De legerbode

1293 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 17 Juni. De legerbode. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/b56d21s54p/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

den Dinsdag, Donderd&g en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BEI GISCHE SOI«DATEN beslenid ; iedere compagnie, escadron of batierij onlyangl, lien of vijlLien Fransche en îsederlandsche exernplaren. Roemrijke Bladzijden Aan den Yser TE DIXMUIDE ( Vervolg) Nadat de twee bataljons van het 1« linie-regi-aent gedurende de laatste uren van den nacht varen afgelost, was op 24" het bruggenhoofd, iond 6 uur 's morgens, bezet door 4 compa-gnieën marine-iusiliers, het 3e bataljon van het 41e linie en de 3 bataljons van het {2e. ïe Dixmuide was kolonel Jacques, ofschoon nog niet heçlemaal hersteld, zijn commando opnieuw komen waarnemen. De loopgraven van den linkeroever van den Yser zijn, zooals gewoonlijk, door de marine-fusiliers bezet. Als réserve bevinden zick, in de Bireek van Oostkerke tôt Caeskerke. twee bataljons van het 11e linie. twee van het 2e jagers, alsook die van het 1e linie, welke nochtans tôt de bevelen van de oc legerdivisie moeten overgaan. Meer en meer ongerust voor zijn linkerllank, heeft kolonel Meiser zijne zes spéciale pelotons naar de splitsing -van de wegen welke tenWesten '■■aîL Oud-Stuyvekenskerke loopen en zijn wiel-l'ijiîers-detachement naar het lcruispunt van de wegen aan mijlpaal a van de baan Dixmuide-Pervy.se gezonden. Hunne opdracht is de rich-tiug naar Stuy vekenskerke te bewakeri, naar den spoorweg en naar Pervyse en desnoods tôt het uiterste deplaats te verdedigen welke zij bezetten. De dag is nauwelijks aangebroken of de toestand in het Noorden schijntbijzonder beden-kelijk. In de omstreken van mijlpaal 14 langs den Yser, tegenover Oud-Stuyvekenskerke, is dp aanval zoo hevig geweest dat de achteruit-gedi-ongen Belgische troepen den vijand niet nebben kunnen beletten vasten voet op den linkeroever van den strcom te verkrijgen'. Aan-gemoedigd door dit succès, en zich rekenschap gevende van de uitputting der onzen, wier kracliten door zes dagen hardnekkigen weer-Btand gebroken zijn, trekken de Duitscliers in Bteeds grooter wordende menigte den stroom uver, zij winnen spoeclig terrein, de gedunde gelederen van de verdedigers onder een razend geweer- en kanonvuur vôôr zich uitdrijvende. Om den stand der zaken nog te verergeren, ziehier nu dat de marine-fusiliers, aan mijlpaal ■16 langs den Yser, hun link'erflank ongedekt en hunne loopgraven aldus onder enfileervuur genomen zijnde, op hunne beurt moeten wijken. Vluchtelingen en gewonden stroomen bij groe-pen naar den spoorweg toe, in een staat, van uitputting en vertwijfeling die mogelijk de ontmoediging en missehien de paniek in onze vangen kunnen zaaien. Yruchteloos tracht het peloton gendarmerie van de brigade Meiser de verstrooide manschappen tegen te houden welke deze doodelijke streek ontvluchten willen; zij slagen niet in hnnne popingen. En de vijand komt steeds vooruit. en tracht den spoorweg en de baan naar Nieuwpoprt te bereiken. Slaagt hij daarin, dam is het gedaan met de verdedigers Tan Dixmuide, die afgesneden en in den rug zullen aangegrepen \Vorden. Om deze poging goed te onderlijnen, beschiet de Duitsche artillerie met ongekende lievigbeid gelieel het ter-rein begrepen in den driehoek : Mijlpaal 16 langs den Yser, Oostkerke, Gaeskei'ke. De toestand is ten zeerste bedenlcelijk. Maar de vijandheeftzonder de wilskracht van admiraal Ronarch en van kolonel Meiser gere-kend, die vastberaden het hoofd aan het gevaar zullen bieden en het onmogelijke zullen beproe-ven alvorens de verdedigers van Dixmuide zich ter plaatse te laten dooden, desnoods tôt den laatsten m an. Reeds heeft de admiraal naar mijlpaal 16 een deel gezonden van de fusiliers welke hij nog in réserve hield, met opdracht het verloren terrein terug te veroveren en naar het Noorden een Verdedigende vleugel aan te leggen. \ an zijnen kant gaat kolonel Meiser zicli ont-doen van ailes wat hij nog onder de hand heeft: een bataljon van het 11', twee van het 2e jagers en twee van het Ie linie-regiment. Zoo spoedig mogelijk, met den steun van eeniee battariien die stoutmoedig van front veranderen, zullen zij alleu hunne poging aanwenden in de algeineene richling van Oud-Stuyvekenskerke, mijlpaal 14 langs den Yser. Het Ie bataljon van het 11e, aangevoerd door den onbevreesden eommandant Decamps, is het eerste dat zich in bewegingzet. Moesthet oolc ten offer vallen, het is volstrckt n odig dat het den vijand zou legenhouden, in afwachtingdatdehulp v.an andere eeuhi den opdage. Van de belangrijkbeid zijner zending door-drongen slormt hij met prachtigen strijdlust naar Oud-Stuyvekenskerke, dringt de Duitschers terug welke Ijeçonnen daar vasten voet te ver-krijgen, en aan den zoom van het dorp ontplooit en verschanst hij zich. Daar zal hij si and houden, ondanks de verliezen, onder den stoi'tvloed gra-naten die in de atmosfeer een zwaren en stikken-den rook verspreiden, waarvan de dichte wolken langs den grond blijven zweven. Op zijn Tinkerkant voeren de troepen van het 10e linie-regiment, welke zich hebben hervat, een tegenaanval uit. Ilet is een prachtig sehouwspel deze mannen te zien, met hunne beslijkte en ver-scheurde uniformen, de meesten blootshoofds, die onder een helsch kanonvuur vooruitrukken. Met dunne kolonnen, ziet men de compagnie'ën bij sprongen vooruitrukken. plots bij het fluitsi-gnaal der officier et gaann erliggen, aan opstaan en weer vooruit springen om zieh ten slotte te ontplooien. Maar helaas, de inspanning die gedaan moet wordeii is bovenmenschelijk Neei'gemaâid door een onverbiddelijk niachiii e-g^weer vuur, storten onze mannen bij gansche rangen neer. De eene lia de andere wankelen de verschrikkebjk gedunde compagnieën en wijken zij,ondanks de wonderen van dapperheid en wilskracht hunner officieren, ovérwonnen door de dood. Ook ma-rine-fusiliers, die met buiteiigewone dapperheid aan de handeling hadden deel genomen, onder-gaan weldra helzelfde lot. Maar deze ofl'ers zullen nochtans niet vruchte-loos geweest zijn : de vijand komt niet meer vooruit. En langzamerhand zullen ook jagers en infanteristen van het Ie linie op hunne beurt tusschen beide komen en den vijand eenen stevi-gen dam opwerpen waartegen voortaan al zijne verdere pogingen komen breken. Na homerische geveehten, welke den geheelen dag zullen duren, zal eindelijk eene nieuwe weerfctaridslinie worden aangelegd achter den talud van den spoorweg welke zich van af mij lp^àl oop den spoorweg naar mijlpaal 16 aan den Yser zal riehten, loopende langs de Roodepoorthoeve en de iiuizen gezegd « De Burg». Aldus zal, na de uren van onuitsprekelijken angst, de veiligheid van Dixmuide ten Noorden verzekerd zijn, te meer daar men in den namiddag, nog het 2" bataljon van het 11* naar de loopgraven aan mijlpaal 16 heeft kunnen sturen, waar de marine-l'usiliers verschrikkelijk geleden hadden, en ook naar de Roodepoorthoeve. Terwijl deze gebeurtenissen plaats grepen,was het bruggenhoofd zelf aan eene zwai;e heproeving onderworpen. Nimmer was de beschieting daar zoo hevig. Met metliode te werk gaande, hebben elk der Duitsche batterijen een deel van de loopgraven gekozen, die zij bij op elkander volgende vlagen besproeien, eerst van rechts naar links, van links naar rechts, en vervolgens eene salvo van hunne zes stukken over geheel de lengte van het te vernielen front zendende. En dat duurt uren lang, van af het eerste morgenlicht. Om 10 uur 's morgens, zijn de loopgraven in den Zuid-Oostelijken sector, bezet door het 2'bataljon van het 12e linie-regiment, zoodanig v> r-nield dat de manschappen, in volkomen orde, een weinig teru<rtrekken. Maar kolonel Jacques komt persoonlijlc bevel geven opnieuw bezit te nemen van de voor drie kwart vernielde ver-schansingen. Men moet er stand houden tôt der dood, liever dan den vijand onder den indruk te laten dat men verslapt. En de overblijfsels van het bataljon Gollyns gaan zich stoïelc laten dooden, met de drie tôt vierhonderd marine-fusiliers die admiraal Ronarch als versterking naar Dixmuide heeft gezonden. Rond 2 uur 's namiddags roept kolonel Meiser kolonel Jacques bij zich. Gebroken door al de sedert het begin van den slag geleverde inspan- ningen. ziek van uitputting zoodat hij zich niet meer reeht houden kan, moet hij toegeven aan het aandringen der geneesheeren en Dixmuide verlaten. Kolonel Jacques zal hem vervangen. Ailes wat er beschikbaar is bevindt zich overi-gens in het Jmiggenhoofd, sedert de Belgische reservennaS' het Noorden in het gevecht gewik-keld z^n. Gedurende geheel den namiddag wordt de beschieting met onbeschrij-flijke hevigheid voort-gezet, op de loopgraven van de» reehter- enop die van den linkeroever; op den weg naar Caeskerke en het dorp van dien naam, waarvan de kerk nog slechts een reusaclitige vuurgloed is ; op Oostkerke waarvan de laatste huizen ineen-storten ; op onze batterijen die steeds meer en meer ernstige verliezen lijden, zoowel in manschappen als in materiaal. Men moet geen profeet zijn om een aanval te kunnen voorspellen. Om 4 uur 's namiddags meldt men aanzienlijke troepenverzamelingen m aile richtingen: naar Vladsloo, naar Eessen, naar Woumen. Onze batterijen maaien ze neer, maar gelukken er niet in ze uiteen te drijven. Bij het vallen van den nacht melden patrouilles dat aanzienlijke troepen van Vladsloo naar het Westen marscheeren... Opgepast dezen nacht ! Voor de honlerdste maal lierhaalt men het zelfde bevel aan de dappere troepen welke over-al hebbei stand gehouden onder een storm van ijzer m vuur : « LJithouden tôt der dood.» Een rui-men patronenvoorraad is aangekomen ; ook pe-troleum oui het raderwerk der veel gebruikt# niachinegeweren te smeren. Belgen eu marine-fusiliers zijn nu genoeg voorzien om de Moffen bij duizenden neer te schieten. Zij zullen het niet n al a t en. Iedereen voelt dat het uur nadert van het beslissende gevecht, dat er iets ontzettends gaat plaats grijpen. Maar deze zekerheid verheft slechts tôt het uiterste den moed en de wilskracht onzer mannen. Men zal ze overigens wel in bovenmenschelijke mate noodig hebben. Nauwelijks is de duister-nis over het land neergedaald, ofeen eerste aanval wordt in den noordelijken sector gedaau; hij wordt afgeslagen. Bijna terzelfder tijd komt een reuzenstormloop in den zuidelijlcen sector schip-breuk lijden. Telkens het geweervùur knettert, besproeien onze batterijen, door een systematisch vuur dat den aanval tegenhoudt op het goed gerepereerde terrein, de omstreken der loopgraven met hunne projectielen. In den steeds don-kerder wordenden nacht lichten de ontploffende granaten en granaatkartetsen met tooveracliti-gen schijn. De merkwaardige steun der artillerie begeestert onze manschappen. Nimmer hebben de troepen van de dappere ijzeren divisie met zooveel lieldenmoed gevoehten. Zij schijnen on-overwinbaar.Nochtans is de vijand tôt aile offers besloten om de overwinnyigte behalen. Hij heeft tallooze versehe troepen voor Dixmuide moeten samen-trekken en hun bevel gegeven de stelling kost wat kost in te nemen, want hunne hardnekkig-heid is onuitputtelijk. Nauwelijks terug geslagen, rukkenzij steeds opnieuw ten aanval met steeds grooter wordende kracht. Welken buit hefift men hen dan toch teloofd opdat zij zich zoo laten dooden? Welken drank heeft men hea ge« sclionken om ze met dezen wilden moed te bezie-len ? Dronken van bloed, met duivelsehe ge* laatstrekken en huilerid lijk wilde beesten, stor-men zij ten aanval vooruit, belust op moord, struikelend over de lijken, de gewonden vertrap-pend, bij honderden neergemaaid, maar steeds terug ten aanval rukkend. Soms gelukt het aan eenige aanvallers om de borstwering te bereiken ; dan worden er geveehten geleverd, man tegen man, met kolfslagen en bajonetsteken ; men scheurt elkander het lichaam open, men maakt elkander af, schedels worden stuk geslagen, maar nergens verliezen de verdedigers een duim-breed grond. Elf maal in de noordelijke en oostelijke sec-tors, .en vijftien maal in de zuidelijke, komen de Duitschers zich aldus te pletter loopén op onze niet te overschrijden stellingen; zij zullen de loopgraven slechts bereiken om er de dood te vinden. Zij zullen eerst ophouden na de uitputting hunm r laatste krachten. Maar Dixmuide, nog slechts een lioop van puin en assche. een wal van heldenmped, zal onge.scho.nden bliiven. (Wordt voortgezet.J 17 JtlKLi Nam mer 1212

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes