den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestenid ; iedere compagnie, escadropi of batterij ontvang-t lien of vijflien Fransche en Nederlandsche exemplaren. De Overwinnaars van Tabora De heer Renkiri, miuister van koloniën, heeft een welsprekende voorrede geschreven voor het boek , dat zoo pas werd uitgegeven door onzen landgenoot, den heer Pierre Dave, die aan dezen veldtocht heeft deelgenomen. Wij laten èr hier het voornaamstc uit voigeu : '■ Duitschland wilde den oorlog in Afrika zoowel als in Eurppa. In Afrika zoowel als in Europa werden wij aangevallert, tôt den oorlog- gedwon- feu, ondauks de verdragen, door een natie die aar aanval zorgvuldig had voorbereid, hopende '•haar ontwapende tegenslrevers te verrassen en te berooven. Haar plannen zijn mislukt oiudat zij, op haar xveg, vojkeren ontmoet heeft, die vast besloten waren hun grenzen te verdedigen en den veld-'tocht tôt aan de beslissende straf van den aan-valler voort te zetlen. Om dit plan uit te voeren heeft België de me-dewerking gevonden van een korps ambtenaars wier zelfverloochening en volharding aile ver-wachting overtrotfen : een leger waarvan de dapperheid en een aanvoerder waarvan de we-lenschap en de koelbloedigheid de zege verze* kerden, i Op het oogenblik dat, ondanks onze pogingen om deoieutraliteit van het konventionneel lvongo-bekken te verzekeren, de oorlog in Afrika uit-brak, raoest er nog ailes gedaan worden om de-, zen te kunnen voortzetten en tôt een goed einde 1 te brengen. Om trouw de Akte van Berlijn na te komen hadden wij de koloniale troepen slechts als eene politiemacht georganizeerd. De open-fcare maeht was geen oorlogsinstrument, het was noodig ze herin te richten. M en moest de een-hfden anders indeelen, ze voor den oorlog vor-men, reserves oproepen, aan het leger een sterk Europeesch kader geven, het van modem nia.-terieel vôorzien. Het is noodig hier de Engelsche en Fransche regeeringen te bedanken, die ons zoo'n hartelij-ken steun verleenden en een medewerking die ons toeliet onze troepen van een geperlektion-neerde bewapening te voorzien. Zoolang de vijand het meesterschap over het . Tanganyka-meer behield, moesten er honderd-duizenden ladingen door dragers vervoerd wor-t den over de 500 kiiometers die onze bazisseu van het front scheidden. ' Beier dan iemand wist generaal Tombeur de kracht en het uithoudingsvermogen te schatten, die onze mannen en onze soldatcu noodig hadden om, langs de nauw begaanbare bergpassen en al de hindernissen die een wilde en woeste nafcuur ons in den weg legde, de munitie te dra-gen, de bevoorradingen, de kanonnen, den vool1 .het Iûvoe-meer bestemden kanonneerboot en den wil om te zegepralen le bewonderen die er onze troepen toe bracht om, zonder bevoorradingen. teai Zuiden van Sint-M,ichael, door een streek bi_Jna zonder water, hun zegevierendeu 'marsch op Tabora voort te zetten. Zooveeïinspanning en arbeid zullen niet vruch.-iteloos geweest zijn. De vrede zal ons in vreugde den oogstt brengen dien wij in U anen gezaaid hebben. Duitschland wilde onze kolonie overweldigen, ze ten rninste bij den vrede gedeeltelijk bezet houden en aldus, volgens de gelegenheid, er den afstand of de verdeeling van opleggen. Onze grens werd echter verdedigd en wij zijn het die, daarenteaen, haar kolonie zijn ingevallen en er een gedeâte van bezetten dat vijt maul grooter dan België is. De integriteit van onze koloniale bezittingen, die reeds gewaarborgd werd door de plechtige verklariag van onze groote bondgenooten, be-vindt zich nog verzekerd door ons militai? optreden. Niemand had zich op het einde vau 4914 kunsaen voorsteilen dat België, toen reeds bijna geiieel bezet, nog tôt de iiispanning be-kwaam tou zijn die het in Afrika heeft geleverd. De veldtocht in Afrika is voor geheel de wereld eeu verba/emle en nieuwe bevestiging van deu geest vi«n krackt en vrijheid die het Bdgiseh volk bezjelt. Het loyalisme waarvan de volkereut in Kongo het bevsfijs geleverd hebben tijdens dezen veldtocht is. eeu seiuisçfiis àiceiis hestouv ua- «.a* strekt : Nimmcr heerschte er meer rust in onze kolonie, uiramer kwetrn de inboorlingen zich betei- van hun pliehteu jegens de overheid, nim-mer hadden zij hooger gedacht van België. En ziehier dat, als een verbazingwekkend verschijn-sel, in de troebelen door den oorlog veroor-zaakt, de economisché voorspoed van de kolonie zich bevestigt, haar uitvoer groeit aan, en de Afrikaansche bodem, die late doc h ter in het Bel-gisch gezin, scbijnt aan het moederland de eerste vruehten te bieden van den prachtigen bloei die, in de kotnende tijden, de standvastigheid van het Belgisch volk loonen zal. De oorlog heeft onze beziilingen in Afrika ■steviger gemaakt. Hij beeit onverbreekbare banden geknoopt tusschen ons en de zwarte bevolking waarvan wij de voogclijsehap op ons genomen hebben en waarvan wij den vooruit-gang wenschen te verzekeren. Welk ook vroeger de meeningsverschillen van de Belgen mochten zijn aangaande de koloniale kwestie, heden is er niet één meer die den afstand van een enkelen duim gronds in Afrika niet als een openbare rainp zou aanzien. Maar het is noodig een openlijke hulde te brengen aan de nauwgezette krachldadigheid die generaal ïombeur, overeenkomstig onze on-derrichtingen, aan den dag gelegd heeft in het stipte nakomen van de konventiesvan Den Haag. De regeering houdt er aan de Belgische ofli-eieren en soldatente bedanken die. als antwoord op haar oproep, deel genomen hebben aaa den veldtocht in Afrika. Het Belgisch leger heeft ruimschoots de keur-manschappen geleverd die er voor het leiden en enkadreeren der zwai'le troepen noodig waren. Onder bevel van generaal ïombeur, hebben de hoogere officieren al hun uilstekende hoe-danigheden doen blijlcen. Gansch een vurigo jeugd is opgestaan voor de vordediging van onze Afrikaansche grenzen- en voor hot atraffen van den vijand. En nu, keeren wij liefdevol onze gedachten naar de dapperen die ginder verre gevallen zijn en die, als slachtofi'ers van een grooten plicht dien zij edel vervuld hebben. bedolven liggen in de woestijnen van Afrika. Zij hebben, in hun offer, de groote voorloopers gevolgd die, op het einde van de xix° eeuw, den slavenhandel ver-dreven en de grondslagen van onze kolonisatio legden. Zij waren niet do soldaten van de begeerlijkheid pu van den haat, maar de ridders van de beschaving en het recht. Weggemaaid in de kracht hunner jeugd, leven zij voortaan in onze harten en het dankbare vaderland behoudt, als een schat, hun herinne-ring en hun voorbeeld dat, door de geslachten lieen, in de ziel der Belgen, den eeredienst der verheven deugden hoog zal houden, waarvan de praktijk, ondanks aile beproevingen, de onwan-kelbare grondslag zal blijven van onze vrijheid en de stevigste waarborg voor onze toekoinst» Jules Renkin, Minister der Kolonicn van België. GENERAAL EOCH De volgende officieele nota werd ons mede-gedeeld : De Britsche regeering en de Fransche regeering zijn ten ahkoord om aan generaal Foch den titel van opperbevelhebber der legers van de Bondgenooten toe te kennen. Het blad Le Matin schrijft bij deze gelegenheid : <r Wij zullen geen enkel geheim verraden door aan te duiden dat het ruimste gezag door de Engelsche en Fransche regeering aan generaal Foch werd verleend. « Het weze over het groepeeren of het her-groepeeren van de legers, het benoemen van de aanvoerders dezer legers, of de bevoegdheid oui aan het hoofd van de strijdende machten of van oui 't even welke diensten van de Fransch-Britsche legers mannen zijner kenzete plaatsen, generaal Foch bezit allé vrijheid en zijn beslis-singen zullen niet betwist worden. Het akkoord is in dit opzicht volkomen tusschea beide be-Uno-hiibJifiude ''«i^ïis/en. > Eervolle onderscheidingen Hebben de volgende onderscheidingen ontvanfeB voor den moed en de zelfopolïering, waarvan zij steeds blijken tiebben gegeven tijdens hunne tfgenwoordigheid aan 't front en in de zendingea die lien werden toevertrouwd. Kommandeurs van de Leopoldsorda î De hiileiianten-getieraals : Orth, Kuquoy,. Bi® buvek, vleuge'adjudant des Koniags, Gillain. De generaals-majoors : Vcrbisl, Arnouldj Gr&ff» Officiers der Leopoîdaorde : De kolonel van den slaf Magiinse. De ko Ion" h : Waslet, Denis, Vaniesbecq, Olaerta (A.E.-M.). Cambier, Merteus(A.E.-M.),Tack,Merchia (A.E.-M ), Deisser (A.E.-M.), Tybergin, Vidrequin, Piette, Ponius (A.E.-M.). Leken, Donies (A E.-M,), du Roy de Biicquy (A.E.-M.), eerejouker des Koningc, JanioTte. Molitor (A.E.-M.). De liiitcnantcri-koloRels : ilollmann (A.E.-M.), Hil» lebrand. De hoofdgetieesheeren van 5e klas : Piret, Mahieu. De majoar \'au Bever. Officier der Loopoldsorde met Oorlogskruis $ De onder-intendant van Ie klas Melot. Ridders der Leopoldsorde met Oorlogskruis î De reginientsgeneesheer van Xe klas Finet. De kapiteins-kommandanteii : Auverputle, Fr&tt» çois. De regimenlspaardenarts Stockart. • Ridders der Leopoldsorde î De majoor van den slaf Vau den Bergen. De majoor s : Tinanf. (A.E.-M.), Van Dromnje, Boigerhoïf (A.E.-M.), Jacqniain (A.E.-M.), Hamer, Fourmarier, De Neefl', Rinquet, Uvtîenhove. Huguet, Debeil, Huyghe, Wabis, jonker (A.E.-M.), Glava» reau. De regimentsgeneesheer van l" klas Evrard, Félix, De kapiteins-kommandanteii : Piraux, Rousseati (A.E.-M.), Mauiissen, Hanssens (reserve),de Vinck de Winnezeele, Bouty. Soetens, Fontaine, De Decker, Denhaervnck, De Cae, Hardy, graat'Dumonceau de Bergendai. De Spiegeleire, Borms (A.E.-M.), Jansspus (reserve), Scheidt, Van Maideghem, Boa de Viron, Van Loo, de Neve de Roden (ridder),_Van Waelelghem, Coupez (A.E.-M.), graaf de Liede» kerke-Bcaufort, Mosselman du Ghenoy, Rothermel, Peteau (A.E.-M.), Offergeld, Pycke (reserve), Van Meenen. Kapitein-kommandant de Selliers de Moranviilo G.-F.-A. (ridder), A.E.M. Kommandeurs van de Kroonorde : De generaals-majoors : Lambert, Vanacker, Ri« chard, Duehesne, Flébus, Collyns, Lotz, Delobbe, Morel (met Oorlogskruis), reserve gedurende den oorlog. Officiers der Kroonorde : De hoofgeneesheeren vau 2" klas : Philippart, Ncmery, Van Nieuwcnhuysen. De majoor van den slaf Semet. De tnajoars : Fastrez (A.E.-M.), Du Bosch, Tournay, Torrekens (A.E.-M.), Philippot, Riesz (A. E.-M.), Pellaert (A.E.-M.), De Sehrvver (A.E.-M.)» Wery (A.E.-M.), Brassel (A.E.-M.), Willems, Maleve, Henry, Descamps, Vauherck, Plouvier, Herremerra (A.E.-M.), Binjé, Rycx, Collart, Du Bois (A.E<-M.)« Luitenant-kolonel Philippe Léa (A.E.-M.). Officiers der Kroonorde met Oorlogkrui» i De hoofdpaardenarts van Ie klas Verfaillie. De majoors : Stingliiamber (A.E.-M.), Notebaer^ Warnez, Antoine. De onder intendant van î* klas Wittebroodt. Ridders der Kroonorde met Oorlogskruis | De regimentsgeneesheer van klas Diericx. De kapiteins-kommandanten : de Reul (A.E.-M.)j Stephany, ïaburiaux, Biot. De regimentsgeneesheer van 2e klas Richard. Ridders der Kroonorde : De regimentsgeneesheer van 1« klas Dechamp#, De kapitein■kommandant van den staf Clemens, De kapiteins-kommandanten : Dumont (reserve), Descarups(A.E.-M.), Loodts, Pire (A.E.M), Devos, Pierson, Martin, Massart, De Neyer (A.E.M.), Meyer, Moulard. Menten, De Decker, Tasnier, Martin," Demart, Duvivier (A.E.-M.). Prins, Wangermée, Van den Boseb. Bisqucret. Witrv (A.E.M.), Van-dezande, Snteyers, Hess, Periu, Gilliams, De Foes» tiaets, Ciavareau. De regimentsgeneesheeren van a® klas : Dewan-dre, Hermant. De rcserveluitenaut geduretide deu oorlog ds Maere. 1S April 1 P1 8 Nirmmpr 565

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.