De nieuwe tijd: weekblad voor het vlaamsche volk

690 0
05 oktober 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 05 Oktober. De nieuwe tijd: weekblad voor het vlaamsche volk. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/rv0cv4cq1w/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ABONNEMENT : Per 6 maand fr. 1,25 AANKONDIGINGEN : volfena oveieeakcmst. De Nieuwe Tijd Weekblad voor he vlaamsche Volk. Ong-oteekend* stukkeii wor-dt-n nict tfp£ent»iuer. Elke inzender is ver*ctw#«r-âclijk tooi tgecn h*| sehrljlt. Htt toezendeu vue cen t.cck ^eeft redit op vermcldiii?, twee exemplureu op bespre-king, zoN^r^irilLST. Weekblad voor |^|Viaam5che Volk. \J IZTZTIZZT^IT Een enkeling kan twee of meèr talen' spreken : een voîk, aïs volk, enkel ééne iékiÀ Prof. VERCOULLlk . » I Amnestie ofte Vergiffenis. In het antwoord der Haversche regeering op de vredesvoorstellen die de zwager onzer koningin, de Beiersche graaf Tôrring, op eigen hand aan België heeft gedaan, lezen wij dat eene der voorwaarden waaraan Duitschland zou vasthouden, is, dat het « amnestie verlangt voor de burgers die de plannen van deu vijand hebben ondersteund» wat zou beteekenen, voegt Havere craan toe, dat Duitschland aan de Belgische regeering een daad van onderworpenheid wil opdrin-gen.Reuter heeft dairvan onmiddellijk ge-maakt : « België moet amnestie verleenen aan de menschen die voor Duitschland in de Vlaamsche kwestie geageerd hebben. De-genen die met den bezetter handel hebben gedreven, zelfs in oorlogsartikelen, of die voor hem hebben gewerkt in hunne nijver-heidsinrichtingen en daarmee ontzaglijke winstenen dividendes hebben opgestreken, al de oorlogssjacheraars en woekeraars zul-len beschouwd warden als den vijand niet te hebben gediend ; noch saet hem te hebben gehandeld ; enkel en alleen zai de zonden-bok zijn, naar de bekende fabel waarin de machtigsten de schuld vaa de pest op den zwaksten leggen : ....« le maudit flamingant, Ct pelt, ce galeux, ce méchant regimbant. » Itr.tners, zijn Vlaamsèh rccht eischin ! Wat denkt ge wel ? En dat in de afwazigheid van stiefmoeder België ! Neen, enkel de dood kan zoo een euveldaad uitwisschen en de Belgische kefferkens eischen dan oek flamingantenbloed. Welnu wij zijn bereid het hun te geven, als 't moet, maar tegen hoogen prijs ! niet waar, mannen van den IJzer, kerels uit de kampeD en leden onzer Wachten ? Hei Wolf-bureau heeft aangaandc de ver klaring van de Haversche ministerie tneege deeld dat de Daitsche regeering geenerlei formeei vredesaanbod aan de Belgische heeft gedaan. Wij aktivisten kunnen eraan toe voegen dat we niemand mandaat gegeven hebben, aan wien ook amnestie voor ons te verzoeken ; ja, dat we er niet in 't minst aan denken die ooit te vragen. Voor ons !S de Haversche regeering de aarJsvijand van Vlaanderen geworden sedert zij dichter De Clercq en Dr Jacob broodroofde voor hunne vlaamscngezindheid, de Vlaamsche hooge-school verketterde en hare professoren ont-ridderde, priester Van der Meulen verbande en onze Vlaamsche heiden aan't front wreed-aardig verdrukte « omdat zij Vlamingen willen zijn » ; officieel verkondde dat zij, naarmate het grondgebied bevrijd wordt (!) aile vervlaamschingswerk zal sloopen ! Die regeering erkennen wij nietmeer en we kunnen haar dan ook niets meer vragen, in 't al-lerminste vergiffenis.Zijn bloedvijand vraagt men geen vergiffenis ; men vecht met hem tôt het uiterste en als men onderligt zeo blijft niets over dan het « va victis » te on-dergaan. Wij hebben overigens aan niemand kwijtschelding le vragen, immers wij hebben voor God en ons geweten niets misdaan : ons eenig vergrijp bij de kwaden is dat wij Vlaanderen boven Havere hebben gesteld en spijts ailes getrouw gebleven zijn aan ons Vlaamsch vaderland. Zeker, we weten het, en we hebben het ons geen oogenblik ont-veinsd, wanneer we nu bijna vier jaar gele-den den strijd, op leven en dood aanbonden: Vlaanderen boven ailes dienen, zou door onze regeering en haar franskiljonschen aan-hang met hoog- en landverraad worden ge s empeld en zoo we ooit in hare macht vielen zouden wij onzetrouw âan M^eder Vlaanderen schrlkkelijk boeten-Maar in onza Vlaa.i.-sche volks en vaderlandsliefde heeft ons dat geen oogenblik afgeschrikt en dat hebben wij dan ook heel kalm verklaard aan wien het hooren wilde, onder andere aan substi-tuut Parmentier, wanneer hij mij op 8n Fe-bruari 1,1. op bevel der Heeten van Havere kwam aanhouden. Om dezen strijd te beginnen was een groote liefde voor Vlaanderen en een onwan-kelbare wilskracht noodig : het is bij negen ' op tien passieven, gebrek daaraan dat hen ! afzijdig heeft gehouden. Hun roi is gemakke- j lijk voorwaar : lukt het, zoo weten ze dat ] wij hen niet zullen afstooten ; lijden we: de ; neerlaag, zoo kunnen ze ons steeds verloo- j chenen en zeggen : « Non novi ...! » Zeer ; behendig, zeker, maar zullen zij in geweten j kunnen getuigen dat zij voor Vlaan^frçr, ^ zich van hun plicht gekweten hebben ? Met ; ons maggebeuren wat wil, wij hebben: tôt < nog toe gedaan wat menschelijk mogelijk j was om ons Vlaamsche land en volk in ;de- 1 zen gruwelijken wereldoorlog, door den i machthonger dergrooten ontketend, van den t ondergang te redden ; wij deden nooit iiets , tegen Vlaanderen, werkten eakel samen met jj de bezettende macht, waar het belang van : Vlaander;n zulks eischte, dienden nooit en j, zullen nooit recktstreeks Duitsche plannen i dienen, maar louter Vlaamsche. We aasJen | noch op geld, noch op eer : 'k ben zoo arm | als voor den oorlog, dat weten al diej nie i kennen en heb meer nog dan toen, de gn - J ste zorgen om mijn talrijk gezin te on< er- j houden : van den stYijdpost dien de Vlaiiiin- ' gen me toevertrouwden, kan men zèker I zeggen : « magra bnirs quaiii iioiioa », | het meer last is, dan eene eercplaats.hoezi-er \ het rotsvast vertrouwen mijner strijdgenoo- i ten me ook vereere. Anderen rondom oas, die aan goedkoop j patriotardisme deden, hebben wij intusschen i zien rijk worden, of ongezonde populariteit 1 verwerven, met dierlijke driften bij de oor- : logszieke massa op te zweepen, zooals sommige kanselredenaars zeker op een wenk van hoogerhand iederen Zondag in de kerk — den tempel van Vrede nochtans — gewoon zijn te doen. Franskiljons en passieven hadden zich maar met den vloed te laten meedrijven. Wij daareategen hebben eea langen tijd met schaarsche krachten, tegen een geweldigen stroom van haat en laster moeten varei), maar wij hebben spijta ailes vol gehouden ! En sedert ettelijke maanden, onaangezien de wisselvallige oorlogskansen en de verachte- f lijke middelen, die onze vijanden voortdu-1 rend aanwenden, is de tij volop aan 't keeren en hebben wij zooals Gladstone cens zegde : « the flowing tide with us », het wassend getij dat weldra aile hinderpalen wegsleept. Enkel een Fransch-Engelsche militaire dik-tatuur kan onze volksbeweging nog stuiien : daarnaar hunkert dan ook cte tegenpartij. Gaat die patriotardische wensch in vervul-ling dan nog zullen wij onzen plicht blijven doen en ons weren tôt den laatsten ademtocjit En vallen wij, we zullen vallen met eer ! Dat kunnen wij ubeloven, îaffe franskiljons ! DR. AUG. BORMS. Uit « Het Vlaamsche Nieuws. » De Uitlating van Fernand Neuray. In het « VI. Nieuws » (nr 243 van 9/9/19), publiceert Karel Van Santé, krijgsgevarigen brancardier in het Belgisch leger in een open brief aan het « Belgisch Dagblad » nadere inlichtingen over de uitîating van Fernand Neuray, bestuurder van de « Nation Belge » — eertijds « XXe Siècle » — betreffende de Vlaamsche soldaten. Volgens een Nauen-bericht zou F. Neuray gezegd hebben : Il faut que l'offensive belge ait comme but principal de faire massacrer le plus de flamands possible■ Il importe de rétablir l'équilibre quantatif entre les ux races et ensuite d'éliminer tous les éléments de perturbation pour après la guerre■ (1) \ Karel Van Santé raadt de redactie van het « Belgisch Dagblad » aan : « In een der vol-hrleven die gij zourtt mogen schrijven aan uwen geachten collega.wilt gij hem eens vra gen, of hij bij toeval zich niet herinnert een' reisje naar Rome gemaakt te hebben gedurende dezen oorlog en of hij daar zich die rnonsterachlige woorden niet heeft laten ontssnappen ? Indien de heer Neuny daent dat te Rome iedereen het daarinee eens was, heeft hij zich, helaas 1 leelijk bedrogen ? Want vl<"iamschgezinden zijn een onkruid dat te genwoordig overal woekert en gelukkig ook te Rome. Daar woont een brave en hoogge-leerde Vlaamsche Pater, die Vlaamsch voelt tôt in het diepste van zijn wezen. Deze hoorde die woorden van mijnheer Neuray en of hij zulks verzweeg, dat kunt gij licht be-grijpen.Nu wie die Pater is, dat hoeft gij maar mijnheer Neuray te vragen. Lang zal hij waatschijnlijk niet moeten zoeken. Ik zelf ma» hier den naam niet bekend maken, ten eerste, omdat ik de toestemming van dien Pater niet heb, noch kan krijgen daar de verbinding tusschen Rome en Vlaanderen onmogelijk is, ten jjtweede, omdat ik dien eerlijken man niet bezwadderd wil zien :n de « Nation Belge » die als eenig wapen tegen ! onze Vlaamsche leiders heeft hun eerlijken naam te bevuilen Onze koene Pater Van Callewaert heeft het ook ondervonden. > De schrijver van dezen open brief is novice der Dominikanerorde en behoorde, i voor hij gevangen genomen vverd. tôt de ! frontpartijawaarvan de brieven aan Koning Albert en Kardinaal Mercier uitgegaan zijn. (i) We vertalen : i ' H't is noodzakelijk dat hit voornaam-duel van h*t Relgisch of/énsief hti doen oitijïoïnen van het grootst aantal Vlaming$n 'wa.e. Het komt er op aan het geialsevenwicht tusschin de twee rassen te herstetlen tit vervol gens tooveel mogelijk de ruststorende besiand detUn nu den oorlog te verwijderen. > NU OF NOOIT ! Vlaandren ! Vlaandren ! edel land, Sckoone streke, rijke gouwe ! Vlaandren ! Vlaandren ! arme volk : Stetds gekr.tcht, leeft gij in routae ! ■' Wtert uvf nood, Wordt weer groot ; Vlaamsihe knapen, zijt een kertl, Maakt uw land je tôt etft perel ! Volk van Vlaandren luistert niet Langer nog naar tchoont woorden ; Al tt'lang zijt gij gemegd Door de bazen die u koorddtn ! Blijft geen knecht, Eischt uw recht : Banden lot, uw vaan ontplooit, WHt u zelf-zijn nu of nooit ! BARD. \i UIT DE OUDE DOOS. Sesdiaafde Taal. « En mag ik u nu eens zeggen, waarin, » ge.lpof ik, de hoofdoorzaak ligt van de » min;;chting of onverschilligheid der Vla-» mingen ten opzichte hunrier moedertaal ? « De Vlaamsche moedets hebben de schuld », daarvan. De meeste Vlaamsche meisjes ? worden in de Belgische vrouwenkloosters opgevoed, daar leeren zij systematisch de - Vlaamsche taal minachten. « C'est si commun, le flamand ! » zeggen de nonnetjes. En als de burgermeisjes dan weer thuis komen, sebamen ze zich over de viaamsch-sprekende ouJers en spreken liever Fransch (en welk Fransch 1) met hunne vriendin-■> netjes of met de klanten van vaders win-»->Wïi Ze zingen Fransche romances, lezen •" Fransche romans, gebruiken een Fransch > keikboek, en vinden dat ze dan heel chic > ?ijn. Trouwen ze, dan moet baby een Franschen naam krijgen. F.n als Jean ke, ■- Renéke of François-ke groot genoeg is om | it^ee wandelen te gaan, wordt er Fransch » met hem geradbraakt, als de menschen j » hooren. » Dan is men « des gens comme il fauit ». » Thuis spreekt men echter weer Vlaamsch, » omdat het gemakkelijker is... » Waarom, vraagt men, vinden de nonne-» tjes het vlaamsch zoo gemeen ? (Helaas ! » men kan hun daarin geen ongelijk geven.) » Omdat de meeste Vlamingen niets anders » dan een plat dialect «preken. Te Leuven » b. v. wordt het volgende zèo uitgespro-» ken : » Versche hardeeieren | Vess ett are ver-» verkoopt de soldaten- j koept da saldoete-» vroaw van de oude j vra van d'aa mett. » markt. | * Ja> gij ^ebt gelijk. | Joe,goaebt fceloak. » 1k versta u niet, gij | 'k Verston a niet, » spreekt niet zooals | goa klapt niet loak » w|. | woale. » 1k had het hem ge- | 'kaa't« gezieëd. » zegd, | » Zijt ge thuis ? j Zedde toeas ? » lk hoorde onlangs een VVaalS';h geleerde » die met een voorname Vlaamsche vrouw » gerrouwd is, tôt haar zeggen : » Ne parie donc pas le flamand! Tu es » beaucoup trop commune quand tu parles » le flamand. » Onder de juffrouwen uit hoogeren stand » is't natuurlijk nog veel erger : « Le fla-» mand, c'est la langue des domestiques.» In » de rijke huizen in Brussel b.v. worden » geen knechien of meiden gehuurd, die » geen Fransch kennen. » (Di Amsterdammer,-14 Juni 1906.) Dat was de toestand, 12 jaar geleden. Ea thans ? Rîchtuit gezegd, hij is thans niet veel betsr. De eerbied die de nonnetjes en hun kweekelingen (op enkele loffelijke uit-zondsringen na) voor onze moedertaal koes-teren is nog altijd bitter klein. Nog immers zijn wij getuigen dat de fabeltjes en gelegen-heidsgfdichLjiÊg die bij allerhande school plechtigneden worden ten gehoore gegeven, door onze Vlaamsche kinderen worden te-gevjn, door Oiize Vlaamsche kinderen worden geradbraakt in de taal van « la grande patrie. » Het is hoog tijd dat ons nieuw Vlaamsch bestnur die averechtsche wijze van opvoe-ding te keer ga ! Maar het is onze plicht daaraan mede te helpen. Vlamingen, be-schaafde Vlamingen, spreekt eer deftige, beschaafde taal, want daardoor dwingt gij eerbied af voor onze dierbare Nederlandsche spraak. Toont aan de triestige papegaaifigu-ren dat onze taal in den mond van beschaafde lui sierlijk klinkt, veel sieriijker dan het Belgisch-kakebroeksch dat de Franschman met medelijdenden glimlach op onze fameuze vermuilezelden doet neerblikken. T. De Raven. De activisten zijn baantfesjagers. (Belgische spreuk.) Wij zijn geen raven, wij zijn geen raven, en zwermen niet over lijken om doocle oogen uit te pikken en doode lippen door te kerven. Wij gaan als rechters door de gou-wen, vellen het oordeel over de boo-zen die ons Recht ontnamen, veilen de boozen onder het oôrdeel, maar wij zij geen raven. De raven zijn waar we gaan, menig-vuldig, hongerig, vreterig. Ze zyn de getuigenis onzer zendeng. Het volk is angstig en zoekt naar teekenen in de lucht, rurige tongen, een avondrood, een gouden ster, een torteL. Het volk is angstig en ziet raven, menigvuldig, en ziet niet de rechters, en roept Wee, en houdt zich schuil in zijne huizen. en vervloekt de tijden. Weet dan, o massa • als wij, de rechters, vallen, omdat gijons de macht van uwe veelheid hebt geweigerd, dan zullen weer die raven zwermen over lijken, onze lijken, om ônze doode oogen uit te pikken, die het onrecht zagen, om ônze doode lippen door te Tweede Jaar. Nummer 11- PrJjs per ninm#!- : 6 centiem. Zat«rdag 5 Octobsr 1818.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De nieuwe tijd: weekblad voor het vlaamsche volk behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Aalst van 1917 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes