De legerbode

934 0
11 januari 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 11 Januari. De legerbode. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/vt1gh9c459/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijneride Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere coftipagnie, escadron, of batterij ontvangt tien of vijftien Fransclie en Nederlandsche exemplaren. De Hoekjes Land LIECHTENSTEIN - SAN-MARINO - MORESNET De groote oorlog doet de meest zonderlinge en ingewikkelde afwijkingen in het bestaan van sommige kleine staten op merkwaardige wijze naar \oor treden. Misschien zal de algeméene strijd. welke wij nu bijwonen, een einde stellen aan het vreemde beslaan van die lieel kleine Tûlkeren welke buiten de groote wetten en strooniingen leefden die de groote natiën in hun-nen kringloop medeslepen; misschien zal hij deze hoekjes land, die als bij toeval ingeschoven zijn tussehen de groote rijken waarvan zij overigens niet afhangen, tôt in hunne grondvesten on-dermijnen. Dit is nog het geval voor den kleinen onzijdigen staat, waarvan men het bestaan in de nabijheid van Zwitserland heeft ontdekt. Het is het vorstendom Liechtenstein, een tôt nu toe ongeschonden gebied, waarvan wij de treffende wederwaardigheden hebben vernomen. Het vorstendom Liechtenstein beslaat eene op-pervlakte van honderd negen en vijftig kilome-tôrs ; eif duizend ingezetenen, heden beroofd van aile verbinding van wat hun moederland had kunnen zijn, leven er in de volkomen afzon-dering waarin zij gelaten worden door den vorst die lien sedert eene lialve eeuw regeert. Deze vorst, in tegenstelling met dien van Monaco die te raidden van zijn volk léeft, bewoont Oosten-"jjk ; en als hij van tijd tôt tijd in zijne staten ersckijnt, is het om zieh beter rekenschap te jeven of de fiscus wel regelmatig de sommen opzoog die hij voor zijn lui en weelderig land-jonkerbestaan te Weenen noodig heeft. Deze elf duizend ingezetenen zijn dus van aile betrek-kingeu beroofd met het land waaraan zij door Samve banden zouden kunnen vereenigd zijn. Nog meer, wanneer hetdezen prins-eigenaar over-komt een bezoek aan zijne goederen te bretigen, eiseht hij dat men hem in zijne hoofdstad, Vaduz, in voile staatsie ontvange en burgerlijke en militaire eer bewijze. Heden kent Liechtenstein eene der smarte-lijkste bladzijden uit geheel zijne geschicdenis : De insluiting waarin het door de natuur werd geplaatst. Afhanltelijk van Oostenrijk voor den gereckts- en den postdienst, van ailes afgezon-Iderd door eene hooge bergketen, loopt geen 'enkele weg er naar toe ; daar, anderzijds, de itoegang tôt de paden die over de grens loopen verboden zijn, is het onmogelijk uit de naburige provinciën de grondstoffen te trekken die voor het bestaan onontbeerlijk zijn. Sedert lange maanden, /zoo leeren ons de Zwitsersche bladen, hebben de bakkers hunne winkels moeten sluiten bij gebrek aan meel ; om dezelfde reden hebben de slagers hun voorbeeld moeten volgen. Gezien dezen toestand, hebben de bewoners dan getracht zich langs Zwitserland te favitailleeren. Dit land, ofschoon het zelf ook zieh met zijn sehaarsch deel moet tevreden stellen, voorziet hen nu van brood, tegen één kilo per man en per dag ; en nog moeten zij dit zelf op h<r grondgebied van dezen staat komen halen; het levert huii insgelijks vleesch, maar de leveri"^ geschiedt tegen dezelfde voorwaar-den en zij moeten de twee duizend meters, die hen van de andere stervelingen scheiden, af-dalen en weer beklimmen zoo zij zich ravitail-leeren willen. Deze moeilijkheden zijn, op som-nwge oogenblikken, onoverkomelijk, en slechts Voor onze Krijgsgevangen Soldaten De bekende stafhouder van de advokaten van ™rijs, meester Henri Robert, doet in de Figaro een welsprekende oproep tôt de Fransclie edel-f'ioedigheid. ten gunste van de Belgische gevan-genen in Rolland, wier toestand zeer pijniijk is. ^!Jn oproep eindigt met de volgende woorden, •„le eens te meer al de edelmoecîigheid van het «e karakter doen uitkomen : d "r r z^n Seene ondankbaren. Men moet aan J Kelgen de zekerheid geven dat de Franschen ^onverschillig worden voor hun lot. ? jy-j hebben jegens de gemartelde natie een eu. uan daakbaarheid aangegaandie wij nim-£ ailfia kuuaeH vooiden, » de welstellenden kunnen zich de weelde van een stuk vleesch veroorloven. Het brood zelf, gezien de moeilijkheden die men heeft om het te ver-krijgen. zal weldra aan een onbereikbaren prijs staau. Weldra zal het de ellende en den onder-gang van deze ongelukkige bevolking van Liechtenstein zijn. Dergelijke hoekjes land, waarvan het bestaan, men mag 'net in dit geval wel zeggen, slechts aan een draad hangt, zijn inderdaad te beklagen. Tegenover het vorstendom Liechtenstein, kan men de kleine republiek San-Marino stellen, die, van af dat Italie in het strijdperk trad, zich met het grootere zusterland solidair verkiaarde. De republiek San-Marino, die onafhankelijk is sedert het tijdperk van hare stichting in de ive eeuw, is geheel te midden van het Italiaansch grondgcbied ingesloten, niet ver van Rimini. Zij ook, zooals een arendnest, bevindtzichbovenop de bergtoppen die de Adriatische zee beheer-schen ; hare bevolking is ongeveer even groot als die van Liechtenstein, nagenoeg tien duizend bewoners. De geschiedenis vau de republiek was slechts ééne opwelling voor de vrijheid. San-Marino gaat trotsch door deze moeilijke uren, terwijl het zijne onafhankelijkheid, en die van de enkele dorpen die aan den voet van de steile rots liggen, tegen allen verdedigt. Zijne trotsche devies : Libertas ! toont ons de nalatenschap welke hunne vaderen gelaten hebben en wat hun nationaal karakter uitmaakt. Van af de eerste dagen van den oorlog heeft deze vrijheidsliefde zich doen blijken. Een enkele kreet verhief zich in geheel de republiek . « Weg met Oostenrijk en de vijanden van de vrijheid ! » Reehtsgeleerden beweren dat, daar San-Marino niet begrepen werd is het vredestraktaat dat in 1859 met Oostenrijk gesloten werd, de republiek zich sedert dien tijd, uit protokolair oogpunt, in staat van oorlog met il'anz-Jozef bevond. Wat er ook van moge zijn, men kan geen stap doen over geheel de uitgestrektheid van het grondgebied van San-Marino, zonder deze roemrijke woorden te lezen : « Vrijheid, nu en altijd ! i> De openbare gebouwen, de deuren van de zaal van den Grooten Raad, herinneren door hunne opschriften, den edelen hartstocht van de ingezetenen van de republiek ; in hunne kathcdraal zelf beheerscht een standbeeld, het altaar en het kruis, dat van Sint Marino, « stieh-ter van onze vrijheid », zooals men er op lezen kan. Bonaparte, die in het begin van zijn heer-schappij een vriend van republieken was, be-tuigde aan deze zijne sympathie door een voor-stel om haar grondgebied te vergrooten ; San-Marino weigerde het gevaarlijke geschenk, weik de groote veroveraar aanbood. Steeds doordrongen van zijne liefde voor de vrijheid, stuurde San-Marino op 5en Juni 1915, aan de madré, aan het moederland, zijne acht cornpagnieën, van acht secties, van acht man elk, en eene negende compagnie van stielman-nen. heel dit kleine leger onder bevel van een generaal. Maar hoeveel k^^Ver is niet die liouding van San-Marino, dan lu e karakterlooze toestand van het vorstendom . -cchtenstein. Wij ook, wij bezitten een dier hoekjes zonder persoonlijkheid, c dat toi allerlei raadsels en moeilijke vraa: okken aanleiding gai. Wij hebben reeds de gelegenheid gehad deze ongelukkige gerneente Moresnet te vermelden, dat <' neutraal » werd genoemd en beurtelings door een Duitsch burgemeester en een Belgiseh afge-vaardigde van de provineie werd bestuurd. Dit hoekje, ingeschoven tussehen twee andere landen, miste zeker, bij gebrek aan eene alge-meene en eenige richting, dat bijzondere gevoel dat iemand aan een geliefd wezen hecht. Mores-net, om het in een woord te zeggen, had geen vaderland meer en zijne enkele zonen, dwalen op dit oogenblik misschien, in beide legers, gewapend voor een broederstrijd. Na den oorlog zal Moresnet niet meer verge-ten worden in het hoekje waar het, bij het ontstaan van onze onafhankelijkheid, door de rechtgeleerden werd afgezonderd, maar terug tôt ons komen. Maar zijn het geene vreemde, zonderlinge merkwaardigheden, deze « hoekjes» land, die hun eigen leven leefden, zoo ggheel verlaten, ter zijde van de moderne staten 2 Baiu Onverbeteriijk... tot het einde! In de maand November laatstleden, had vea Bissing besloten de troepen bij de inwoners in te kwartieren, en aanvankelijk in de woningen van hen die nog niet waren teruggekeerd ; maar het gemeeii) ebestuur van Brassai had daartsgen krachtdadi^' verzet. aangeteekand. Den 19 November, liet de gouvernsur generaal zijn antwoord aan het gemoenî.ebestuur gewor-den. Dit stuk, waarvan wij enkele uittreksels hier laten volgen — stelt de heeriijkste getnigeniâ daar van de vaderlandsliefde van de Belgen in 't algemeen en van de dappere Brusselsche bevolking in 't bijzouder. « Het gemeentebestuur heeft het volkomen mis. wanneer zij denkt, dat sinds den brief van 12 October 1914, er nets zich heeft voorgadaan dat ?le nieuwe maati egel van den stadsgouver-neur in zake mkwurtiering der troepou racht-vàardigt.« De verordening van October 1914 berustta op de veronderstelling dat uit dankbaarheid tegenover de hoffelijke houding van het Daitsche garnizoen, het stadsbestuur en de Brusselsche bevolking, zouden trachten zich rechtschapen en bchoorlijk tegenover de bezetting te gedra-gen. Die veronderstelling werd niet verwezen-lijkt. De houding van de Brusselsche bevolking tegenover het Daitsche garnizoen komt mij volkomen vijandig voor. « Niet alleenlijk worden er voortdurend in dâ stad voor het Duitsch beheer beleedigende schril'-ten, en dit onder de oogen der stedelijke politie, uitgedeeld en graag aangeschaft, niet alleen worden de Duitrehe oiïicieren op straat gehoond, maar de Brusselsche bevolking gaat zelfs zoo ver, eene vlijtige hulp aan 's vijands inlicbtingsdienst te Ieenen, met dezen inlichtingen over den mili-tairen toestand ter stede zooals over de tijdelijke bezetting der vliegloodsen te verstrekken en zij heeft het mogelijk gemaakt dat vijandige daden tegen het Duitsch garnizoen hier ter stede wer-den bedreven. Het valt te betreuren dat ?dfs stadsbedienden zich niet hebbcï geschaamd aai» die vijandige daden deel te nemen... « Meteen, in zake huisvesting, heeft de Brusselsche bevolking zich openlijk vijandig betoond. Niet alleen heeft men moeiiijkfieden van aile slag, voor de verhuring van degelijke kwartieren, aan Duitsche oiïicieren en bedienden ver-wekt, maar enkele huurders nog, die aan Duitsche oiïicieren en bedienden hebben verhuurd ©m wettig hun brood te verdienen, werden doot* hunne medeburgers vernederd, getergd en be« dreigd. « 1k kan voortaan zulke handelwijze niet meer dulden... « Ik kan het stadsbestuur ten slotte enkel ernstig verzoeken ter dege zijneninvloed te doen felden op de bevolking om haar er toe te brengen are houding te laten varen die tôt nu toe vijandig was tegenover het garnizoen, — een deel van ons leger aan de overwinning gewoon (sic) en tegenover mijn Bestuur, opdat ik niet genoopt worde V)t nadere harde maatregelen mijnen toevlueht te nemen. » Vergeefsehe moeite, heer gouverneur generaal!. Niente dafare... De Brusselaars zijn en blijven onhandelbaar... tôt het einde. Zij spotten met Von Bissings jeremiaden en geven niet om de vervloekingen van Camille.,, von Rauberzweig. De Waarde van den Mark daalt meer en meer De waarde vau dea mark daalt op verontras» tende wijze voor Duitschland — en op gunstiga wijze voor de Bondgenooten. Dat men oordeele : Te Geneve hebben 100 mark (125 frank) slechtsf 92 fr. 50 waarde meer. Te Berne zijn ze nog 92 fr. waard : te ZuricH 94 fr. 50. Te Eopenhagen 92 fr. 42. Te New-York hebben 100 mark nog 94 fr, waarde. De Oostenrijksche kroon ondergaat dezelfde* daling : 100 kronen (105- fr.) hebben nog 60 fr. waarde te Berne, dus een ver lies vaa 40 t. h. 11 Januari 1910 isTnmmer 211

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes