De Vlaamsche leeuw: vaderlandsch propagandablad

1339 0
01 december 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 01 December. De Vlaamsche leeuw: vaderlandsch propagandablad. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/154dn40g0d/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE VLAAMSCHE LEEUW Vaderlandsch propagandablad In deze tijden vsn rouw en beproeving, scharen wii ons, Vlanilnjen, zonder voorwaarden. samen met onze Waalsche broeders rond onze BbLGISCHE DRIKKLEUR en deelen met hen, denzelîden nood en dezcllde cevaren. WIJ zijn overtuigd dat, wanneer de elndze£epraal zaï beliaald zljn, wlj samen ook, dezellde recbien zullen deelen. Belgles bodem duldt teen vrecmden, Duldî geen vreemdcn dan in 't graf. " De l.eeuwenstandaard „ *'e« hem den onbezonnen, die valsch en vol verraad ; Den Vluamtcheit Leeuw komt atreefen en trouweloos hem slaat DE WARE TROUW Wie herinnert zich zonder aandoening de dagen die onmid-delijk de oorlogsverklaring van Duitschland aan België volgden ? Wie herinnert zich de laatste plechiige kamerzitting niet voorgezeten door Koning Albrecht en waar België's roem beze-geld werd door de fiere, waardige weigering aan het meineedige Duitschland, dat een oogenblik had durven veronderstelien dat wi] lafhartig genoeg gingen wezen om zonder tegenstand, spijts ons gegeven woord, lien vrijen doorgan? te geven en hen zoo toe te laten Frankrijk in den rug aan te vallen. Wie herinnert zich de indrukwekkende volksbetoogingen niet ? Wij waren in oorlog !.... Ja, dit schrikkelijk, onmenschelijk woord had ons in 't eerate oogenblik terneer geslagen en met benepen hart vroegen wij ons angstig af : wat gaat er van ons, van onze familie, van ons vaderland geworden ? Maar nauwelijks hadden wij ons met eenige klaarheid rekenschap van den benarden toestand gegeven waarin wij buiten onzen wil gebracht werden of eene rilling door-liep onze leden, het bloed jaagde ons door de aderen, onze ver-ontwaardiging kende geene perken. Ons vaderlaad was in gevaar... Leve 't Vaderland I Dit was de eerste kreet die uit onzen hoezem opwelde, toen wij schielijk de lietde tôt ons in nood verkeerend vaderland In ons binnenste voelden ontwaken. En als door eene elektrische strooming vooruit gestuwd doorliep die zelfde gedachte, dit zelfde gevoelen van Noord tôt Zuid, langs stad en dorp en overal weer-klonk het krachtig, geestdriftig, aanwakkerend, opbeurend : Leve België ! Leve de Koning ! Leve de Regeering ! En als blj toover-slag zag men overal den Belgischen Standaard wapperen. In Brussel vooral was geen straat, geen gevel, geene verdieping, geene borst waarop dit zlnnebeeld niet prijkte. Waal en Vlaming, arm en rijk, katholiek, liberaal, socialist en demokraat, allen hadden een en het zelfde kenteeken en dit was de Belgische drlekleur I Daar bleef het niet bij. Bij honderden, bij duizenden zag men onze jongens optrekken met edelmoedige vastberadenheid om als vrijwilliger het leger te gaan vervoegen en aan de grens den over-machtigen vljand te lijve te gaan. En wie zou durven beweren dat op dit oogenblik een enkel stand voor de anderen moest ten onder doen ; dat land en werkman, burger en rijke elkaar in zelfopoffe-rlng niet evenaarden, dat allen met dezelfde zelfverloochening hunne offers aan 't vaderland niet brachten ? Belgisch Volk, op dit oogenblik waart ge schoon, waart ge prachtig, waart ge edel ! Sinds dien zijn er meer dan drie jaar in den kolk der tijden verzwolgen en In de achting der wereld zijt ge steeds gestegen. Wel is waar zijn er eenigen bij wie, eens de eerste vlam der vaderlandsliefde uitgedoofd, het eigenbelang boven het algemeen welzijn werd gesteld en die door allerlei woekermiddelen het volk uitbtiltten en schatten verzamelden.Wel trof men hier en daar nijve-raar* aan die van de omstandiglieden gebruik hebben gemaakt om het loon hun«er werklieden achter te houden om zich op wraakroe-pende wijze te verrijken. Wel vindt men landbouwers wier geweten onder de marken verstikt schijnt, die zich weinig bekommeren om het felt dat hun volk honger lijdt en verkwijnt en die laag genoeg gezonken zijn om de eetwaar waarover zij bescliikken te verbergen te* einde ze niet aan billijke prijzen aan het Voedingskomiteit te moeten leveren en ze aan smokkelaars of Duitsche knechten tegen onnoembare prijzen af te staan. Wel vindt men eindelijk werklieden die al te Iichtzinnig bij ons het werk welgeren en hier of in Duitschland de belangen van den vijand gaan dienen. Laat ons nochtans in al deze gevallen niet te Iichtzinnig oor-deeleii es veroordeelen. Menig nijveraar die slechts een nietigloon aan zijn personeel uitbetaalt inaar zelf zijuen handel door den oorlog heeft zien stilvallen behoudt en verdient natuurlijk al onze achting en zoo worde elk geval in 't bijzonder geoordeeld. Zulks worde eens 't werk onzer regeering die elk loon naar werken zal weten te geven. lets staat vast, 't is dat de afvallige werkbazen, landbouwers en werklieden eene nietige minderheid uitmaken, vergeleken bij de zeven millioen trouw gebleven Belgen die sinds drie jaar met heldenmoed de grootste ontbeeringen doorstaan en ondanks ailes getrouw blijven aan hunnen plicht en bereid zijn tôt het uiterste het vaderland te dienen. En daarom, Belgen, z'jt hij steeds in de achting der we-reld gestegen. Zooals het goud door het vuur gelouterd wordt zoo ook werd het Belgisch volk door het lijden en de ontbering ge-zuiverd. Naarmate het lijden duurt vallen de minst waardigen af ea enkel het puik onzer bevolking zal met opgeheven hoofd de eindzegepraal mogen vieren. Enkel dezen bij wien de liefde voor hun geldbeugel deze van 't vaderland niet heeft vervangen, zullen onze heldhaftige soldaten bij hunnen terugkeer vrij in de oogen moge» zien en zonder blozen mogen zeggen : terwijl gij in de loop-graven uw plicht volbracht, terwijl onze gesneuvelde broeders voor ons hun bloed vergoten, hebben wij gedaan wat wij konnen, heb- , be« wij geleden, hebben wij ontbering doorstaan doch ons gedrag bleef onberispelijk wijl wij voor nlets ter wereld door onze han-delwijze uw werk wilden verljdelen, en wij uwer waardig wilden blijven. Nf 21 DERDE JAARGANG December 1917

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche leeuw: vaderlandsch propagandablad behorende tot de categorie Clandestiene pers. Uitgegeven in S.l. van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes