De Scheldegalm: gazette van Audenaerde

2093 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 07 Juni. De Scheldegalm: gazette van Audenaerde. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/639k35nq3j/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Nr 3291. Zondag 7 Juni 1914. 56e Jaar. DE SCHELDEGALM GAZETTE VAN AUDENAARDE HET BLAD VERSCHIJNT WEKELtJKS DEN ZATERDAG. — Men sohrijft in bij de Uitgevers BEVERNAEGE GEBROEDERS, Krekelput, 45, en in aile POSTKANTOREN. — De prijs der insehrijving per jaar, vooraf betaalbaar is voor BELGIE 3 fr. 75 ; voor FRANKRIJK en aile BUITENLANDEN 7 fr. 50; voor AUDENAARDE 3 fr.—Alleartikelen en mededeelingen betreffende deredaetie moeten vrachtvrij toegezonden worden.MenisverzochtdeAnnoncen den VRIJDAG middag te laten geworden;deprijsis 20e. perregel. jbxm*' '.imhi .i i n»«i m nn.^.min.ifc-i.1 !■« m»'"'" " ■ ' '■■■ i -nrr — — mi>«m inwiwnif.i w—r in.»a»n niÉia«iii-ni—ii-.mi.i» mnnrni «m n un- «ni i iiimiuwimi—m Reclamen en rechterlijke aankondigingen 50 oentimen per drukregel. — De inschrijvers die hun blad niet wekelijks en op behoo-renden tijd per post ontvangen, worden vriendelijk verzocht ons er seftens kennis van te geven. Om dit te voorkomen is ook het beste middel het abonnement in het postbureel of aan den briefdrager te vragen, aan wie men niet meer dan de gemelde prijzen moet betalen. Aile toegezondene of terhandgestelde geschriften die wij in ons blad niet kunnen opnemen worden niet teruggegeven. GROOTE ZEERAMP. De " Empress of Ireland ,, vergaan. •1032 DOODEN Na de eerste telegrammen, die veel tegen-strijdige geruchten bevatten en waarvan som-mige zelfs meldden dat al de opvarenden gered werden, kwam aldi'auit Rimouski een meerge-regeld verhaal van de vreeselijke scheepsramp. De ondergang der « Empress of Ireland » is de ergste zeeramp sedert het vergaan van de « Titanic ». Zij gebeurde te 1 u. 4b vrijdag morgend, te midden van eene dichte mist, op 20 mijlen van Father's point op de St-Laurens, ingevolge eene aanvaring met de « Storstad ». In tien minuten tijd was de « Empress of Ireland » gezonken. Het schip was openge-scheurd aan bakboord, bijna in 't midden van de romp. Het aanvarend schip drong diep in « Empress of Ireland » en draaide toen in de richling van de schroeven, zoodat er eene over-groote opening bestond, door dewelke de zee met zooveel geweld naar binnen drong; dat het schip aanstonds overhelde en dus spoedig zinken moest. Het is dus stoffelijk onmogelijk geweest veel booten uit te zetten. Eer de meoste passagiers zich rekenschap konden geven van wat er gebeurde, had de telegrafist aan boord reeds ber-haaldelijk de draadlooze boodschap gezonden S. 0- S. (Save our soûls), 't is te zeggen de noodkreet van een in onmiddellijk gevaar ver-keerend schip. Het signaal werd opgevangen door de loods-boot « Eurêka », die zich op tien mijlen afstand bevond, en door de postboot « Lady Evelyn ». Deze schepen snelden met vollen stoom toe maar toen zij op de plaats der ramp kwamen zagen zij nog enkel eenige reddingsbooten van de « Emmpress of Ireland », de eenige die men had kunnen uitzetten en die de overlevenden bevatten. Een omstandig verhaal over de ramp. Een der roerendste verhalen van de ramp werd medegedeeld door den heer DergasDucan, van Londen. Ziehier wat hij verklaart : Ik bevond mij te bed, toenik de seinen hoorde dlë bfteekenden : « Ik zet mijn vaart voort » ; dan kort nadien twee andere seinen die wilden zeggen : « Ik houd stil ». Verbaasd, sprong ik uit het bed en begon mij aan te kleeden. Plots vielen de machienen stil,en kort daarna sloeg de stoomboot op zij. Ik zag, door het kijkraampje, dat er een zware mist hing. Een vreeselijk gekraak volgde. Half aangekleed hep ik op het dek, doch toen ik er aankwam, hing het schip reeds zoo laag naar stuurboordzijde, dat ik tenauwernood nocli kon gaan.Er bestond geene kans de booten in zee te zetten. Wie kon, greep naar reddingsgordels, maar tijd ontbrak om ze aan te doen. De leden der bemanning, kapitein en oflicie-ren gedroegen zich op heldhaftige wijze. Ik zag er die de passagiers hielpen om vrouwen van reddingsgordels te voorzien. Een man, die er over twee beschikte, gaf er mij een. Anders zou ik niet zijn gered. Te midden der algemeene verwarring kan-telde de zinkende stoomer bijna om en al de menschen die op het dek waren, rolden in de golven. Het was alsdan « ieder voor zich ». Dan hoorde men een gekraak ; de boot sloeg om en verdween in de diepte. Ik hoorde vrouwen weenen en bidden ; ik hoorde mannen roepen, terwijl zij in zee vielen. Ik zonk. Toen ik naar de oppervlakte terugkeerde, was 't om dezelfde kreten te hooren, terwijl die menschen elkaar omstrengelden. Een half dozijn klampten zich aan mij vast en ik moest er mij van ontmaken. Ik zwom te midden van de naakte lichamen en dooden. Ik lag reeds een half uur in 't water, toen ik ten slotte door een der reddingsbooten, halfdood van vermoeienis en koude, werd opge-nomen.Roerende tooneelen kwamen te Montréal en Rimouski voor. Men ontscheepte zooveel lijken van vrouwen en kinders dat mannen weenden. Het aantal slachtoffers bedraagt 1032. De redders der « Empress of Ireland » heb ben zaterdag avond medegedeeld dat zij he aantal verdwenenen op 1032 schatten. Ziehier het aantal overlevenden : eerste klas 18 ; tweede en derde, 131 ; bemanning, 206 ; totaal 355. In het geheel bevonden zich aan boord; eerste klas, 87 personen ; tweede klas, 153 ; derde klas, 715 ; bemanning 432 ; totaal 1378. Vijf millioen op den bodem van den stroom. Aan boord der « Empress of Ireland » waren voor ongeveer vijf nnllioen zilveren siaven, herkomstig uit de mijnen Cobolt. De « Storstad » en de aanvaring. Men vroeg den kapitein der « Empress of Ireland » of hij eenig antwoord ontving, toen hij den kapitein van de « Storstad » door gefluit waarschuwde. Hij antwoordde ontkennend. Hij heeft vijf maal doen fluiten, en toen de aanvaring plaats had, vroeg hij dat de voorsteven van het schip in de « Empress of Ireland » zou worden ge-houden. Zelfs al had de kapiteinder «Storstad» mijne vraag niet gehoord, zou hij dit als zeeman hebben moeten doen, besloothij. Tien millioen schadevergoeding. Uit Montréal meldt men dat de « Storstad » er zondag namiddag is toegekomen. Kapitein Anderson, bevelhebber der « Storstad », heeft van de Canadian Pacific Railway Company eene vraag van 10 millioen schadevergoeding ontvangen. Te Londen. Zaterdag en gansch den nacht door, zijn tal-rijke personen te Londen, voor de bureelen van de Canadian Pacific Railway Company samen— gescboold gebleven. De helit der bedienden is tijdens den nacht in de bureelen gebleven.Eene dame, in rouwgewaad, heeft uren lang voor de bureelen gewacht, daar bijna gansch hare familie zich op de « Empress of Ireland » bevond. Een londener handelaar kwam zaterdag vragen of zijn broeder al of niet in de ramp omge- I komen was. Daar mon hora sfontlug morgonj nog geen antwoord had kunnen geven, kwam zijne zuster hem voor het bureel der zeevaart-maatschappij vervangen. Eenige oogenblikken later vernam zij dat haar broeder gered was ; de vrouw was hierdoor zoo ontroerd, dat zij buiten kennis op een stoel neerzeeg. Eene vrouw stond te wachten, om te verne-men of haar vader in de ramp omg3komen was. Haar broeder, zegde zij, was over twee jaar in de ramp van den « Titanic » omgekomen, en dan ook had zij uren lang voor de bureelen der zeevaartmaatsehappij gewacht, alvorens 't droe-vig nieuws te vernemen. Bartverscheurende tooneelen. De ooggetuigen van de reddingswerken en van de aankomst der slachtoffers te Rimouski en te Quebec verhalen aangrijpende en bartverscheurende tooneelen, die aan de ramp eene nog grootere ijselijkheid bijzetten. Een hunner zegt, onder anderen : « Al dege-nen die zooals ik vrijdag avond vl. in de statie van Quebec bij deaankomst van den bijzonderen trein tegenwoordig waren, waarmede de 396 overlevenden van de « Empress of Ireland » overgebracht werden, voelen nog hun hart van ontroering geprangd. Het was 8 ure toen de trein in de statie kwam ; te midden van eene indrukwekkende stilte verlieten de geredden de waggons. Een groot getal hunner waren min of meer erg gekwetst en moesten door de aanwe-zige personen geholpen worden. Allen waren zichtbaar als vernietigd door de schrikkelijke beproevingen welke zij doorstaan hadden en door de akelige visioenen die zij nog levendig voor den geest hadden. De verhalen van deze ongelukkigen zijn zoo tragisch mogelijk en zoo droevig als men het zich maar voorstellen kan. Allen zijn het eens om hulde te brengen aan den moed van Dr Grant, den heelmeester aan boord, wiens verkleefdheid en hulp welke hij aan de ontsnapten der ramp bracht, een groot getal hunner gered hebben, die, uit de golven gered zijnde, onvermijdelijkzouden omgekomen zijn bij gémis aan onmiddellijkezorgen en zede-lijke hcropbeuring. De schipbreukelingen drukken eveneenshunne ; diepe erkentelijkheid uit aan de bevolking van Rimouski, die ailes wat zij aan kleederen en eetwaren bezat, gulhartig schonk om hen ter hulp te komen. Het verhaal der ramp. Dr Grant verhaalt de ramp als volgt : « Ik bevond mij in mijne kabien en ver-moedde niet in 't minst wat er voorgevallen was tôt op 't oogenblik dat het schip zoo geweldig helde dat ik uit mijn bed rolde. Ik poogde de electriciteit aan te steken, do'ch de strooming was afgesneden. Ik stormde naar de deur, doch de vloer helde zoo geweldig dat ik haar slechts met de grootste moeite kon open krijgen. Na vele pogingen gelukte ik er in tôt aan een raampje te klauteren, waar door ik het hoofd stak. Hoe groot was mijne verwondering te be-statigen dat de wand van het schip schier lood-recht stond en dat een honderdtal passagiers er op stonden, alsof het op een dek was ! Een hunner trok mij door het raampje, en eer.ige stonden later zonk de « Empres of Ireland » voor goed in de golven. Ik kwam terug boven water en zwom naar de « Storstad » ; ik werd door een sloep van dit schip gered ; ik was gansch uitgeput door de . worsteling tegen de golven en door de koude. De sloep was reeds vol geredden ; zij werden aan boord van de « Storstad » opgenomen, ver-warmd en in dekens gewikkeld. Men gaf mij kleedingstukken die mij toelieten al 't moge-lijkete doen om de slachtoffers der ramp hulp te bieden. Doch velen dezer ongelukkigen waren zoo uitgeput dat zij weldra stierven. » Gescheiien en teruggevonden. Hartroerend is ook het verhaal van de twee jonge echtgenooten, nog maar eenige dagen gebuwd, M. en mevr. Greenway, van Toronto, die op huwelijksreis waren en zich naar Enge-land begaven. In de verwarring die op de aanvaring volgde werden zij gescheiden en beiden WP.r.dfin olo cloor oc»» in/uvlw gUUll Cil VUllQCil elkaar te Rimouski terug. » <c Het was een ijselijk tooneel, verhaalde mev. Greenway. Wij dachten eerst dat de « Empress of Ireland » op eene klip of op een ijsberg ge-varen was. Op enkele minuten tijd begon het schip te hellen ; wij dachten dat het slechts voor eenige oogenblikken zou zijn en dat het schip spoedig terug recht zou komen. Doch zulks gebeurde niet. Het schip zonk. Gelukkig maakten eenige vrienden een reddingsgordel rond mijne lenden vast. Ikvoelde mij met het schip in de diepte verdwijnen, doch de ontplof-fing van de machienen bracht mij terug boven water dichtbij een vlot, waarop twee mannen zich bevonden, die mij redden. Een hunner, die zijne vrouw verloren had zooals ik mijn echtgenoot, wikkelde mij in zijnen jas. Ik werd alzoo verwarmd. Ik herinner mij niet meer wat er verder gebeurde ; toen ik terug tôt bezinning kwam bevond ik mij aan boord van het kool-schip. Zaterdag morgend, eindelijk, heb ik mijn echtgenoot teruggevonden. » Het heldhafiig gedrag van kapitein Kendall. Kapitein Kendall, van de « Empress of Ireland », bevond zich sinds twee uren op de commandobrug, toen de noodlottige schok gebeurde. Deze was zoo geweldig dat de kapitein het evenwicbt verloor en viel ; doch hij stond onmiddellijk terug op en, buitengewoon kalm, begon hij onmiddellijk korte bevelen te geven. Doch deze bevelen konden door de bemanning niet uitgevoerd worden, daar het scbip op enkele minuten onder water schoot. Naarmate het schip meer en meer helde zag men den kapitein zicn aan de borstweering van de commandobrug vastklampen. Op zeker oogenblik greep hij een reddingsgordel en ging deze omgorden, toen hij een passagier zag naderen. Zonder een second te aarzelen wierp hij den reiziger den gordel toe, en sprak den man moed in. Toen anderhalve uur na de ramp de kapitein op een wrak drijvend teruggevonden en gered werd, was zijn eerste werk het bevel over de reddingsbootte nemen. « Opwegnaar de plaats der ramp, ten einde de slachtoffers te redden ! riep hij en greep zelf een roeispaan. » Vier uren lang roeide hij op de plaats rond waar zijn schip gezonken was. Zijne volherding werd met welslagen bekroond. Iedere minuut werden overlevenden ontmoet en onmiddellijk aan boord gehaald. Eenigen hadden het bewust-zijn verloren. De kapitein redde alzoo vijf en zestig personen, en hij zelf was zoo uitgeput dat toen de sloep de richting van Rimouski insloeg , hij op zijne roeispaan in bezwijming viel. Hij verkeert thans in een onrustwekkenden toestand; zaterdag vreesde men voor zijn leven, doch zondag verklaarden de geneesheeren dat zij veel hoop hadden hem te zullen redden. De « Storstad » in beslag. Het koolschip « Storstad » is uit Quebec naar Montréal vertrokken. De officiers hebben over de schrikkelijke ramp die zij bijgewoond hebben niet de minste inlichting willen geven. Wanneer de « Storstad », zondag namiddag te Montréal aankwam, werd er van aan de kaai inlichtingen gevraagd aan de matrozen die zich op 't dek bevonden. Deze laatsten beantwoorden het geroep met een hoofdschudden, dat bedui-den moest dat zij niet verstonden wat hun gevraagd werd, daar zij moren zijn. De eerste persoon die aan boord kwam was de consul van Noorwegen, en vervolgens een magistraat, vertegenwoordiger van de Canadian Pacific Railway Company. Men zond dezen laatste eenvoudig weg, en 't duurde een gerui-men tijd om aan den kapitein van de « Storstad » te doen begrijpen dat zijn schip in beslag ge-nomen was en dat hij de amb'.enaars van het gouvernement aan boord moest toelaten. Wat de verantwoordelijk van de « Storstad » duidelijk aantoont, is de verklaring van een der officiers aan boord ; dat het schip op het oogenblik der aanvaring, in vollen mist in voile snel-heid vaarde. Er worden 10 millioen frank schadevergoeding aan den kapitein van 't koolschip gevraagd. RUSLAND Noodlottige yachtingspartij. — Zeven jonge-lingen behoorend tôt de beste families van Sint-Petersburg spelevaarden, woensdag avond vl., aan boord eener zeilyacht in den golf van Fin-land, toen hun vaartuig ten gevolge van een windslag kapsijsde en vol water schoot. De apvarenden klampten zich aan de masten vast 2ii zwalpten alzoo op de zee rond. Donderdag morgend vl., werden zes jongelingen door de golven meegevoerd. De zevende werd door visschers gered, SPANJE Eene ijselijke zel/moord. — Een 10 jarige knaap, Enrique Ros, van het dorp Almanzora, die door zijne makkers in « quarantaine » ge-steld was, 't is te zeggen dat hij niet. meer met lien spelen mocht, heeft zich uit wanhoop op verschrikkelijke wijze om het leven gebracht ! Hij vulde de zakken van zijnen voorschoot met buskruit, ging in eene gracht liggen en stak tiet vuur aan het kruit. Eene verschrikkelijke ontploffing volgde en de ongelukkige knaap werd letterlijk verhakkeld ! DUITSCHLAND In een hôtel der Vittelstrasse, te Berlyn, is vrijdag vl., een Braziliaan, Pedro Gomez, plots ziek geworden. Een bijgeroepen geneesheer stelde een geval van melaatsehheid vast. De man werd onmiddellijk naar het gasthuis overgebracht en gansch het hôtel ontsmet. Aile voorzorgen zijn genomen om de uitbrei-ding der ziekte te keer te gaan. —■ De ingenieur Mauser, de uitvinder van het Mausergeweer, is verleden week, te Stuttgart, Duitschland, overleden, in den ouderdom van 75 jaren. FRANKRIJK De Eiffeltoren. — De toren wordt voor de vijfde maal , sedert den bouw, in een nieuw kleed gestoken, van oranjekleur. Vol-gens een blad zijn er dertig duizend kilogram-men verf voor noodig en vijftig schilders zullen er drie maanden lang mede bezig zijn. De kos-tenbeloopen 100.000 frank. —• Ernstig ongeluk. — Te Parys, rue de Vaugirard, aan een in aanbouw zijnde blok huizen waren vrijdag vl., tal van werklieden aan den arbeid. Op het hoogste verdiep kantelde plots een zwaren arduinen steen, die men aan het plaat-sen was, en een deel van den muur stortte in. Vier werklieden die op eene stelling stonden, werden medegesleurd en onder de puinen be-dolven.Een hunner werd dood opgehaald, drie andere werden zwaar gewond. Nog drie andere werden lichter getroffen. — fn het wapenmuseum, te Parys, in de zaal d'Aumale, is, uit eene vitrien, een dolk met schede gestolen, behoord bebbend tôt het pronkkleed van den keizer van China en tal van juweelen, behoord hebbend tôt den schat van fil-Arj-Omar, en die in 1890 door kolonel Ar-chimard van den Opper-Niger werden medege-bracht.— Een oud paard. — Een halfbloed paard, dat sinds 1881, beboorde aan M. Douine, eige-naarte Villeneuve-l'Archevêque, is gestorven toen het 33 jaar oud was. Over veertien dagen werd het paard ziek en kon weldra niet meer recht blijven. Een veearts verklaarde dat er niets anders overbleef dan het dier af te maken. Het werd bij middel van drie inspuitingen vergift in het hart gedood. Een paard dat drie-en-dertig jaar oud wordt is eene groote zeldzaamheid. — Donderdag vl., brak een onweder boven de streek van Brive los. De bliksem viel op ver-scheidene plaatsen en onder anderen in 't dorp Mamoutier, op het huis van een landbouwer. Weldra stonden acht gebouwen, waartusschen vier woonhuizen en vier schuren in laaie vlam. Een der door de brandramp geteisterde families haaste zich het vee te redden, toen de vader en de moeder uitriepen : « En ons spaar-boekje dat brandt!» Hun 14jarig dochterje hoorde zulks en dacht dat het nog tijd was; het I». Jlvj/ Ï'» Uvu LriuiiUvildlj Xiulo, uaui UC plaats waar het kostbaar boekje geborgen lag. Het dak stortte plotseling in en het ongelukkig meisje werd onder de brandende puinen be-dolven. Men heeft nog slechts een verkoold lijk teruggevonden. Schrikkelijk drama te DUbeek. De gemeente Dilbeek, bij Brussel, werd vrijdag namiddag vl., in opschudding gebracht door eenschrikkelijkdrama, dat gebeurd is in bet koersplein dier gemeente, in de volgende omstandigheden : Dader en slachtoffer. Overomtrentveertien jaar trouwde te Scliaar-beek de genaamde Marie Piercot op zeventien-jarigen ouderdom met den schildersgast Jozef i Van Engeland, die toen 21 jaar oud was. De e jonge echtgenooten waren in den eersten tijd 1 van hun buwelijk zeer gelukkig. De jonge 1 vrouw schonk het leven aan een zoonlje, de f kleine Lodewijk, die tegenwoordig dertien jaar oud is. Deze gebeurtenis, welke in andere fami- < lies vreugde en geluk aanbrengt, had het tegen- < overgestelde uitwerksel bij Jozef Van Engeland < De man, die vroeger vlijtig werkte en heel goed i was voor zijne jonge vrouw, bleef nu tôt laat in den avond in de kroegen zijn geld verbras- 1 sen, werd oploopend en gram van karakter. i Weldra was de vrede uit het jong huishouden t verdwenen en werd de vrouw diep ongelukkig. 1 Van Engeland gedroeg zich zoo slecht en mis- ] handllde zoo wreedaardig zijne vrouw, dat deze i het besluit nam haren man te verlaten. De ; ongelukkige echtgenoote had nochtans veel ge- i duld aan den dag gelegd en het duurde tien jaren eer zij dit besluit ten uitvoer bracht. In- : tusschen had zij nog het leven geschonken aan ; acht kinderen, waarvan er maar twee in leven gebleven zijn, Gaston en Karel. Mad. Van Engeland verliet dan met hare kinderen het echtelijk dak en ging in de Poststraat, 252, te Schaarbeek wonen. Van Engeland was woedend omdat zijne vrouw hem verlaten had en had verscheidene malen pogingen aangewend om haar te doen terugkeeren, doch de vrouw weigerde. Maria Piercot werkte voor bare kinderen en won goed haar brood als bewaakster der Water-Closets in de verschillende hippodrooms van den brus-selschen omtrek. Jozef Van Engeland bleef te Schaarbeek wonen en leidde een doorslecht leven. Hij werkte schier nooit en zocht voort-durend zijne vrouw op. In het koersplein van Dilbeek. Het was vrijdag namiddag vl. peerdenkoers in den hippodroom te Dilbeek. Vrouw Van Engeland was er naartoe gegaan om er de Water-Closets te bewaken. Deze zijn gelegen op eene kleine hoogte in het midden van de pelouse. De eerste koers was pas afgeloopen toen er in de « pesage » een gouwdief op hee-terdaad van zakkenrollerij betrapt werd. De kerel nam de vluclit, achtervolgd door de gen-darmen en eene groep nieuwsgierigen. De dief werd bij de kraag gevat en in eene afhankelijk-lieid van het plein opgesloten. Door die aan-liouding w as er eene groote opschudding ont-itaan tusschen dekoersmannen, die meest allen ie pelouse verlieten om naar den dief te gaan djken. Het drama. Van Engeland, die zich tusschen de nieuws- ;ierigen op de pelouse bevond, maakte van leze opschudding gebruik om naar de Water- jlosets te snellen, waar hij wist zijne vrouw te :ullen aantreffen. De omtrek van de W.-C. was loorhet volk verlaten. Van Engeland vroeg aan zijne vrouw of zij er àndelijk wilde in toestemmenhetgemeenschap- lelijk leven te hernemen. De kerel liep eene >esliste weigering op. Woedend trok hij een evolver uit zijnen zak en loste een scbot op ijne vrouw, die er door in de wang getroffen verd. De ongelukkige viel ten gronde, luidkeeis im hulp roepende. Zij verborg het hoofd in laren sbawl. Van Engeland wilde dezen doek frukken om de vrouw des te beter te kunnen reffen. Op dèn knal van het schnf. pn W luipgeroep vannetslacntotfer, was de gendarm- vachtmeester Bogaerts, der brigade van An- lerlecht, met eenige mannen toegesneld. Op let oogenblik dat hij in de W.-C. kwam, vuur- le Van Engeland nog tweemaal zijn revolver >p zijn slachtoffer af en riep ; « Ha, dezen keer aoet ge er aan l » De gendarm Bogaerts wilde den moordenaar astgrijpen, doch de kerel sprong eenige stap- ien achteruit en loste twee schoten op den gen- larm. De twee kogels vlogen rakelings voorbij iet hoofd van den gendarm en een der kogels loorboorde den hoed van een der nieuwsgieri- ;en. De moordenaar wilde zijn revolver voort af-uren, doch de wachtmeester Bogaerts, zich in taat van wettige zelfverdediging bevindendc, n het leven der nieuwsgierigen in gevaar icnde, trok zonder aarzelen zijnen browning n schoot den schurk met twee kogels neer. Van ingeland werd door den eersten kogel in de lorst en door den tweeden in het hoofd getrof-en. Hij bleef op den slag dood. Intusschen waren verscheidene andere gen-larinen ter plaats gesneld en richtten een orde-lienstin. Men droeg vrouw Van Engeland naar le ziekenzaal van den hippodroom, waar een ;eneesheer haar de beste zorgen toediende. /ervolgens werd de ongelukkige per automo->iel naar het St-Pietersgasthuis te Brussel ge-roerd. Daar bevonden de geneesheeren haren oestand erg, doch niet levensgevaarlijk. De ;ogels zijn spoedig kunnen uitgehaald worden. )e eerste was in dewanggedrongen,de tweede n den hais en de derde in den arm, Indien er ;ich geene verwikkelingen voordoen, hopen de loktors de ongelukkige te redden. Het lijk van den moordenaar werd in eene ifhankelijkheid van het plein neergelegd in ifwachting der komst van het parket. Zilveren Ring 5e YERVOLG. —-■ De zacbte stem bracht hem eventwel tôt bedaren. Dan ging de gemeenschaps-deur open, en hij zag een jong meisje ten voor-schijn komen dat zich scheen te verwonde-ren eenen vreemdeling zien. Zij herstelde echter spoedig, en met eenen bevalligen glimlach den kapitein nade-rende, vroeg zij: — Zijt gij, mijnheer, de fransche officier, dien mijn vader verwacht? —Ja mejufïer, antwoordde de kapitein beleefd. Het meisje stuurde hem de levendigste bedankingen toe voor den kleinen dienst, aan den majoor bewezen, en verontschul-digde zich hem te hebben doen wachten; maar de majoor, voegdezij erbij.leedopdien oogenblik aan eenen aanval van jicht. De blik, die met deze woorden gepaard ging, zegde klaar; 1k vrees dat gij zekere woorden moogt gehoord hebben, welke voor eenen Franschman hard en kwetsend kunnen zijn, maar gij moet de kwade luimen vergeven aan eenen ouderling, door de pijnen bitter gemaakt. Terwijl Georges die bevalligheid der maagd bewonderde, hoorde hij den majooi Tavira uit het nevenvertrek toeroepen, bin nen te treden, zich verontschuldigende hem niet te kunnen tegemoet komen. Georges trad in de kamer, voorgegaan door het meisje, dat hem nu alleen met haren vader liet. De majoor, in eenen breeden zetel geze-ten, lag inet een in doeken omwonden been, dat op een kussen rustte. Hij reikte Georges de hand, en wees hem eenen stoel aan de andere zijde der schouw aan. De sporen van zijn misnoegen waren reeds van zijn gelaat verdwenen, Hij scheen aan Georges toe als een beminnelijk, wel-levend en geleerd mensch. Hij had in Amerika tegen de Franschen gestreden tijdens den oorlog der onafhankelijkheid, en met veel geest vertelde hij eenige belang-rijke voorvallen uit zijne veldtochten. Na den dienst verlaten te hebben, was hij reeds een weinig in ouderdom gevorderd, in het huwelijkgetreden,had zijne vrouw verloren, en al zijne liefde thans geplaatst in zijne dochter Lucy en zijnen zoon William, een jongen van nauwelijks tien jaren oud. — Reeds kent ge mijne docher, vervolg-de de majoor, thans moet ge den kleine eens zien. Hij schelde, en beval eenen bediendo zijnen zoon te halen. Eenige stonden later zag Georges eenen allerliefsten knaap binnentreden, een dier bevallige blonde hoofdjes zoo trouw door het penseel van Lawrence wedergegeven. William geleek wonderwel op zijne zuster; hij vestigde zijne schoone oogen op den vreemdeling, wiens tegenwoordigheed hem een weinig ontstelde. Zijn vader ondervroeg hem over het gebruik van zijnen ochtend', verlustigde zich eenige oogenblikken met zijn geklap, en zond hem streelend naar den hof terug om te spelen. Georges kon zich niet ontliouden eenige gelukwenschingen over het geluk zijns huiselijken krings toe testuren, en zoo verliepen twee uren in een levendig en hartelijk gesprek. De Franschman, het vertrouwen van den majoor willende beantwoorden, verhaalde hem wederkeerig zijne geschiedenis, en het leven dat hij in Engeland leidde. Toen hij opstond om heên te gaan weèrhield hem Tavira met de woorden: —Mijnheer, ik merk dat ik het bijzonder-ste, van hetgeen ik u te zeggen had, verge-ten heb. Gelief't nog een paar oogenblikken neder te zitten. — Gij moet u in Engeland schrikkelijk vervelen, hervatte de majoor. — Zal mijne openhartigheid u niet sto-ren, mijnheer ? — Waarlijk niet! spreek vrij. — Welnu, het gebeurt zelden dat ik zoo vriendelijk onthaald worde als heden in dit huis; ik verklaar dus dat mij in Engeland sterk verveel, zoo veel als gij zelf, in mijnen toestand, u in Frankrijk vervelen zoudt. De majoor lachte. — 1k versta dit goed, zegde hij, en hoop dus, dat gij een nuttig tijdverdrijf niet van de hand zult wijzen 1 Met een woord,wilt gij mijnen zoon William en mijne dochter Lucy de fransche taal leeren ? Georges scheen verbaasd overditvoorstel. — 1k wedt zeer wel, hernam Tavira, met een' lichten schijn vanscherts, dateenkrijgs-man geen waanwijze, geen schoolvos is, maar het zoù de eerste maal niet zijn, dat men eenen krijgsgevangenen zich vernederen ziet tôt bezigheden, eenen soldaat ôn- waardig. Gedurende de oorlogen der onafhankelijkheid, viel ik de handen der India-nen, bondgenooten der Amerikanen,enweet ge wat er met mij voorviel ? Ik volgde den stam in zijne winterjachten, en ik diende tôt het pluimen van wilde zwanen en ganzen, die de Indianen bij duizenden in de meiren doodden.Welke bezigheid voor eenenofficier van het Engelsch leger ! Het gebeurde mij somtijds, er om te lachen als een zot, wanneer ik zoo in 't midden der indiaansche vrouwen was gezeten, die mij in mijn werk hielpen. Georges deelde bij die herinrering in den lachlust van den majoor. Overigens "hij had dit voorbeeld niet noodig om Tavira's voor-steld te aanvaarden. Er werd overeengeko-men dat hij, behalve het fransch, nog aan William hetrekenen zou geleerd hebben, en in het huis zou wonen, ten titel van leeraar. Overigens zou hij aile maanden eene zekere som geld ontvangen. — Zie daar ! zeide hij, toen hij zich uit het huis op Portland-Plaee verwijderde: zoo ben ik ten vollen in de ellenden van het gevangenschap verzonken. Zoo als mijn vriend den luitenant der grenadiers, ga ik thans paarlen aansnoeren. Zeker zou ik wij-zer zijn, mij te verheugen in de verzachting aan mijn lot toegebracht; maar mijne vrif-heidsdroomen verwijderen zich hoe langer zoo meer, en hetsohijnt mij dat die brave lieden, van welke ik mij overigens slechts te beloven heb, mijne ketens nog nauwer hebben toegewrongen. Het is die ouden majoor Tavira, met zijne manieren van volmaakt gentleman niet, die mijne ontsnap-ping zal begunstigen ; hij, die dezen morgend nog zijn nieuwsblad aan stukken ; xaaaa—■egaona———g—mb————————bob» scheurde omdat het hem de ontvluchting bekend maakte van een krijgsgevangene. 's Anderendags kwam Georges het hôtel bewonen; en eenigen tijd nadien bevond bij er zich op den voet eener vertrouwelijke gemeenzaamheid. De dagen dat de majoor aan de jicht niet leed,was hij eengoedaardigman; maar wanneer de kwaal hem opkwam, bezat hij eene kwade inborst,endoogde geeneandere zorgen dan van zijne dochter alleen. De kleine William beminde zijn leermeester hartelijk die hem eene menigte geschiedenissen verhaalde, en hem leerde te paard rijden. Om hem zijne genegenheid te betuigen, had hij toegestemd de rekenkunde te leeren, waar hij eerst niet van hooren wilde. Wat Lucy betreft, deze had niets van de jonge meisjes haars ouderdoms dan de beminnelijke bevalligheid, en Georges was verwonderd in haar eene uitgebreide gees-teskracht te ontdekken. eene mannelijke zinrijkheid, en ernstige gedachten, welke haren kalmen en diepen aanblik zoo trouw herspiegelden. Hij vernam dat er spraak was, haar met eenen neef, officier der koninklijke zeemacht, te huwen. Dit huweKjk was sedert lang tusschen beide familiën vastgesteld, doch het tijdstip der voltrekking was nog niet bepaald : Lucy wilde wachten en zich bedenken, vooraleer zich te verbinden. Zij las geschiedboeken, even als andere meisjes zich met dichterlijke verhalen onledig houden. In dit huis, waar zijn goede engel hem geleid had, mocht Georges zich betrekke-lijk gelukkig achten ; maar de noodzakel'jk-heid om zijne vrijheid te herkrijgen, bekom-merde hem hoe langer zoo meer. Het was als een vast gedacht dat hem nimmer verliet. Er was niets gemakkelijker dan Londen te ontvluchten ; maar dit groot gemak zelf getuigde, dat, deze eerste ontsnapping ge-lukt, er hem noch ailes te doen bleef. Hoe was het mogelijk, zoo ver van de zee ver-wijderd, in verstandhoudingen met de kustbewoners te komen ? Eu hoe anders bestond er mogelijkheid,om Engeland te verlaten ? Georges bracht al zijnen tijd over met onuitvoerbare planen te beramen, welke hem eerst streelden, doch, welhaast ver-plicht er het onuitvoerbare deel van te er-kennen.verviel hij in eene sombere droef-geestigheid.Meer dan eens had hij den blik van Lucy met eene zonderlingé volharding op hem voelen drukken, en dat verwonderde hem. — Waarom beschouwt ze mij aldus ? Men zou zeggen dat die zachte en indringende oogen mijne gewaarwordi.ngen trachten te doorgronden. Met welk inzicht ?Zou zij eene bespiedster haars vaders zijn ? Maar neen, dit meisje bezit eene groote ziel, en onbe-twistbaar stelt zij een zeker belang in mij. Het smartelijk gevoel dat deze bemerkin-gen vergezelde, moet men eenen gevangene, door de berooving zijner vrijheid en het gevoel zijner onmacht verbitterd, vergeven. Georges daeht dan noch : Het ware belache-lijk te veronderstellen, dat zij een sentimen-teel liefdesverhaal wil aanknoopen met haren onderwijeer, gelijk het grootste deel der meisjes zich graag voor hunnen dans-of muziekmeester genegen gevoelen ; deze heeft een te zuivergevoel en te veel verstand. Maar wat beteekent dan toch die uitdrukking. harer oogen ? WllHDT VOORTGEZET,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Scheldegalm: gazette van Audenaerde behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Oudenaarde van 1858 tot 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes