De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

894 0
20 januari 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 20 Januari. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 18 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/3j39020f3p/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

■ Tweede Jaargartg- fio* 8* Donderdag 20 Januari 1916 5 Cem DE VLAAMSCHE STEM J [en volk zal niet vergasn ! ALGEMEEN BELGISCH DAGBLAD Eendracht maakt macht. ADMINISTRATIE EN REDACTIE: POSTBUS 432, 'S-GRAVENHAGE. Onder Isiding van: Dr. RENE DE GLERCQ en Dr. A. JACOB. ABONNEMENTSPRIJS (bij vooruitbetaling) : Voor Nêderlanrl pcr jaar gld. 6.50 — per kwartaal gîd. 1.75 — pcr roaand gld. 0.75 Voor België, Engeland, Frankrijk en andere Janden dezellde prijzen, met verhooging van verzendingskosten (2i;a cent per nurnmer). ADVERTENTIES : 20 Cent Per regel. I De Beigische Regeering en het Vlaamsche Volk. Herhaaldclijk is er in dit blad op gewezen I dat loyauteit, een verhoudings-begrip zijnde, I niet eenzijdig kan, maar wederkeerig moet I zijn. Het modem begrip der volkssoevereini-I ;eit leidt tôt dezelfde opvatting : de tijd is I voorbij dat de regeeringen buiten I het volk I stonden. Het volk regeert zichzelf : aile macht in I net Staatswezen komt uit de natie, leert ook I onze grondwet. Daaruit volgt dat eene regeering, die lian-I ielt tegen wenseli en belang van het volk, I jphoudt dat volk te vertegenwoordigen en I Je staotsmafcht. usurpeert. Dat verant-I «dbrdelijkheidsbesef schijnt stilaan bij die I van Havre te loor te gaan. ■ Eenerzijds heeft de Regeering het lot I fan België aan ecn overwinning der I Entente gebonden. Bat was ongrond-I wettelijk en deloyaal niet alleen tegenover I ons land, maar ook tegenover Europa, dat I in 't algemeen belang heeft bij de neutrali-I teit van België. Onze internationale verplich-I tingen waren louter defensief. Imperialis- ■ me was ons ontzegd. Daartegenûver hadden wij recht op bij-I stand en was onze onafhankelijltheid ge-I waarborgd. Niet alleen zijn de garandeeren-I de mogendheden te kort gekomen aan Mm ■ pHcht — Duitschland door de sehending van I hot grondgebied, Engeland door nalatig-I heid in de verdediging van ons land, dat toch I het Engelscho optreden motiveerde (?) — I maar ook onze regeering heeft het tractaat I van 1839 geschonden. Zij heeft de Verhou-I :!ing, voorwaarde van onze onàfhankolijk-I lieid, omgekeerd en verbroken door haar I imperialistisch optreden, den bondgoimit-I schappelijken bijstand die zij aan Engsland, I frankrijk en Rusland heeft gegeven. Anderzijds is de houding van de regeering I onverantwoordelijk in haar optreden te-I genover het Vlaamsche volk. Gedurende vijf en tachtig jaar is het I Vliamsche belang aan de Beigische SjaAt6-I jentralisatie opgeofferd geweest. De min-I lerwaardigheid waarin ons volk verkeerde I 'son toch onmogelijk een wenseh van dat I volk zelve heeten te zijn. Kon de Beigische regeering zich verant-I ivoorden met te wijzen op het algemeen I kiesrecht en het parlementaire stelsel ? I Afgezien van de noodzakelijke fouten van I ;lk politiek systeem kan men zich niet be-I ïoepen op de zwakheid van een lang verdrukt I volk om dat volk nog verder te verzwakken. Die opvatting van het parlementarisme I leidt noodzakehjk tôt een kringloop. En I nochtans, onze volksvertegenwoordigers Jieb-I ben geen gebiedend mandaat met verplich-I ts opdracht. Het. is niet hun plicht be-I Btaandeonrechtte bewaren en te voldoen aan I kleingeestige oogenblikkelijke belangen eener ■ minderheid van Eranschgezinden, van eigen I volk vervreemd. Hun plicht is het, naar I beste weten en bedoeling, te handelen met I 'een beter inzicht in het verleden.en de toe-I komst. Dit inzicht kunnen zij zelf alleen I (vinnen in het geestelijke verkeer met de I raeest verlichte .elementen van het volk. I E n is het niet een feit dat sinds zoolang de I Vlaamsche intellectuëelen hebben aange-I drongen op betere voorwaarden voor ons I volksleven, en dat men geen gehoor leende I aan hunne stem ? De Beigische regeeringskringen kunnen dus niet ontsnappen noch aan het verwijt de ware volksbelangen in idealen zin niet te vertegenwoordigen,. noch aan de aanklacht stelselmatig te hebben gehandeld tegen het betere inzicht en de rechtmatige eischen van het Vlaamsche volk. En nog eens, op de onwetendheid omtrent eigen belang van een lang verdrukt volk moet men zich niet be-roepen om dat volk nog verder in minder-waardigheid te houden. In den laatsten tijd hebben onze tegenstre-vers om de beurt het jongste stokpaardje bestegen : dat het de schuld ,der Vlamingen zelf zou zijn indien zij hunne rechten in België niet verkregen. Maar vooraleer specieuze en paradoxale argumenten aan te wenden, onderzoeke men ervan de draagwijdte en uitwerking. Want dan stellen wij de vraag : Hoe komt een volk er' toe zichzelf recht te ontzeggen ? Iedereen zal antwoorden : omdat het mis-leid wordt door de hoogërc standen. Welnu, was het niet de plicht dezer laat-•àte, en inzonderheid der machthebbers, te handelen vclgens't ware en duurzame belang des volks.zelfs tegen, zoonoodig, den tijdelijk verkeerden en afgeweken wenseh des volks, zelfs tegen opgelegd mandaat. volgens den plicht van ruimerc voorlichting. Ons volk is een verwend kind dat men niet verder moet venvennen, maar opvce-den in het bewustzijn van eigen wezen. In dit opzicht ware het misschien beter voor Viaaiideren gerege,erd te worden door een 1 verlicht despoot dan door volksmisleiden-de demagogen. Wat heeft het politieke ge-harrewar in België met het belang van het Vlaamsche volk te maken ? Het Vlaamsche volk vertegenwoordigen kan al leen een Vlaamsche regeering. Want de taal is het hoofdelement dat de volksgemeen-schap tôt natie ineensmeedt. De vraag aldus gesteld zijnde, is het ant-woord noodzakelijk een veroordeeling van het Beigische systeem. Een van beide : ofwel Vlaanderen kan tôt zijn recht en tôt geestelijke zelfstandigheid komen in den Belgischen staat, of wel niet. Wie op het zuiver Vlaamsche standpunt staat, moet België als middel beschouwen ondergeschikt aan Vlaanderen's econonii-sche levensvoorwaarden en geestelijke toe-komst.Wat moeten wij in de toekomst verwach-ten geleerd als wij zijn door het verleden ? Mag de regeering een dubbele inaatstaf gebruiken om hare houding te rechtvaar-digen. Mag zij van den toestand gebruik maken om zonder parlementair toezicht en tegen 's lands belang, verbintenissen aan te gaan met de Entente 2 Mag zij, anderszijds, zich onmondig en onbevoegd verklaren om aan Vlaanderen's belang te denken ? Mag zij hare verklaring uitstellen tôt na den oorlog ? Mag zij ver-wijzen naar het parlement ? Mag zij intus-schen het uitspreken der Vlaamsche wen-schen verbieden, draeonische maatregelen tegenover Vlamingen nemen en oogluikend Franskiljonsehe propaganda beschermen ? Mag zij, in een woord, Vlàanderen aan Frankrijk ten offer brengen ? Mag de regeering den naam onzes konings misbruiken om eigen willekeur den sehijti van rechtmatig gezag te .geven ? Iedere Belg weet toch dat de beslissingen der regeering uitgaan van het ministerie en alleen met den naam des konings, als soeverein gezag, be-krachtigd worden. Geen schilden om uw vorraad te dekken, heeren van Havere ! Of ' is misschien de Vlaamsche. Stem de stem van Uw Belgisch geweten ? De regeering 'drage de voile verantwoor-delijkheid harer houding, wamieer zij eener-zijds beslag legt op de volkssoevereiniteit om Vlaanderen te verkoopen en anderzijds zichzelf onbevoegd verklaard om. Vlaanderen te dienen. Deze tijden, zijn tijden niet van evolutie," maar van revolutie. Uit de omwenteling dezer tijden moet een Vlaamsch Vlaanderen geboren worden Kan de Vlaamsche zaak zich omhoog werken langs lijnen van geleidelijkheid tegen Staatsdruk in ? Alleen een machtsdaad kan het verlo-ren evenwicht in België herstellen. Laat ons hopen dat die niet van onder zal moeten komen ! Dat van hooger hand vrede en recht gesticht, evenwicht en eendracht her-steld worde ! Mr. Dr. L. BRULEZ. Arborum vota sunt. Aïs men de Eransebe schrijvers moet ge-looven, dan is Vlaanderen net zoo rus'.ig en eensgezind als het parterrepubliek van een schouwburgzaal bij de opvoering van een boeiende première. De Vlamingen zitten daar als claqueurs, die bij ieder prachtig ge-baar van het Zuiden uitbundig zijn in een passieve beWondering voor wat zij, vroeger, miskenden. Nu eerst heeft Frankrijk getoond, wat hari het heef : de Beigische regeering heeft haar ziel binnens'e buiten gekeerd ; en de Vlamingen hebben geapplaudiseerd op het aspee van dit nobel spel. Maar wij gelooven hen niet ! Maurice des Ombiaux heeft een bundeltje nitgegeven „La Résistance de la Belg que envahie— vient de parai re ! Hij is zoo ge-lukkig, als inleiding een schrijven van den ministerde Brocqueville.te kunnen afdrukken, waarin deze eene amicale bewondering voor des schrijvers talenten verspilt. Dit. is misschien wat hard gezegd, wailt de hee; Dos Ombiaux schrij t goed. En wie, die_ de eer heeft genoten van een ,,Excellentie" zoo'n vleienden brief te hebben mogen ontvangen, is in staàt, om dien niet te publiceeren ? Er zijn nochtans lieden, die van ministers niet-vleiende brieven ontvangen, en ze, om andere redenen dan van die den heer Des Ombiaux, bewogen hebben wereldkundig mee-nen te moeten maken ! Hij heeft leesbare en lezenswaardige artikelen geschreven, die be-' wondering van ministers afdwingen, omdat hij niet verheelt, wat de eigenlijke roeping van België tôt nog toe was. België's geschiedenis is vergeten, zoo klaagt deze „Franschman," dien wij niet gelooven. Koning Albert en de Brocqueville waren de gastheeren van Duitschers en Franschelaars ; de internationale roeping van het Belgendom — schampere miskenning. van zijn nalio-nalen plicht ! — was de vermenging der ras-sen, waartoe deze beide elementen behooren, tôt voordeel natuurlijk en zege van het we-reldbeschavende latijnsche ideaal. En met naïeve onbeschroomdhcid, in de vaste overtuiging, dat er geene nationale wenschen in België over zijn — er is immers geen getwist meer over taal of ras ; „pas une voix ne discute le devoir belge !" — zegt hij : „Le seule rôle international qu'elle aspirait a jouer, c'était de servir de trait d'union entre la "France et ie pays qui vient de se couvrir d'infamie. Filtrer, pour la France, des énergies plus jeunes, familiariser les Barbares avec la civilisation latine, mission que remplissait VAlsace-Lorraine avant que 1870 eut élevé entre la France et VAllemagne une muraille de fer, tel était le reve de beaucoup d'intelle > tuels belges. De tout temps la Belgique n'avait-elle pas été un carrefour de races, un carrefour d'idées, une terre d'expériences ?" (blz. 19). Zooals opgemerkt : wij gelooven den heer Des Ombiaux niet, en wellicht zijn wij daar-mede wat nader bij de waarheid dan hij en zijn geestelijke vervanten, die wij noemden. Het is inderdaad onaannemelijk. dat de internationale roeping van België de waar-neming zou zijn van een agentuurschap der latijnsche beschaving, hoezeer ook de eenzij-clige opvatting der Beigische regeering in het land, dat zij bestuurt, een noordelijke strook van Frankrijk zieu wil. Des Ombiaux laboreert al heel sterk aan deze zienswijze. Zôô stellen deze heeren dan het neutrali-teitsbeginsel van België. Wij hebben hiervan eene andere opvatting. De internationale roeping van België is niet het lot een door-gangshuia te zijn voor het ,,barbarendom." De Vlamingen bedanken voor deze eer en het is hun een genoegen, om het internationale beginsel van België anders te stellen dan zôô ! De Vlaming wil in België zijn vaderland zien, cl. w. z. de vertegenwoordigster van zijn geschiedenis, zijn cultuur, zijn waardigheid • in het internationaal-verbond der Europee-sche staten. De neutraliteit van België ziet hij anders dan de Fransche en franschge-ziude geschiedschry vqrâ. Hij erkent, dat de Vlamingen Germaneii zijn, zooals de Walen Latijnen. Maar hij ont/cent, dat de roeping van België is ëep doorgàngshuis te zijn voor de Latijnen, zooals de Walen meenen, dat het een doorgàngshuis moet zijn voor de Ger-manen. België's' internationale roeping is niet, de oplossivq.Aer rassen na te streven. Maar België's roeping is aan de wereld het bewijs te leveren, dat de menschelijke beschaving het zoo, ver heeft gebracht, dat zij de mogelijkheicl laat tôt weclerkeerige erken-ning eu waardeering van versehillende Ie-vensbeginselen in één zelfde staatkundig ver-band. "Zooals de pe-sophlijke beschaving gekend wordt door de eerbiediging van an-derer levensbeginsel, zoo wordt de volks-besehaving gekencl door het beginsel van de rechtsgelijkheid der deelen. België is, als geen ander land, een toets-steen der moderne beschaving. Iedere bot-sing der Europeesche cultureele beginselen is een bewijs, dat men van vooruitgang der beschaving niet spreken moet. Iedere tijdc-Jijke progressie wordt^door een plotselinge reaetie vernietigd, waardoor het ZTvaarte-punt der cultureele krachten wordt verlegd. Iedere strijd tusschen de ovenvegende Europeesche elementen is ëen bewijs dat het wezen der slavernij nog niet is afgeschaft. Als België een internationale roeping heeft, dan is het die van regulator te wezen der Europeesche cultuur, omdàt het meest ge-voelige aanrakingspunt der onderscheidene elementen clezer cultuur binnen zijn grondgebied is. Begint nu het latijnsche element in België met het germaansohe te onderdruk-ken, dan doet het schadé aan België's roe-ping.De Vlaming stelt zijn ideaal hooger dan de Waal, zooals dit door de fransche latinisten, zooals het thans weer door Des Ombiaux wordt voorgesteld. Hij richt zijn doel niet op de oplossmg of de vernietiging van eenig cultureel principe,maar op de gelijke erkenning van beide beginselep, waarvan zijn vaderland de vertegenwoordigster is. Dat is de „devoir belge," dien hij eensgezind met zijne Waalsche broeders kan en zal erkennen. Tôt de vervulling van dezen plicht gaan zijne wenschen uit. Wij gelooven niet, dat er in België, zooals de heer Des Ombiaux meent, geen Walen en Vlamingen meer, slechts Belgen zijn, behalve enlcele Vlamingen, „voor wie het behoud der partijen van gisteren een persoonlijk belang is." (p. 197) — omdat er Vlamingen zijn, die juist hun persoonlijk belang op zijdehebben gêzet en wachten op het ééne woord der Beigische regeering. Het is laster —- men leze daarvoor de apologie van René de Glercq in het December-nummer der Dietsché Stemmen ! — dat Van Caiiwelaert, De Swarte, Bui/sse de Vlaamsche Stem verlaten hebben, „wijl zij hen slechts ontvangen had om lien te bedriegen len te compromitteeren" (p. 198) — omdat in-tegendeel de „ Vlaamsche Stem" onaantastbaar is en ontvankelijk voor iedere tegemoetkoming der Beigische regeering mits deze het behoud en de erkenning van Vlaanderen s belang waar-borge.De zware kroon, die de Beigische regeering door de miskenning van dezen eisch zich zelve op het hoofd heeft gedrukt, is er geene, die zonder smart door den Vlaming gevlochten is. De Swarte en de anderen : zij rekenen het ziehzelven tôt oneere, wat een Fransch sclirijver, dien wij niet gelooven, van hen, /vleiend, heeft gezegd. Zij mogen den roi aan-vaarden, waarvoor de echtc Vlaming be-dankt : dien van elaqueur te zijn der Fransche comedianten. Vlaamsche boomen hebben Vlaamschen grond noodig. Hunne Cultuur eisch t dit. > E. VAN VLEMIÏSiCXHOVE. De Vervlaamsching der Hoogeschool van Gent. Nu officieel van Duitsche zijde de ver-vlaamschijig onzer Gentsche Hoogeschool werd aangekondigd, zullen ongetwijfeld daar-toe ook de voorbereidende maatregelen reeds in bewerking zijn. Welke zijn deze ? Gee-nerlei bericht heeft ons terzake nog bereikt. Waar echter het gezaghebbende woord van Jlinister Van der Velde de instenjming onzer Regeering met dé vervlaamsching medebracht, kan er voor den Vlaming, geen gewetensbezwaar meer tegen bestaan, het hun aangeboden recht te aanvaarden. Ja, het lijkt ons var groot belang, dat de fràns-kiljonsche handschoen worde opgeraapt, die ons met de uitdagende verzekering werd tpegeworpen, dat de zaak toch spaak loopen moest. In verband daarmede is de houding van Mr. L. Franck een enkele andere Vlamingen betreurenswaardiger. Welke reden mag den geachten Afgevaardigde voor Antwer-pen hebben bewogen ten tweeden maie, door het teekenen thans van een verzoekschrift aan den Duitschen Gouverneur, om de vervlaamsching op dit oogenblik geen voort-gang te doen vinden, op te komen tegen de verwezenlijking van het door hem zelf zoo krachtdadig voorgestane recht ? Zeker toch voelt hij er geen behoefte toe, om de frans-kiljonsche verdachtmaking bij zijne manne-lijke houding tijdens den val van Antwer-pen door eenigerlei concessie weer te doen vergeten ! Neen ! onzes bedenkens lag cen andere taak op den weg van onzen voorman. Niet de Duitscher kan een zuiver inzicht hebben in de wijze waarop de vervlaamsching tôt stand moet worden gebracht, noch kan hij beoordeclen, in hoeverre de uitvoering, zoodra ze ondervonden wordt, aan de door de Vlamingen te stellen eischen voldoet. . Het is derhalve, voor. het slagen van de vervlaamsching, een levensbelang, dat de Vlamingen zelve toezicht 'daarop eischen. De beste weg lijkt ons daartoe het instel-len van een Vlaamsche Comité, Waartoe niet de bezitter, maar de Vlamingen zelve het initiatief hebben te nemen. Heeft de bezitter inderdaad, zooals hij beweert, het heil van Vlaanderen op het oog, zoo kan hij er niet op tegen hebben, aan zoodanig Comité een recht van toezicht als door ons bedoeld, Wordt, te verleerien. Om een dusdanig initiatief te nemen, daartoe was, dunkt ons, Mr. Franck de aan-gewezen man. Hians zal hij, lieiaas, er wel niet meer voor te vinden zijn. Toch late men deze taak niet aan den vreemdeling over ! »^l — Kern. Op het gebied van het hooger onder-vvijs staan dé Vlamingen in België op eenen voet van volkomen geli.jkheid met de verdrukte Polen van Rusland. Prof. Dr. PAUL FREDEEICQ. Roskam. Belgi'3 en ,,België,^ Misschien is een enkele van onze lezers verwonderd geweest, dat wij als ,,kern in ons jongste nummer de kras.se woorden, door Augus'o Vermeylen in zijne KriiieJc der Vlaamsche Beweginy gepubiiceerd, konden overnemen. Aan de woorden ,,In deti grond zijn de flamingantén volstrekt niet Belgisch gezind" en ;,België laat hen koud" heeft zeer terecht diegene aanstoot genomen, die er uit opmaakt, dat wij van géén België meer zouden willen weten. We zijn en blijven Belgen. Den „Belg" echter en „België" zullen wij tôt den dood toe bestrijden. De staat België toch bestaat, als iedere staat uit 1°. eene bevolking, die 2°. een be-paald grondgebied bewoont en 3°. door een be-paalde overheid wordt geregeerd. Dit België nu hebben, niet Vermeylen, ook wij onzen staat gezworen : nooit ofte nimmer wenschen wij het terug te zien. Waar wij echter, thans meer dan ooit, recht op hebben, is op het verkrijgen van ons Beigische grondgebied, waarop echter onze Beigische bevolking door een andere dan die bepaalde overheid wordt geregeerd, die nu meer dan 85 jaren lang de grootste helft 1 dezer bevolking heeffc onderdrukt. Wij hebben nooit een ander dan het eerst-genoemde België gekend. Zij, welke daarvan de overheid vormden, die er cen der samen-stellende deelen van was, béschouwden zich als Belgen bij uitnemendheid.Zjj zijn de „Belgen." Hijmans is hun typisch vertegen-woordiger. Zij wenschen het volh dienstbaar te maken aan den door hen belichaamden Staat. Wy echter ziin Belgen zonder meer ; wij eischen een overheid, die zichzelve dienstbaar maakt aan het , het Belgisch grondgebied bewonende volk. En eenmaal (och, zij het spoedig !) hopen ook wij den kreet aan te heffen : La Belgique " est morte, vive la Belgique ! ,,Belgisch '' toekomst-ideaal. Dé ,,Belgen" uit Londen, tôt wier heil-looze Jcaste wij trotsch zij a niot te behooren, wenschen niet alleen zich thans bij de Entente aan te sluiten, en daardoor te kennen ie geven, dat zij niet langer strijden voor de goede zaak, van het herstel der <jeschonden neutraliteit, maar zij beoogen, ook na het sluiten van den vrede, aan de zijde van onzen oér-vijand Frankrijk den oorlog op œcono-misch gebied voort te zetten. ,,Krachtens de bekentenis van velen onzer staathuishoudkundigen," zegt in het nr. van 15 dezer der Indépendance belge paraissant à Londres, Edouard Traus:" is het Toll-vereîn (sic) der Geallieerden onontbeerlijk, indien wij er op uit zijn (daar zijn de ,,Belgen" dus bij ingegrepen) om den œconomischen oorlog van morgen te winnen." Of het volk bij zoo'n nieuwen oorlog ge-baat zou zijn ? Wat vragen daar onze hui-dige ,,staats"-mannen naar ? Als het maar dienstig voor de macht van Mm staat is ! Meer-dan-welwillende neutraliteit. Tegen het belang van het volk in éénzelfde blok te vormen met de landen der Entente, dat is op œconomisch gebied de wenseh van die kringen» waarùit tôt nu toe steeds onze regeerders gesproten zijn. Tegen het belang van het volk in is op geestelijk, op cultureel gebied hun wenseh geheel identiek. De neutraliteit — die, ui-terlijk, haren grond in militaire, maarinner-lijk geheel in cultureele oorzaken vindt —' is echter zoozeer met heel het wezen van den Belgischen staat saamgeweven, dat slechts de grootste schreeuwers van een volstrekte afschaffing daarvan kunnen droomen. Thans echter denkt men er aan . . . Belgiè als neutrale staat deel te doen uitmakenvanhet Eniente-verbowl / Wij signaleerden geruimen tijd geleden deze opvatting bij de ,,Métropole." In de ,indépendance" huldigt haar do. 15 dezer de heer Jean Bary (= oudtijds Pierre Hodrenge). ,,Het beginsel der neutraliteit, zoo zegt hij, moet niet beschouwd worden dan met betrekking tôt de algemeene politiek der Zeven Staten na den oorlog." ,.Dit is nog wat anders niet waar, dan de welwillende neutraliteit". der Grieksche Regeering. Een polemiek van ,,L'Echo Belge". ' „L'Echo Belge" polemiseert met „Het Vaderland." Heel ingewikkeld is de kwestie niet : het Vaderland heeft over taalkwestie geschreven en dat vindt de „Echo Belge" verkeerd, aller ver keerdst !" Als hoogste argument voert het Fransche blad aan . . . dat er geen taalkwestie is. Iedereen in Vlaanderen(.is content! Hoogstens kan er sprake zijn, meent het krantje, van „un quarteron d'individus, sans autorité" die ,,un tintamare de fer blanc" maken. .Enfin, l'Echo gelooft niet in het bestaan der Vlaamsche Beweging. L'argument est fort t „Des noms!" roept het blad je, geef mij> namen ! Wij willen aan onzen konfrater die voldoe-ning niet weigeren en willen hem gaarne bij -staan in zijn polemiek tegen het Haagsche ,,Vaderland." Wij ontvingen juist uit Vlaanderen het bericht dat een groep Antwerpsche .Flamingantén binnen koro aan onze leider Dr. René de Clercq een E e r e album zal aanbieden waarin de lijst van de Vlamingen die hem, naar aanleiding van zijn ontslag huldigen. Reeds stroomden op minder dan, acht dagen meer dan honderden en nog hon-derden handteekeningen toe. Wij teekenen liier eenige der bijzonderste namen op. Léo Augusteijns volksvertegenwoordiger \ Dr. A. Hendriks volkvertegenwoordiger ; E. Roes, bijgevoegd senator en rechter ; F. Ii euvelman-s oud - volksvertegenwoordiger, thans voorzitter der rechtbank te Antwerpen; de provinciale raadsheeren Paul Billiet, Adolf Dumont, Karel Goverts ; gcmeenteraads-lid J. Nolf ; de letterkundigen Alf. de Cock lid der koninklijkc Vlaamsche academie ; Emm. de Bom ; Pol de Mont ; Rafaël Ver-hulst Hubert M élis ; Lode Backelmans ; Willem Gijssels : Eug. de Bock : Martin Rudelsh'eim ; T. M. Braus ; Victor de Meyere ; Victor Resseler . Hector Halsband ; G. M. P. Roose ; Lode Monteijne ; Remy de Roeck ; Mevr. Maria Verhuyck ; Neel Doff ; Amelie Linnig enz. enz. toondichters Jef van Hoof; ! J. J. van Beers ; Joris de Bom Dr. Borms ; Dr. Jacob ; Dr. Jan Denucé, conservateur | van het Plantijn Muséum ; Dr. J. Houbeu ; Dr. Putman ; de geneesheeren Dr. A. Clans ; Dr. Verhaert ; Dr. J. de Bom ; Dr. S charnel- ' hout ; Dr. A. Picard ; Dr. Eug. de Kock ; bouwmeester Henri Delvaux ; ingenieur L. F. de Rooy ; adv. J ef van den Broeck ; verder cen groot getal leeraars, onderwijzers, school-hoofden, staatsambtenaars enz. enz. te tal-rijk om op te sommen» il

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes