De stem uit België

538272 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 04 Mei. De stem uit België. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/pz51g0jw2b/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

hedeo, dan dooi België zelf, zal beslist worden. In elk geval, moest deze oorlog eindi-gen op een aangroei van militarisme bij ans, e.a in aile landen, op een slach gewapende vred-e, dan is deze oorlog voor mets uitge-vochten, en dan gaait de Europeesche bescha-ving onvermijdelijk naar den dieperik. Zoo ontwapening niet het wachtwoord is der vre-deconferentie, gesteund door de démocratie en het christelijk geweteaJ, dan is er geen vrede. Anderzijds is ons volk, zelfs nu niet, niet het minst militaristisch gezind. Het wil wel uiit nood een vaderlamdsch leger, maar geea militaristisch leger. Buiten enkele chau-vinisten zijn, in aile landen, de meesten die door deze oorlogshel gegaan zijn antimili.ta-ristgezind. De wreedheid van dezen oorlog schijnt wel te zullen zijn het beste genees-middel tegen den oorlog zelf. En er is boven. dien in aile landen een drang van de démocratie naar afschaffing van aile d-iplomatische geheimhouding. Tevens moet het leger, bij-zonderlijk in vredetijd, aan de wetgevende macht dienetbaar zijn en voor zijn 'inrichting verantwoo-rdelijk aan de volksvertegenwoordi-ging. Dat, binst een oorlog, het leger in zaak krijgskunde, een vrije hand hebbe, los van aile poiitiekers, schijnt echter do&lma-tiger. ïooh kan ik nooit genoeg de vrijheid en de openhartigheid bewonderen van het Engelsch Parlement, binst dezen oorlogstijd. Het is mij niet te doen om kriijgskundige kritiek over 't leger. Daarover weet ik lijk de meeste onz-er oorlogskritikussen, niets. Ik weet enkel het mirakel van Luik, van Ant-werpen en. van den IJzer, ik weet enkel de stevige en prachtige hervorming en modemi-zeering en uitrustmg van ons leger aan den IJzer, ik weet enkel de kloekmoedigheid van onze jomgen-s die, spijts aile ontberiaigen, nu drie hopeloos lange jaren, vol hoop, aan den IJzer staan en niet wijken, noch buigen, maar vergeten, en ongezien den plicht van 't BeJ-gisch leger—daar te staan—volbrengen zonder meer. De verantwoordelijkheid voor tekort-komingen, misgrepen, enz., komt na den oorlog te berde. God gave dat aile politiek er vreemd aan bleve en dlat het, voor die recht-bank, enkel te doen ware om loutere recht-vaardighèid.Hoe de zaken ook draaien of keeren, na den oorlog zullen we nog een. leger hebben, 't zij groot, 't zij klein, 't zij vrijwillig, 't zij verplichtend, 't zij jaarlijksch. Men heeft veel gespnok-en over de lichamelijke en zede-lijke vorming van het so-ldatemleven. In theorie is het wel zoo, o-fschoon men ook zeggen mag dat andere in-richti-ngen dezelfde vorming bewerkstelligen, zonder de gevaren van 't leger. In praktijk echter is de leger-geest doorgaans van zulk een aard dat hij de zedelijke vorming ofwel onverschillig ver-waarloost of tegenwerkt. Nochtans dit is het groote beginsel: de legergeest zou 't leger, uit eigen kracht, moeten voeden, zedelijker-wijze voeden en daarom eerst en meest een beroep doen op de zedelijke krachten : deugd, ' "fa&heid, eer, vaderlandsliefde en godsdienst die in den soldaat liggen. Zoo een leger dit niet doet v-erkwist het de zielen en bouwt ook niet het beginsel van het gezag op de overtuiging en de wijbesliste plichtkwijting, en nog veel minder snoert het den band der liefde in geestdrift voor eenzelfde vader-landsch ideaal. Uit dat beginsel vloeit nood-zakelijk voort dat ook in vredetijd het aalmoe-zenierschap (lijk in Engeiand en Duitsch-land), moet verstevigd, uitgebreid en vrijer gemaakt worden. Uit dat beginsel vloeit noodzakelijk voort dat so-ldaten moeten be-liandeld worden als menschen, met versitand an wil begaafd. Uit dat beginsel vloeit voort dat de aanraking met het ouderlijk huis moet vergemakkelijkt worden. Uit dat beginsel vloeit voort dat de geest van het leger moet gevoed worden door vaderlandsche lederen, vooordrachten, concerten; dart de vrije uren moeten besteed worden aan onderwijs en op-voeding ; dat de omgeving der soldatenkam-pen moet gekuischt worden van verontreini-ging en drankgelegenheid ; dat het plezier-leven moet ingericht zijn, gezond, mensche-lijk en zédelijk. Uit dait beginsel vloeit voort dat elke jongen het reoht heeft in zijn eigen taal te worden aangesproken en bevolen, en dat al de eigenaardigheden van een ras, of w een gouw moeten vrij en weister hebben, om des te beter te worden uitgebaat voor een siterke en stellige vaderlandsfiefde. De kr-acht en de schoonheid van 't Britsch leger ligt in de eerste plaats in der soldatenvrijheid om hun regiment te kiezen, in hua fierheid over hun regiment en in al de zedelijke bemoedi-ging die een Schot o.f een 1er of een Austra-liër, of een Canadees vindt in 't weten en voelen van zijne aationaliteit. Men weze steeds indachiig ds>.t een. taal dooden o£ ver-achten gelijk staat met een ziel dooden of verachten, en een leger met een doode of verachte ziel, is een machien, dat vroeg of laat springt. Het Drankmisbruik. Dit is het naakte feit. In België wordt er jaarlijks voor 131 millioen franken gedronlcen en om te mogen drinken wordt er aan de Staatskas jaarlijks 96 millioen franken, in dxamklasten, betaald. Dit is het naalrte feit: er is in België ten minste één herberg op 31 inwoners. Dit is het naakte feit : om de lichamelijke en zedelijke gevolgen van de drinkplaag te heelân worden er jaarlijks mil-lioenen uitbetaald. Dit is het naakte feit: dat door het drankmisbruik al de stoSelijke, zedelijke, sociale e*n godsdienstige volks-kracht wordt geknait. En dit feit is zoo naakt dat iedereen het weeit, dat iedereen het beklaagt, maar dat in vredetijd niemand de durfkracht heeft om absoliute maatregelen te trefîen. Dit feit is zoo naakt dat in oorlogstijd, in al de ooriogvoerende landen, tôt ver-sterking van de kracht der natie en- der leger-machten,, men absolute maatregelen getroffen heeft, en dat de toepassing van die maatregelen met weinig of geeni moeilijkheden had te kampeo van, wege het volk en de legers. Dit.is wel het meest doordragend bewijs voor de schadelijkheid van het alcoolisme. Nu rijst de vraa^;: Hoe zal met het 00g op de gezondheid en de krachtdadigheid van de natie, het vraagstuk van het drankmisbruik worden opgelost na den vrede? Niet door propaganda over,de schadelijkheid der drank-plaag. Dat is grootendeels verloren moeite, omdat iedereen van de schadelijkheid der drankplaag is overtuigd. Niet door geheel-onthouding, omdat deze niet dringt in de massa, noch rechfstreeks de oorzaken van de drankplaag bekampt. Geheelonthou-ding is uitstekend als versterving, uitstekend voor een propagandist van matigheid, uitstekend voor drankzuchtigen. Maar geheelont-houding is eerder eein buitengewone maat-regel, een evangelische raad en volmaaktheid. Het ideaal dat moet veroverd worden is de matigheid, die ligt in het juiste midden. De vraag is dus, hoe kan de matigheid in ons land in voege gebracht worden? Niet on-rechtstreeks, door 't wegnemen van het paupérisme, dooT het verdiepen van het familie-leven, door 't verstevigen van het volksonder-wijs, door 't verzelfstandigen der nationale fierheid. Al deze middelen gaan niet recht-streeks in tegen de oorzaken van de drankplaag bij ans. Deze oorzaken zijn : de drink-gedachten,, het driifldcapitaal en de politiek. Men vergisse zich niet met de dirankplaag voor te stellen als de kwaal van 't mindere volk, 'it is die kwaal van gansch het volk in al zijn standen, kortom in zijn heele orga-nisatie. Omdat die kwaal een maatschappe-lijke volkBkwaal is, en een dreigend gevaar voor ras en vaderland, moet het Staatsbestuur hieirin wijzer zijn dan het volk, en het voilk doen willen wat zijn voordeel is : de matigheid. En omdat aile halve maatregelen half-slaichtig zijn tegenover een1 absolute kwaal, maet het Staatsbestuur durven. absolute maatregelen vain aisohaffing en herbergsluiting doordrijven. En dat kan nu, omdat de oorlog het volk daaraan heeft gewoon gemaakt, omdat er derhalve maar spraak is te behou-' den wat in oorlogstijd werd ingevoerd, en omdat het Staatsbestuur, ontdaan van aile politiek, zonder politiek gevaar voor de par-tijen, eenstemmig een maatregel treffen kan, gevergd door 't nationaa\ nut, door 't louter algeimeen menschelijk nut, waarover al de partijen, als menschen en vaderlanders, moeten eendraichtig zijn. Dat zulk een absolute maatregel de eenige redddng is, blijkt hieruit dat de strijd gaat tegenover een ingewortelde traditde van averechtsche gewoonten en ge-dachten ; tegenover het drankkapitaal meestal in handen van 's lamds grooten en invloed-rijken, die tôt uitbreiding van dat kapitaal en door de mededinging, altijd maar nieuwe herbergen bouwen als zooveel landinghavens voor hunne brouwerswaren ; tegenover het drankkapitaal dat de Staatskas vçrrijkt, schijnbaar, ja, maar werkelijk verarmoedit j tegenover de politiek, ik wil zeggen, de kaste der brouwers en herbergiers en belaagheb-benden wier invloed de palitieke partijen kan doen rijzen of dalen, want politiek in moder-nen .zin is ten slotte niets anders als eigen-belang en utilitarisme. Er ligt zulk een wonder stel van krachten in ons volk, zoo ze maar groeien en bloeien kunnen in zonnelicht, maar ze moeten ver-werken en verrotten en versteenen, zoo ze blijven liggen midden de waterzompen van het alcoholisme. De Vrouwenbeweging. Zij staat in het teeken van onzen tijd en de oorlog schijnt haar naar voren gebracht te hebben in de meeste landen. Het wou-wenstemrecht is een vraagstuk voor een vroege toekomst. Dat de vrouw, in zaken die haax leven, zending, bediening en belang aangaan, een recht heeft van spreken, kan niemand betwijfelen. Dat zij veel beter, en kiesoher, spreken kan over veel zaken dan de man, is een feit, en dat de roi van de vrouw in de maatschappij hoe langer hoe meer zich opdringt, is een ander feit. Voor-alsnog moeten we ons niet zoozeer om heit vrouwenstemrecht bekommeren. Onze Vlaam-sche vrouwen zijn van natuurswege conser-vatief gezind, en 't is een zegen voor ons volk dat dit conservatisme zich hoofdzaielijk ■\feropenbaart in zake het moederschap. Maar, nu4oor dezen oorlog zooveel meisjes ook van begoeden stand, 't zij vrijwillig, 't zij gedwongen, handarbeid en nijverheids-business hebben aangevat, nu kunnen we wel de vraag stellen of onze Vlaamsche meis]es niet te lang, in luiheid en ijdelheid, onder moeders voorschoot werden bewaard, zonder ooit hand te slaan aan het werk, en zonder nut voor de nijverheid, met daarbij al de gevaien van het niets doen, van de ijdelheid, van de lichtzianigbeid en de oçverantwoordei lijklheid? Misschien leerden zij nog wel wat fijn handweark al's een ontspannang, misschien leerden zij nog wel het huiswerk en de keu-ken, misschien zeg ik, maax toch moet de vraag worden gesteld of daardoor niet een groote som arbeidsvermogein verloren ging, die hoogst heilzaam had kunnen inwerkan op 't familiebestaa-n, op de welvaart der samen. leving, en op den persoonlijken levensernst van het meisje? De oorlogsellende en de oorlogsgelijkheid zullen d&aiin veel gewijzigd hebben. Het spreekt van zelf dat ik niet bedoel de ontreddering van den huisarbeid, voor fabriek- of bureelwerk: ik bedoel enkel elks plidht van te arbeiden. Het spreekt van zelf dat ik geen arbeid bedoel die eenigermate de verre of nabije voorbereiding der vrouwe-lijke zending het moederschap belemmeren kan. En diaarom, denk ik de tijd gekomen om een hooger verstandelijk onderwijs in te rich-ten voor onze meisjeswereld, niet het minst voor de Vlaamsche opleiding van onze meisjeswereld, die voor Vlaanderens herwording een groot weerstandsvermogen uitmaakt, waar zij zou moeten de machtigste hefboom zijn. Daarom denk ik dat veel in de opvoeding der meisjes hœft gewijzigd. De oorlogsonder- 0 vinding in dat opzicht is leerrijk. De Duit-schers hebben het bij het rechte eind, waar zij van de Duiitsche huisvrouw eischen : keu-ken, kerk en kinders. Het huis inrichten tôt ^en gezellig en kiinstrijk midden, tôt een rustplaats voor den moêgewerkten man, tôt een speelplaats voor de kinders, waar de moeder troont als de koningin van het huis-gezin. De christelijkheid der vrouw verdiepen, verernstigen en gezonder maken opdat zij de kinderen en de dienstboden moge op-voeden in zedelijken en christelijkeu zm. De plicht, en den adel van het moederschap ver-heerlijken opdat Land en Kerk zich vorheu-geil mogen in geluklrige familiën met vele, iieve en gezonde kinderen. De kinderbeper-king—het groot en wraakroepend euvel van onzen tijd, ook van dezen oorlogstijd, spijts al de lessen van den oorlog—is ten. slotte veel meer te wijten aan de vrouw dan aan den man. Het is een dringend vraagstuk voor de katholieke vrouwenopvoeding der toekomst. En we zouden deze verhandeling over de Vlaamsche sociale volkskracht kunnen sluiten en bekroonen en samenvatten met wat Napoléon eenmaal zegde van Frankrijk : "Ce dont-là France a le plus besoin, ce sont des mères." Wat de Vlaamsche volkskracht het meest noodig heeft, is Vlaamsche christelijke moeders. Pater L. J. Callewaeiît, O.P. V De Belgen in Canada. St. Boniface (Manitoba), Canada. 30 Meert 1917. Eerwaarde Heer en Vriend, Ik had beloofd u te schrijven na mijn be-zoek aan de talrijke Belgen die hier in Manitoba verblijven. Juist kom ik terug van eene rondreis die drij weken geduurd heeft ('k vind ook uwen brief bij 't aankomen), en 'k zet mij dadelijk aan 't werk". Eerst en vooral gezegd : ge moet niet ver-stomd staan zoo ge uit mijn gekribbel niet gemakkelijk uitkunt. Ik heb deze drij wefken zoodanig geschokt en geschom-meld dat 't schokken en 't schom-melen er nog in zit. Honderden en honderden mijlen in den trein en nog een honderdtal per slede. Op dezen tijd van 't jaar bijzonder, is het eene echte gymnastiek per slede te rijzen ! Met hunne zware graan-vrachten hebben de boeren de winterwegen door den sn-eeuw gebaand zoodanig uitgesle-ten en de dooi die veertien geleden reeds piepen kwam en nu volop ingevallen is, heef' de sneeuwbanen zoodanig ondermijnd dat z° op eene echte "montagne russe " gelijkèn en het eene haJsbrekerij wordt. Soins ook wel zoudt ge compassie krijgen met de vlugge peerdjes die maar al te dikwijls tôt over den zak door den verraderlijken sneeuw schieten. Als 't gevolg daarvan ligt het reizen voor drie weken stil totdat de sneeuw volop gesmolten, het water weggetrokken en de banen weer opgedroogd zijn. Om 't nochtans rechtuit te zeggen, 'k heb veel genoegen gehad van mijne reis omdat ze mij de gelegenheid gaf heele dorpen van Belgen te bezoeken. Toen ik van November tôt Februari het Noorden der Provinciën Alberta en Saskatche-wan doorkruiste, ontmoette ik wel bijna in aile parochiën Belgen, doch overal enkel eenige familiën, een tiental ten hoogste te gader. Hier in Manitoba echter is het anders gele-gen. De Belgen wonen hier in groote groe-pen bij malkaar. De grootste groep woont te St. Boniface, eene stad van 20,000 zielen, gelegen op de Roode rivier tegenover Winni-peg. 't Zijn meest allen Vlamingen. Men telt er ongeveer nog 125 familiën. Voor den oorlog waren ze talrijker, doch velen, aange-' lokt door de groote loonen, zijn tijdelijk naar de Staten vertrokken. Ze hebben dan ook, volgens Belgische modo, eenen Belgischen Club gesticht en hui-zen in hun eigen lokaal. Eenigen dezer Belgen houden zich zeker met landbouw en groententeelt^ bezig, het grootste gedeelte nochtans zij ri werklieden. Zij hebben hunnen eigen pastoor, E. H. Kwakman, die voor hen het onmogelijke doet. Tôt nu toe gebeureii de diensten nog in de groote sacristij der kathedraal, maar men spreekt van bouwen en binnen kort zullen onze Vlamingen hier hunne eigene kerk hebben.Een klein honderdtal mijlen Z. W. van St. Boniface ligt eene heele streek die stilaan door de Belgen-, meestal Vlamingen wordt ingenomen. Het centrum dezer streek is "Brussel." Brussel ligt in eene schilderach-tige en bijzonder vruchtbare streek met gol-vende hoogten en uitgestrekte valleien, niet kaalgescho.ren als op vele andere plaatsen, maar nog wel voorzien van struikgewas en bosschen hetgeen van groot belang is voor 't stoken in den winter. Brussel telt 550 Belgen waarvan 255 Vlamingen ; aile jaren komen er een aantal bij en stilaan worden de nog overblijvende Engel-schen uitgekocht. E. H. Heynen, pastoor, Hollander van geboorte en Belg van herte, is voor aile zijne parochianen een echte vader en raadsman. De parochie van Brussel, mag men zeggen, is enkel 17 jaren geleden voor goed begonnen. Meest aile Belgen kwamen er met ledige handen toe. Zij hadden echter het goed gedacht naar Mr. Pastoôr te luiste-ren, werkten eerst een of twee jaar op de eene of andere hoeve (hetgeen volstrekt noodig is), en dan, geholpen door E. H. Heynen-, begonnen op hun eigen, en na een tiental jaren geraakten ze in 't algemeen gesproken tôt eenen welstand waar vele rijken uit België niet aankunnen. Plaats is er nog genoeg in de parochie, Mr. Pastoor is altoos met denzelfden iever be-zield, en wie werken wil kan daar lukken zoowel als de anderen. In Brussel is ook een klooster van Belgische zusters, Ursulinèn van Tildonck. Ze zijn eerst onder den oorlog aangekomen, hôbben er eene kostschool gesticht voor jongens en meisjes, zoo broodnoodig omwille der afstan-den en tellen reeds een veertigtal pensionai-ren.Zeven mijlen Zuid-West van Brussel ligt St. Alphonse. Buiten eenige Fransche Cana-deezen telt men daar ongeveer 300 Belgen waarvan 200 Vlamingen. De toestand is dezelfde als in Brussel. Goed dus. Father Charles draagt er goed zorg voor. Meer en meer nemen de Belgen grondgebied in. Reeds zitten zij 6 mijlen Z.-W. van St. Alphonse, Mariapolis, waar ik 14 Belgische familiën aantrof. Tien mijlen ten Z.-O. van Brussel hebben ze reeds een groot deel van " Swane Lake " ingenomen : 43 Vlaamsche familiën, zitten daar bijeen en doen goede zaken. Er staat een schoon kerkje. Het wordt bediemd door St. Alphonse 12 mijlen van daar. Een Vlaamsche priester kwam hier wel te pas. Eindelijk eene Parijsche reis. West van Winnipeg (200 mijlen) te Deloraine, wonen een zestigtal Vlaamsche familiën. Eenige zijn er sinds langen datum, de meesten enkel eenige jaren, doch allen zonder uitzondering zijn zooals overal werkers en wroeters en maken hunnen weg. Een Belg is hier het zinnebeeld van werkzaamheid, ook hebben de banken geenen schrik hem met aile gerriak-kelijkheid geld te bezorgen. Hier in Deloraine zou volstrekt een Vlaamsche priester moeten zijn, bijzonder daar ze drij uren van aile kerk verwijderd zijn. Aile 14 dagen echter wordt b'j hen in 't een of 't ander huis mis gedaan alsook in de school door Mr. Pastoor van Deloraine, die al zoover geraakt is een weinig Vlaamsch te verstaan. Ik meen dat het tijd wordt dit lang gekribbel te sluiten. Ik wil er enkel nog bijvoegen dat ik overal bij al de Belgen met de grootste genegenheid, geestdrift en mildd-adigheid ont-vangen werd. Het Vaderland blijft hun nauw aan 't herte. Zij 00-k lijden bij zijne verdrukking en helpen geerne het lijden hun-ner landgenooten verzachten. Vermits gij het nuttig vindt zal ik voort-gaan, met van tijd tôt tijd wat te sturen. Na den oorlog zullen er toch waarschijn'.ijk een aantal Belgen het Vaderland verlaten, en dan komt het van pas te weten tôt wie zij zich richten kunnen om in dit eindelooze Canada niet verloren te loopen en weldra moed, tijd en de eenige spaarcentjes te verlieren. Innige groeten. G. Vandamme, Onderpastoor, Vilvcorde. Een hislorisch stuk ter voôr-geschiedenisvan den Belgischen Staat. De Verdediging der Fransche Taal in België. Het volgende is geknipt uit een boekje, uitgegeven te Brussel in 1817, om goede rede-nen gedrukt zonder naam van schrijver of drukker. Het werd ge9chreven ter verdediging der Franschsprekenden tegenover de Hollandsche Regeering. Het boekje hebben we nooit in België ge-vonden. Het toeval brengt het ons hier m de hand in Engeland. Geheel het schrift is waard te worden her-drukt, nu vooral. Wij beperken ons tôt het meest karakteris- tieke, bij gebrek aan plaats. * * * "Si nesciero virtutem vocis, ero ei cui loquor barbarus." (St. Paulus.) Als ik hun taal niet versta zal ik voor hen maar een vreemde zijn. " Barbarus his ergo sum quia non intelligor illis." (Ovidius.) Ik ben hun een vreemde daar ik door heu niet verstaan ben. * * * Schrijver van het boek vat zijn onderwerp niet rechtstreeks aan, hij kleedt het iu historische bescheiden : I. Philippe II imposa la langue espagnole aux Maures. (Watson, Histoire du règne di Philippe II., liv. VIII.) Jean de Vargas fait un discours en présence du duc d'Albe dans le cabinet de Philippe II. Il dit entre autres "Il est clair d'abord que lorsque nous aurons ôté aux Maures, sous peine de la vie, la faculté de parler leur idiome national, comme ils ignorent complètement la langue espagnole, ils ne diront plus rien ; et l'illustre assemblée qui m'honore de son attention, sait qu'il n'y a rien de plus facile à gouverner qu'un peuple de muets. Nous en avons un bel exemple dans les Etais du Grand Turc, où, de tous les sujets, les muets du sérail sont les plus dociles, les plus fidèles et les plus dévoués. Je ne pense jamais sans admiration à l'uniformité de discipline, de mœurs, de silence, de vêtements, et même de physionomie qui règne parmi eux. "D'ailleurs, Sire, les Maures ont une actû vité d'esprit qui les rend naturellement curieux de s'instruire ; et quand ils n'auront plus de chaires de belles lettres ni d'éloquence dans les écoles publiques, ils seront bien forcés d'entendre les savantes leçons de nos professeurs espagnols... "Hâtez-vous donc, Sire, je vous en conjure, au nom du ciel et de votre gloire, hâtez-vous d'anéantir la langue des Maures, et bientôt ils n'auront plus ni leur culte, ni leur caractère national. Tant qu'il leur en restera le moindre vestige ou la moindre empreinte, l'Espagne ne sera jamais tranquille et votre DE STEM UIT BELGIE. Registered at G.P.O. as a Newspaper. Vrijdag, 4 Mei, 1917. |Van de verzamellng blz. 1440) 2

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De stem uit België behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Londen van 1916 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie