8uree'' Abonnement : 2sh. voar 21, RUSSELL SQUARE 1 i ■ ^ À A _ Bfl i ^ _ g i^Tf8^ ■l^"!??""'?-0" : = Ji/e »tem jHBL utt JDelgie. ffss» VOOR GOD EN VADERLAND. 3de Jaargang, Nr. 34. <Blz- '45'-1 AAN ONZE LEZERS.—Wij zijn gedwongen ditmaal op 8 blz. te verschijnen. Bij overvloed van andere stof hebben we deze en de vorige week, de West-vlaamsche en de Kempische bladzijde moeten ver-smelten met die van het Vaderland. Ook de Solda-tenpennen kunnen we deze week niet geven, evenmin als meerdere andere schoone stof die op verschijnen \ wacht. Om plaats te winnen verminderen we ook de photo's. Maar wij doen een beroep op allen voor nog meerderen steun. Breng ons inschrijvers, ver-koopers en annoncen aan, en we verschijnen weer met aile onze rubrieken. —Omtrent het te laat toekomen van De Stem, waarover wel eens geklaagd wordt, gelieve men in aanmerking te nemen dat de drukker-verzender ailes in eens en wel den Vrijdag verzendt. Bij te laat aankomen gelieve men na te zien of de band het juiste postadres draagt. Zoo ja, dan is de post zelf de oorzaak der vertraging. r\ Jongens, weest geen herberg-broêrs! Is dat nu tegen ons schamel pintje roze-waterig solHatenbier? De patatten worden schaarsch en we eten ze op met de schiil, uit spaarzaamheid ; onze suiker is op een klontje daags geslonken; we eten paardevleesch, en biaden katten en ratten, we kneeuwelen rogge-brood hard lijk welster, de koffie die we krij-gen wordt niet door ons moeder gemaakt ; 't water van den IJzet deugt niet, ofschoon 't bloedrijk genoeg is; en nu ons schamel pintje rozewaterigssoldatenbier, wat moet er daar van geworden? We worden gekoeie-neerd, wij, arme piotten ! Weest gerust, jongens !" Wij zijn geen Fari-seeuwen noch geen puriteinen. Ze zeggen dat er koningen zijn die geen whisky meer drin-ken binst dert oorlog, maar de menschen veze-len dat ze nog bruischaard hebben. Op tafels van grooten en officieren parelt er nog stra-lende wijn in de glazen, en 'k heb het nooit over mijn hait gekregen, dat groote lieden die ailes in overvloed hebben, en achter de gordijnen van hun rustige villas tikken en klinken, met misprijzen wijzen op 't rumoe-rige volk, en zeggen : " Kij'kt en luisteit naar dat dronken volk." Verwij.t nooit aan ande-ren, wat gij u zelf te'verwijten hebt ! Ik denk niet dat de zonde van den simpelen soldaat in oorlogstijd dronkenschap is. Het Staatsbestuur heeft met recht de drinkkranen gestopt. Een drinkend leger is een kracht-loos leger. Gezonde lucht indrimken, zee-lucht, dat maakt de lichamen struisch en de zielen helder. En och Heere, een simpele piot kan niet diep kijken in. 't glas voor zijn armzaJige soldatencenten zelfs niet als hij door kaartspel, leening, karottentrekkerij, 't schrijven van klaagbrieven naar moeder, of van liefdebrieven naar zijn oorlogsmeter, soins een postal order als een hemelsdauw, ziet vallen uit de plooien van een overzee-schen bnef. En de Engelsche soldaten zeggen dat 't "Belgium beer rotten" is, peis ne keer. 't Poperingsche en 't Trappistenbier zelf. 't Moet zijn dat de Belgians daar, de brou-wers en de herbergiers, weten dat de Engelschman veel geld heeft en ver-lekkerd is op bierschuim. "Si on n'a pas ce que l'on a." Ge moet dat juist nu aan Lloyd George niet zeggen. De Engelschman zou wel peinzen dat de menschen van bachten d'e kupe hem foppen, en dat is erg, want van één. dingen is de Engelschman zeker, natnelijk dat men hem nooit kan foppen. Dit ailes om te zeggen dat een franfc zondagsch drinkgeld vertureluit in bier van halve brouwte, den piot, die doorgaans veel vermag, niet licht dronken maken kan. En ja, wie zou er geen pintje drinken? 't is vaderlandsohe mode, 't doet den oorlog ver-geten, 't spoelt veel miserie en gegrommel door, 't is kameraadschappelijke hartelijk-heid, en 't is er noodig om ondertusschen een keer te toasten op "der Tag." Zijt gerust, jongens, neen, rechtzinnig, 'k heb het niet tegen uw schamel pintje roze-waterig soldatenbier. Waartegen is het dan? Tegen de herberg? Ja en neen. Ik weet wel dat er maar één besluit-wet ons volk van de drankplaag redden kan: volstrekte afschafïing van alcohool en 't stelselmartig sluiten van de herbergen, die als paddestoelen uit den grond rijzen, ge-bouwd en gestoffeerd als zij zijn door 't dirank-kapitaal van de brouwers. Maar ik weet ook dat onze jongens toch ergens hun pintje drin-ken moeten. Ze kunnen toch niet lijk de boeremenschen van Vlaanderen hunne namid-dagsche flessche pap zitten op te slobberen langs den graskant. Dat is tegen de militaire waardigheid en soldaten weten wat zulks be-duidt. We lezen well dat de Engelsche offi-cieren met hun mannen langs den graskant zitten, maar Engeland is 't land der démocratie. Ze werden dat zoo van jongs af geleerd en de oude gewoonten zijn moeilijk om laten. Zijt gerust, jongens, neen, rechtzinnig, 'k heb het niet tegen uw schamel pintje roze-waterig soldatenbier, dat ge drinkt in de herberg, k zou er zelf een lofzang van démocratie over zingen, zaten de officieren so-ms een keer bij u, lijk vaders tusschen hun jongens, lijk grootere broêrs tusschen hun min-dere broèrkens. Vader en moeder, niet waar, zijn ginder over den IJzer; en elk smaakje van huizelijk leven doet u zoo'n oneindige deugd. Ik heb het ..tegen het herbergbroederschap, met andere woordan tegen den herberggeest, een der rele uitingen van dien kuddegeest, die zoo doodend inwerkt, helaas !, op de schoone 458.) Oplage : 10,800. VRIJDAG, MEI II, I917. Registered at jongelingschap van ons moderne Vlaamsche heid van getater en babbelzucht, wat een volk. kleingeestigheid van gedachten, wat een gémis De verbroedering van onze jongens in de aan overtuigingen. Het lot van de wereld loopgrachten is bezig met heel ons Vlaamsch wordt besleeht tusschen twee pinten bier. En volk te veranderen, in zijn vleesch en bloed.. als 't dier door den drank is heetgestookt, wat 't Is de herschepping van ons volk. En wie een slijmerige muil van vuilnis en onteering, denkt dat we na den oorlog nog zullen te doen wat 'n gespochel en een gespuw ! Heeft ons hebben met hetzelfde oude Vlaamsche volk is volk een taal? mis, volstrekt mis. De herbergbroederschap. Maar dat herbergbroederschap? 't Bestond Dat is de herbergleute. Leute dat moet ook voor den oorlog. Nu heeft het een kha- brutaal zijn, geweldig, wreed, driest, kolos-kikleur gekregen, 't is al, maar 't blijft het- saal. Ze moeten voelen in hun beenen en in zelfde. 't Was ten slotte de onvatbare hun kop, dagan daarna, dat ze leute geihad zwaartekraclït die al de idealen neerhaalde, hebben. Zij zouden het anders wel niet ge-de zware steen die 's volks leven in 't graf lôoven. Hun dans moet geklabetter zijn, het vastmetselde, de oppositie-partij die 't ver- orgel helsch lawijd, het lied geschruwel en standelijk, zedelijk, sociaal en godsdienstige getier, het gebaar driftig, het eindigt ook werking belemmerde, die de onwetendheid en meest op gevloek, en geveoht. Is dat de zonde durfloosheid uitbaatte. dagavond van Vlaanderen? We richtten broederschappen in voor 't De herbergbroederschap ! stoffelijk, 't verstandelijk, 't zedelijk, 't so- Dat is herberglucht : een pieterig verduft ciaal, 't godsdienstig welzijn van ons volk; lokaaltje waar ze op mekaar liggen lijk harin- WIJLEN Mr. VALENTIN DUNFORD, K.S.G. Stichter en Bestendige Secretaris der Catholic Association, Londen. Inrichter der Englesche bedevaarten naar Rome en Lourdes, en een der eerste en grootste weldoeners van ons werk voor de vluchtelingen. (t 30 April 1917.) 't volk verstond ons niet, 't had 't verstand gen geprest in een mand. Zulk een gcbouw van de herbergbroederschap ; 't volk wilde is goedkoopst voor den brouwer en de brou- noch voelde niet, 't had den wil en 't gevoel wer is meestal een politiek man, en er is geen der herbergbroederschap. 't La g er in vast- wet voor de politieke mannen. Ze maken, en gestrikt, ontzenuwd en niets beters wetend, ontmaken de wetten. Hoe meer^rook, en noch willend, noch kunnend, noch durvend, smook, en stank hoe beiter. Waar er volk is, zon^~ het zotdansend wat de dronken boeren daar is nering. Gaat en kijkt naar 't vis- zongen na den markt : "Hebben we niet veel scherskwartier van Oostende. Wanneer zul- verkocht, we hebben toch veel leute gehad." len de staten durven autokraat zijn voor het De herbergbroederschap ! goede? Is dat Vlaanderens sociale lotsver- Dat is de herbergsglorie : een. vent die veel beteriag? drinken kan, zonder verpinken, zonder strom- De herbergbroederschap. pelen, zonder strooien beenen te hebben, Dat is herbergsverstand, laat me zeggen de zonder een sabel aan te hebben, zonder den herbergsezelarij. Dat is de stapelplaats der keizer gezien te hebben. Dat is een vent, die onbenulligheden, der gemeenplaatsen, der na- drinktoeren doen kan, salamanderen op zijn apingen. Hier kunt ge propaganda komen Leuvenstudentisch of op zijn Deutschland- maken voor al dat niet deugt, als uw inzet uber-alles. Dat is 'n vent die niet dik zit in maar een pint is en volksgevlei. Al het hoo- koorneerde, hoe dommer, hoe meerder zot, gere wordt er uitgejouwd. De reputaties maar dik in munte, van waar hij het ook haie, worden er gemaakt of ontmaakt. Levens van of wie er ook door lijde maar die trakteeren sacrificie en opoffering voor 's volkswelzijn kan, en zijn populariteit aankoopt en ze ge- worden daar zwarte gemaakt. Satan rede- makkelijk verkoopt aan de drinklustige bende, neert er, listig en geslepen, en predikt er de of die zijn politieke opinies als een poeier mediocriteit. En we droomen van een Vlaam- te drinken geeft aan de kudde, die rood, wit sche hoogeschool ! geel, zwart, draait en keert, al voor de ge- De herbergbroederschap. neugten van het keelgat. Hij is de président, Dait is herbergpolitiek, en nu ook welliçht plaatst hem schrijlings als een Bachus op een herbergsstrategie. De herberg en de gazet. bierton, en lacht of schreit, 'k weet niet waar- deze zijn de twee volksvergiften. 't Is noch mede meest, ofwel met de snulliçheid van den politiek, noch strategie. 't Is gezeever, 't i_= herbergsgod, ofwel met de snakigheid van de jaloer9chheid, 't is eigenbelang, 't is partij- herbergbroêrs die den nieuwen César zwij- schap ; 't is betaalde propagande; 't is haat. meldronken bewierooken met den spot van 't is wraaik. 't Is nooit geen volksverlichting. hun vleierij. Is dat ons volk? 't is geen volksverzelfstandiging. 't Is dom> De herbergbroederschap : perij, 't is ontaarding. Is dat volkspolitiek'i Dat Î9 de herbergpraat : daar wordt 't va- De herbergbroederschap. derland gered (?). Oei, wat een alledaagsch- Dat is herbergliefde voor de mêiden var G.P.O. as a Newspaper. 8 blz. I achter den toog, die hun ambacht kennen voor hun profijt en voor 't profijt van den baas. Ze noemen 't jonkheidszotternij, maar men zot met geen liefde, en veel liefde begint zot maar eindigt rot. Een liefde in een herberg begonnen wordt licht verbroken" in een andere herberg. Een liefde in een herberg begonnen wordt veelal in een teleurstelling gëeindigd en de teleurstelling wordt veelal vordronken in een herberg. De herbergbroederschap. Dat is de herberghuizelijkheid, dat wil zeggen dat men het ouderlijk huis, de viriend-schapkring, en later vrouw en kinderen op-geeft, om de schoonste huizelijke stonden, de avondistonden te verslempen tusschen de her-bergmenschen.Dat is de herbergbroederschap onder de soldaten. Een soldaat schrijft mij : "Hoe kon het ook anders voor den oorlog. Wat was een soldaat, en een piot in 't oog der bur-gers? Als ge geen geld hebt, ge zijt niets. Als ik bionenikwam in een deftig restaurant, elk keek loensch en scheel naar mij, elk deinsde achteruit, en waar moest ik dan vrien-denloos gaan belenden, zoo niet in de kroegjes rond de kazerne, waar 'k bier kreeg voor mijn geld en attentie meer dan ik vroeg? " Zal het nog zoo zijn na den oorlog" 't Volk en land hebben nu de jongens lief en zal het blijven duren? Zal de soldaat in deftige kringen kunnen. binnendringen, iets leeren, iets worden, iets zijn? Zal hij mogen en kunnen spreken met hooger volk en met hoo-ger overheid? Zal hij kunnen en mogen het herbergbroederschap verlaten,, omdat hij nu kan en mag binnentreden in de broederschap der beschaafde, der deftige, der deugdzame wereld? Want hij, de simpele soldaat, noch het kleine volk zijn niet de schuldigen. Ik droom van ruime volkslokalen waar 't hoo-gere volk verbroederen komt met 't lagere volk, waar de echte démocratie kan wassen, groeien, bloeien, rijpen, de démocratie die uitgaat van 't princiep der aristocratie van elke menschelijke ziel. Pater l. J. Cali.ewaert, O.P. O Het Monument der Belgische Dankbaarheid. Wij hebbern aangekondigd dat een Komiteit geslticht was onder het voorzitterschap vain den heer Hymans, Minister van Belgiè, met het dioel imschrijvingen te verzamelen om een gedienkteeken op te richten te Londen als blijk van dankbaarheid der Belgische vluchtelingen jegens de Britsche Natie. Het Komiiteit heeft Donderdag vergaderd in de Belgische Legatie, en heeft besloten den volgenden oproep te zenden aaa de Belgische vluchtelingen OPROEP AAN DE BELGEN, die gedurende den oorlog in Engeland verblijven of verbleven hebben. Met het oog op het oprichten te Londen > van een gedenkteeken om het verblijf in Engeland van een groot getal onzer landgenooten te herdenken en alzoo de gastvrijheid der edele Briitsche Natde te erkeneen, is een, Komiteit gestiicht geworden om een oproep te doen aan AL DE BELGEN. Wij vragen aan ied'eren Belg, die gedurende den oorliog in Engeland verbleven heeft, in te teekenen voor i SHILLING. Die som is in ieders bereik en de me<le-werking van ALLE BELGEN is onmisbaar. Het Komiteit rekent op de bereidiwillig'heid van zijne landgenooten om zoo spoedig moge-lijk de inschrijvingsbulletijnen overgansch Engeland rond te sturen. Een album met de namen vian al de inschrijvers zal aan die Engelsche overheden bij het ontblooten van het gedenkteeken overhandigd worden. HET KOMITEIT. De Voorzitter : P. Hymans, Minisiter van België. De Ondervoorzitters : Generaal Graaf d'e Jonghe d'Ardoye, hoofd der militaire zending toegevoegd tôt de Belgische Legatie; M. E. Pollet, Consul Generaal van België. Algemeen Schatbewaarder : M. A. de la Hault. Algemeen Sekretaris : M. C. Smeesters. Leden : C. Bauss, W. Begerem, M. Bergman, A. Bourboux, G. d'Houdt, L. de Brouc-kere, E. Burton, E. Butaye, Ridder Carton de Wiart, J. Claes, E. Claus, H. Coullier de Mulder, Burgçraaf Davignon, Ch. Dejace, C. Delchevalerie, V. Denyn, Mgr. De Wachter, J. Francq, L. Godchaux, Baron Goffinet, W. Kooh de Gooreynd, L. Hiard, Graaf de Lalaing, P. Lamboitte, A. Lemonnier, Major Maton, H. Mavaut, J. Ortegat, Cl. Philippe, E. H. Prima, G. de Ramaix, Ed. de Roubaix, Ridder de Sauvage, E. Standaert, G. Vander-meeren, M. de Vigflieron, J. Warnant, Eug. Ysaye. Om inschrijvingsbulletijinen, strooibrieven, plakkaten en inldchtingen te bekomen, zich te wenden toit M. Constant Smeesters, Sekretaris, 6, Burlington Gardens, W. i.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.