De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven

1454 0
30 september 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 30 September. De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/7940r9mw97/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Tweede Jaargang\ nr 39 Prijs per nummer • K centiem. sn ^cntvaaro * Zondag\ 30 September 1917, De gazet van Leven W ii □ ABONNEMENTSPRIJS : Per jaar .... 2,50 îr. I—| Voor 6 maanden . . 1,25 fr. } i Voor 3 maànden . . 0,65 fr. SS^alle Briefwisselinq te zenden : Naamsche Vest, 41, HEVERLEE (Leuven) Postcheok-rekening- Nr 242 Bike ruedewerker blijft verantwoordelijk voor zijn opstel. Ongeteekende brieven of bijdragen worden niet ;".jamiïerkijig genomen. Handschriften worden niet teruggegeven. 1 1 — VT ' AANKONDIG1NGEN : Naar overeenkomst. F " BOEKBESPREKING : Het inzenden van één exemplaar geeft recht op vermelding ; twee .— exemplaren op bespreking. [ Bericht. Vele abonnementen van 3 of G maanàen zijn met dit nummer ten einde. Het beheer verzoekt de belang-hebbenden ons liet bedrag hunner nieuwe inschrijving- zonder uitstel te willen inzenden door atorting op onze post-checkrekening n° 24-2. De îrijleiû ier Zeeën Na de mooie verklaring van Wilson aan den paus, krijgen wij deze van het nieuw Fransche ministerie : « Zoo Frankrijk dezen oorlog voortzet, dan geschiedt dit noch om te verove-ren noch om zich te wreken ; het geschiedt om zijne vrijheid en onafhankelijkheid, te gelijk met de vrijheid en onafhankelijkheid der wereld, te verdedigen. » Dus, aan deze en gene zijde van den Atlantischen Oceaan een paar woorden om ailes op te lossen : « Vrijheid » en « onafhankelijkheid », natuurlijk voor iedereen en voor ailes. Het doet dan wel heel vreemd in de nota van Wilson over de vrijheid der zeeën, den 23 Januari *1917 bekend ge-maakt, volgende verklaring te lezen : « Voor zooveel het mogelijk is, moet aan ieder groot volk, dat thans naar de voile ontwikkeling zijner hulpmiddelen streeft, een rechtstreek-sche uitgang naar de groote vaartwegen der zeeën verzekerd zijn. Waar dit niet kan be-werkstelligd worden door gebiedsafstand, zal het zeker kunnen bereikt worden door neutra-liseering der toegangswegen, onder alge-meene borgstelling ; hetgeen dan in zich zelve eene vredesverzekering zou beduiden. » Hebben we hier te doen met eene vergis-sing, eene dwaling, of wat ? Waarom spreekt hij over en voor de groote volkeren en de groote vaartwegen ? Noorwegen, Nederland, België, b. v., hebben die landen dan geene vrijheid ter zee ? Kunnen groote en kleine volkeren ook van de kleine vaartwegen geen volkomen gebruik maken ? Wat is een groot, een klein volk ? Wordt zulks vastgesteld en opgegeven door de oppervlakte, door de vol-strekte of de betrekkelijke bevolking, door de wapenmacht op land of op zee, door handel en nijverheid, door de algemeene beschaving, en wat al meer ? Welke wegen ter zee liggen open en welke niet ? Waarom hier ja, daar neen ? Is er dan geene overeenkomst voor dit bran-dend vraagstuk te vinden ? Zeker, met goeden wil en rechtvaardigheid, komt het wel terecht. Wilson zelf geeft eene oplossing, maar eene heel andere dan in zijn vorigen volzin : « geene natie » (dit is duidelijk, geene, zonder onder-scheid) « behoeft van den toegang naar de open wegen van den wereldhandel » (ook zonder uitzondering) « verwijderd gehouden te worden. De zeeweg (hier weer geen de minste afkorting, geen enkele uitzondering) « moet tevens door wettelijke bepalingen alsook feitelijk vrij zijn. De vrijheid der zeeën is de onmisbare voorwaarde voor den vrede, de gelijkheid en de samenwerking. Vele destijds geldig staande regelen van internationale ge-woonte zullen ongetwijfeld aan eene radikale omwerking moeten onderworpen worden, om de vrijheid der zeeën feitelijk te waarborgen en dezer gemeenzame gebruikbaarheid voor de menschen onder aile omstandigheden te verzekeren.... Zonder deze veranderingen kunnen geen vertrouwen en geen goede be-trekkingen « onder de volkeren » (zonder uitzondering) bestaan. Het onafgebroken vrij, on-bedreigd verkeer van volk tôt volk is een wezen-lijk deel van den vrede en van den ontwikke-lingsgang. » Voorwaar, heerlijke begrippen en uitingen i Het treurig verledem en heden kennen we op dit gebied maar al te wel ! En de toekomst ? Wereldvrede te land en te water voor iedereen? En België ? Kater. Leest en verspreidt De Gazet «an Leuven het best ingelicht blad van het arrondissement. — i Vlaamsche Werking Meetings van Zondag, 30 September AALST. — Om 4uur, in den STADSSCHOUW-burg ; Kunstfeest met redenaars Dr R. de Clercq, R. De Cneudt. ST KWINTENS-LENNIK. - Om 11 uur, in de zaal In den rooden leeuw. Sprekers : HH. Hinderdaal en Hugo Vanden Broeck. G00IK. — Om 5 uur, in de zaal van We ost. Sprekers : HH. Jef Hinderdaal en Hugo Vanden Broeck. PEUTI. — Om 11 1/2 uur, in de zaal De eendracht. Sprekers : HH. Dr Tack en Si-moens.HOFSTADE. — Om 3 1/2 uur, IN HET NlEUWE Huis. Sprekers : HH. Dr Tack en S. Simoens. MOLENBEEK. — Om 4 uur, in de zaal van Jef Pletinckx, Gentsche steenweg, 378. Sprekers : Prof. Lambrichts en Dr. Prenau. ORSMAAL. — Om 10 uur, bij GUST VANDEN-BOSCH. Spreker : H. Van Wetteren. SiNAAI. — Spreker : Advokaat Jozef Vanden Broeck. Kleine Kronijk J Wie den ooHog uïtlokte. Uit " de Standaard van Amsterdam : Het Godverzakend trio, dat nu van achteren blijkt den ontzettenden oorlog op 't misdadigst doorgedreven en, tegen den Tsaar in, over Europa niet-alleen. maar over heel de wereld uitgelokt te hebben, is dan nu op het historische schandbord ingebrand. De drie politieke boeven, die dezen gruwel aan-geduri'd hebben, heeten Soechomlinow, Sasonow en Januskewitch. Deze drie mannen zijn het, die, toen zelfs de Tsaar nog aarzelde en men in Rngeland nog op nadere inlichtingen wachtte, driestweg en gansch in 't geheim van uit het Verre Oosten hetmachtige Russische leger op voot van oorlog hebben ge-bracht en naar de Wester- en Zuidergrens hebben doen oprukken. Daardoor hebben ze de Duitschers in Oost-Pruisen overrompeld, de Karpathen geforceerd en Oostenrijk in Servie pogen raak te slaan. Sterk door een leger van ten minste drie millioen manschappen, rukten ze met overvallende snel-heid op twee punten tegelijk naar de grenzen op. De Tsaar bleef aarzelen, de Doema was er buiten gehouden. het waren enkel deze drie geweldenaars, die er Europa, en straks de geheele wereld, aan waagden. Gewetenloos, dat 't niet misdadiger kon, gaven ze er niet om, wat ramp zonder weerga ze aan hun land berokkenden. Ze rekenden vast op den koning van Engeland ; Duitschland en Oostenrijk zouden overrompeld en platgetreden worden, en aan het militair gevveld zou de zege blijven. Thans, nu'deze dtie Godvergetnn geweidenaars door de officieele stukken met naam en toenaam gesignaleerd staan, is het zonneklaar, van watkant de oorlog gezocht is. Het is dit gewetenloos trio Rusèen, dat den oorlog gezocht, gewild en aangestoken heeft. Kerenski te Brussel. Kerenski, wiens naam heden in aile monden van de wereld is, leefde verschillende jaren te Brussel, waar hij kwam studeeren. Hij woonde in de voor-stad Elsene, waar zijn naam nog heden in de regis-ters vermeld staat. Hij deed vooral studiën van skonomischen en politieken aard. In zijn vrijen tijd »ing hij met voorliefde in het gasthuis " Aux Caves de Maestricht „ tôt welks stamgasten hij behoorde. Een harnas voor de soldaten ! De aanneming van den stalen helm, welke, naar het schijnt, bewijzen gegeven heeft van zijne groote doelmatigheid en die zooveel levens gespaard heeft, moest leiden tôt de studie van een harnas, dat de organen, in den romp en het onderlijf gele-gen, beschermt, zooals de helm de hersenen be-schut,Een geleerde Franschman, de heer Delorme, heeft proefondervindelijk en anatomisch bestudeerd, wat de kenmerkende eigenschappen van dat harnas zouden moeten zijn, hetwelk hoofdzakelijk het hart, de groote bloedvaten, die er hun oorsprong tiemen, het onderste gedeelte der longen en de in-gewanden moet beschermen. Hij beveelt de fabricatie aan : staalplaten in een vorm, die toelaat het harnas, al naar gelang der positie van den soldaat, van voren of van achteren te dragen. Een achterkleinzoon van Napoléon gesneuveld. Napoleon's bloed komt in dezen oorlog te vloeien. Zijn achterkleinzoon, graaf Léon, sergeant in oen infanterie-regiment, is gevallen tijdens een treffen bij don beruchten " Chemin des Dames „ kort na zijn benoeming tôt onderluitenant. De grootvader van den kleinen sergeant was een der onechte zoons van Napoléon I. De keizer had bij Prinses Murât. Eléonore de la Plaigné, " de schoone Eleo-nore „, ontmoet. Hij was op haar verliefd geworden m.et het vuur, dat hij bij aile dingen toonde. Deze ontmoeting zou maar het meest kortstondige lief-desroraannetje gebleven zijn, zoo er geen kind uit geboren ware. Men sehreef toen 1806 : Dit vaderschap gaf ^em te denken over de onvruchtbaarheid van zijnen echt met Josephina. Hij schoof voortaan de schuld er van op zijn vrouw. Na een oogenblik het denkbeeid gekoesterd te hebben, gelooft men, zijn dynastie in dezpn telg te vereeuwigen, kwam het andere plan in hem op, dat hij verwezenlijkte : namelijk Josephina te verstooten en zich in het huwelijk te begeven met een prinses, die hem zou doen opne-men onder de echte koningen en zoodoende aan den erfgenaam van zijn glorie de zalving der tra-ditie zou geven. Het kind der schoone Eleonora — wiens moeder zich had moeten verwijderen, daar zij er de vrouw niet naar was om de keizerlijke gril-igheid lang te boeien — met titels, met geld overla-den, genoemd naar den halven naam van Napoléon — Léon •— opdat deze naam het zegel zou blijven v;<n een erkend en trotsch vaderschap, groei-de op oij een zuster van den keizer, toen de storm César' troon deed ineenstorten. Op de rots van St-Helpna, dat de Engeischen Napoléon als ballings-oord afiiwezeto, herinnerde hij zich dezen verbor-gen * ifoon n0g~, wtetsen hij Wtonâctue zijir otocà' waardig te laten worden. Het is de nakomeling van dezen zoon van Napoléon, die met de wapens in de hand komt te sterven. Een Pandora-doos in Engeland. Zoo men de " Figaro „ gelooven mag, zou de geestelijkheid in Engeland het plan hebben, over te gaan tôt de opening van het geheimzinnig kofiertje van Jeanne Southcott, een profetes, geboren te Exeter in 1750, die in 1792 een reeks profeties ge-publiceerd had, meer dan drieduizend bladzijden beslaande. Deze zienares had o. a. voorspeld de binnenland-sche revolutie van 1798 en de jaren van hongers-nood, 1795 en 1797. Zij vond des te gernakkelijker geloof bij de Engelsche bevolking, waar zij de duistere profetie geuit had, dat alleen "De Adelaar„ Engelands vijand was, en dat de Turken uit Europa J zouden verjaagd worden, wanneer " De Adelaar „ i zich niet meer tôt de zon zou kunnen opheffen. Voor haar dood vertrouwde de waarzegster een zeker aantal nieuwe profeties aan een koffertje toe, hetwelk zij verzegelde en ten geschenke gaf aan de Engelsche natie, op voorwaarde, dat in geval van, een zware krisis, het in tegenwoordigheid der Engelsche bisschoppen geopend moest worden. De erflaatster stierf op 64-jarigen leeftijd en werd be-graven te St-Johns-Wood. Haar graf alleen bleef gespaard bij de vreeselijke ontploffing, die zestig jaar geleden te Regent's Park Canal plaats vond. De Engelsche geestelijkheid, uit reden van het kri-tische uur, dat Engeland op het oogenblik door-maakt, acht de voorwaarde, aan dewelke Jeanne Southcott de opening van het geheimzinnige koffertje ondergeschikt gemaakt heeft, thans vervuld. Het zal werkelijk intéressant zijn, te vernemen wat er uit deze Pandora-doos zal te voorschijn komen. (N. B. A.) ; De nalatenschap van Vanderbilt. Men komt de nalatenschap te likwideeren van \ den Amerikaanschon l&illionnair Vanderbilt, die den dood cevonden heeft in de ramp der " Lusi- ^ tania „. Deze likwideering heeft de erfgenamen 1 diep ontgoocheld, en misschien meer nog de zaken- ] vrienden van den overledene, die Vanderbilt altijd f onder de milliardairs gerangschikt hadden. In de New Yorksche bankkringen werd het for-tuin van Vanderbilt op 200 millioen dollars geschat. De familie zelf, beter op de hoogte van den gelde- ( lijken toestand van Vanderbilt, wist natuurlijk dat \ dit cijfer bovenmatig overdreven was. Zij schatte a dit fortuin op niet meer dan 30 millioen dollars, ) cijfer, dat — zooals thans blijkt, — nog te hoog ge- , nomen is. De netto-opbrengst van heel de nalaten- schap bedraagt 17.360.522 dollar, als cijfer zeker f niet onaardig, maar dat niettemin ver verwijderd r is van de befaamde 200 millioen dollar ! c Men vermoedt dat wijlen Vanderbilt veel geld t heeft verloren in ongelukkige spekulatiën. Dit neemt niet weg, dat de erfgenamen van den grooten financier niet van den honger zullen omkomen ; c zijn drie zoons, William, George en Alfred, hebben * elk 4 1/2 millioen dollar gekregen, terwijl zijn t weduwe een kapitaal van 2 000.000 dollar getrok- ^ ken en bovendien het vruchtgebruik heeft eener i £ som van 5.000.000 dollar, 1 i IETS VOOR IEDERE WEEK Kobe's meening. Voor een paar dagen heeft Kobe me nog eens stof voor een praatje geleverd. Ik weet niet of zijn levensbeschouwing bevalt, ik geef weer wat ik van hem verneem, zonder er iets bij of af te doen. Merk wel op dat Kobe geen fictie is, Kobe leeft. Al wandelend door het bosch had ik den slag van zijne bijl gehoord, en op den klank af was ik tôt bij de plaats geraakt, waar mijn vriend werkzaam was. Het doet Kobe altijd ge-noegen als ik hem zoo eens kom opzoeken : hij weet dat ik belang stel in wat hij zegt en in wat hij doet, en daaruit ontstaat vriendschap. Terwijl wij nu over ditjes en datjes uit het da-gelijksch leven bezig waren, trof het mij meer dan gewoonlijk zeker, dat Kobe, lijk hij daar op zijn bijl* leunend voor me stond, met zijn breede schouders en klaren blik, mij meer eerbied inboezemde dan veel zoogezegde ont-wikkelden, die ik ken. Kobe is werkelijk een volmaakte type van ons ras, kalm en bedaard, verstandig en openhartig, soms kinderlijk blij-gezind te midden der prachtige natuur, waar hij dag in dag uit zijn taai werk verricht, soms iets of wat droefgeestig als hij denkt aan... wat ik nu vertellen wil. Waarom is Kobe, die begaafd genoeg is om het heel.wat verder tei^Tnge.nT.zjjri,leven lang i houthakker gebleven ? Ik heb het hem gevraagd, en hij heeft het mij uitgelegd, zoo ongeveer lijk ik het u hier neer-schrijf.— Houthakker, meneer Ibo ? Ja het is niet veel, het is eigenlijk niets, want al wie wil kan houthakker worden, aïs hij maar armen heeft. En-dat hebben ze, Goddank, in ons familie allemaal zoo nogal. Maar hoe zou ik meer geworden zijn ? Hoe en waar zou ik iets meer geleerd hebben ? Mijn vader was ook houthakker, en, al ben ik zijn zoon, ik mag u ver-iekeren, dat hij zoo'n klaar verstand had als iemand op ons dorp. Waarom is die dan houthakker gebleven ? Mijn zoon gaat naar de der-tig ; hij is een verstandige, brave, oppassende jongen. Zal hij het ooit verder brengen dan houthakker ? Waarom, vraagt ge ? Luister îens, Meneer Ibo : Op ons dorp is er een dorpsschool ; men leert er schrijven, lezen en tellen. Ik houd er niet aan om af te keuren wat mijn dorpsgenooten voldoende vinden, maar toch is hei zeker, dat die school niet geschikt is om de dorpskinderen de noodige ontwikke-ing te verschaffen. Denk er maar over na, meneer Ibo, ge vindt beter dan ik het u zeggen kan, wat er bij het onderwijs op de dorpen ^ntbreekt. Hoe komt het, dat dorpsjongens, die de school verlaten, nooit geen boek meer Dpenslaan ? Trouwens, waar zouden ze dat aoek vinden ? Hoe zouden ze dat boek begrij-sen ? Avondscholen, zondagscholen, hoor ik •i zeggen ? In ons dorp bestond er geen van Deide. Nu nog moeten de jongens van mijn ïeboortedorp twee uren ver te voet, om de essen van een avondschoolte volgen, en ze eeren er niets dan eene bespottelijkè brok 7ransch, die ze even gauw vergeten. Dat ik het ezen niet verleerd heb, meneer Ibo, is hieraan e danken, dat mijn vader, die heel wel begreep vat geleerdheid waard is, nooit uit de stad erug naar huis kwam, zonder een dagblad >f een Vlaamsch boek. Maar waar zou de man rernomen hebben, waar de boeken te vinden varen, die wij noodig hadden voor ons vak ? Vist hij dat er voor houthakkers ook boeken >estaan ? Waar zou hij ze gevonden hebben ? ïn vooral wie zou ze betaald hebben ? want tieuwe boeken, vooral vakboeken, kosten luur ! Wij vroegen niets beters dan te lezen en e leeren, meneer Ibo. Lezen is bijna het :enige verzet gedurende de lange winteravon-len in een houthakkershut. Ik zie vader nog huis komen met zijn gelegenheidskoopje : :ene oude versleten uitgaaf van « De Loteling». Ve hebben het honderdmaal gelezen en voor-;elezen. Vader wist dat Conscience nog meer ;eschreven had, maar hoe die werken ver-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Leuven van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes