De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1557 0
19 februari 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 19 Februari. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/m901z4318h/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Ëerste Jaargang N°. 19 Vrijaag 19 yeomafi 191& G Cents DE VLAAMSCHE STEM AIwOEiVlEEIV BELOÎSCH DAGBLÂD Een volk zal niet vergaan! Esndracht maakt mar.hil C— REDACTIEBUREEL: PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. — TEIEFOON No. 9922 Noord. De Vlaamsche Stem verschijnt te Amsterdam elken dag des morgens op vler bladzijden. Abonnementsprys "bu vooruitbetaliug: Voor Ho il and eu lîelgiS per jaar / 12.50 — per kwartaal f 3.50 — per maancl / 1.25. Vocr Kngeland en Frankrijk J'"rj. 27.50 per jaar — Fis. 7.50 per kwartaal — Frs. 2.75 per maand. Hoofdopsteller s Mr. ALBERIK DESWARTE Opstslraad : CYRIEL BUYSSE — RENE DE CLERCQ — Mr. LODEWIJK DOSFEI Mr. JAN EGflEN. — ANDRE DE RIODER Voor ABONXEMENTEN wende rnen zich lot de Adminiatratie vau bel bJad : PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AANKOND1GINGEN wende meii zicli toi de Firma J. H DE BUSSY, ROKIN 60, AMSTERDAM. ADVERTENTIES: 25 Cent 3 per regel Korte Inhoud. le bladzijde. De Psyché van den Vlucliteliug. — Ane de Bidder.• Een Vlaamsch Vorstcubcek. — «7< Demoegt. Kleine liroiiiek. •Bernard Shaw tegen Grey. — F. Wit mans. ge b 1 a d z ij d e. Uit het Vaderland. Het Duitsche» financieele regiem. Tijdingen uit Walcheren. René de Clerccj (1). — Gabriel Opdcbe< 3e bi a dz ij de. De Europeesche Oorlog. De Duitsche blokkade. Telegrammen en Berichteii. 4 e b 1 a d z ij d e. Het - goede recht van België (1). Klaùwaert'. Uit de Karnpen. Boekbeoordeeling. Voor de uitgewekenen. Kunst. Voordrachten. Onze feuilletons en noveSIe ;Y</ DE WOXDERXACHT zvllen we îereerst als feuilleton opnemen eene stut ■nm on:ni mede-opsteller GABRIEL O DEBEEK over het werh van otizen grooi fcpntaircn dichter RE XE DE CLERC ook c'en onzer redacteuren, met talrijke v trd-séls vit zijne bundels. Tfr hebben tevenx'hrt bizonti} erge.noe$ on:en l.ezers aan. te 'kondigerv dut dont de rcrschijning z'al'beginnenvan een verlu ■van den, beroemdst'en van al onze levev IstUrl^HxUuè,,: STIJX STREf'YEfyS I drulcken onzen hartehjken dan le. u it aan■ d (fjoof en schnjver. en. afin den uitgever L. Y een, die ohs de .toest.emviing gegeven. 7i> Un een vcrhaal vit Dor-psgeheimeth*'• o. te r/rnkkcn, dot hect JAXTJEVERDUR Te ven u zidlen ire zooveel mogelijk relu icliap houden met het verlangen van v le:frs, die. ons hebben gevraagd nu en à une, t>orelie te publiceeren, liefst oovlo rertdlinge.it. We weten heel goed dat f deel van dé. la ah, welk-e de ! LAAMSCI. STEM op zich heeft genomen, ook omv, A an onze, leze.es staaltjes van betere joiin liHieke literatuur en van 3 edevlandsehc l ierkundc te hezorgen. JFr. knnnen van nu af de publieatte v etne reeks vertellingen ran de jonge, bega< de ïchrijfster MIES A IE] ITS en van v a/idere sehrijvers inelden. Morr/en 'be.fjinnèn irij de réel-v norell met EEX MAX T'.l -V G CEDES \V1 door Blauwvôet, een onzer meest'■ beken sehrij vers, die zich verpliclit ziet zijn wt met een schiiilnaam te teekenen, daar iiog in Ylaanderen verhljft. I De „Psyches' van den tflocliieliii i. Een vlucliteliug... vroeger was het c "tt'oord... een paar zwarte teekentjes op 1 papier van oud-historische verhaien oî v Siberische draken-roruaus... En nu groe: liet wooi'd tôt werkelijkheid. voor ons, ons... tôt de groote, tragische werkelijkh" van bloed en vlee?ch, genjk hét woord lez zeîf, gelijk de woorden brood en zon... een kiank met diep geluid... Ik heb er vele gezien, van die vluch lingen. Eerst te Antwerpen zelf, waar de verdreveneu van het onversterkt gedee van het land, in groote, zwarte dromnn kwamen schuilen achter de zware wal; van de Scheldestad... De eindelooze stoel van amioe en lijden, van nameioos w van pijn in versleten kleederen en gaper rchoenen, van ellende onder aile vormer Ik liërinner me lioe ik elken dag, van h nabij, in de groote statie van ^xiitwerpi do treinen zag binen loopen, vol, over met d'uizenden verjaagde menschen v "Uen •puderdom, met grove pakken -xagere plunjes, enkele stukken huisraad v/at liniien of een deken, wàt overijld bijei geraapt reisgoed... Op zekeren morgen : ik een dertigtal soldaten en treinwacht dragen in liunne zware, sterkô armen een heel kostbaro vraclit, het freel gewi< van de borelingen uit het moederhuis ^ Haacht, dafc juist gebonibardeenl was, een anderen dag werden al de hospita van het zuiden der provincie ontruimd 't waren heele treinen met zieken die bini stooniden in de wijde halle... eu < anderen dag weer moesten de kloosters > Mecheleu verlaten worden door de nonn waarvan enkelen kreuj^el waren en in i stoelen werden voortge^luwd en die, si] twintig, of dertig jaar, het licht der str niet meer hadden gezien... en een ande: dag nog, waren liet de zinneloozen van < gesticht nabij Antwerpen, die moesten o\ f^ebracht naar de fortenstad... en dan w treinen met yliichtelingen, uit ci pen en steden, weenend, vuisten ballend o met moeë oogen en den gelaten blilc van he vee, dat naar de slachtbank wordt gedreven En dan volgde de val van Antwerpen *ré de grootste vluclit: de reusachtige bevolkin van de Scheldestad zelf en de overgroot th. massa die er voorheen bescherming had ge zocht, die nu tesamen, met honderdduizen den menschen, het pad van de ballingsclia-te- op moesten... Dat groote drama, die ont zaggelijke tragedie, zal ik nooit vergeten die uittocht van duizenden en nog een duizenden krioelende menschen door de vel den, over al de banen en wegen en lang de wegeltjes vau het land en door de bos ■ k. schen, van al de ongelukkigen die achte hunneu gebogen rug, hunne stad reeds zagei branden, met hoogen rossen gloed en me het ontzetbende vuunverk van granaten e] bommen die vlammend open vonkten in de] hemel, die algemeene uittocht van eei — overwonnen volk, bijbelsch grootscli... Da ■waren nog vluchtelingen, de groote massi van de naar Holland uitwijkenden... * * * Maar sedertdien stilde reeds de eerst' pijn, zonk de hevigste wanhoop; aile won 55 den genezen, zelf s de meest bij tende; o] « aile smart- volgt berusting, zelf s op de mees grievende... iiet instinkt van zelî'behoud ii 1_ den mensch is zoo krachtig, dat tegen angs en woede, wanhoop en ontreddering, he p ver weer van zijne energie, de opstand va] zijue redense ring; het zwijgende verzet vai q zijn gelatenheid zich kanten. Het verlan it- g^?1. naar ruat, de behoefte van orde, d eisch van het leven en simpellijk de werke lijkheid van het zijn, dewelke men onder na gaat, en liet latente genot van te bestaan (aj vau liet leveii te proeven op de lippen e] (]e door al de zinnen,' hebben in de vluchtelin yr gen — arm^n. en îi.ikeu — vera. dering ge en braoht... De vluch tende vlnchteling is ge j worden de uitgewekene, bijna een Hol landsch ingezetene reeds, de min of mee ,er in liet lot zich schikkencle, in zijne omge js ving het stellende burger... maar toch vai ■ri_ anderen aard, van andere gezindheid dai die h ij vroeger was... een mensch met eei an 'bijzondere ps3Tchologie... En dus is langzaan 7-s- ge worden eene soort nieuwe ,, psyché": d> en P?yche van den ,, vluchtelin g"... r# Over enkele ,,réfugiés" heeft onze groot ft: Cyriel Buysse geschreven, wrakend... me ,a. schorren, ruwen toon, met bevende veront Sii. waardiging, met bitteren spot... Die woorden mogen hier wel lierliaald : an „Is het waar, wat ik van vele en ver (f. ,,schillende kanten heb hooren beweren, ei de >jWat ik ook wel lierhaaldelijk in vertrouw ,,bare en degelijke Nederlandsche couran e_n ,»ten heb gelezen : dat veel in Holland ge ,,vluchte, welgéstelde Belgen buiteusporig de ,,uitgaven doen iu luxe-restaurants en maga rk ,,zijnen ; dat hun dames zotte prijzen be Jiij ,,talen voor bont en kleeren en juweeleu ,,terwijl de Champagne stroomt aan hui ,,maaltijden, die dagelijksche festijnen zijn ,,en dat diezelfde Belgen, zoo weelderi: 9,,voor zichzelven, niets of weinig over heb , ,,ben, waar het er op aankomt wat te gevei ,,voor de duizenden eu duizenden doodarme ,,uitgeweken of gevluchte mede-landgenoo ,,ten die, evenals zij, de gastvrijheid van he ,,gulle Nederland, dat zich voor lien af en ,,sloofde, genieten? iet hoop, dat het niet waar, of altlian an ,,?t©rk overdreven is ; maar tevens vrees ik de ,,dat het toch wel, in zekere mate, d( ,,waàrheid is." ?id We weten het ook dat er enkelen zijn vai ctl dat slag, die men in kroegen en danskriu :ot gen, speelclubs en restaurants, nachtsocië teiten en variété-schouwburgen ontmoet : d te- ontaarden die nooit liun eigen, povei al egoïsme kunnen vergeten. en zich lot d lté grootheid van den tijd met hunne klein -n> zieltjes en hunne korte ademtjes, niet kun e11 nen verheffen, nocli tôt de pliclit reiken tôl1 die thans op ons aller schouders rust... se, Bravo, Buysse ! Ivlop door, ransel fellei de striem ze di.eper: ,,Champagne! Luxe en thampagne! sel 3,Ik stel me nu voor een tafeltje met uit -11-' ,,geweken, rijke Belgen in een luxe-restau k'ol ,,rant. Mooie, elegante, gedecoletteerde e au ,,gepareerde vrouwen; heeren in rok e en ,,witte das, met de bloem in het knoopsgat en ,,Zij driiiken Champagne!... Ginds verre ;n- ,,in hun geteisterd en geruïneerde land, i ;ag ,,de gruwelijke loopgraven aan de IJser, j ers 3/t bloed en modder, en dorst en honge als ?Jen koude op nàt stroo. Hier is 't warmtt •ht ,,luxe, gezellighéid, lekkcr en overvloedi an ,,eten, Champagne! Zij klinken aan met hu ,,glazen. Waarvoor? Op wat? Op wie? Yoc len J;de helden, die vallen? Yoor "t vaderlanc en ,,dat sterft? Of is 't soms op den konin len „cn de koningin? Op den koning, die strijd :en ,,als een soldaat? Op de koningin, die zorg an ,,en verpleegt, en lijdt als een vrouw? Neer mi, ,,zij drinken Champagne, omdat ze dat altij ol- ,,doen, omdat ze 't /oo in hun dagelijksc îds ,,leven gewend zijn! Hun dagelijksch lever lat ,,dàt is het! Zij hebben niets aan hun g< -en ,,wone levenswwijs veranderd. Zij zijn allee îen ,,maar in een ander land gekomen en da? er- ,,hebben zij hun vaste egoïstische gewoov eer ,t,en, evenals hun kofi'ers en hun kleerei or- ^meegebracht". f Die menschen hebben natuurlijk geen t ,,psyché"... waar zou hun ziel schuilen ?... . op den bodem van hun whisky-solda?... x-f , in de blankette armen van eene deerne?...of y in de romantiek van een liefdesromanceken 3 door Jordaansche Tsiganen gekrabt of door een weggeloopen chansonnier gestameld ?... Dat ras behoort tôt geene na-tie, tôt geen geweten, tôt geene moraal, tôt geene pliclit . Maar er zijn andere vluchtelingen in Holland... die op geheel onverwachte wijze, zich hier hebben gemengd in het leven, hier te lande hunne zeden en gebruiken hebben overgebraclit, gewoonten van hier hebben aanvaard, het hunne gebracht hebben en het andere genomen, die van hun geestes-leven en van hun levensfilosofie ruilen en vrisselen met den aard en de cultuur van hunne Nederlandsehe beschermers, vriendèn en geburen ...die, als vluchteling, spéciale privilegieën hebben, zich ook wel eens bi-zondere rechten hebl>en aangematigd, ook spéciale plichten kennen en een taak op hebben te nemen, eene opdraeht te vervul-len waar ik breedvoerig over handelen zal in een volgend opstel... ANDRÉ DE RIDDER. Een Vlaams Varstenboek. Er moet kpnlen een Vlaams Boek in de aard van liet Albert-Book. Ik mous hem gelnk, hem die er, door zijn brief, de Vlaamsche Stem attent op rnaakte, de eerste, en die er op wees dat de verwezenlijkïng van dat ontwerp l>ost door do Vlaamsche Stem zelf kan bewerkt worden. Hoe het komt dat geen eïikel Vlaming g roepen wer<l om «an het Engels Albert-Book mede te werkèn weet ik niet. Naar mijri" be-scheiden oDrdeel is znlks te Londen enkel door een sameuloop van opgedrongcn, door niemand to voorziene omstandigheden gebeurd. heeft men ginds allerminst de Vlaming willen mis-kennen, maar heeft men hem — doodeenvou-dig vergeten. Waarom? Omdat nu eemuaal het Frans geldt. als zijnde d e taal van ons land: en waar die meening zelfs' in Nederland veelvuldig verspreid sohijnt te wezen, zal ze a fortiori overzee, bij de Engelsen m o e t e n bestaan; deze toch, wanneer ze ons bezoeken komen... of kwamen, vinden ailes in Vlaande-i*en zo verfranst dat- ze wel liet wezen onzer taal kunnen betwijfelen. "Waarom nu de Belgen zelf, welke het Book hebben helpen op-maken. niet op het ergerlik gebrek hebben gewezen dat een Albert-Book, /onder Via arabe medewerking, slechts onvolledig en eenzij-<lig kou wezen — dat verkiezen we aiiet uit te m a ken. Wij wënsen er echter niets geen geringschatting van hunnentwege, noch zelfs geen bijbedoeling in te zien. Wij stellen het op rekening van de oorlog die ieders brein — lioe sterk en geniaal het ook weze — toch 't onderst boven heeft gebracht. AYe begroeten ' dus het Albert-Book als een onvolledig, doch 1 wonderbare hukle aan ons land en aan onze * koning, een boek vol prachtige bladzijden, vol ' diep gevoel, vol echte kunst; een fier, een - lièldhaftig boek, een heerlike daad ten op-i zîchte van een v--rgrui,sd volk en ten opziclite vai een held-kon:ng. Doch onze Vlaamsche Stem moet ook dat b Volk, die Koning horç'i ! Zij mooten ook weten . dat wij heu hnldigen, wij Vlamingen ; dat cok wij fier zijn de onderdanen te wezen van Hem die strijdt met zijn soldaten, met lien in de 5 modderige loopgraven en op de tôt puin ge-» schoten steden zijn leven waagt ter redding : van ons laivJ. Maar. zooals een Uwer mede-werkers sehreef, het boek moet ook gaan tôt i onze engelachtige. tere Koningin. tôt onze moedige, edele, aller Belgen Hèldin-Moeder, die waar 't geluchte beeft van de uiteenspat-terende bommen en granaten, onze geliefde 3 Vorst niet verlaat. en onze j on gen s, onze dappere soldaten bijstaat, helpt en troost. Dat â boek moet. mijns dunkens, heeten: ,.Het 5 Vlaamse Boek onzer Vorsten". Het mag niet geschoeid on het Engels-Frans Book. Het moet eigenaardig Vlaams, volstrekt zelfstan-' dig wezen, als een spontané opborreling uit der Vlamingen liait. Het moet liulde brengeii } aan onze Vorsten, aan ous hele België, aan Vla&nderen, aan dezes taie, aan dezes zingen-de, tans zwijgende torons, aan de^es neerge- - schoten Belforten, aan dezes geteisterde lan- - douwen, aan dezes gevallen helden. aan dezes i heerlike kunstenaars... Het moet een bundel i diclit en proza. en gravures worden; gevloeid uit Vlaamse penne en stift, vooreerst van al wie naam hebben. van wie voor Vlaanderen ' liet hait klopt. en in Nederland, in België. in 1 Kngeland of in Frankrijk toeven, ten slotte, s en vooral. van wie heden nog vol nioed en r leven strijden, ginds aan de boorden van de , Yser — en er morgeu reeds neerliggen kun-rr nen met gebroken liait en voor eeuwig vus-J tend brein. Met moet bewijzen dat Vlaanderen r lia. verstomd te hebben gestaan voor de onge-lioorde selianddaad van een machtzuclitige ' vijand, weer tôt bezinnens is gekomen, weer ^ op'staat en leven wil naar zijn eigen aard en t trant, met zijn eigen ta&l en lied en kunst... k En daar is haast bij... het Albert-Book ligt kant en klaar, voornaam-af: het bestaat, het [1 spreekt. Frans-België spreekt er in. Vlaande-li ren, Vlamingen hoog tijd is het dat uw Boek er ook weze. Dadelijk een commissie tôt stand gebracht, en dan — I\Iet moed de handen uit n de mouwen, het brein eens ter dege opgefrist, r en aan 't werk! Het ,,Vlaamse Boek onzer Vorsten'' moet er komeu ! ' JOH. DEM AEG T. Kleine Kroniek. Een protest. lu De Ylaàmsehe Stem van 1G Februari wordt onder het opschrift ..Onvcrstandigr"' een betoog gegeven over België's houdmg tegenover den Duitschen aanval, waarvan de lioofdstrekking is, dat België niet anders 7;o/i handelen. Daarmede zal zeker ieder welden-kende het eens zijn. Des te nadrukkelijker koni ik op tegen den opzet van het stuk. De schrijver rieht zich met zijn betoog tegen mij, alsof ik afkeurend over België's houding zou hebben geschreven. Hij neemt daartoe een woord willekeurig uit het verbaud, en haait er eene meening uit, die door mij zelfs nooit gekoesterd is. Ik meen zoo iets niet te hebben verdiend; ,,de Belgen", zoo sehreef ik hebben de achting van de geheele wereld gewonnen, in liooge mate die van ons Nederlanders en van aile andere kleine vol ken". Zie, dat is mijne meening, en zeker ook die van do groote meerderheid van ouze land-geuooten. Ik voeg daarbij, dat elk ander volk, dat eenige kraclit, eenigen eerbied voor zich zelf heeft. evenzoo zou handeleu. Het onder-scheid, dat de schrijver hier tusschen België en Nederland maakt, bestaat stellig niet. Overigens lag het niet in mijne bedoeling, over oorlog en staatkunde te schrijven. In het tijdsclirift Het Bock worden bibliotheek-belangen beliandeld: hët -woord oiiverstandig had'.daar betrekking op de handelingen die tôt den Leuvenschen brand aanleiding lieetten te hebben gegeven, en werd gesteld tegenover de schuld die de Duitschers den Belgen tracht-ten aan te wrijven. Ik wil hier nu gaarne aan toevoegen, dat ik zelfs niet geloof, dat eenige handeling van Belgischen kant tôt do ver-branding der bibliotheek geleid lieeft. C. P. BURGER Jr. Elzas wacht en hoopt. — "Wij zouden willen wèten, vroeg men aan een Elzasser, wien het gelukt was, over de Zwitserscho grens te komen, of de Elzassers vertrouw en in de toekomst hebben. — Maar. mijnheer, heel Elzas is zeker van het eindresultaat. In weêrwil van het strenge toezicht, dat op ons wordt uitgeoefend, blijven wij niet onkundig van hetgeen er gebeurt. De innoners worden op de hoogte gehou-den door de dagbladen, die, men weet weet niet hoe, over de grenzen komen, en geheime -\-ereenigingeQi belasten zich met het verspreiden van do goede tijdingen. Wij hebben de proelamaties van Joffre rrekend, even-goed als wij weten, dat, wanneer wij op bevel de vlaggen uitsteken, wij denkbeeldige Duitsche overwinningen ,,befeestelijken". Zoo hebben de lokale bladen in reusachtige letters aan-gekondigd, dat de Turken de Engelschen van het Suez-kanaal hadden verjaagd en te Lodz 165,000 Kussen krijgsgevangen waren genomen, Men meldt ook dikwijls overwinningen aan den den Yser en in Polen. Doch het gezond ver-stand laat ons niet in den steek : .,Dat ailes is heel aardig", zei me onlanas nog een buur-vrouw, .,maar waarom licht men ons nooit in over hetgeen vlakbij ons in de buurt gebeurt?" Want de bevolking weet heel goed, dat men zonder ophouden in de Vogezen vecht. Te Colmar is men slets ongerust. wanneer het kanon zwijgt. Daarna hervat het zijn ernstig lied... En de vreugde neemt toe met het Jawaai, dat het maakt. ..Dat is cen goed tee-ken", zegt men, wanneer het leven der artillerie nadert. ..Ze gaan langzaam, maar zeker vooruit", schrijft men ons zoo juist. Reeds zijn er voorbereidende maatreglen getroffen om de Franschen bij hun aankomst te Straatsburg te ontvangen. De cigenaar van een groot huis heeft aile bloemen van een tuinier voor zijn vensters creplaatst. Ik ken inwoners van Colmar, die dergelijke voorbereidende maatrege-len hebben genomen Dat zij u een bewijs, in welk vast vertrouwen wij leven '. Zonderling toch! Bijkans een halve eeuu lang hebben de Duitschers, ,,massregelnd" eenerzijds en ..liebâgelnd" anderzijds, ge-traclit om de Elzassers. waaronder talïoozen met. specifiek Duitsche namen en vau oer-Germaansche afkômst, voor zich te winnen. en het resultaàt is, dat zij a lien liefst dadelijk weer aan de zegeningen der ..Ivultur'' zouden willen anttrokken worden. Is de dankbaarheid dan de wereld uit ? De Landwehr wil uitrusten l)e Indépendance Belge'' schrijft: ,,Een tiental dagen geleden hadden de militaire autoriteiten aan een grooten J^andwehr-troep de order gegeven om naar den Yser te gaan. De mansehappen hebben kortaf gewei-gerd, deze order op te volgen. bewerend, dat men hun een langen rusttijd te Brussel had beloofd. Een duizendtal dier onAvilligen is ver-oordeeld en opg-esloten in de militaire school. De tentoousche regimenten. die uit Brussel vertrekken ol: or in komen, zijn niet meer zoo hoovaardig als in het begin. Hun marsclien hebben in aile stilte plaats — tronniien en fluiten zijn afgeschaft." Zijn er nu ook al duizenden soldaten, die den toestand niet zoo heel erg rooskleui ig vinden r Dat zou missehien wel het grootste gevaar voor Duitscliland zijn, naast den honger... Zie onze telegrammen en laatsteiegerherichten oo de derde bladzijde. Aan het front. Aan een brief aan mejuffrouw Wiîma Knaap, onze Parijsche correspondente,. van haar broêr Arthur, dio zich in een loopgraaf aan de Bel-gische grens bevindt, ontleenen wij het vol-gende : ,,Een paar dagen geleden ben ik lekker den doocl ontsnapt. Als scliildwaclit keek ik uit de schietgaten. Ik keer me een oogenblik om. l*ailg> pang, pang !Drie kogels achter elksiâr gaan door liet schietgat, rakelings langs mijn ooren. Je ziet, dat ik geluk heb, want indien ik een seconde langer had gekeken, was 't met mij gedaan geweest. Op de begraafplaats, waar wij onze dooden begraven ,is er een graf van een Hollander: H. r. L. 1k geloof zelfs hem indertijd te Amsterdam gekend to hebben, waar hij football met mij speelde. Arme jongen ! Hier gewent nren zich bi/onder gauw aan het denkbeeld van den doiod. Hij is zoo dicht bij ons', overal, dat wij genoodzaakt zijn er over na. te denken, en hoe meer men aan do mogelijkheid van sterven denkt, hoe minder men dit laatste oogenblik vreest. Het is overigens min of meer wat Montaigne in zijn ..Essais" zegt. at nog al akelig is om te zien, dat zijn de verwondingen. Eén van mijn Russische kaiue-raden werd doodelijk gewond (sedert- is hij ge-storven) door een kogel, die zijn hoofd door-boorde. Als je hem liadt hooren brullen, toen men hem braclit!..., Doch spoedig verloor hij zijn bewustzijn, en ik ben er zeker van, dat hij verder niet meer geleden lieeft. Je ziet dus, dat men, wanneer men ernstig gekwetst is, niet lang lijdt ; is men niet ernstig gekwetst, dan telt het lijden niet. Wat het sterven be-treft, moet jij je een )>eetje wénnen aan de ge-dachte, dat het mogelijk is, dat ik niet terug-kom.Maar laat je niet terneêrslaan. Ik kom wel terug ,sterker, mannelijker, meer geliard door de ontberingen, het gevaar, en beter, naa>r ik lioop, dooirlat ik geleden heb. En dan zal het mij mogelijk zijn iets in het jevon uit te rich-ten, in het leven, welks richting ik zie. Ik roel, zusjelief, dat dezen brief onsamen-hangend is. Vergeef het me: ik verlies de gewoonte om te scbrijven, daar ik te veel heb te zeggeii "" Een neutrale getuige, Charles Peterson, een Zweedsch zeeman dio op een stoomboot van de Engelsche W.ilsonlijn was gevangen genomen door de Duitschers en geinterneerd te Hamburg, kwam gisteren te Hull terug. Hij vertelde dat zijn gelukkigste dag in zijn leven was geweest toen hij, vrijge-laten, den Hollandschen grond betrad. Hij beschreef het interneeringskamp te Ruhleben als bestaande uit stallen waarin meer dan 350 mannen moesten slapen. De toestand was er onhoudbaar. Alweder de schending van België's neutraliteit. In ..La Grande Revue" is niemand minder dan Gérard Harry aan het woord: ,.Het gebeurde, dat, in den nacht van 2 op 3 Augustus gewaarschuwd zijnde met betrekking tôt liet Duitsche ultimatum aan België, ik mij 'sochtends begaf naar de Fransche legatie, ahvaar de lieer Klobukowski mij het bestaan van dat verbijsterend dokument be-vestigde en ons, den hee'r Hirsch, dirékteur van do Havas-agentuur, en mij uit het hoofd een résumé daarvan gaf. benevens de essentieele bewoordingen van Belaië's fier antwoord. Toen ik mij geheel alleen bevoml mèt de minister van Frankrijk, veroorloofde ik mij, hem onverwachts te zeggen : — Het Fransche leger zal dus in ons land komen ? — Neen. antwoordde hij zonder aarzeling. Nog niet, althans. — Waarom niet dadelijk. vroeg ik. een weinig bedrommeld. terwijl de Duitschers al aan onze poorten zijn, met de vaste bedoeling om zo open te breken ? — De hulp van Frankrijk. hernam de minister, is al aan België aangeboden gewor-den, dat die echter nog niet heeft aanvaard. Wel nu, Frankrijk eerbiedigt te veel het zoo vrije Belgische volk. dat zoo zijn lot beheerseht, om in zijn land door te dringen, ware het slechts met een enkel bataillon of een enkelen man, zonder daartoe cremachtigd of uitgenoo-diad te zijn. Niet eerder dan den 4den, 's avonds, zéér laat. zei hij me, met. naar het mij voorkwam, een zueht van verlichting : ,,'t Is zoover! De Belgische regeering roept onze t roepen." Waarom had men, ik wil niet zeggen ,,ver-loren", doch laten verloopen aclit-en-veertig kostbare uren, waarvau de indringers zoo ruimschoots partij had kunnen trekken? Ik sta niet voor de bewoordingen in, doclr wel \ oor den geest der volgende uitlegging van den minister van Frankrijk: .— lu de eerste plaats heeft de Belgische regeering op de allerduidelijkste wijze de valsehheid willen aantoonen van de Duitsche verdachtmaking betreffendo de beweorde prio-riteit.van de schending van den Belgischen grond door Frankrijk, door tusschen het Tentoousche initiatief en het Fransche wederwoord een voldoende tijdruimte te laten om die leu-gen voorgoed onv. ederlegbaar te ma ken. Voorts heeft zij willen bewijzen. dat België getrouw is aan zijn verbintenissen en zijn onafhanke-lijkheid waard, door genen na te komen, deze te rerdedigen, spontaan, in weêrwil van aile gevaren, met heur eigen middelen, ware het cxik slechts acjoi* den tijd, noodig tôt het be-toonen van haar souvereiniteit en haar wil." De Duitschers zulleu, als naar gewoonte, wel een getuigenis van een dienstmeid of een slaçhter weten op te diepen om Gérard Harry voor een dienaar der „buitenlandsche leugen-pers" uit te ma ken. Bernard iaw tegen Sir ërey. Men maakt veel gewag in Duitscliland van de idoeën in Engeland verspr»3id door Bernard Shaw om de Engelsche 'houding in den oorlog aan te vallen. Hij richtte een open brief aan Sir Grey, den Engelschen minister van bliitenlandsche za-ken, waarin hij hem aansprakelijk maakt vo;>r den tegenwoordigen oorlog! Natuurlijk trek-len de Duitsche bladen argumenten uit dit sehrijven; anaar hoe zeer kan men de bewoeg-icdenen van Bernard Sliaw tegen h^n zolvo gebruiken! Schrijver valt de autocratische <^n geheime. diplomatie van Engeland aan. mi durft beweren dat .het verdrag van 1831> eveî-do Belgische neutraliteit niet het papier waard was waarop iliet gcschreven werd (:!!), omdat zonder dit Engeland toch aan Duitscliland den oorlog zou verklaard hebUm. voor zijn oorlog-\oeren tegen Frankrijk. Wordt daaroni liet schenden der Belgische neutraliteit door Duitscliland minder een onverdcdigbaren aaiv* smg tegen het volkenirecht ? Bernard Sha.v l*^gaat een onbegrijpelyken flater met te verklaren dat de Engelsohman 'zich met vobrstellen kan <lat een he^ oner va*rt do Engelsche eilauden ooit een pliclit tegenover een vrecmdeling (a mere foreigiier) zou te vervullen liebben. Zulk «en ongerijindo onkieschbeid bewijst al-Ielen <lat er heel weinig geyoel van rechtvaar-(ugheid schijnt te bestaan bij (lengenen die zo begaat. I)e schrijver verklaart echter dat. nadat g'e z»ch geoffei'd heeft om don doortocht yan een voor Engeland vijandig leger te vo:-hindeieu, c'o eer alleen en niet een verdrag, welk ook. Engeland verplicht het nitei'ste. to doen om België bij to stem. Maar spreekt bij zich soi! met tegen r Heeft Engeland aldns'-niet rechtstreeks plichten tegenover door dat dit land door zijn kranig verzet de beteekenis van hit verdrag van 1839 onder de oogen niet alleen van Engehml. ma.p % de gansdhe wereld gebracht heeft? Ôf be3t-„fe dan m d»n geest van Bernard Shaw allecu verphcntingen oit eigen belsng en Jicbbon t.ractnten voor Engeland geen traarde? Het is )ammer dat iemaud die z i " h gaarne m is een voorlichter van een volk uitgeéft. genebirn nit die kunnen dienen als wrdediging vau het eolJectier^ egoïsme der maatschappij. de •«-dachte die juist aan den grond van dezen oorlog ligt. De Duitschers, mef Sbaw's gedachten over te nemen, zien natuurlijk niet. in. hoe ver- erd zij handelen ftgen de isêdelijke belau-gen. der sameuleving. daarmede wij daarentegen heelemaal kunnen, sympa t h iseeren met den Engelschen schrijver is zijn om'oorwaardelijke veroordeeling van hot 1 mpenalisme of de militaire autocratie, ons gelijk of deze een Duitsche, een Engelsche oi' Russische kleur hebben. Dit gruwelijk liegin^el. or-steund op geheime en gerœenè diplomatie, is iets waarttgen geheel de beschaafde. wei^eld een veront waard igcl protest aaaiteekent. en dat nu zoo n aigrijs»?Iijk leecl veroorzaakt heeft, dat m ieder rechtecliapen mensch de overtui-gmg opkomt dat het 'zich zelf voor eeuwier heeft gewurgd. In geschiedkundige 'besChouwingen vraagt Bernard Shaw zich a.l': Hebben wij vergeten dat nadat liet Hunnengevaar (was liet voor-ziclitig dit . gevaar te herinneren in een tijd dat men van moderne Hunnen spreekt ?) hondér-den jaren achter ons lag. Oostenrijk-Hongariio tusschen ons en de Turken stond Hebben wij Sobiesky vergeten, zonder wien wij missehien nu als slaven in Algiers of in Tri]>olis zouden \eiblij\en ? Hebben wij de brave Hessen vergeten, die voor de Engelschen van Marlbo-lough tôt Boui'gonje zoo veel lauweren ver-w ierven ? En hoe zou het met onzen protestant-schen godsdienst in Engeland gesteld zijn, indien niet de^ E-uitsclie Luther op de wereld oe-komen iware? Maar waarom herdenkt Bernard Shaw thans ook niet dat Engeland en Frankrijk een honderdjarigen oorlog gehad heb-l»?n, dat er eens een Wellington tegen een Napoléon stond-, enz? De gesehiedeiiis herhaalt zich .mmers nooit, en wat geeft het. dat het Engelsche protestantisme eene leelijke figuur zou gemaakt hebben, al had het alleen met het Pausdom moeten a f breken wegens de w <i-c-ring oui het liuwelijk van Heudrik \'III ^to verbreken? Iedereen weet dat Duitscliland veel aan Eurojieesehe 'leschaving gegeven lieeft, maar is niet minder met recht, juist daaroni, verwonderd dat ondanks Goethe en Schiller, Leibniz en Kant, Beethoven en Wagner die aan do pool van het schoone en 't goede staan, Duitscliland zich <een isohrikbarenden weg in de andere richting gebaand had, naar liet voorbeeld van Xietszche, Bismarck en Be 111 hardi, Wij wilieu hier geen te heftige I oschuldigingen maken -tegen " liet volk dat zich voor ons vijandig toonde, ten einde deblij-vende verbittering siiet aan le prikkelen. maar wij meenen dat onjuiste en ongec.ronde l^e-schouwingen, geopperd door éen man zooals Bernard Shaw, precies do gisting, die nu iu de gemeederen heerscht, verhoogt. O, de scluii-ver van .,Pygmalion" meent 't zeker zeer goecl, en in iinlere gedachtenuiting van menschen van oprechtheid en eeriijldieid schùilt een deel van waarheid. Ook heet't de Engelsche schrijver H. G. Wells, wereldberoemd door zijn roman ,,When the sleeper awakes" (Wanneer de slaper ont-waakt) het noodig geaclit Bernard Sbaw's gedachten te bestrijden. JOu daar deze. door "de Duitschers ook in België en in Nederland door-gedrongen zijn, hebben wij ze onze lezers even-ceus willen laten beoordeelen. Bernard Shaw is voorzekei* de voornaamste schrijver van lCn-geland , bekend door zijn ironie en zij nen scher-pen opmerkingsgeest, een man zooals Octave Mirbeau of Anatole France, en daarom kou men toch niet verwachten dat hij over den oorloq; /ou schriiven zooals cen gewone En-gelscliman.Mr, F, ^yiïTjBMANS.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes