De stem uit België

2510 0
19 januari 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 19 Januari. De stem uit België. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1g0ht2h02v/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Buredi 21, RUSSELL àQUARRv LONDON. W.C Tetephonei Muséum 2 67 Abonnement : lsh. 9d. vooi 3 maanden. Subscription : lsh. 9d. for 3 msnths. Voor de Vereenigde Staten : 50' cts. Voor Holland : 1 fi. Vcor Frankrijk : 2.25 fr. Voor de soldaten : lsh. of 1.50 fr. 3de Jaargang, Nr. 18. (Blz. 1271-1282.) VRIJDAG, 19 JANUARI, 1917- Registered at G.P.O. as a Newspaper. 12 blz. I )£à. Voor onze Munitiewerkers. DE OORLOGSSMIDSE. Ik huiver telkens ik een munitiefabriek binnentreed. 't Is alsof ik er al de idealen der menschheid : beschaving, wetenschap, ontwikkeling, broederlijkheid, liefde, voelde wegsmelten voor het vuur, het schrikkelijk élément dat eensdaag9 de wereld vernietigen moet. En onwillekeurig vergelijk ik dan onze moderne beschaving aan een geplun-derde Kerstboom. De lichten zijn uitge-# doofd, de giften verdwenen, heit goud en zil-ver geroofd, de sterren verschrompeld, de oranjen weggekaapt, en de boom wordt, in een hoek geworpen daar hij tiitdroogt tôt 't—vuur hem verschoeperen zall r>e Kerstboom, de lichtende, de opgesierde der moderne beschaving, is eiikel nog goed om in het vuur geworpen te worden, want hij brengt geen blijvende vruchten voort, en hij is ont-worteld van het levenssap van den grond, hij is niet vastgeplant in de natuur, hij is kunstmatig, een tooi voor op zoetigheid en kleurenweelde en lichtgestraal verlekkerde kinders, lijk onze groote moderne menschen allen zijn. Er is geen treuriger beeld van het " ijdelheid der ijdelheden " dan een munitiefabriek, waaa" wetenschap en arbeid, de twee hoogste menschelijke krachten samenslaan om de beschaving te ondermijnen, ik weet het wel; onder de leus van beschaving. Het is niet ongelijk de bouwers van den Babeltoren, prondelwerk van kleine menschjes, die willen meer^en beter doen dan de groote God, en die waar God het leven schept en al het levende voor den mensch, den dood zaaien en doodwapens maken, onder de leuze van het leven. En de oorlog gaat voort, niemand -weet waarhenen en hoe lang. Wat baat het? De business strijkt rijke winsten op, en de arbeid, dat is de démocratie, heeft meer en beter brood en meer plezieren. "Panes et circenses," riep 't ontaarde Roomsche volk en het kreeg het, en het zweeg. En hoog boven de munitietempels waar de oorlogsgod wordt vereerd, blinkt het begeesterend woord " vaderlandsliefde." Ondertusschen foefelt en konkelfoest de diplomatie, als water op het vuur, en het eene bluscht het andere. En toch, die mu-nitiefabrieken zijn ook een smidse waar de wapenen worden gesmeed die rnoeten handhaven het recht en de vrij. heid, die twee hoogste panden vain een volks-bestaan en een volksontwikkeling. Zij be-doelen den opbouw vain een ochten Vrede-tempel, hoe akelig ook, die muren met mil-lioenen doodenbeenderen en kanonnen, als het laatste en eenig doelmatàg middel, wan-neer de goed'e wil ontbreekit, en wamneer er Herodessen zijn die wel willen 't vredekindje gaan aanbidden maar om het te dooden, als een steen des aanstoots voor de wereldmacht-begeerlijkheid. Als ik de oorlogssmidse be-schouwen ga, in het licht van dat ideaal : opoffering van al het aardsche voor de ver-heerlijking van geestehjke, onvervreemdbare beginselen, dan kan ik er mij wel meê ver-zoenen, maar als ik dan weêrom beschouw dat onze moderne wereld te uitgeleefd" is en te veel verzonken in 't matérialisme, om met kruisv^Larderridderlijkheid zich te ompantse-ren voor een zuiver ideaal, en wanneer ik stemman van positivistea rondom mij hoor opgaan zeggende: "'t is een oorlog voor ka-toen, voor mijnen, voor handel, voor hoog-moed," dan kijk ik meêwarig op die munitietempels, gloriepaleizen der volkeren en 'k herinner me het woord van Hem die schreiend zegde: "Jerusalem, Jerusalem, hoe dikwijls heb ik uw kinderen willen rond mij scharen, lijk een hen hare kiekeris vergaart onder hare vleugelen, en gij hebt het niet ge-wild ! " Ons volk in de munitiefabrieken. De tijd is Goddank lang voorbij toen onze Belgische vluchtelingen—omdat zij Engelands gasten waren voor een waarschijnlijk korten tijd, nietsdoende rondslenterden in ver-plichte werkloosheid. Buiten hier en daar enkele _ heeren met een hoogen kraag die fijne sigaren rookten om den naam van hun vaderland, en hun eigen naam, hoog te houden tusschen de Engelsche be-wonderaars ; buiten hier en daar enkelen die dat zalig nietsdoen, als een buitenkansje op-namen, begeerden al de Belgen te werken want in luiaardij werden zij niet opgekweekt en van niets te doen voelden zij zich dood-gaam. Het werk kwam er, en 't gezorgde zelfonderhoud, een eigen huis en tehuis. Daarbij hadden onze menschen het genot te weten dat zij ook hun aandeel hadden in het oorlogswerk, e<n ze konden Engeland, dankbaar ja, maar vrij en vrank in de oogen zien, omdat zij door hun arbeid het Engelsch kapitaal vermeerderden. En er werden geen kleingeestigen of nijdigaards meer gevonden, die al die Belgische menschen wilden in het leger drijven. En die wrijving tusschen Engelsche en Belgische werklieden hield op. Wij hebben die verbetering van toestanden dag op dag van dichtbij gevolgd, en 't schijnt zelf dat veel onzer werklieden feller ingenomen zijn met de methoden der Engelsche bazen dan met de methoden der Belgische. Daarop wijs ik met opzet, om eems meer te kunnen instampen aan wie het niet geern boort, dat die broederlijkheid tusschen Engelsche bazen en werklieden te wijten is aan het feit dat baas en werkman cfezelfde taal spreken, en met wederzijdsche hoogach-ting voeVen dat zij van hetzelfde volk zijn. Onze Belgische munitiewerkers zijn afge- keurde Belgische soldaten. Dan hebt ge zooveel ernstige en ged-aagde huisvaders die nu het werk doen dat zij nooit deden, maar het doen zonder morren of klagen. Dan hebt ge welstellende bur-gers en heeren, die ook den blauwen munitiebroek aangepast hebben, en die veel zwijgend veel lijden, maar toch 't genot hebben van vervulden plicht. Jongens zonder kieschheid, verstokte klasbenijders, spotten er meê omdat deze ook moeten werken, in plaats van ze te bewonderen. Dan hebt ge, we moeten het wel zeggen, de "fils à papa," de vaderszoontjes die zich hebben vrijgemaakt van legerdienst, en zich zelf laten bewonderen als edelmoedige vaderlan-ders, en wie weet hoe de wind nog draait, er misschien nog een dekoratie voor krijgen. Dan hebt ge onze meisjes dïê gewoon waren achterr moeders voorschoot te zitten kokke-rullen, en nu ondervinden dat wel aile werk niet past aan de gezondheid der vrouwen en hun vrouwentaak, maar dat zij toch in veel opzicht een vruchtbaar faJctor kunnen zijn in den wereldrijkdom. 't Is een wondere omkeer van toestanden en gedachten, en 't leert de menschen dat het nooit goed is zich te laten inkisten in het oude en het slenterachtige. De Boom die op zich zelf gevallen is. Door een obus in twee geslagen en met de kruin op zijn eigen stam terecht gekomen. En al die menschen werken dag en nacht allerlei arbeidsvormen, met die arbeidsgretig-heid die den Belg eigen is, en met die vak-kundigheid die eens meer bewijst hoe ver het onze menschen zullen brengen eens dat er wat meer voor hun onderricht in vakkennis zal worden gedaan, volgens het eenigste doel-matige opvoedkundig stelsel : de moedertaal, voertaal van onderwijs. Er ligt iets schoons in het rythme van dien arbeid. Maar er klinkt geen lied door de wijde hallen der munitietempels, maar wel een vloek ondertusschen. Er is geen blijdschap in dien arbeid, want ware morgen de oorlog gedaan, elk liet zijn allaam vallen en liep om pak en zak om naar huis te gaan, over de zee. Maar is die arbeid schoon in zich zelf, er is een andere vraag : is dat arbeidend volk schoon? of betalen wij ook hier als volk onzen toi aan den oorlog, in stoffelijk, zedelijk en godsdienstig opzicht? De stoffelijke toestand. Het munitiewerk is lastig werk. Maar we moeten er bij voegen dat het niet lastiger is dan het vuil en slordig werk dat de mees-ten onder ons volk hadden te doen in ons eigen land, aangezien de keurigste, de vetst-betaalde, de kundigste arbeid werd gedaan door indringers en. vreemdelingen. We ston-den immer voor 't wraakroepende feit van "Arm Vlaanderen," spijts de reuzachtige som arbâdslast. Misschien leert de arbeider in zijn huidig munitiewerk wat hij zou kunnen en moeten zijn in zijn eigen land, en verstaat hij beter wat wij meenen wanneer wij spreken van de herwording van ons volk op huis-houdkundig gebied. Doch de last van het munitiewerk wordt verhoogd door de aanhou-dendheid, dag en nacht, week- en Zondag, en ook 't sterkste lichaam bezwijkt ten slotte, bij gémis aan regelmatigen slaap en regel-matige voeding. En lijk een gezond lichaam best samenwerkt met een gezonde ziel, toch is zielevreugde de beste hefboom van de lichamelijke kracht. En helaas, er blijft weinig tijd over voor die zielevreugde, en er is zulk een gejaagdheid om geld te verdienen. En geldzucht snoert het zielleven en den zieîenood toe. De munitiewerk jrs winnen veel geld, onge-hoord veel geld somtijds. Velen boffen en stoffen er over. Ze zouden best zwijgen, zwijgen om den afgunst niet op te wekken, van zoo menige andere Belgische familie hier of daar, die schaarsch rondkomt. Afgunst is immers een der leelijkheden van de Belgische ziel. Ze zouden best zwijgen, en in-dachtig zijn dat duizende jonge mannen in de loopgrachten, somtijds met een begeerig oog moeten opkijken naar hunne makkers die—vrij van gevaar—nog hun zakken op-vullen, op den hoop toe. Maar er is iets meer. Velen van die groote geldwinners verbrassen het elke week, of binst de "holydays," verbrassen het aan drank, aan spel, aan vrouwen. Ze denken dat ze ook in den vreemde moeten de Belgische gewoonten hooghouden, en namelijk onze grootste nationale ondeugd : de drink-gewoonte. Die menschen leven nu in de weelde, en 't spreekwoord zegt : " de weelde is een kwade beest." Zij hebben het recht, voor eerlijk gewonnen geld, ook eens aan een rijkemanstafel aan te zitten of ware 't maar voor 't plezier, maar we zijn in oorlog, in een tijd van volksellende, en er moeten geen champagne-korken de lucht invliegen, terwijl almaardoor 't schoouste bloed van ons volk wordt leeggetapt. Zij hebben het recht schoon en deftig gekleed te zijn, maar het kleed moet een kleed zijn, en niet een uit-kleeding van trotschheid, ijdelheid, hoo-vaardij en verleidelijkheid. Velen kunnen niet sparen. Ze geven wel hun regelmatige wettelijke almces voor de noodlijdende broe-ders binnen en buiten 't land, maar zoo die wettelijkheid en die verplichting der almoes daar niet waren, hoevelen zouden gereed zijn, om uit eigen beweging barmhartigheid te plengen? Velen hebben 't sparen ontleerd, de ongetrouwden bijzonderlijk, die denken dat ze met hun centen maar moeten kermis-vieren, en die er een valsche fierheid op stellen te kunnen het geld laten rinkelen op den herbergtoog. Vergeten zij dan, dat er lange jaren, na dezen oorlog, ellende en schaarschheid zal zijn in ons land, of reke-nen zij op ailes vereffenende scbadevergoe-dingen? Denken zij er dan niet op dat de oorlog plots eindigen kan, en plots eindigen zal, en dat ze dan werkloos en geldloos zullen staan voor weken, vooraleer ze kumnen af-reizen naar 't eigen vaderland? Wijzer zijn die, in eenvoud en stilte, de ponke verzamelen en bij hun terugkeer te huis aan hun familie zullen kunnen bewijzen dat hun liefde geen vervliegend woord was, maar een vooruitziende daad. Zou het dan hier wederom waar zijn dat meerdere stoffelijke welvaart den mensch meer verstoffelijkt, in plaats van als een middel te dienen tôt beter huiselijk en zedelijk leven ? De zedelijke toestand. Het is misschien niet ongelegen de opmer-king voorop te stellen dat het beeld dat ik hier afteeken van de munitiewerkers niet een algemeen toepasbaar is, maar dat het toch wel de weergave is van een werkelijkheid bij een te groote massa, en dat ik die te groote massa \an dichtbij heb nagespeurd, zoowel in Engelsche munitiefabrieken waar onze menschen werken, als in van staatswege inge-richte Belgische centrums. Veel munitiewerkers hebben geen eigen huis noch tehuis en liggen dus op "logement " bij vreemde lieden. Eerst en vooral denk ik, dat er zou moeten gewerkt worden om de vrouwen en de kinderen van gehuwde munitiewerkers te laten hunnen man volgen. Van een finantieel en zedelijk standpunt, is dit het beste. Te veel gelukkige huwelijken immers werden door die scheiding verbroken of in minachting en gevaar gebracht. Te veel kinderen bleven zonder vaders strengen blik en de verschillende Engelsche menschen bij welke onze munitiewerkers te huis zijn, zijn ook al geen engelen en geen heiligen. Een gehuwde man heeft zoo noodig als brood, de tegenwoordigheid van vrouw en kinderen. Dat houdt hem op de techte baan. Er zonder valt hij heel licht onder de al te felle beko-ring, en leidt een ellendig leven, tôt het geheim van zijn slecht leven wordt opge-heven en de schande voor eeuwig op zijn hoofd nederkomt Wat dan gezegd van die vele schachten oi dubbele jongens \ an vijftien tôt negentien jaren, gevlucht uit België en hier moederziel alleen, zonder hun ouders gezag, meêgesleept door de grootere maten, uit ijdelheid haantje-vooruit spelende in het slechte, en vrij in een wereld waar ailes wordt toegelaten en verontschuldigd als het maar niet al te pu-bliek wordt? Wee hen die er verantwoorde-lijk voor zijn voor God en de ouders ! Velen van die munitiewerkers zijn oud-soldaten. Ze zijn in Engelsche hospitalen. verzorgd geweest, als ze gekwetst waren, en ze hebben onvoorzichtig kennis aangeknoopt met Engelsche juffers. Ze zijn de slachtoffers geworden van de khakiverliefdheid der Engelsche meisjes, en wat ze te huis, in hun dorp en stad, nooit hadden gedurfd, dat hebben ze in den vreemde gedurfd : liefkozen, om te lachen, hun hartje weggeven, flirteeren met vijf of tien, tôt ze hebben gespeeld met hun eer en hun toekomst. Dan trouwen ze voor den registrar of in de protestantsche kerk, zonder de minste bekommering om hun katholieken plicht—daar denken zij zelf niet meer aan. Helaas, het blijkt dat die huwelijken niet gelukkig zijn, het blijkt dat de liefde allicht wordt ontblind, om duizend redenen die ik nu niet schrijven kan, en om veel redenén die eenmaal de vrede geteekend maar al te wel zullen worden verstaan. En weet het wel, uwe Engelsche verleidsters laten u niet los, naar uw goeddunken. Hetzelfde geldt voor Frankrijk. Onthoudt dat huwelijksliefde, wil ze geluk bijbrengen, moet bestendig zijn, en daarom dat overeen-komst van karakters een onontbeerlijke voor-waarde is van liefde. Ik geloof in de sterkte en de kracht van een schoone zuivere liefde voor een jongen, maar ik haat de opgeraapte liefde van de Engelsche straat, en misschien is het niet'ongelegen onze jongens te verwit-tigen dat ge in de munitiecentrums in Engeland heel wat heimelijke huizen hebt waar een deftig mensch niet zou mogen binnen-treden en dat onvoorzichtigheid reeds. vele mannen op den boord bracht van den af-grond. Ik voeg er ten slotte bij dat veel dier oud-soldaten in hun nieuw midden heel wat soldatengedachten over zedelijkheid hebben medegebracht, die wij hier best missen kunnen. Wij zijn altijd bereid met dankbaar-heid en genegenheid onze IJzerhelden te be-groeten, maar dat zij niet te veel op hun neus- zetten, in zake waanwijsheid en levenj-kennis. Mochten al de munitiemakers g»ed indachtig wezen, dat zij den plicht hebben, hier de eer van ons vaderland hoog te houden, en dat het zulk een pijnlijken indruk maakt de jongens uit ons volk te hooren tuiten en huilen, vloeken en zeeverpraten, te zien slempen en wallebakken, riiziemaken en messentrekken. Ik ben moe van dat lofge-zang te hooren dreunen over de grootheid van 't Belgisch volk. Ja het heeft een edele houding aangenomen in dezen internationa-len oorlog, maar ik heb te veel gezien en te veel gehoord om het niet luidop te roepen : dat velen onder ons volk den indruk hebben gelaten bij de vreemden van onbeschaafd-heid en onbeleefd'heid. En werkelijk de uiterlijke fatsoenlijkheid van ons volk laat heel wat te wenschen over. Wij weten hoe die ruwheid maar een korst is van buiten, wij weten dat die ruwheid niet de schuld van 't volk zelf is, maar de schuld van hen die dat volk hebben geminacht, maar de vreemdelingen weteo dat niet en zij oordeelen posi. tief volgens de feiten die zij zien. De godsdienstige toestand. Ware het mij te doen om een volledige schets te geven van den zedelijken en gods-dienstigen toestand der munitiewerkers, 'k zou moeten de veel voorbeelden aanhalen van deugd, eer en geloof, en ook spreken over prachtige kameraadschappen, mekaar onder-ling tôt stut en steun, maar 'k wil bij voor-keur wijzen op de tekortkomingen. Uit veliî gesprekken die ik had met katholieke 1er en, munitiewerkers die één zaak nooit opgeven, namelijk hun geloof, heb ik kunnen opmaken dat veel munitiewerkers aangetast zijn door de ziekte van het menschelijk opzicht, weêrom een van die leelijke Belgische gebre-ken. Maar het grootste gevaar ligt mijns inziens niet daar. Ilet ligt veelmeer hierin dat voor veel munitiewerkers, de katholieke godsdienst en de beoefening ervan geworden is een louter bijzaak, een vrije zaak, die men behartigt of niet, volgens goeddunken, maar waaraan men niet het belang hechten moet welk men er in ons vaderland aan hechtte. Het elementair begrip van godsdienstplicht tegenover den eenig waren God, in den eenig waren vorm van den katholieken eeredienst, is verloren geraakt voor het losse begrip van vrijheid en zelfbehagen. $ Hieraan gevoelt men seffens den noodlotti-gen invloed van het protestantsch midden, met zijn vrijheid in leer en daad, op onze Belgen, onvoorbereid voor die verandering ■ en onwetend in de geloofswaardigheidgron-den van ons heilig geloof. 't Is niet slechte wil, integcndeel, er schijnt meer verdraag-zaamheid voor den katholieken godsdienst dan ooit, en bijzonderlijk meer hoogschattinj van den priester, die men van meer nabi} heeft leeren kennen, maar 't is onverschillig-heid voor de dwingende waarheid en het plichtopleggend gezag van het geloof dat doopsel en opvoeding hun bezorgde. Ande<-zijds wordt aan die onverschilligheid kracht bijgezet omdat de aandacht en de bekommering der menschen heelemaal schijnen ingenomen door den arbeid, het geld en het pte-zierleven. Ook onder de munitiewerkers werd niet het minst door de oud-soldate», de schijnbaiar ailes veroatschuldigende drog-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De stem uit België behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Londen van 1916 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes