De legerbode

1111 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 01 Mei. De legerbode. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/nv9959d122/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blacl is VOOR DE BELGISCHE SOL.DATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. ... _ . _ _ . ________ i Esd Bezork aan het Belgisch Gasthuis te Havre Dank aan de Fransche edelmoedigheid, en hjjzonderlijk aan den heer Justin Godart, staats-ondersekretaris van den inilitairen geneeskun-digen dienst, is het Belgisch gasthuis sedert ohgeveer een jaar eene zuiver Beigische inrichting geworden. Herhaalde malen had wijlen den kommissaris generaal bij den minister van oorlog, de heer Boval, ons uitgenoodigd een bezoek aan het gasthuis te brengen. — Kom u zelf eens overtuigen, zoo zegde hij, van den uitstekenden staat van onze zieken en gewonden en gij zult getroiïen worden door het-geen er in de rue Anceloî tôt stand werd gebraeht. Talrijke belemmeringen deden ons altijd ons plan uitstellen en de heer Boval is overleden zoiider dathethem mogelijk was onzen leidsraan te zijn in den reusaehtigeu doolhof van zalen en kamers die, dank aan den zwerm lieftallige ziekenverpleegsters, wedijveren in zindelijkheid eu smaakvol uitzicht. Ditmaal in gezelschap van den majoor-genees-heer Smets, bestuurder, en van luitenant Ban-nier, zijn adjunkt, heb ik dus het zoo lang voor-genoraen bezoek gemaakt. Het gasthuis van de rue Ancelot, behalve een kapel en een overdekte binnenplaats, die aile veeriien dagen in feestzaal verandert, begrijpt een konderdtal lokalen van 600 bedden voorzien. Dit getal is niet te hoog als men denkt aau het groot getal soldaten, verscheidene duizenden, van de Beigische stelling te Havre. Het behêer van deze belangrijke formatie is toeverlrouwd aan commandant Delsaux, een oorlogsgewonde, die deze taak gewetensvol verrait. De geneeskundige diensten van het gaslhuis zijn volgens de- meest moderne vereischten uit-gerust. Zij begrijpen : Heelkundige zaal met bijzalen voor de talrijke behoeften der ontsmetting ; bestuurder, Dr Van Havre; Apotheek met laboratorium voor de ontledin-cen en de kultuur ; bestuurder, hoofdapotheker Daadoye ; Radiograûe zaal, te danken aan de edelmoedig-beid van deu Fransehen dokter Richard ; bestuurder, Dr Leyuen; Volledigen oogheeldienst ; bestuurder, D'Ras-quin;Baden, stortbaden, ontsmettingslokalen voor-ïiea in al de behoeften van de gezondheidsleer. Eene polykliniek, te danken aan het initiatief van Dr Melis, inspekteur généra al van den genees-Kundigen dienst van het Belgisch leger, werd in de Ancelot-straat ingericht; zij wordt door tal-wjke Beigische militairen en burgers van Havre bezocht. Zij is voorzien van een dienst voor neus-ei> keelziekten ; bestuurder, Dr Goris; voor oog-®ekten, bestuurder, Dr Rasquin ; voor maag-ïïekten, bestuurder, Dr Viaene, Dr Dujardin be-stnurt den dienst van de huidzi^kten. Wat vooral den bezoeker treft in dit huis, yaar nochtans zoovoel smart geleden wor.dt, is de atmosfeer van vroolijkheid die er heerscht. De lieftalligheid en de goede smaak van de ver-P'eegsters blijkt uit de kiesche en sobere ver-siering van d« slaapzalen. Overal treft men bloe- Een Perttret van Koning albert I ( Enke1e landgeaooten, die te Londen gevestigd jj1]», hebben aan baron de Broqueville, kabinets-noofd en minister van oorlog, een portret van den Koning doen geworden. Het is een portret in kleur. De Koning is rechtstaande afgebeeld in het krijgsmanpak van generaal, in de eenvoudige houding vveike hem eigen is. Aan zijn linkerkant bemerkt men de stukge-schoten torens van Yper en deverwoeste stàd, den aehtergrond ontwaart men paarden eu net léger, welke de Koniug-soldaat met zijn | lo elie gestalte beheerscht. Het portret verraadt krachs en levea, men aan, die aan ailes een heldere levende tint geven. In de helderwit gespreidde bedden, lezen of pra-ten de zieken. Een van hen verwelkomt Dr Smets op een breeden glimlach, die zijne helderwitte tanden blinken doet. Het is een neger met glin-sterende oogen en dilczwart kroezelhaar. Het donkere hoofd vlekt scherp af op het heldere wit der lakens. — Welnu jongen, vraagt de bestuurder, hoe gaat het sedert dezen morgen? •— Goed, mijn majoor, heel goed... — Genees maar gauw. — Ja, mijn majoor, gauw genezen, heel gauw genezen... — Maar ge hebt tijd genoeg, jongen... — Neen, neen, mijn majoor, ik gauw genezen... om met Beigische vrouw te trouwen, en veel khaki-kinderen te hebben... En de neger, die een dappere is, glimlacht tevreden. Wij g^an eindeloos lange gangen door, waar het schilderachtig wemelt van gaande en keeren-de soldaten, en brengen een kort bezoek aan de keukens. De avondmaaltijd bestaat uit Julienne-soep, roastbief en met boter gebruinde aardappelen. Daar ik den majoor dokter Smets geluk wensch over de hoedanigheid van de levens-middelen, waaraan, volg"ns een loffelijke ge-woonte, mijne maag aile eer bewijst, doet deze mij de bekentenis : — Toen wij ons hier kwamen vestigen, was er onder onze mannen geen enkele kok van beroep ; ik heb mij dan tôt de intellektueelen, gewonden van den oorlog gewend. Deze hebben tegengestribbeld : « Maar wij kennen er niets van, mijn majoor ! — Dat doet niet, probeer maar ! » en heden is ailes prefekt. En ik verlaat dit huis, waar de tucht met de goedheid en welwillendheid gepaard gaat. Beminneu en elkander beminnen ; samen av-beiden en lijden. voor de groote zaak, dat schij-nen de voorschriften der menschelijkheid, die in, de militaire gasthuizen in eere zijn. Jean Bar. Médaillé van Riningin Elisabeth Ingevolge het K. B. van lo September 1916, waarbij ingesteld, onder benaming « Médaillé van Koningin Elisabeth », eene eervolie onder-scheiding bestemd om de vreernde of Beigische personen te beloonen welke zich toegewijd hebben aan de oorlogswerken, heeft de Koning de Médaillé van Koningin Elisabeth verleend aan Hare Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid, de Priuses Victor Napoléon, en aan Hare Koninklijke Hoogheid, de hertogin van Vendôme, Prinses van België. IDe 1OOOste Dag Zondag 29 April, telden wij lOOOdagen oorlog; 1000 dagen gedurende dewelke het Belgisch volk en de Bondgenooten niet opgehouden hebben te strijden tegen den Germaanschen kolos. De strijd was geweldig en is het nog. Maar de vraatzuchtige gier, die het Duitsche Impérialisme is, draagt de dood in den boezem, en het zal niet lang meer duren eer hij machte-loos neerstort. Ja, het uur nadert waarop hij, vuig en krui-pend, genade zal afsmeeken en om het mede-lijden zal bidden van de vrije volkeren die hij niet vermocht dienslbaar te maken. Het zal het uiterste uur zijn van de boete ; die van het onverbiddelijk recht waarvan de geschie* dénis spreekt, dezelfde, die door allen eeuwen-ouden strijd heen heerschen blijft, waarin de rechten van het menschdom blopt stonden aan de gevaren van de barbaarschheid. Laat ons dus koelbloedig, vol wilskracht en volbarding een nabiji en roemvoUe toekomst te gemoetzien. «lie de dapperheid oaaer wapenen ons voorbereidea, Van Rechts en Links Drie redevoeringen zullen den 8 Mei in het « Grand Palais » te Parijs, op de opening van de conferentie voor de vakkundige heropleiding der oorlogsvermiakten worden uitgesprokeu* namelijk door den heer baron de Broquevill§, kabinetshoofd en minister van oorlog, stichter van de inrichting van Port-Villez, den heer Bourgeois, Fransehen minister van arbeid, ent den heer Justin Godart, staatssekretaris van den gezondheidsdienst, » » * De in Holland geïnterneerde artillerie-adjudant De Ries, heeft aan het ministeriè van oorlog eene som van 746 fr. 12 doen gewordqu, opbrengst van een feest gegeven door Iziju toedoen te Amersfoort en bestemd voor de soi-daten-oorlogsblinden.Wij zijn gelukkig op die mooie da?ad te wijzen, van onze geïnterneerden, ten bate van hunne maklaers,, slachtoffers van den dapper vervulden plicht. * * « In de inrichting voor Beigische kranke militairen te Le Mans, die daar verdere geneziug af-wachten, werd op 22 April 11. een groot welda-digheidsconcert gegeven ten bate van de Fransche en de Beigische oorlogsweezen (deze laatste be-vinden zich in eene kolonie in Holland). Het feest liep prachtig van stapel, dank zij het optreden aldaar van verscheidene Fransche en Beigische kunstenaars. De Fransche generaal Leguay, bevelhebber van de 2° Groep, alsmede verscheidene burgerlijke en militaire overheden woonden deze vertooning bij, welke de mooie som van 700 frank opbracht. * ♦ * * De Fransche ministerraad heeft besloten op-nieuw een hoofd van den generaleh staf aan te stellen. Deze hooge bediening werd toevertrouwd aan generaal Pétain. ¥ « Eene check van 1 miljard franlcs, ziedaar iets dat men zelden te zien krijgt. Die check werd door de Amerikaansche repubHek overhandigd aan sir Spring-Rice, Britschen gezant te Washington, als voorschot op afrekening van de 7 mil- jards der oorlogsleening. * * Een groep Amerikaansche geleerden is met eene opdracht hunner regeeriug te Bordeaux aangekomen. Zij zijn belast met inzage te nemen van de vorderingen die op wetenscnaçpelijk en inzonderheid op geneeskundig gebied in Frank-rijk werden gemaakt. De zending bestaat uit zes personen, met den dokter S. Ames aan huit hoofd. » * # De toestand van Mev. Sarah Biernhardt, dia onlangs in Amerika eene heèlkundige bewerking onderging, blijft gerustellend. « Ik wil niet ver van mijn vaderland dèn jongsten adem uitblazen, — heeft de voorname tooneelspeelster verklaard. — ik wil op Fransehen bodem begraven worden en daarom îuoet ik de noodige levenskracht vinden om in Frankrijk te kunnen gaan sterven. » De Eerste Mei in Engeland De heer Hendrik Leclercq, een arbeider van Crayford, richt volgenden oproep tôt de Beigische arbeiders die in Engelaînd werken : « Voor de derde maal, sedert wij ons arm land hebben verlaten.gaan wij den eersten Mei vieren. Zooals de twee voorgaande jaren, zullen wij dien niet op de wijze vieren zooals wij het bij gelukkiger en zoo diep betreurde tijden plachten, Maar wij zullen hem vieren zooals wij het hier gedaan hebben, sedert wij în ballingschap ver-toeven, met namelijk het loon van dien datr te besteden aan de voedselvoorziening van onze in het land 'eblevon ongHukkige broeders eu aan onze wakkeve soldaten, » j 1e Mei 1917 Nummer 415

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes