Reçistered at the General Post Office as a Newspaper. Tefephoon: Muséum 267. De Stem mr 12 Bla c/z. mBÊÊmnmÊËKKBsmim&mMmaMmmmÊB uit Belgie Bureel: 21, Russell Square, W.C. Abonnement: is, 6d, voor drie maanden. Subscription : xs, 6d. for three months. 2de Jaargang.- -Nr. 28. VRIJDAG, MAART 31, 1916. ; Abonnement To»r de Vereenirde Staten, 40 eti. ; |-j . -* ■% ro©r Iielland, 1 fi.; vwr Frankrijk, a £r. AilCC lUr BEDREIGINGEN TEGEN KARD. MERCIER DOKUMENTEN OPROEP! Vele abonnementen vervallen deze week. We doen een dringend beroep op onze Iezers wier inschrijving vervalt, ons het bedrag der nieuwe inschrijving (1/6) per postal order zoohaast mogelijk te willen inzenden. Ook vragen wij hun nieuwe inschrijvers te willen aanwenden. Zooals zij weten zijn het papier en de drukkosten verschrikkelijk opge-slagen. Wij probeeren voort te gaan ondanks dat, door vermeerdering van inschrijvingen : wij weten dat wij op ons volk mogen rekenen ! Toch zullen we van tijd tôt tijd slechts 8 blz. geven in plaats van 12. Ondertusschen kunnen wij onze vrienden niet genoeg verzoeken ons geldelijk te willen steunen. o De rechtskundige toestand in België. . VON BISSING EN DE KARDINAAL. « In dit opstel wenschte ik de aan-dacht der ontwikkelde lezers te vesti-gen op den rechtskundigen toestand in België tegenover den vijand, waarvan de kennis noodig kan zijn ter beoordeeling van het optreden van von Bissing en van het gedrag aange-nomen doijr Kardinaal Mercier sedert het begin van den oorlog. Tusschen den kerkvorst en den goeverneur-generaal bestaat er namelijk een con-flict, dat naar aanleiding van den laatsten Vastenbrief scherp is toege-nomen en zijne uitdrukking heeft gevonden in de brieven die zij met elkaar gewisseld hebben en waarvan het Wolff-bureau den korten inhoud heeft meegedeeld. Ik bedien mij van de Engelsche vertaling, de eenige die mij tôt dusverre ter beschikking staat. Von Bissing spreekt daarin van " het gezag der occupeerende macht, dat een wettige is (legitimate) over-eenkomstig de internationale wetge-ving (law)." Dat de voorstelling welke de gouverneur geeft van de wettigheid van zijn handelen niet overeenstemt met de zienswijze van den Kardinaal, blijkt wel duidelijk uit dezes antwoord, waarin hij gewaagt van de " îllegality " van het Duitsche optreden " tegenover Belgen en tegenover Zijne Eminentie in zijne hoedanigheid van bisschop en burger." Van het begin der vijandelijkheden heeft de Kardinaal de bewondering gewekt van heel de beschaafde wereld. Uitbundig heeft men zijn moedig gedrag geprezen. Maar lofprijzingen zijn goedkoop, wanneer ze voort-vloeien uit medelijden of uit de be-hoefte om uiting te geven aan zijn eigen vaderlandsliefde. De vraag is echter, of ook de kalme rede het woord kan goedkeuren, dat onder den druk van den hartstocht aan het veront-waardigd gemoed ontspringt. Beden-ken we toch, dat de godsdienst steeds zijn recht behoudt, en zoo deze ons oplegt aan Gode te geven wat Godes is, ons ook gebiedt aan Caesar te schenken wat Caesar's is. En nu wordt juist de Kardinaal, die als Kerk- met betrekking tôt den oorlog in Bel- vorst het voorbeeld der onderdanig- gië heeft die man van gezag zich zeer heid behoort te geven, beschuldigd verdienstelijk gemaakt. In de na- zijn rechten te buiten te gaan en in volgende beschouwingen zal hij ons opstand te komen tegen de wettige tôt gids verstrekken. Macht. Von Bissing spreekt een dui- delijke taal: " Your Eminence sets an i. Al de voorschriften der boven- example of insubordination." Deze genoemde verdragen berusten op de zou dus ingaan tegen de vermaning gedachte, dat "het gezag van de Een der oorlogstafereelen die zich op de groote markt van Veurne hebben voordegaan.—Eene batterij. van St. Paulus, die ook aan de chris tenen de onderdanigheid aan het tijde lijk gezag voorschrijft. Dat is nu een zware beschuldiging Reeds in een vorig opstel hebben wi erop gewezen, dat men van vorena mag veronderstellen, dat ons verlich en gewet^psvol Episcopaat heel goec weet welke de rechten en de plichtei zijn hun opgelegd door hun bisschop pelijk ambt. Hier willen we ojjjder zoeken, welke de verhouding is vai onze bisschoppen en van het Belgi sche volk in 't algemeen tegenover d< Macht, die ons vaderland bezet houdt * * * De positie van het militair gezaj op het grondgebied van den vijande lijken staat werd bepaald door twe< verdragen der Vredesconferenties, di< van 1907, welke niet door aile than: oorlogvoerende Staten (Servië, Mon tenegro, Turkije, maken namelijk uit zondering) bekrachtigd werden ; ei die van 1899, welke nagenoeg dezelf de bepalingen bevat, en wèl door al d< oorlogvoerende landen werden bijge treden. Zij zijn onderteekend doo België en Duitschlànd en zijn derhalvi bindend recht voo'r beide landen. Wat nu deze verdragen inhoudei heeft Prof. Struycken in zijne "Ver spreide opstellen " uiteengezet. Ii het bespreken van het volkenrech landsoverheid gedurende den tijd der bezetting ' feitelijk wordt uit-geoefend ' door den vijand." Vol-gens art. 43 van het verdrag van j 1907 wordt aan de Macht, die het F gebied bezet, opgedragen de " maatre-t 'gelen te nemen, die in zijn vermogen 1 staan, ten einde voor zooveel moge-1 lijk de openbare orde en het openbaar leven te herstellen en te verzekeren en zulks... met eerbiediging van de 1 in het land geldende wetten." Ziedaar dus wat het " verdrag " aan : de Duitschers in België toekent : " de uitoefening van het gezag." Kardinaal Mercier is meer dan eens, ; èn door de "Kôlnische Volkszeitung" èn door de gouverneurs beschuldigd ; geweest die "uitoefening" te belem-; meren. Geheel ten onrechte. Her-3 haalde malen heeft hij verklaard, en o.a. met nadruk in zijne rede te St. Pieters-Jette : "Allen eerbiedigen wij 1 hunne reglementen en wij zullen er-mee voortgaan die te eerbiedigen." ; Wel verre dat hij de bevolking tegen de Duitschers zou opruien, predikt hij p verduldigheid en lijdzaamheid. In ; zijn laatsten Brief aan Von Bissing kon hij dan ook protest aanteekenen 1 tegen de onnauwkeurige woorden van den gouverneur, als zou de Kardinaal î " wenschen de bevolking op te hitsen, t die feitelijk is voortgegaan met een kalmaen edele houding te bewaren. Uit zijn eersten Brief van Kerstmi 1914, kon men zelfs afleiden, dat hi aan " de verrichtingen der publieb regeling," rechtswaarde toekende daaraan ontleend, dat ze door de wet tige autoriteiten—den Koning, he Belgisch gouvernement —• " stilzvvij gend worden bekrachtigd." Dez laatste uitdrukking is eerder te sterl-dewijl, gelijk Prof. Struycken doet op merken, er enkel spraak kan zijn va: eene " dulding, eene billijking van d onderwerping aan het Duitsche be stuur." Overigens, geheel de toeleg van j de brieven, die door de bisschoppe aan het volk werden gericht, is altij geweest tôt onderwerping aan te spe ren, hoe " hinderlijk "—gelijk de Kai clinaal zich elders uitdrukt—sommig reglementen kunnen zijn. 2. Maar zoo Zijne Eminentie noo tegenstand of verzet heeft aange kweekt, hoe komt het dan, dat h niettemin in zijn Kerstmisbrief va 1914 heeft durven schrijven: "D macht, die ons land overviel en ht tijdelijk grootendeels bezet... is gee wettig gezag ; gij zijt derhalve haar i het diepst van uw gemoed geen a cl ting, geen gehoorzaamheid verschu digd. Het eenige wettige gezag i België is dat van onzen Koning, onz Regeering en onze vertegenwoord gers der natie. Deze alleen zijn voc ons het gezag. Zij alleen hebbe recht op de genegenheid onzer zielei op onze gehoorzaamheid." En hoe moet men dan de houdin beoordeelen van Pater Vermeulen, d: voor de Duitsche krijgsrechters t Brussel " zijne armen kruiselings voc de borst slaat en hun toeroept : gij zi hier enkel door uw brute macht, e kunt u niet beroepen op eenige we tige handeling." Hoe al die woorden en die dadei hoe de Brieven van Kardinaal Me: cier te rijmen met het feit, dat toc ook België is toegetreden tôt het vas gestelde " verdrag " nopens de wette en gebruiken van den oorlog, waarb bepaald wordt dat de wettelijke ovei heid feitelijk overgaat in de hande van den vijand ? De verklaring is deze : Von Bissin spreekt alsof er een "verdrag" bc stond, dat het " recht " doet overgaa in de handen van het militaire geza in het bezette land. Welnu zulk ee "verdrag" bestaat niet. Er ka alleen sprake zijn van eene "rege ling " voortgesproten uit een " ont werp." Die "regeling" is in de Vre desconferentie tôt stand gekomer doch op het voorstel van den Engel schen gedelegeerde werd zij geschei den van het " tractaat " en gestempel tôt een eenzijdig " oorlogsreglement, dat de Staten beloofden aan hunn troepen in den Iandoorlog te zulle verstrekken.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.