De legerbode

2356 0
15 november 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 15 November. De legerbode. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/w950g3hw43/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. HET NAAMFEEST DES KONINGS Het 5008te Hummer vais de " Legerbode 99 ¥oor de vierde maal sinds den oorlog, vieren de Belgen, èn die op yreemden bodern ver-toeven, èn die in het bezette land onder het juk van den verdrukker zuchten, in het openbaar of in innige afzondering,liet naamfeest van onzeï. welbeminden Vorst. De heilwenschen van het leger, gevoegd met de vurige en innige wenschen van het afwezig Vaderland, gaan naar den Ivoning, ondanks deze hai-de stonden van beproeving en opoffering. De Legerbode heeft op zijne beurt deze glo-ïierijke verjaardag met bijzonderen luister en op bijzondere welsprekende wijze willen vieren. Bij eene onverwaehte onistandigheid valt de 15 November samen met het verschijnen van ons 500e nommer. Te dier gelegenheid heeft ons blad aanvoorname officieele personen eene medewer-king gevraagd, welke Yau beide gebeurtenissen zou gewagen. Ons verzoek inwilligend, hebben dezen een bijzondere blijk van achting aan onze wakkefe jongens van den Yser willen geven. Hun deswege aij onze diepe erkentenis betuigd ! Z. E. de heer Klobukowslti, de Fransche gezant bij de Belgische regeering, die voortdurend ge-tuige was van al de kwalen welke ons land had te verduren, heeft insgelijks zich willen aan-sluiten bij dit blijk van warme sympathie. Aan dezen gezant betuigen wij insgelijks onzen harte-lijken dank. M. de Broqueville Toen ik besloot de Legerbode te stichten, "wenschte ik het blad dat lang bestaan niet, welk het thans bereikt heeft. Maar met den oorlogs-duur te verlengen hebben de omstandigheden meteen het bestaan verlengd van het sympa-thiek blad, dat gestadig aan onze soldaten de opbenrende tijdingen brengt uit het binnenland, Van het front en van aehter het front. De Legerbode spreekt over onze gewesten. Ons harten en gedachten gaan steeds naar dit bewonderenswaardig land, dat onder 's vijands Verdrukking aile dagen zulke edele voorbeelden van moed en vaderlandsliefde geeft. Onze soldaten hebben in het meerendeel hunner mede-.burgers echte wapenhroeders, die op een ander slagveld Vorst en Vaderland dienen. Te rechte mag de Legerbode hunne manhaftige daden roe-men en op die wijze de solidariteit bevestigen, Welke tusschen het leger van den Yser en de slachtoffers der Duitsche krijgsraden bestaat. Allen zijn zij de heldhal'tige dienaars van de-aelfde zaak. De Legerbode spreekt ook over het Leger. Het doet de- groote inspanningen kennen, welke in dat organisme werden volbraclit, waarvan het ingewikkelde niet altijd bekend is door hen, die daarloe behooren. Het snoert op die wijze nau-wer de banden toe welke dienen te bestaan tusschen de raderwerken van ons gevechtstuig, tôt "welks goeden ga,ng de volkomenste eenheid is gevergd, De Legerbode spreekt ook over het front. De nauwkeurige bijzonderheden welke het blad geeft over de sehitterende krijgsverrichtingen, waarbij de strijdlust, de plichtsbeseffing en de stoere vastberadenlieid onzer jongens' steeds blij-ken, worden onmiddellijk door heel de pers herhaald. Met beter te doen kennen wat ons Leger elken dag verricht, bevvijst het een uitste-kenden dienst aan het Land, want België van morgen zal grootendeels het door onze jongens Verwezenlijkt België zijn. Heden vieren wij 's Konings feest. Het feest Van den Opperbevelhebber is het feest van het gansche Leger. Naar Hem, naar al de dapperen, Sie onder zijne bevelen strijden, gaan de gedach-»en van het oiitroerd en erkentelijk land. Ch. de Broqueville, Minister van Buitcnlandsche Zaken, xoorzitter van den Ministerraad. Heil ! Roning Albert ! Nu schalt een lied vol blijde jubeltonen, Den Vorst ter eer die met een heldenmoed * Voor Vrijheid vocht, de schoonste aller kronen, Door velen reeds bezegeld met hun bloed. Thans klinke luid uit onze dankb're harten In forschen toon, dit lied uit voile borst : Die moedig, fier, den trotschen vijand tartte. Heil ! DriemaalHeil ! Albert der Belgen vorst! Nu vlechten wij een kransvan frissche bloemen, Den Held ter eer, die vast stond als een rots, Wiens naam wij steeds met fierheid zullennoemen: « Albert de Eer », ons Belgen roem en trots. Hem zingen wij in bruischende gezangen, Een zegelied ontspringt uit onze borst, Het schalle breed en machtig in ons rangen : Heil ! Driemaal Heil ! Albert den Heldenvorst ! Nu stijgt een beê tôt voor des Heeren trône : « Bescherm Albert », zoo bidden wij me t kracht a Bewaar, o God, ons vorstenhuis zijn krone En schenk ons vrêe, na lange lijdensnacht. » Dan jubelt luid uit aile Belgenharten In blijden toon een lied uit voile borst : Hoezee den Held, die fier den vijand tartte. Heil ! Driemaal Heil! Albert den Grooten Vorstî Fons De Pooteh. Luitenant-Generaal De Ceuninck Den i5n November, dag waarop wij onzen welbeminden Koning zullen vieren, zal de Legerbode zijn 5ooa nummer publiceeren. Ik neem dan ook die gelegenheid te baat om aan al de medewerkers van het blad mijne voldoe-ning te kennen te geven wegens de groote dien-sten welke het tijdens deze driejaren oorlog aan het leger heejt oewezen. Met de welwïilende bekommering, welke HR. MM. de Koning en de Koningin voortdurend aan onze wakkere soldaten betuigen, als richt~ snoer, heejt de Legerbode zeer wel de toever* trouwde opdracht bevroed en volbracht met driemaal per week gezonde, aangename, leer-rijke en boeiende lectuur aan onze jongens te bezorgen. Ik vomi dan ook de meest oprechte wenschen opdat zijne verdere inspanningen met voile suc-ces bekroond worden en het voortga met op doelzame wijze bij te dragen tôt het hoog hou-den van het verheven moreel bij ons leger, dat aile hoopsbetrachtingen billijkt. Luitenant-generaal De Ceuninck, Minister van Oorlog. Luitenant-Generaal Ruquoy Voor de vierde maal, in den loop van deo onrechtmatigsten der oorlogen, gaat het steeds meer en meer verdrukt maar ook steeds dapper-der België zijn edelen en welbeminden Vorst vieren. Getrouw aan zijn Koning, is het leger gelukkig en fier Hem bij gelegenheid van den 15n November, zijne gevoelens van eerbied en toewijding te kunnen betuigen. Een oneindige erkentenis heeft het gewijd aan Hem wiens woord opbeuring, moed en vertrouwen aan de eenvoudigsten brengt. Met dankbaar gemoed begroet het leger het verschijnen van het 0OO4 nummer van, de Legerbode. I)e opstelx-aad mag er op bogen heeriijke uitslagen na onvermoeibare inspanningen te hebben verkregen. Wij allen hier, meerderen en minderen, sturen onze levendige gelukwenschen en onze warme dankbetuigingen aan de zoo ijvervoile opstellers van « ons blad ». Luitenant-generaal Ruquoy, tloo£d van den gencralçn Legerstaf, M. Carton de Wiart Is het François Buloz, de stichter van de Revue des Deux-Mondes niet, die heeft gezegd dat in het bestaan van een tijdschrift slechts de dertig eerste jaren moeite kosten ? Ik weet niet welke proeftermijn een soldaten-blad noodig heeft om het bewijs van zijn leef-baarheid te verstrekken, maar ik weet dat de Legerbode het niet noodig had tôt zijn 500enummer te geraken, om in ons militair en diensvol-gens ook in ons burgerlijk leven voorgoed eene nuttige, eervolle eu gewichtige plaats te verwerven. De huidige wereldkrijg heeft aan aile legers behoeften, hulpmiddelen en methoden bekend geinaakt, welke de legers van voorheen niet ver-moedden. De voorwaarden van dezen reuzen-strijd, waaraan al de bestanddeelen der Natie deelnemen, de lange duur en de vinnigheid van dezen strijd, de meer en meer steviger wordende zekerheid dat zijn gunstige afloop grootendeels eene kwestie van taaiheid en lijdzaamheid is, dit ailes wijst meer en meer op de noodzakelijk-heid, de innerlijke krachten van den soldaat zoo-wel als zijn lichamelijke kracht te ondersteuneu en te ontwikkelen. Welnu, de pers speelt een gewichtigen roi in die «moreele voeding», waar-voor een echt legerhoofd even veel moet zorgen als voor de voedselbezorging der troepen. Onder dit oogpunt zoowel als onder aile andero is het Belgisch leger op de hoogte geweest... En hoe zou dit anders kunnen zijn, dewijl het strijdt voor eene zaak waarvan de moreele pracht onvergelijkbaar en oubetwist is ? Onder de bladen die elken dag de heilige vlam van het ideaal in het gemoed onzer jongens onderhouden, verdienen De Legerbode en Le Courrier de l'Armée, die er maar een uitmaken, onzen lof en onze warmste gelukwenschen. Daarom en op gevaar het recht te boven te gaan, waarop ik enkel als « trouwe lezer » van 't blad mag aanspraak maken, maar met de zekerheid van elkeens goedkeuring te vinden, stel ik voor dat op dezen nationalen feestdag, en ter gelegenheid van het nieuw eere-chevron welk het dapper blad om zijn verdienstelijk werk pas heeft verworven, het volgende eervolle vermelding bij legerdagorder worde ver-leend : De Legerbode, soldaat der i* klasse, oorlogs-vrijwïlliger. Even zoo toewijdingsvol en moedig als bescheiden en onbaatzuchtig. Heejt se-dert ooo nummers, en zonder ooit verlof te hebben genomen, regelmatig de intellectueele en moreele ravitaljeering van het leger verze-kei'd. Met het gemeenschappelijk belang steeds voor oogen en met gelijken eerbied voor beide landstalen, heeft steeds in den gepasten trant, met gezond verstand en goeden humor ailes in het licht gesteld dat de gemoederen kon aan-belangen en vereenigen, de harten stalen en al wat tôt ontzenuwiging aanleiding kon geven, van kant gehouden. Heeft de sympathie weten te winnen van al ons jongens, in de loopgraven, in de kantonnementen, in de opleiding-centra, in de werkhuizen, in de vluchtelingen-centra. Heeft alzoo zich allerverdienstelijkst gemaakt ten opzichte van het Vaderland en van al de telgen der groote Belgische familie. H. Carton de Wiart, Minister van Justifie, t/ndervoorsittçr vaik&m Ministcrr^a^i 15 November 1917 Niimtn&r 500 l>m i1 » i nmn> mill ni p l fui • ir hwi «mebmmi —■ muim mm mi m nectnapcmba

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes