De legerbode

1182 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 05 Juli. De legerbode. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/9w08w38q01/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Oit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. DE BEGRAFENIS van m Heer yaorziner mmm Grootsche Lijkstaatsie Met grootsche staatsie werd het stoffelijk over« blijfsei van den voorzitter der Kamer en Staat-sninister Franz Schollaert ter aarde besteld. Eene nationale begrafenis, d. w. z. op 's lands ikosten, werd bezorgd aan den grooten burger, wiens dood zoo diep door ganscli België betreurd wordt, en wegens de talrijke diensten bewezen 'aan 't land door dien voornamen Staatsman, «n wegens de hoogere plaats die de aflijvige fin 's lands bestuur heeft bekleed. , Zij had Dinsdag plaats, om de Ieden van het Parlement, die in Frankrijk verblijven, den tijd te gunnen te Sainte-Adresse toe te komen voor de begrafenis. De heer Helleputte, minister van landbouw en openbare werken, schoonbroeder van den afgestorvene, de heer Florent Schollaert, dezes neef, de heeren ridders Vincent en Adrien Erns de Bunswyck en de Maret voerden den rouw. Vreemd samentreffen : Verleden Vrijdag, dag waarop de heer Schollaert het tijdelijke met het «euwige wisselde, was het juist dag voor dag <Sén jaar geleden dat de heer Helleputte, die aich met eene zending naar Parijs begaf, het slachtoffer werd van een automobiel-ongeval te Châlons-sur-Marne. Van 11 u. 1/2 af, heerschte er felle beweging op het Frederic-Sauvage-pIein, vôôr het hôtel Dufayel ; zonder ophouden kwamen er auto's aangesnord, en brachten hoogere personen nit den militairen stand en den burgerlijken wereld, afgevaardigden van de verbonden naties, de leden van de diplomatie bij 's Konings Albert regeering, enz. aan. Aaazienlijke Personen De Vorst is vertegenwoordigd door den luite-Hant-generaal Jungbluth, hoota van 's Konings ïnilitair huis, en door den h. Ingenbleeck. Dan bemerken wij verder den h. Steeg, minis-Jer van openbaar onderwijs en den h. Klobu-kowski, vertegenwoordigers van den voorzitter derRepubliek en van de Fransche regeering; Abel, ondervoorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers; Ancel, volksvertegenwoor-diger, secretaris ; generaal de Lallemand, verte-genwoordiger van den minister van oorlog ; admiraal Didelot, vertegenwoordiger van den minister van marine ; de h. prefekt van het département der Beneden-Seine, de h. Morain ; de «• prefekt Talion, bijzonder kommissaris van de Fransche regeering bij de Belgische regeering ; de h. Benoist, onderprefekt ; de h. Morgand, maire van Havre; de leden van het diplomatisch korps ; de generaal-commandant van het 3e ge-biea; verscheidene Fransche parlementsleden; de commandant van de Belgische en Engelsche pasis; een afvaardiging van het Legioen van eer, purgerlijke en militaire afgevaardigden, enz. , De Belgische ministers : De hh. baron de Bro-!<pieyille, minister van oorlog en hoofd van het àabinet; Carton de Wiart, minister van justitie; îerryer, minister van binnenlandsche zaken ; Tan de Vyvere, minister van geldwezen; Goblet c'Alviella, minister van handel ; Poullet, minister yan kunsten en wetenschappen ; Beyens, jftinister van buitenlandsche zaken; Hubert, ffiinister van handel en nijverbeid; Segers, mi-«uster van spoorwegen; de hh. Liebaert eu Cooreman, Staatsministers. De heeren senatoren Ancion, ondervoorzitter *axi den Senaat; Thiebaut, beheerder van het gesticht van Port-Villez; François Empain, Foc-^u^raae"^r^arti ^e Spot, Carpentier, Maes, De heeren volksvertegenwoordigers Pirmez. kapitein-commandant, Golaert, Van de Perre, Firon, Mélot, Gilles de Pelichy, Brunet, Neven, Brifaut, Hubin, Vekemans, Ramaekers, Feullien, plaatsvervangend volksvertegenwoordiger, en de heer Pamvels, griffier. Eveneens opgemerkt ®'] de talrijke hoogere officieren, generaal ■tombeur, en bij de hooge ambtenaren van de departementen, den heer Buisseret, secretaris êtoueraai vaftJhetjBinisterie yan oorlog. De Militaire Eerbewijzingen Op het Frederic-Sauvage-plein zijn beurte-Iings de troepen zich komen opstellen, belast, de eer te bewijzen aan voorzitter Schollaert, wegens dezes dubbelen titel van hoogere waar-digheidsbekleeder van het Eerelegioen eu vaa de Leopoldsorde. Zij bestaan uit : Een bataljon territorialen ; Eene compagnie Fransche marine-fusiliers ; Eene compagnie Britsche wachten ; Eene compagnie Belgische gendarmen ; De invalieden van Ste-Adresse, voor wie de overledene zulke trouwe beschermer en wel-doener geweest was, met hunne fanfaar, onder de leiding van sergeant Tancré. De Loi van den Overledene In het ruim portaal, herschapen in rouwkamer, heeft baron de Broque ville, minister van oorlog, in zijne hoedanigheid van kabinetshoofd, den lof van den Voorzitter der Kamer gemaakt. Met eene stem trillend van ontvoering, maar weldra vaster wordend, sprak hij volgende prachtige lijkrede uit : Redevoering van baron de Broqueville Mijne Heeren, Voor de tweede maal zijn wij hier in banne-lingsoord vergaderd om de laatste eer te bewijzen aan een der veteranen uit den politieken wereld, die de Regeering, bij haar verlangen om baat te trekken uit hunne opgedane wijsheid en ervarenheid, had uitgenoodigd om haar bij hare smartelijke reize te volgen. Vôôr twee jaar verloren wij den heer Louis Huysmans ; thans gaan wij den achtbaren voorzitter van de Kamer der Volksvertegenwoordigers, mijnenvoor-ganger aan 's lands bestuur, aan den voor de oorlogsslachtoffers zulken gastvrijen en moeder-lijken grond van Frankrijk toevertrouwen. Frans Schollaert is voorzekereen slachtoffer van den oorlog. Hij beminde zijn land met de fealme en diepe liefde van den landbewoner. De oorlog heeft hem aan dit kader ontrukt, dat dat van gansch zijn leven was. De niet uit te boeten misdaad waarvan Leuven het tooneel was, trof hem tôt in zijn vezelen en onder-mijnde voor immer zijne reeds geschokte ge» zondheid. De naam van Frans Schollaert blijft innig verbonden met de openbare gebeurtenissen van de laatste 23 jaar. De katholieke partij verliest in hem een harer meest geëerbiedigde leiders, een man van de daad, die boven ailes iets wist te verwezen-lijken.Hij was een van degenen die aan de vrijheid van onderwijs de bloeiendste ontwikkeling gaven. Deze voorliefde voor de zaken van onderwijs was door gansch zijne loopbaan heen te merken en liet hem toe, toen hij aan het bewind was, hervormingen te doen die een geest, minder op de hoogte van de konkreete noodwendig-heden, nimmer had durven ondernemen. Maar de jeugd slorpte al zijn zorgen niet op. De vak-organisatie, die in ons land zulke diepe wortelen geschoten heeft, vond in hem een hard-ïiekkigen voorstander. Hij zag er een middel in om het lot der nederigen te verbeteren, om aan het volk, en vooral aan de landelijke massa, dien samenhang te geven die het wederzijdsch hulp-betoon verzekert en de vorderingen in het vak, terzelfder tijd als den eerbied voor het openbaar gezag. In 1888 de Kamer ingetreden, was hij verslag-gever van de wet die de burgerlijke persoonlijk-heid aan de Vereenigingen toekent en werkte aldus mede om op rechtskundig gebied een wensch te verwezenlijken, die sedert lang ge-koesterd was door de geesten die hun aandacht aan de eischen van het sociale leven schonken. Van 1895 tôt 1899 maakte Frans Schollaert beurtelings deel uit van het ministerie de Bur-let, van dat van graaf de Smet de Naeyer en ten slotte van het ministerie Vandenpeereboom, als minister van binnenlandsche zaken en van openbaar onderwijs. Hij deed belangrijke wij-zigingen aannemen op de organische wet voor het lager onderwijs, verwezenlijkte de uitbrei-ding van de programmas, het verhoogen der onderwijzerstraktementen en een ernstige ver-betering var» het toeziçht ojj de vrije gcboleo. In 1908, bij de dood van den betreurden da Trooz, riep Leopold II den h. Schollaert aan het hoofd van de regeering. Gedurende de drie jaar van zijn ministerie had hij de meest hachelijke vraagstukken op te lossen die men nog sedert lang had gekend. Het was eerst het koloniaal vraagstuk. Men heeft de aarzelingen niet ver-geten die de grootsche plannen van wijlen den Koning deden ontstaan in onze openbare mee» ning, noch het ingewikkeld karakter van de onderhandelingen die de annexatie van den Kongo Vrijstaat bij België vooraf gingen. D® heer Schollaert wist al deze moeilijkheden te boven te komen en ving aan met de breede en. vooruitstrevende politiek, die de Belgisch» openbare meening ten ganste van het Afri-kaansche werk, dat heden zoo voorspoedig is, wist te stemmen. Vervolgens kwam het militaire vraagstuk. Van af het begin van zijn ministerie werd zijn aandacht gevestigd op den ellendigen toestand van ons leger. Na zijn collega aan het ministerie van oorlog, luitenant-generaal Hellebaut, te heî>» ben bijgestaan in zijn wil om aan het land eer-lijk de ernstige misrekeningen bloot te leggen die het toepassen van de rekruteeringswet van 1902 had nagesleept, legde hij het gedenkwaar-dige ontwerp neer van één zoon per gezin, dat de wet van 12 December 1909 werd. Deze wet was het vertrekpunt van de volledige herinrichting van onze militaire instelling. Zij stelde een einde aan de krizis der effektieven die zoo ernstig het onderricht van de kaders en van den troep zelf bemoeilijkte ; zij gaf aan het leger de verzekering dat het anti-militarism, dat vroe-ger zooveel invloed had in het land, zonder actie was op de regeeringskringen, zoohaast de drin-gende noodzakelijkheid van 's lands verdediging van hunnentwege een daad van rnoed en open-hartigheid vereischten. De h. Schollaert verde-digde de wet met indrukwekkende kracht en hardnekkigheid. De loting werd afgeschaft en de persoonlijke dienstplicht ingesteld. l5e wet van 1913 was slechts mogelijk doordat de h. Schollaert eerst het terrein schoon gevaagd en de spookbeelden verdreven had, die het ware gevaar voor het oog van het land verborgen hielden. Wat ik later heb kunnen doen, ben ik verschuldigd aan de pogingen die mijn betreurden voorganger en vriend in de zoo weinig gunstiga omstandigheden heeft tôt stand gebracht met een ruimen blik en een bewustzijn, die de geschiede-nis zeker te boek stellen zal. De heer Schollaert, die zich door geene taak liet afschrikken, ondernam vervolgens de her-vorming van onze schoolwetgeving. Hij gelukte er niet in ; maar als de onlroering die deze ont-werpen bij een gedeelte van de openbare meening deden ontstaan, geheel zal verdwenen zijn, zal men erkennen dat zijne wijze om de vrijheid van den gezinsvader op te vatten, bij hem gebo-ren was uit het verlangen om de princiepen van eene gevorderde beschaving toe te passen en noch op de rechten noch op de functies van de kollektiviteit eenige inbreuk maakte. Tusschen deze twee ministeries in, en nain 1S11 te zijn afgetreden, oefende de heer Schollaert het hooge ambt uit van Voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Onze col-legas zullen eenpârig zijn om hem de hulde te brengen die hij om zijn onpartijdigheid ver-diende, om zijn ondervinding, zijn diepe kennis van het parlementai!' mekanism. Op aile banken van de Kamers genoot hij dat aanzien en die sympathie, die de goedheid des harten en de rechtschapenheid der ziel steeds verwerven. Eerbiedig buigt de regeering neer voor den geëerbiedigden vertegenwoordiger van een zij— ner groote staatslichamen. Sedert de regeering zich te Sainte-Adresse gevestigd heeft, had de h. Schollaert zich bij— zonder aan het werk der oorlogsgewonden en -verminkten gewijd. Hij was de stichter van het werk in de <t rue du Manoir », waar honderden invalieden de vak-heropleiding ontvangen die zal bijdragen om hen voor de ontberingen te vrijwaren. Aan deze inrichting wijdde hij al de edel-moedigheid zijns harten en al de toewijding die hij niet aan werken van grooteren omvang kon besteden. Onze ongelukkige bevolkingen, die door de» vijaudelijken i»Yal uiî tuyjije &aard- 5 îuli 1917 Nummer 443

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes