De klok uit België = La cloche de Belgique

589428 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 08 April. De klok uit België = La cloche de Belgique. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/3775t3gr06/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

De Klok uit België Redactie Kapoenstraat 14 Administratie Kapoenstraat 16 MAASTRICHT — Teleph. 614. MIJN NAAM US ROELAND ALS IK KLEP, IS T STORM ALS IK LUID, IS T ZEGE PRIJS PZR NUMMER: 5 Cent. ABONNEMENT : Voor Holland . . . . Fl. 1.00 per Kwartaal Voor Buitenland . . .FI. 1.25 „ „ Paschen. 't Cure jaargetijde is onder ons heengegaan. Wilde windrukken joe-gen de reuzelende bladeren in de lucht, beukten tegen de stammen en in de kruinen die kraakten en kreun-den als 't ware van pijn. Dikke hagel-steenen kletterden tegen de ruiten; de aarde lag als voor eeuwig in haar wit baarkleed gehuld. De wateren waren als bij tooverslag roerloos geslagen. Zwarte raven vlogen met zwaren vleugelslag van boom tôt boom ,en hun gekras klonk akelig en onheil-spellend in de lucht. Doch nu! De winter is voorbij; de regenvla-gen zijn verdwenen: bloemen ont-luiken in het veld; de vogelen zijn daar en zingen hun lied! Hoort gij in de luchten het gekir der duiven? Ge-groet o lente met uw licht, met uw warmte, met uw jong leven! Gegroet gij heerlijke dageraad na duisteren nacht! Gegroet gij hoop na vertwijfeling! Gegroet gij opstanding na den dood! Naar was 't ons aan 't harte dees laatste dagen. — In onze tempels volgden wij het lijdensdrama van den Godmensch. Altaren, gewaden, zan-gen, 't herinnerde ons al aan de smart van Jésus, den grooten Onschuldige. Goe Vrijdags-ratel ging ons door merg en been; Davids weeklachten en Jeremiahs rouwzangen drongen diep in onze ziel. — Met den koning-lijken propheet riepen wij „De pro-fundis" uit het diepst van ons ellende tôt God; en met den joodschen propheet verzuchtten wij „God zie ons ellende want de vijand zegeviert". — Doch nu zijn er bloemen in onze kerken, en de priester is gehuld in goud ; — blij klinken de orgelklanken, en luid juichen onze klokken! Gloria en alleluija klinken om de beurt. De zon verdreef de zwarte wolk! 't Is zege na den harden strijd! 't Is verrijzenis na de kruisiging! Begrijpen wij de dubbele les door Gods Kerk en de natuur ons gegeven? Begrijpen wij de waarde, de beteeke-nis van ons lijden! Zoo wij aan onze smart geen wij-ding gaven dan ware ons leven on draaglijk. Dan zouden al de angsten die wij bij de overrompeling door-stonden, de ontberingen die wij bij de groote vlucht leden, de kommer «i zorg die wij in onze ballingschap droegen, slchts vermogen diepe won-den in onze zielen te slaan, die nooi. meer zouden toegehaald worden. Welhoe zouden moederoogen om »iets blindgeweend zijn! Vaderharten om niets verbrijzeld! Kinderdroomen om niets verwoest! Allen wie wij ook zijn werden we met de geeselroede ten bloede geslagen; en de striemen zouden schandmerken zijn, de linken zouden we moeten verbergen! Neen, we weten beter, het lijden brengt onze wedergeboorte. Het lijden maakt de zielen grooter! De ziel die geleden heeît, die de bij-tende tand der smart in haar heel wezen voelde inslaan, is als de graan-korrel die de logge vracht der aarde op zich wegen voelt. Doch onder de drukking voelt de korrel in zich on-gekende krach ten wakker schieteti, — de grond scheurt — en een heerlijke groene stengel rijst weldra in Gods lieve zonne. De ziel die lijdt voelt zich verruimen, ze leert hare krachten kennen, meten, waardeeren. Die ziel schrikt niet voor opdoemende gevaren en aandrijvende onweers-wolken. Ze voelt zich in staat voor-taan tôt het bovenmenschelijke! En staat die lijdende ziel in 't heerlijke licht der genade dan bereikt ze den hemel. — Rotsland, Hoogland! .Het lijden veredeit de ziel! Toen in de middeleeuwen een jonge schildknaap in de Ridderorde opge-nomen werd, bracht hem de peter bij 't plechtig aanvaarden een slag toe in den nek met het plat van 't zwaard, of met de voile vuist, en zei daarbij: „Sois preux!" — Welnu het lijden is het zwaard dat met zijn slag de uit-verkoren zielen riddert en adelt. Arme broeders en zusters waar moest ge uwen nood klagen! waar vondt ge een woord van waren troost? Was het aan de groote poort waar lakeien ongevraagde bezoekers afwezen, onder helverlichte vensters waarachter lichte dansende schimmen zich be-wogen, waarachter liederen klonken en glazen rinkelden? Of was het bij de arme buurvrouw die op haar lij-densbed gekluisterd lag! En gij lieden uit den hoogeren stand waar gingt gij uw pijn uitjammeren? Was het aan de zijde van den trotschen met wien ge om de eerste plaats twistet, of op den schouder van hem die reeds lang door het lijden gebroken was? Het lijden leert meelijden, het stemt de snaren onzer ziel, en geen enkele angstkreet kan er op de wer.eld ge-slaakt worden of hij vindt weerklank in ons binnenste. Het lijden brengt nader bij den Schepper. Toen een paar jaar geleden het reuzenschip „Titanic" de wateren doorkliefde, maar helaas zijn overmoedigen kop te pletter liep tegen een ijsberg hief er iemand op het dek 't wonderschoone lied aan „Nader tôt u mijn God", en de passagiers die een oogenblik te voren misschien op niets anders dan op leven, vreugde en genot dachten, blikten ten hemel en antwoordden: „Smart brengt ons nader tôt U, mijn God". — Het lijden is niet „iets uitzinnigs", met een on-verklaarbare wreedheid. Het is de maatstaf van aile menschelijke waarde, het is de waarborg van zedelijke grootheid. En zedelijk groot moeten wij worden. De oorlog is een bloedige overgang naar een nieuw tijdperk der wereld-geschiedenis. Wij gaan een nieuwen staat van zaken te gemoet waaruit de oude heidensche deesem van wille-keur en ruw geweld moet geweerd, en de nieuwe christelijke van eerbied voor ieder waar Recht moet door-dringen.Wij die Ret zwaard ter verdediging onzer Eer getrokken, en ailes op het altaar van den Plicht geofferd hebben, wij zijn geroepen om op den weg der levensvernieuwing voor te gaan. Laten we dan in ons landeken terug gekeerd bewijzen dat in de schaduw van het kruis een volk zijn volste krachtontplooing, zijn meest harmo-nische ontwikkeling bereikt, dat in de schaduw van het kruis de sociale vragen die scherper en dreigender dan ooit zullen gesteld worden, tôt hun bekoorlijkste oplossing komen, dat in de schaduw van het kruis de beschaving gedragen op de vleugelen der Verdraagzaamheid, der Liefde haar hoogte punt bestijgt. Denken we evenwel na. Zulke taak onderstelt taaie werkkracht, groote toewijding, onafgebrokene zelfverloochening. De-ze deugden leeren wij in de hooge-school van het Lijden: de Ballingschap.X X Drie dagen reeds was de Heer in 't graf gedaald, en zijn vijanden ver-heugden zich over hun victorie. Doch toen de Joden van op den tempel met hun bazuinen den zonsopgang be-groetten, stond de Verlosser van onder de dooden op. Hij had den Dood overwonnen. Zijn verheerlijking ving aan. Drie jaren reeds houdt de Dood ons volk in zijn knokelige vuist. In 't half-duister heeft men gevezeld dat het voor eeuwig van 't aanschijn der we-reld verdwenen was. O de dwazen! weten ze niet dat „Ons volk zal nooiï vergaan"! Reeds hoor ik den vleugelslag van den engel die den graf-steen zal afwentelen, en weldra worden wij, die vervolging leden om de rechtvaardigheid de glorie der menschheid, een voorwerp van wel-behagen bij den Heer. Verjaardag van Koning Albert. Heldenkoning, heden op uw feest-dag, zijn de oogen van aile vluchtelin-gen, hier in Nederland, op u gericht. Wij hebben uwe beeltenis versierd, omkranst met groen en guirlanden, gij prijkt daar in elk huizeke, in iedere kamer, maar bovendien hebben wij in ons hart voor u een woning gesticht, waar gij zult blijven met ons, zoolang dat hart in dien boezem klopt. Heerlijk samentreffen ! Vandaag, Paschen, nu de klokken luiden en jubelend verkondigen, dat Christus, onze redder, onze zaligmaker verrezen is, nu wij juichend Alleluja zingen, omdat door Zijne verrijzenis ook de onze verzekerd werd, heden, o Koning, zien wij ook in u, dengene, die gedragen op het recht, de eer, de trouw aan het gegeven woord, voor ons aller oogen oprijst en ons een teeken zijt, dat door u ons land eenmaal, ja spoe-dig weer, zal herrijzen tôt een vrij, onafhankelijk België. Dil is voor ons vluchtelingen een troost. Dit is de hoop, die doet leven, die kracht geeft, om den tijd der ballingschap gelaten te dragen. Maar niet enkel in kalm wachten moeten wij dien dag der opstanding verbeiden, neen, wij moeten van nu af aan ons voorbereiden, wij moeten nu reeds doen wat onze Koning van ons ver-langt. Wij moeten werken, want uit de puinhoopen van het heden dienen wij eene toekomst op te bouwen van welvaart en kunst als nooit te voren. Ailes zal afhangen van de energie, die wij zullen aan den dag leggen. Willen wij België weer eene plaats aan de spits der volkeren verzekeren, willen wij wederom worden het in-dustriëele land, dat wij voor den oorlog waren, dan dienen onze werklie-den daaraan mee te werken en van nu af aan. En dat kunnen zij, nu zij over zooveel tijd beschikken, door dagelijks eenige uren aan eigen ontwikkeling te besteden, dat zijn zij bovendien verplicht aan hun zelf, aan hun Koning. Na den oorlog mag er niet meer kunnen gezegd worden dat België bij de naburige volkeren in ontwikkeling ten achter staat. 13 p. c. analphabeten tegen 0.5 hier in Holland is te groot verschil ! En wie van u twijfelt er nog aan, dat wij bekwame vakmannen na den oorlog noodig hebben ! Welnu, vlaamsche vakscho-len staan er in aile kampen en vlucht- , oorden ; volgt de lessen mannen en stuurt er uwe jongens heen, zorgt dat uwe kinderen regelmatig de school bezoeken, want zij zijn het, waar 't Vaderland, uw Koning op bouwt. Want ook van ons, evenals van onze jongens aan den Yser wordt plichtsbetrachting gevorderd : zij dienen hun Koning in de loopgrachten, in 't gezicht van den dood, wij be-behoeven slechts rustig te arbeiden aan onze zelfvolmaking, aan onze geestelijke ontwikkeling. Eenmaal zal het uur slaan, God geve spoedig, dat wij onze terugreis naar 't dierbare Vaderland zullen aanvaarden. De duizenden, die ons hier omringen, zullen met ons zijn. Er zal vreugde heerschen, ondanks de grie-vende smart, dat er zoovele van onze verwanten, van onze vrienden niet meer zullen terugkeeren. Er zal feest zijn bij het weerzien van het verloste, vrije Vaderland, er zal feest zijn, wan-neer wij onzen Koning Albert met luide jubelkreten zullen begroeten. Maar na die feesten der eerste dagen, zal de vreugde bedaren, wanneer wij plotseling zullen staan voor de hard-heid der ruwe werkelijkheid. Het ge-wone dagelijksche leven zal trachten zijn vroegeren gang te hernemen,maar 't lijdt geen twijfel, dat 't lang zal duren, eer de bedrijvigheid hare regel-maat zal herkregen hebben. Steden en dorpen zijn vernield, dus gebrek aan woningen ; 't land is uitgezogen, dus geen geld ; de fabrieken in asch gelegd of zonder machines, dus geen industrie. Bekwame werklieden zullen er noodig zijn, doch alleen zij, die hier gewerkt hebben aan hunne ontwikkeling, die hier de noodige vak-kennis hebben opgedaan, zij zullen niet met leege handen staan, want zij hebben hier een kapitaal vergaard, dat daar zijn rente zal opbrengen. Wij zullen heden den Koning vieren, door aan zijne voeten de belofte neer te leggen van trouw aan 't Vaderland van trouw aan onze plichten als ware Belgen. Louis BROUNTS. WEEKBLAD VAN „LH COURRIER DE LA MEUSE" Zondag, 8 April 1917. 2e BLÀD, !•* Jaargang N° 2.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De klok uit België = La cloche de Belgique behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Maastricht van 1917 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie