit in de verste verte kunnen vermoeden dat Vlaanderen zoo gauw, zoo volkomen gered zou worden ? Wel weten wij allen dat de mogendheden voor de kleine vol-keren vechten, wel vernemen wij door mond en pen van aile beroemde staatsmannen dat aile volkeren, ook de kleinste, recht op leven hebben ; maar wie heeft ooit zoo prachtig en plechtig de kleine volkeren, dus ook het Vlaamsche volk, hooren verdedigen als thans de gansche wereld ? Wilson, de voorzitter van de groote Amerikaansche volksrepubliek bij uitstek, spreekt immers in naam van zijn land en natuurlijk ook in naam van aile bevriende landen tôt paus Benedictus XV, om te ant-woorden op dezes brief van den ls*en Augustu? 1917 : « het doel van dezen oorlog is : de vrije « volkeren der wereld te verlosseti van de kwel-« lingen en het geweld. Verantwoordelijke « staatsmannen moeten thans overal inzien, « zoo zij het te voren niet duidelijk voor had-« den, dat geen vrede, met zekerheid op poli- « tieke en volkshuishoudkundige grondvesten, « kan opgericht worden, die zou voor uitslag « hebben dat zekere volkeren zouden bevoor-« recht en andere verlamd of verzwakt worden « ot vergelding en opzettelijk onrecht zou ge-« p.eegd worden. Het Amerikaansche volk « v^'ooft dat de vrede moet berusten op de « rechten der volkeren en niet op de rechten der « t geeringen en wel op de rechten van aile « volkeren, groot of klein, zwak of sterk, op « ' i.nne gelijke rechten, op zekerheid en zelf-« "■ geering ! » Wie juicht er dus niet in het Vlaamsche land? Goddank, na zulke Verklaring (met eene hoofd-letier) is Vlaanderen onwederroepelijk gered ! Wie, op de gansche aarde, zal onze rechten nos; betwisten ? Niemand, niemand, tenzij de... "franskiljons. Ondertusschen kunnen wij gerust «TeDeum» zingen ! Kater. Vlaamsche Werking Meetings van Zondag 16 September ï-j." ACHT. — Om 11 uur, in de zaal In den Ank. r. Sprekers : Richard De Cneudt en Hu- 3 Vanden Broeck. ih !?B£EK-DIJLE. — Om 21 uur, Sprekers : h H'.' Bellefroid en Van Mieghem. ST-NIKLAAS. — Om 5 uur, in de zaal DE nleuwe kongo, Knaptandstraat, 1. Sprekers : Dr Borms en Lambrichts. MELKWEZER. - Om 4 uur. Sprekers : HH. Van Wetteren en Reynaers. Kleine Kronijk Boomen die hun schors verliezen. Talrijk zijn de wandelaars, wier aandacht ge-trokken wordt door het feit dat de platanen die langs onze lanen en dreven staan, hun schors verliezen. Zij maken dienaangaand allerlei veronder-stellingen, die allen e'ven ver van de waarheid ver- , wijderd zijn. Inderdaad is deze ontschorsing een heel natuurlijk verschijnsel, dat zich bij verschil-lende bonmsoorten voordoet in den nazomer ; bij den Oosterschen plataan valt de schors in groote lappen af, terwijl zij bij den Westerschen plataan meer afschilfert. De oorzaak dezer ontschorsing is heel eenvoudig. Bij de platanen, zooals overigens bij andere boomen, st«rft de buitenste schorslaaa; der stammen af en wordt korstachtig. Daar deze korst dus niet meer leeft en de boom voortgaat te verdikken - wat vooral gedurende den zomer plaats heeft — moet die korst splijten en breken, zooals bij den plataan, of afschilferen, zooals bij den berk, of scheuren, zooals bij den lep. Zooals boven gezegd, wordt de schors van den Westerschen plataan meer in ronde plaatjes af-geworpen, maar dezen zomer, welke voor de boomen wegens het vele licht en de vele vochtigheid een groeizaam jaar is, ziet men hier en daar ook geheele lappen van den stam en de takken vallen en de nieuwe onderliggende schors van geelach-tige kleur blootkomen. De nijverheid der Kempen. Een groote bedrijvigheid heerscht in de meeste der nieuwe centra, gesticht om en nabij de.-putten, wier boring hetzij geëindigd of op voitooing is in het nieuwe mijnbekken van Limburg. Men ont-werpt de vestiging in de nabyheid der kolenmijnen van industriën, voor dewelke de steenkool onont-beerlijk is. Zoo onderzocht men in de omstreken van Genk en Asch, waar het bestaan van groeven van wit grof zand vastgfesteld is, gelijk aan dat gebruikt in de glasblazerijen van Henegouwen, de kwestie van vestiging van een centrum van glas-nijverheid. Anderzijds is het stichten van groote werkliedenagglomeraties het studievoorwerp der publieke autoriteiten. Het provinciaal bestuur van Limburg; is in het bezit van een rapport van zijn technischen dienst, welke de oprichtins: van een groote arbeidersstad aanprijst. De rechte straten zouden op zijn minst vijftien meter breedte hebben. Zij zouden uitloopen op groote pleinen in plant-goenvorm.De kwestie van drinkbaar wateris zorg-vuldig overwogen. Aile ongezonde nijverheid zou verboden worden in de nabij heid der werklieden-stad, gebouwd op een plaats, zoodanig gekozen dat de bewoners zich in een minimum van tjjd en met daartoe geschikte vervoermiddelen naar de ver-schillende industrieele centra zouden kunnen be-geven, IETS VOOR 1EDERE WEEK Gebrekkige Vrede. lk heb het over een paar dagen nog eens moeten hooren van ons Felicie. Het ging over den vrede en ze beweerde dat het nu hoog tijd begint te worden dat er een einde aan den oorlog komt. Of ze nu gelijk had, weet ik niet, maar ze kan het toch nog al gezegd krijgen ! Dat we lang genoeg honger geleden hebben, dat de oude menschen van zwakte sterven en dat de jongen het werken verleeren. Dat heel de samenleving zoo op stelten loopt dat er tusschen nu en twintig jaar al geen spraak meer kan zijn van beschaving. Dat er veel menschen sterven wil ik niet betwisten, ik ken een timmerman die sinds den oorlog geen ander bestellingen meer kreeg dan doodskis-ten, en de man heeft tôt nog toe geen gebrek geleden. Dat er van geen beschaving meer spraak kan zijn, dat vond ik toch ruim erg ! Hoe, zeg ik zoo, dan zou een gebrekkige vrede misschien de beschaving redden ? Gebrekkige vrede ? Er is geen vrede die gebrek-kig is, vrede, eender hoe, moet ailes redden : menschenlevens, beschaving, levensmiddelen, woningen, ailes wat er noodig is voor menschen en ailes wat de oorlog vernietigt ! Hoe wilt ge nu toch nog van overwinning spreken, nu iedereen overwonnen is ? Welke oorlogs-vuerende macht zst de -andere lnr nog iets ontnemen, nu de andere niets meer heeft. Wat noemt ge dan een volmaakten vrede? Is het de wraak misschien ? Dat zij, die meenen veron-gelijkt te zijn de straf hunner vijanden maar aan God overlaten, die toch zal juister en zekerder treffen dan hun blinde haat. Wordt er nu nog gevochten, dan is het uit haat of uit misrekenende hebzucht ; van vrijheid in gevaar is er geen spraak meer. Hoe zijn er nog menschen die beweren dat de oorlog moet voortduren, al zijn het dan ook nog domme menschen ? En hoe is het moge-lijk dat er nog dommer menschen zijn, om de eerste achterna te praten ? Maar Felicie, is dat dan toch zoo dom ? Dat er met den oorlog voor niemand meer veel te verdienen is begrijp ik ook wel, maar op een paar dooden, op een paar houten beenen min of meer, nu we zoo kort bij de eindzegepraal zijn, mag er toch niet gezien worden ? Zoo, op een paar houten beenen komt het zelfs niet op aan ? Stel u dan maar eens klaar en duidelijk voor, wat ge er van denken zoudt, als ons zoontje later eens als soldaat ten oorlog moest en na drie jaar lijden gebrekkig thuis kwam ?... misschien wel gedecoreerd !... Ibo, man, wat zijt ge moedig ! Ik wou u weï eens bezig hooren in 't aarden pijpke, daar moeten nog al helden te vinden zijn ? Achter een pint met een pijp vol duren tabak ! Haalt ge daar uw wijsheid vandaan ? Spreek nu maar nooit meer van Portebeau, ge zijt juist zoo moedig als hij. Spijtig maar dat ge niet aan het front kunt geraken, ge kondt er den moed bij onze jongens wat helpen wakker schudden ! Maar zoo is het ! de beste stuurlui staan aan wal, en de moedigste vaderlanders zitten thuis. Zie, moest ik eens voor een paar weken de bezettende macht zijn, ik zou dien moed weten te koelen ; het middel is eenvoudig genoeg. De ergste straf voor Portebeau en zijns gelijken zou zijn... hem over de Hol-landsche grens te zetten ! Vraag eens aan zoo'n schreeuwer of hij mee wil ? Dan is hij hier îe groot vandoen, dan kan hij hier niet gemist worden, dan kijkt hij lijk iemand die hier met een geheime zending gelast is ! Ons Felicie heeft gelijk denk ik, maar ik wou liever dat ze het zoo goed niet begreep, ik kan er toch niets aan veranderen. Stel ik me nu eens dom aan — dat is voor mij geen lastig werk — dan neemt ze het ernstig op in plaats van mee te doen en dan krijg ik er nog meer over te hooren dan ik er zelf ooit over gedacht had. Het mensch laat zich geen ooren aannaaien ! Ibo. Leest en verspreidt De Gazet van Leuven

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Leuven van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes