DE LEGERBODE den Dinsdag en Zaterdag verschijnende X)it blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadroà of batterij ontvangt tien of vijflien Fransche en Nederlandsche exempiaren. Bij beslait van den minister van Oorlog, zoo-wel uit zuinigheid dan om reden van de beper-king in 't verbruiken van het dagbladpapier, sal de Legerbode in 't vervolg slechts tweemaal per week verschijnen, den Dinsdag en den Zaterdsg. Daarenboven zal een maandelijIcsck extra-nummer bijzonder kunnen gewijd worden aan het publiceeren der eervolle onderscheidin-gen voor roemrijke daden. Oe Vestiaire vas] Saiaîe-Mssse Het werk van de Vestiaire van Sainte-Adresse îs een der tairijke menschlievende inrîcktingen, ! door den oorlog ontstaan en die in stilte arbei-,pden. Zijn nut vleeit uit de beproevingen en de , ongelukkige omstandighedeti, waaraan ons iand werd onderworpen sinds 4 jaren ; zijne Werkda-'digheid blijkt uit de baians en niets is welspre-tender dan deze ci j fers. îngesteld, sinds 1914 te Antwerpen, ten einde ter hulp te îcomen aan famiiiën die, radeloos en zonder raiddelen, uit aile deelen van het land -vluehtten voor de barbaren, werd het van in den fbeginne gesteund door den grooten bijstand uit Atnerika. Het volgde de B.egeering in balling-fsehap en den 10 November 1914 opende Mevr. ,HcIleputte, de stichtster ervan, de poorten te .'Sainte-Adresse, waar de burgemeester, heer de \ Qoerhoënt, haar een schoolzaal aanbood. Sinds dien tijd, dank aan dappere en toewij-idiiigsvolle medewerksters, is de Vestiaire voort-jdurend in werking gebleven ; elken dag leverde zij Juiermanden vç>or nieuwgeborenen ; ïdeederen [Voor onze gereformeerde soldaten. Een kort bezoek in den zetel van het Werk Iaat oas toe de noodzakelijkheid ervan te bestatigen : iHet is een groot dubbel magazijn, vol goederen, ■zooals een groote provinciewinkel, waar, op de marktdagen, de raeest verschillende artikels op-gestapeld liggen ; daarbij veel kalanten, jonge vrouwen en kinderen, met borstelhaar, vurige oogen en vol leven. Voegt daarbij hunne kreten van verwondering, wanneer zij ai de kleederea te rien krijgen, voor hen bestemd. Dit eigenaardig en nationaal tafereel is he-penseel van eenen Laermans waardig, zoo kleut *ig, erpressief en levendig is het. Vo.oraleer over het Werk te spreken, brengt Mevr. Helleputte hulde aan hare medewerksters dio al hunnen tijd kosteloos geven. En de voor-zitster noemt : Mevr. Hillaert, bestuurster van de afdeeling der breidsters ; Mevr. Lonioul, bestuurster van het kinder-goed;Mej. Sap, bewaarster van de Vestiaire, bestuurster van de afdeeling der naaisters ; Mevr. Roger, bestuurster van de afdeeling der luiermanden, verzendingen, fichen, enz.; Mej.Pollyn, aanteekening der nieuwe kleeren, het inkomen en uitgaan ; Mevr. Robijns de Schneidauer, uitdeelster aan de vrouwen ; Mej. Labouverie, id. ; Mevr. Franck, uitdeelster aan de kinderen; Mej. Germaine, Nelly en Jeanne Berger, help-eters van Mej. Sap, orde van de vestiaire, naai-werk, enz. Op eene der tafels, twee groote schuiven vol fiehen : Dienst van toezicht. Ëlke vluchtelinge fbezit de hare ; zoo wordt elk misbruik uiterst moeilijk gemaakt. ' Het Werk, dat veelvoudig is, heeft eene buiten-gewone uitbreiding genomen. Het ontvangt het bijzonderste gedeelte zijner hulp uit Engeland en Amerika ; door tusschenkomst van het Roode-'Kruis kreeg het onlangs nog eenen stock klee-deren t uit Afrika en Australie, want overal heeft het leed van verbannen België, diepe en verre jgeestdrift en solidariteitsgevoel gewekt. ii Wij zijn armen die armen helpen, » zegde Mevr. Helleputte. « Aile Belgen zonder onder-scheid, die in nood verkeeren, worden ortthaald en gfeliolpen met dezelfde beleefdheid. Al onze Canifs iie'nnen ze en beminnen ze. Elken dag zou men denken, dat men eenige uren in België leeft. Aile diaiekten worden er gesprokeji. ge volmaaktste overeenkomst heerscht bij deze die geven en deze die oïitvangen. » De Vesiiaire zorgt ook, sedert 1915, voor de gelicencieerde soldaten en deze in verlof zonder soldij, die van kop tôt teen worden herkleed, met linnen en winterkleeren. Het « Comptoir » der luiermanden heeft groote afinetingen genomen. De Belg heeft het kind lief, selfs in deze harde tijden, en aarzelt niet eene familie te stiehten. Getniddeld -worden 400 luiermanden per inaand uitgedeeld aan de vluclite-lingen.Op eene tafel ligt een hoop gebondene en ver-zegelde pakjes : Dit zijn 'uieriuanden, bestemd voor nieuwgeborenen al over Frankrijk. Wisschen wiegen staan bereid om gegarneerd te worden. Mevr. Helleputte geeft ons enkele statisti,eken. Zij zijn te welsprekend om ze niet te publiceeren.Van November 1914 tôt 1 Oogst 1915, deelde het werk uit : 1® iAan vrouwen. 8,405 sttfkken ; 2° Aan meîsjes 5,345 » 3" Aan jongetjes 2,916 » 4° Aan kleine kinderen ..... 1,127 » 5° Aan mannen 461 » In 't geheel 18,434 voorwerpen, zonder de 4,914 persouen te rekenen die gedurende 't vol-gende jaar heelemaal werden gekleed. Van 1° Oogst 1916 tôt 1° April 1917. kregen 6,838 vluchtelingen 29,949 kleedingstukken. De ndaisters hebben 34,508 kleedingstukken en luiermanden vervaardigd ; de breisters 5,757 paar kousen en sokken. Gedurende denzelfden tijd, alhoewel het Werk vooral voor vrouwen en kinderen is inge-richt, werden 800 mannen en soldaten in verlof zonder soldij voorzien van linnen en kleeren. Dit is, in breede trekken, het werk van de Vestiaire. Eene Belgische vlag wappert boven het ge-meentehuis. Dit is het zinnebeeld van deze instel-ling van liefdevol altruisme. Al dezendie er heen willen, zullen het gemakkelijk vinden. En het is een roerend schomvspel van den oorlog, wanneer de vrouwen en kinderen elken namiddag naar Ste-Adresse trekken, waar zij tevens hulp en troost vindèn. Jean Bar. Esn Kgliinetsraad ts Ssisli-Adresss ». i i ■ . i Een kabinetsraad werd Vrijdag avond gehou-den te Ste-Adresse, onder voorzitterschap van baron de Broqueville. Na onderzoek van den militairen en politieken toestand, handelde de raad over de bevoorrading van bezet België en beraadslaagde over te nemen maatregelen in uitvoering van het besluit-wet aangaande den. oproep van groep V. 9 •& Zaterdag hield het Oorlogskomiteit eene ver-gadering in het kabinet van baron de Broque-vile.Al de leden waren tagenwoordig. ©p het Belgiscts Front Wekelijksch legerbericht van 20 tot26 April 1918. Op heel het front, middelmatigc artilleriebe-drijvigheid, uilgenomen aan onze rechterzij, waar het artilleriegevecht soms zeer hevig werd. Onze baiterijen bombardeerden de vijandelijke werken te Schoorbakke, alsook de wegen en de Duitsche baiterijen in het bosch van Houthulst. Onze patroeljen waren zeer bedrijeig en namen dagelijks gevangenen. Onze vliegeniers voerden tairijke tochlen uit. Verschillende gevechten werden geleverd. Een Duitsch VliegmacMen neergeschoten Den 25 April, rond n uur 's morgens pa-troeijeerden de adjudanten Demeulemeestert Joris Kervyn en de Mevius, op hunne eendek-kers, boven de liniën, wanneer zij eene eskadrielje eau. si Duitsche olieamachienen ontmoetten. De drie Belgische vliegeniers aarzelden niet het gevecht te beginnen. Vier Duitschers scheid• den zich vun hunnen groep. Kervyn en de Mevius gelukten erin eenen dezer af te zonderen en mi-traljeerden hem. Getroffen door eenen Icogel in het hoofd en door verschillende kogels m het lichaam, viel de vijandelijke loods in onze liniën neer, in de omstreken van Boitshoucke. De drie andere vijandelijke vliegmachienen vluehtten aanstonds weg. Esrtesîsiliag dsp Militaires Besluit-Wet Albert, Koning der Belgen, A an aîlen, tegen woordigen en toekomenden, Heu. Gezien artikel 26 van de Grondwet, waarbij de uitoefening van de wetgevende macht opge-dragen wordt aan den Koning, aan de K#imer van Volksvertegenwoordigers en aan den Senaat; Gezien de onmogelijkheid de Wetgevende Kamers te vereenigen ; Op voorstel van Onze ministers van Justitie en van Oorlog en naar eensluidend advies vao Onze tôt Raad vergaderde ministers ; Wij hebben besloten en Wij besluiten : Art. 1. — Aile tôt eene lijf-, boet- of politie-straf verwezen militair kan, indien hij er zich toe waardig toonde Jietzij door eene roemrijke daad, hetzij door een voorbeeldig gedrag vôôr den vijand, wat deze veroordeeling betreft, in eere hersteld worden. Art. 2. — De door deze besluit-wet ingestelde eerherstelling wordt verleend door den Koning, na advies van eene commissie van drie bij koninklijk beslnit benoemde leden, en op voorstel van de ministers van Justitie en van Oorlog. Art. 3. — Een uittreksel uit het koninklijk besluit, waarbij de eerherstelling werd verleend, wordt, op aanzoek van den auditeur generaal, van den procureur generaal of van den procureur des Konings, gekantteekend op de arresten of eindvonnissen tegen de veroordeelden uit-gesproken.De in eere herstelde kan zich door den minister van Oorlog een afschrift van het besluit la-ten alleveren. Art. 4. — De eerherstelling doet voortaan bij den veroordeelde. in overeenkomst met artikel 7 van de wet van 25 April 1896, al de uitwerkselen ophouden van de veroordeelingen opgeloopen voor inbreuken voorzien door het Militair Straf-wetboek. Alleen dan doet zij de uitwerkselen van andere veroordeelingen ophouden, wanneer deze in het koninklijk besluit aangeduid werden.. De eerherstelling belet dat de veroordeeling in de uittreksels uit het stamboek vermeld worde. Art. 5. — De besluit-wet van 20 Januari 1916 is afgeschaft. Art. 6. — Deze besluit-wet zal krachtvan wet hebben van af den dag-zelf harer bekendmaking in den Moniteur. Kondigen deze besluit-wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel bekleed en door den Moniteur bekend gemaakt worde. Gegeven in Ons hoofdkwartier, den 22 Aptji 1918. Albert. Van 's Konings wege : De minister van Justitie, H. Carion de Wiart. De minister van Oorlog, Dlî cïïuninck. Met 's Lands zegel geze«ï«i<i$ De minister van Justitie, Caiuon de Wiabt. 30 April 1 01 8 Nnrnmer 570

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.