De legerbode

1688 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 24 Mei. De legerbode. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/ww76t0j213/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschljnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. De Gemartelde Fransche Steden i Onder îeiding van een der meest schitterende officieren "an den Franschen staf, den heer kolonel Génie, hoofd van de Fransche zending bij het gioot hoofdkwartier van het Belgisch leger, hebben wij, in gezelschap van enkele vertegenwoordigers van de Belgische pers, de streken van de Oise, de Somme en de Aisne be-zocht, die gisteren nog door de Duitschers bezet waren en vernield werden door deze barbaren tijdens hun laatsten gedwongen aftocht. Dit uitstapje heeft bij ons een orivergetelijken indruk achtorgelaten. Nimmer, inderdaad, heeft de geest van vernieling van een ras zich zoo vex* bot gevierd ; volgens het woord van niajoor Cha-beau, sekietaris van het militair kabinet van minister de Broqueville, die ons de eer aandeed ons te vergezellen in een onzer bezoeken, hebben de Duitschers een « integralen oorlog » ge-voerd, 't is te zeggen dat zij niet gewild hebben dat er een steen recht zou biijven ; hun verniel-zucht heeft zich tôt aan de werken van de natuur zelf uitgestrekt, die zij verwoest en geschonden hebben ; zij hebben de booraen van bosscben en boomgaarden geveld, zij hebben getracht de • gtrooinen en kanalen te doen verdroogen ; het was een verschrikkelijk schouwspel, al die streken, waar nog slechts de akelige en doodsche gtilte boven de puinen hing. Uit Gorapiègne op een helderen morgen ver-trokken, bereikten wij het woud van de vroegere Fransche koningen, dan de rijke, vruchtbare weilanden, langs den prachtigen weg die als een lint voortslingerde tusschen groene beemden, tusschen de bloeiende appelaren of kriekeboo-men, waarvan de witte bloesem als een regen cm ons heen neerzeeg. Nauwelijks zijn wij buiten de weelderige stad of eenige huizen, door de Duitsche granaten vernield, geven als een doorsmaak van den oorlog. Maar men moet te Bailly komen om zich reken-schap te geven, eenerzijds van de hardnekkig-heid waarmee de verwoestende legers zich vruch-teloos inspanden om het verloren terrein terug lté winnen, en anderzijds van de bewonderens-waardige dapperheid van de Franschen, die gedert de overwinning aan de Marne ontembaar geworden zijn. Bailly is geheel verdwenen. In deze streek stonden de tegenstrevers slechts 200 meters van elkander ; sommige oogenblik-ken streed men man tegen man. Sedert 1914 behoorde dit dorp tôt de eerste liniën ; uit ailes blijkt overigens hoe geweldig de slag heeft gewoed en welke ontzaglijke ver-dedigingsmiddelen door de strijdenden gebruikt "werden. De vlakten die onlangs van het Teu-tonenras gezuiverd werden, verdwenen onder cen onontwarbaar net prikkeldraad dat aan de aarde gehecht was, waar het gelijk een reusach» tige braamstruik op scheen te groeien ; mach-tige païen hielden het aan den bodem gehecht en slechts de artillerievlagen konden het terrein sclioon vagen. De loopgraven hebben een niet vermoede diepte ; zij zijn aangelegd volgens het plan van de gangen in de koolmijnen, met behulp van boomstammen die door zware metalen haken aan elkander bevestigd zijn ; het verkeer ge-schiedt er ruim en gemakkelijk; plankenvloeren laten toe de w.aterplassen te vermijden die men als een bron onder zijn voeten voelt opwellen. De aldus verschanste troepen schijnen niet te fverdrijven ; ook is er een inzakking van geheel jhet front noodig geweest om deze stellingen te iloen evacueeren. Helaas ! deze reusachtige ma-fcieuver is niet gegaan zonder de verwoesting Van het land. — Het is het Fransch bloed, zeker, dat hier gevloeid heeft, zegde kolonel Génie, het zijn onze granaten die hebben medegewerkt tôt deze vernieling ; maar de noodwendigheden van den oorlog wilden het aldus, en men moest er zich aan onderwerpen om een nog schrikkelijkej.» jramp te vermijden. Ter zijds van den stofferigen weg, waarlangs de stilte slechts verbroken wordt door het ge-kwetter van een zwaluw en het geschuifel vau eea vink, zien wij de graven van een Duitsch kerk-hof. Een grafgedenkteeken, een massieve blok werd hier opgericht Aan de Nagedachtenis van de Makkers van het g 6° Jagers. Een reus-achtig kruis, gevormd door de eenvoudige vereeniging van twee boomstammen en aan welks voet in den steen deze woorden gebeiteld werden Onze Hoop, en als een vreemd zinne-beeld, een vlinder gebeeldhouwd werd die weg-fladdert op den wind, beheerscht de plaats. Een leuning van bewerkthout, verbonden door witte steenen in den vorni van geknotte kegels, scheidt deze rustplaats van de omgeving. Het kerkhof is in twee onderscheiden afdeelin-gen verdeeld : Bechts liggen de officieren begra-ven, links, ondereen, de manschappen. Zoo bleek nog tôt na den dood dit eeuvvig gevoel van on-gelijkheid en sociale ongerechtigheid : Hetharde en onverbiddelijke Duitsch impérialisme. Op eenigen afstand van Bailly bevindt zich Suzoy, dat door de Duitschers of 17 Maart 1.1. geëvacueerd werd. In dit dorp bevond zich een zeldzaam exemplaar. een officier, die niet geheel van medelijden beroofd was. Het was een oude landstormer. Den dag vô6r het vertrek, voelend dat liij het niet langer kon houden, wendde hij zich tôt de bevolking die tôt dan toe was gespaard gebleven en zegde : — Morgen zal ik iedereen evacueeren... be-halve de zieken die te bed liggen. De bevolking begreep. Te Suzoy, hadden de Moffrikaansche officieren een casino in de zaal van de mairie gesticht. Op (de muren had een Duitsch kunstenaar enkele schilderingen van logge, walgelijke zinnelijk-heid aangebracht. Behalve enkele karikaturale flirt-tooneelen tusschen personnages van de Entente en eene reeks medaljons met de karika-turen van de staatshoofden der bondgenooten, omvat eene midden-samenstelling een geheel muurvlak. Dit werk is inderdaad de uitdruk-king van de Pruissische beestelijkheid : Met cijniek realisme, geeft zij de stroopachtige ziel, het logge kleverige van den Duitschen geest weer. Twee naakte monsters, met glanzende tronie, vertoonen hun waggelend, bruinachtig vleesch, met een grijnzenden saterlach. Hun achterwerk is van een staart voorzien, gelijk die van een zwijn, en eindigt met een boschje rosse haren. Een van hen kittelt zich, met een walgelijk gebaar, de beenen. Ieder van hen heeft een kilometer-lange pauwenveder in de hand, die neerbuigt onder het gewicht van de talrijke Moffen, die als apen rond dezen zwakken stengel geklemd zijn. In den hoek gevormd door het kruisen van twee pennen van de vederen, danst een gevleu-gelde Mof een wulpschen dans, den erotischen blik verzonken in de beschouwing van zijn navel, die als een zwarte wrat boven zijn kleve-rigen buik uitsteekt, terwijl allerlei monsters de bazis van deze samenstelling uitmaken. Het is, schijnt het, een bloot toeval, dat de De Gewichtigheid der Duitsche Yerliezen Men kan zich thans een gedacht vormen van de gewichtigheid der verliezen van de Duitschers op het Westerfront tijdens het jongst Britsch-Fransch offensief. Verduin zelve, welke als het kerkhof van Duitschland door de Duitsche sol-daten genoemd wordt, kostte geene zwaardere offers aan "s kaisers troepen. Trouwens, op het front van Verduin traden tusschen Februari 1916 en Februari 1917, 56 1/2 verschillende divisies op, waarvan er 14 twee-maal en 6 driemaal in het vuur kwamen. Welnu, op een maand tijd, van 9 April tôt 11 Mei, brachten de Duitschers op het Fransch-Britsch front 84 divisies in den strijd, waaronder 7 tweemaal in het vuur stonden. Vqbp de OopiigsuepmisiHten Ontvangen 19 fr. 20 (20 fr. min de kosten van uit-wisseling en verrekening), van den heer Paul Du-mon, gehecht aan het algemeen Fransch consulaat te New-York : « Dankbetuiging aan de Legerbode.» heeren officieren, op het oogenblik van de ge» meente te veriaten, vergeten hebben de sporen va*n hun verblijf van de muren der mairie te doen verdwijnen. Niemand zal er zich van beklagen. Dit werk, als een uitdrukking van den Teutoonschen geest, verdient bewaard te biijven ; het zal van Suzoy, na den oorlog, een merkwaardige plaats maken. Een halte te Lassigny, laat toe ons nogmaals reltenschap te geven van het geweld van den, slag. Ailes, woningen, planten, is met den grond gelijk gemaakt. Lassigny is een van de plaatsen die de strijdenden elkander met de grôotste hardnekkigheid betwist hebben ; ook is er ailes vorineloos, als in een chaos herschapen. De bewoners zelf, behalve zelJzame uitzonderingen, konden de plaats van hunne woning niet meer herkennen. Een wandeling door de puinen van wat eens een lachende, bloeiende streek was, laat nochtans toe vast te stellen dat de Duitschers eerst op het alleruiterste zijn teruggeweken. Inderdaad, op het oogenblik dat de heldhaftige Fransche legers ze verjoegen en hun daarbij zware verliezen toebrachten, waren zij bezig nieuwe onder-aardsche beschuttingen te bereiden en nieuwe loopgraven aan 't delven, die zij weer overhaas-tig moesten veriaten. Het was te Lassigny dat von Kluck stand hield om zijn middagmaal te nemen, in September 1914, bij den Teutoonschen opmarsch Nach Paris. Dien dag verscheen er een persoon, verzorgd van uiterlijk, en die onberispelijk Fransch sprak, bij een der notabelen van de plaats : — Mijnheer, zegde hij, ik ben het hoofd van de privaat policie van Z. E. generaal von Kluck, den legerbevelhebber. Binnen eenige oogenblik -ken zal de generaal bij u stil houden. Ik kom u verzoeken, in uw eigen belang, hem zeer goed te onthalen. Weldra verscheen generaal von Kluck. Zijn gelaat was hoogrood en apoplektiek. Met de lin-kerhand steunde hij op een geweer, in de rechter-hand hield hij zijn revolver. Hij drukte zijn ver» langen uit om in den tuin te gaan zitten en eischte, door de bemiddeling van een tolk, het noodige om zich te installeeren. Een dienstknecht bracht een tafel en stoelen. Maar daar de man recht bleef in afwachting van verdere bevelen, zegde het hoofd van de politie die de eigenaars genaderd was : — Haast u, uw dienaar terug te roepen ; zooniet is die ouwe rakker in staat hem nog een kogel in het hoofd te jagen. Hij heeft zoo reeds vier of vijf man in dezelfde voorwaarden neergeschoten. De knecht werd terug geroepen. Het hoofd van de politie ging voort : — « Hij » meent, die bruut, dat hij zonder hindernissen te Parijs zal aankomen... Welke illusies ! Was die politieman tevens een « agent provocateur d, of had hij integendeel van Z. E. te lijden gehad? Men heeft het nooit geweten. Wat er ook van weze, hij gedroeg zich jegens de Franschen die de gastvrijheid aan zijn meester verleenden, met oneindig veel takt. Von Kluck, de veelvraat, vroeg te eten. Men had niets anders dan boonen. Men bood den Pruisischen generaal een reusachtigen schotel aan, dien hij gulzig binnen speelde. — Ik ben te vreden, zegde hij, zich de lippen aflikkend. En om zijn dankbaarheid te betuigen, gaf hij aan zijn partikulieren kok bevel de twee kippen te brengen, die deze nog in voorraad had. Zoo eindigde, voor den eigenaar, deze maal-tijd op onverwachte wijze met gevogelte. Alvorens heen te gaan, riep von Kluck den eigenaar : — Het is goed, zegde hij ; ik ben tevreden en ik eerbiedig uw eigendom. — Vermits het zoo is, waagde de huisvrouw te zeggen, verzoek ik van Uwe Excellencie een getuigschrift dat zijn# voldoening bevestigt over het ontvangen onthaal en de legers die nog zullen volgen verzoekend onze personen en ons eigendom te eerbiedigen. — Dat is waar ! antwoordde von Kluck. Hij schreef het gevraagde getuigschrift ; dan, omringd door zijn staf, sprong hij in het zadel. — Nach Paris ! riep hij met schorre stem uit. ( Wordt voortgeset.) Jean Bas. 24 Meî 1917 Nnmmer «425 II'Wtwitiiwii i uw m ■

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes