De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1134 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 12 April. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 19 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/0r9m32p59v/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Berste Jaargang Pi°. 7Q Waandag 13 AprU 1915" S Cents | DE VLMMSCHE STEM ^LGBMEEN BELGISCH DAGBLAD [en volk zal niet vergaan! Eendracht maakt machtl redactiebureeli PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. - TELEFOON Ho. 9922 Noord. 0g Vlaamsche Stem versohijnt te Amsterdam elken dag des morgens DP vier bladzijden. Abonnementsprys bij vooruitbetaling t Voor Holland eu BelgiiS per jaar / 12.50 — per kwartaal /3.50 — per ïnaancl f 1.25, Vocr Engeland en Fraukryk Ers. 27.50 per jaar — Ers. 7.50 per twartaal — Frs. 2.75 per manuel. Hoofdopsteller : Mr. ALBERIK DESWARTE Opstetraad : CYRIEL BUYSSE - RENE DE CLERCQ Mr. JAN EGGEH, - ANDRE DE RIDDER Voor ABONNEMENTEN wende me» zich tôt île Adminiatratie van bet blad: PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AAXKONDIGINGEN vende mea ticb toi dé Administrai van de VLAAMSCHE STEM, Paleisstraat 31, Amsterdam. .A DVERTENTIES : 20 Cents per regel. Korte inhoud. b 1 a d a ijd e: aaschindrukken. — Joli. Dcmaegt, ;ieine .Kroniek. Dder Ons. — Edward Peeters. nderscheid maken. — F. vm Ostayen. b 1 a cl z ij d e: it het Vaderland. rie-veu uit Brussel. i de rluchtelingenkampen. bUdzij de: e Europeesche Oorlog. rieven uit Parijs. — Wilm.a Knaap. ;gerorde van Joffre. bla d z ij d e: cordrachten en feesteu. oor'de Uitgewekenen. i de kampen. oning Albert's verjaardag. aaschindrukken. [ogen we nu ook van iets anders spreken van oorlog of van Vlaamse kwestie. Dank u ! e Nederlander houdt er dri© Paasda-op lia. Pasen drie is voorbij: U hadt niet. nodig orn dat te weten. Zeker. Il we bedoeldcn dat nu de tijd gekomen n de inventaris op te stellen van de indien der laatste tien dagen. erst kwara de ,, Stille week"... Week sonne, vol lenteleut. ?t Was of we nog t te voren gezien hadden een in jonge î herlevende natuur, nocli heerlike ver-vol kleurige. Idaarten ; of we nog nooit reeld werden door zoete lucht, vol belof-nog nooit hadden zien rijzen, in- blau-hemel, de plezierige zonne. Na zoveel 1 rige-maaiiden, na zoveel rouw, na over j land zo'n reusachtig zwaar eu zwart , :leed te' hebben ziçh spreiden dachten lan geen lente .meer. Deze zou nimmer-•'komen; Jt woord zelf was zinleeg.^e-len ; we.wisten niet meer ,dat jong le-jonge geuren, jonge bloemen, die rording in voile kracht, alsof niets ge- | dé ohder de mensen, wij konden be-n. Deze trage, droeve, sombere, be-:te wihter, deze sneeuwende, oorlogen-bommenspuwende, deze driftige, le-Winter toen aile passies bot vierden, eu ons éeuwig !... Och ! daar vergaten dat het wisselen der- jaargetijden geen iig lieeft gebracht, dat ook de lente rode, druppende bloedlente worden zal. waarachtig, we vergaten liet ten enen-i toen we, verleden week, met een lan-ivandelstoet van Belgigse kinderen en !" ouders dopr Walcheren gingen, van delburg uit naar Veere, naar Gapinge, Xieuwland, naar Arnemuiden... Als wifcte, wollige deken, waarop de zonne knusies had neergevleid, zo lag de i op Veere. Redits en links simpele jes, met veelkleurige luikjes en deur-smalle weegjes als grillige lintjes, jes wegzilverend door eindeloze, ke velden, spitse torentjes van kleine jes, scheepjes glijdenci tussen hoge> P© dijken — ailes popperig, Holland in latuur, met er boven uit zwa-aiende enarmen van molens. Miilen vrede... zou het toen. geweest zîjn langs de le, witte banen van Vlaan'deren? Lag ' ook de zonne zicli verîctîeuîeren op ten.vol peis?... Af en toe rolde uit de 5 een rommelende donaer ten antwoord ïoch stapten we opgemonterd voort, 'urfden van liet bottende, zwellende le-tegenieten, 't En kon niet anders. Nu dan Heven kinderen een marscliiiedje ..t. En sloeg «chter niet in. Plots lag njze, gestorven Veere voor ons. De '' j°gge kerk stond als een gtauw ^ier-, zicli te koesteren in de zonne. I r monstergebouw met stomptoren, 6r geuren, zonder vensEers. Stilte tôt of steen tôt stilte geworden 1 Beide ! ^erk stond daar leeg5 vuïï. Enkele sol-n zijn er tijdelijk ingekwartierd. cûter een vervallen, afschilferende muur " Vier snoezigè boerinnetjes, — rode ,°°ntjes in witte pijpmutsjes — aard--en te'schillen. Onze kinderen mochten *anwege de korporaal voetballen en op turnen. De stille gewelven daver-,Van kindergejoel en kinderpret. De zil-niiïietjes schudden de muren wakker ^e weerkaatsten hun gillende kreetjes. .. !ssen droomden we van iugestorte groot-',,We ^aebten aan 't verbrande Leuven, ^erminkte Yperen... 0! die oude, ejienze nooit volprezen Yperse hallen ! j,gen .ginds neer, meer verwoest, meer vernield in enkele uren, dan deze ; v°rden kerk voor welker treurige, ver-j. Pracht men wenen zou. Docli hier !, .^a ceuwen groots bestaan, de tijd eiligdom helpen slopen... tôt, onder n» er ook de oorlogswoede dol en ?Yer" en doorheen ging. We trokken v,lnnen* Deze dag lag de voormaldg ^ e naven ,,doder" dan ooit... Geen i' '^een klank. De Stille Week weegde la straten dubbel zwaar. Van Umpveers* toren, overblijfsel van vestingen langs het Veeregat, konden we Noord-Beveland zien liggen in kalmte en zonneweeldej de Roompot zien wegdeinen, zoet-golvend, tôt in de Noordzee, Walche-rens duinen zien opheuvelen, als bruine keggen in blauwe horizon gedreven. Doch om ons, op het torenplat, aan de torenvoet, langs de haven, in de duinen : overal sol-daten, Jeeg slenterend of op wacht staande, onverschillig, verveeld, in hun strooien schilderhuisj.es. In de verte, een zwarte massa, traagglijdend, somber dreigement: een wakend oorlogsschip... En verder nog, veel verder plots opsprietende, snelstijgen-de, grauAve wolkjes d.ie uiteenspetterden, nijdig en gram, we weten niet waar noch waarover.... Met Goede Vrijdag ging onze tocht naar Arnemuiden, het eigenaardige, op zich-zelf levende, ietwat armoedige vissersdorj^je, vroeger een aanzienlike stad. Goede Vrijdag wordt in Nederland aïs Zondag gevi'erd. Weer dreef de zonne in wolkeloos-dïepe he-mel. De Zondagsstilte golfde over de wei-den, over de tuintjes met de gele paas-lelies, door de grauwe, bottende bomen, over het aangeslibde kanaal, daalde neer, achter ons, langs Middelburgs hoge, witte toren, en voor ons op het rustende Arnemuiden. In de- ,,pastorie" logeren Belgen. Da-delik stonden in de pastorie-tuin tafels klaar waarop kopjes koffie dampten. Toen de kinderen, op het kerkplein, het Wi'lhel-mus en het Naar Wijd en Zijd inzetten, kwam uit al de huisjes, uit al de straatjes, slopjes en steegjes de witgekapte en zwaar-gekloefde jeugd bij wassende bosjes aan. Ze kwamen gretig luisteren naar hun kleine Belgiese broertjes en zusjes, die zo ,,aordig Floms" zingen... Na Goede Vrijdag kriekte Stille Zater-dag, stemmig, grauw, bewolkt, beneveld, triestig... En Pasèn kwam. Pasen, dag van licht uit donkerte, van leven uit dood, dag van hervorming, van verrijzenisse. De wolken van Stille Zaterdag waren heen. De klok-ken zongen, klonken in de straten, drongen in de huizen en in de harten. De mensen togen op hun ,,paasbeste" in lange reken naar de kerken en hieven er saam hun zege-psalmen aan. In lange reken borrelden ze weer de kerken uit... en 't werd weer stil de hele dag. Deze Zondag was voor de Ne-derlanders dubbel ,,de" rustdag: straten en huizen rustten mee. België. arm België. droef België, hebfc ook Gij Pasen gevierd? Waren uw klokken uit Rome weergekeerd. Hebben ze geklon-ken ? Hebben uw orgels ger.uist ? Hebben uw kinderen ook hun ,,paasbeste" aange-trokken, en zijn ze gaan zingen in de kerken?... Uw kinderen bukken 't hoofd. Dui-zenden uwer jeugdigste, uwer sterkste, uwer flinkste werden vermoord en slapen in uw schoot of in vreemde grond; duiz^nden staan ginder aan de boord van de Yser te wachten tôt de dood ze haalt — of de dag der verlossing komt... België, droef België, Pasen is nog niet voor u gekomen. Maar komen zal hij ! En dan, dan zingen uw or-gels, dan luiden uw vlaggen, dan schallen uw steden, dan trillen uw graven ! * .* . Gistereii, op Paasdag twee, gingen, en heden, op Paasdag drie, gaan 's avonds lichtjes door de stad ; een oud-heidens ge-bruik bleef hier bewaard: kinderen hebben ,,Paasvuren" ontstoken, kleine fakkels, pa-pieren lampjes dragen ze processie-gewijs rond en zingend gaan ze: ,,011andse-jonges waar moete wie naar toe? Wie moete naor Brussel toe! Wie weten et zo lange ! En wie roepen Vivat Oranje!'* Zo hebben ze er 1830 bijgeflapt! Door de nauwe steegjes, langs de donkere singels gaan ze als geheimzinnige kabouterkens, terwijl hun lichtjes als sterrekens door de struiken wândelen of weerkaatsen in 't rim-pelend walwater. Bij 't scheiden heet het: ,, Adieu ! wie moete, Elkander groete ! Adieu! Vaarwel!', Mijn België! Droef België! Gij hebt geen Paaslichtjes ontstoken. Uw huizen, uw steden zijn reu6achtige fakkels geweest voor wekën, en zullen 't misschien nog worden. Boven uw daken hebben ^lammen opgesla-gen bij 6ombere dagen. bij somberder nach-ten. Langs uw zuidelike einders ontbra-n-den granaten en bommen... Uw jonge boe-ren en boerinnen dansen niet meer... Uw jonge boeren liggen neergesabeld in de grond die ze bebouwden of ploegen met degen en kanon... Uw rouwend^ boerinnetjes treuren om hun linkse, harteîîk gelief- j de boerkens die sedert zo lang heengingen eu nu staan aan de andere kant der bran-dende, ontploffende, bloedende doocflijn: daar moeten de stoere kerels over heen om naar hun meisjes terug te gaan... Docli de dag- van Pasen zal komen, mijn België, en uw boeren en boerinnen zullen weer lente hebben en zullen dansen... O neen ! 0 neen !... Wel zal 't Paasfeest komen, ook Pasen twee met zijn vreugdelichtjes... doch Pasen drie, met zijn dansende kermissen, o mijn droeve, zwijgende België, wie durft er aan te denken 1 JOII. DEMAEGT. Kleine Kroniek. Het huwelijksjaar van den Koning. Eene beklagenswaardige lezeres heeft I het al ,,laster( ! ! !) aanschouwd dat we in' ons Albe:*t-nummer hebben gedrukt — in V de levensschets van den Koning — dat 0 onze keldhaftige Vorst in 't huwelijk is ^ getreden in 1910 en verder dat zijn eerste zoon is geboren in 1901, zijn laatste kind n in 1908. Indien we hier niet te doen had- J den met een moedwdllige idioot, zoii 't s< haar ten duidelijkste gebleken zijn dat ons alleen een drukfout ten laste kan ge- n legd worden en dat de koning niet in ^ 1910, ma.ar in 1900 huwde. Men moet, geen heel nobele ziel hebben, om menschen v die met een liulde, zooal ons Albert- z rummer, met den strengsten eerbied, de t< vroomate bewondei ?ng en de algehceMe v liefde, den grooten Vorst van ons aller- . dierbaarst vaderland, hebben willen vie* ren, te vérdenken van ,,laster", en daar kleinzielig bij te voegen: ,,Ik durf te ver- ^ ze'keren, dat wij Nederlanders, van onze j1 geliefde Koningin nooit zulke laster zou- t den durven uiten". Ons verontschuldigen- de voor de drukfeil, kunnen we hier niet a anders dan haar van onze lut-tele achting" te v verzekeren n Een Duitsch oordeet over Parijs. Sapristi 1 wat een verrassing! De ,,Vos- d sische Zeitung", die anders nogal aan Kul- g turwollust laborcert, schrijft : ..^Een kan het leven te Parijs niet gadeslaân n zonder er de gevolgtrekking uit te maken, dàfc a de arbeid er op een bewonderenswaardige wjj^e wordt voortgezet, dat de menschen er koellioof- s" dig en kalm zijn gebleven, en dat "vvat er ^ lieel verdwenen is, een luchthartig leven 3, waarachter zicli do kiemen. van degelijke deug- v den verborgen. Hoo gaarne zou den wij he^ v zelfde willen zeggen van Berlijn, waar, helaès ! ^ de wuftheid en de volslagêh ïorgeloosheid de ^ heerschende factoren van het dagelijksch be- r staan schijnen te zijn". Het klinkt ongelooflijk van onpartijdigheid en waarheidsliefde. Zou het daghen in het Oo6ten van den Rijn? Welken ibeweeggrond n heeft de ,,Vossische" tocli om een veer op den 1< hoed van den Parijzenaar en een brandnetel op het zitvlak van den Berlijner te steken F E Het is wederom Goethe, die er antwoord op n geeft : k So hat daran der Wankelmut o: Oewis mehr Anteil als die Tugend. °] n Waar tfe Duitschers het eerst het offensief zullen hervatten? t< Hilaire Belloc geeft in ,,Land and Water" ^ als volgt antwoordt op die vraag ; ^ ,.De vijand weet, dat als hij te veel tijd laat- verloopen, hij in liet Oosteu aangevallen zal a worden door talrijker krachten dan de zijnen en vs aartegen hij meent niet met welslagen te b kunnen vechten ; zijn gansche theorie over den ^ oorlog berust inderdaad op de grootere ge- V( talsterkte. Hij heeft die nog, maar hij weet, v dat het niet voor langen tijd is. Bijgevolg moet k hij zoo spoedig mogelijk vecliten. ,,In het westen, daarentegen kan hij hopen, w dat over ongeveer zes weken het weer droger k, wordt en hem op die wijze een betere kans van jy aangevallen sehenkt, en dit is in het bijzonder u het geval, dat zicli kan voordoen op de front- punten, die het verst van de zee liggen. z< ,,Is Tiet noodig te zeggen, dat liet welsla- v: gen of de mislukking van hun nieuw offensief vi voor de Duitschers eene quaestie van leven en o' dood is? Ingeval van mislukking zal de toe- se stand zoo zijn, dat het einde van den oorlog a: nadert". Aleen. begrijpen wij niet goed, waarom de Duitschers hun groot nieuw offensief zoo lang hebben opgeschort en nog opschorten. Enfin, jj. de naaste toekomst zal er wel een beslissend bescheid op geven. ^ Maximilian Harden contra Enver Pasja. ^ Aan een particulier telegram uit Londen, G aan ,.Le Journal'5 ontleenen wij het volgende: >> 3,Het laatste slaclitoffer van Maximilian i® Harden is Enver Pasja, tôt wien de polemist P' vinnige opmerkingen in ,,Die Zukunft" riclit. ai ,,Eenigen onder onsu, zegt hij, ,,hebben En- V( ver Pasja gehuldigd, als ware hij een mytholo- gische halfgod. Deze man is ongetwijfeld be- er giftigd met een zekeren lichamelijken moed. "te Maar wat heeft hij gedaan? Niets, tenzij zijn V( lnd naar den rand des afgronds brengen. Hij P' volhart nu in een soort van guérilla, die nocli v< den Tnrken noch den Duitschers dienstig is, v£ doch die de gevoeligheden van Italië kwetst. ^ Het zou erger dan waanzin zijn, te trachten X1. het Duitsche volk te hypnotiseeren tôt het ge- P loof, dat wij op eenigerlei wijze voordeel t-rek-ken uit den door Turkije voortgezetten ver-geefschen strijd. Dit gedeelte der campagne belooft ons noch roem noch veiligheid". Alors Maximilien Harden a mis Enver Pacha ,, à l'envers, pas oa! \ Hoor eens, wij hebben voor den oorlog Har- den dikwijls hoôren roemen als een ,,kraan", \/c als iemand, die de waarheid aandurft, het zj impérialisme bestreed, enz. enz. Het blijkt ech- r/j ter lioe langer zoo meer, dat hij is wat men ' in de omgangstaal ,,een groote ploert" pleegt te noemen. Uit den aard der zaak sympatlii- V£ seeren wij niet met Enver Pasja, doch waar juist Dnitschland zèlf hem heeft verleid om Turkije in den oorlog te-mengen en 'deze me- Cï dewerking der Allalimannen den Aliemannen toch wel eenigszins, lioe weinig ook, van nut is * geweest, vinden wij de imprecatie van Harden 0 niet om te harden. Het trappen van doode leeuwen is overigens het werk van hyena's, Q jakhalzen eu ezels. Een ezel is Harden niet. • m. sa Een Duitsch oordeel over laaidgenootelijke kamerstrategen. In het ,,Berliner Tageblatt'» trekt Teodoi rolff zijn landgenooten als volgt aan dt n'en ; ,,In talrijke kringen heeft men dikwijls oj ivalingen berustende meeniugen over den toe ;and geuit. Men heeft zich tevredeu gestek iet te praten over ,,liet hnurlingen-leger de: ngelschen", over ,,het snel uitgejîutte Fran rhe élan ' of over ,,de Rnssisclie verrotting" •,Op die manier worden de ontzaggelijk< loeilijkheden, die onze troepen hebben moe m en nog moeten overwinnen, aan café ifeltjes veel te licht geschat". Dat deze Wol.ff z.icli, ter verhoeding vai ?-rdere misvattingen en brooddronkenheic jner landgenooten, zich- rechtstrceks richtt< )t zijn naamgenoot, den anderen AVolff, diei .m de officieuze telegramofoon. De Duitsche exodus uit Constantinopel, Uit Sofia is aan ./Le Journal" geseind : ..Bijna aile families van Duitsche officieren ie op het oogenblik in Turkschen dienst zijn ebben Constantinopel verlaten om in Berïijr îrug te' keeren. .,Deze exodus heeft sinds eenige dagen d« Fmetingen van een vlucht gonomen, en de an Turkije koraende treinen zijn overvol var 'iuitschers, die hun kostbaarste bezittingen teêvoeren. ..Zoo zijn gisteren, 30 Ma art. de faniilie-den van den Duitscheu généra al Boucke or b vrouw van den partikulieren secretaris var eneraal Liman von Sanders Sofia gepasseerd ,,Men weet, dat de familie van genei-aal Li-Lan een paar weken geleden in Dnitschland i; an gekomen". Wij vermoedeu, dat ettelijke dier uit Con-^antinopel vluchtende Duitschers niet veel zir ebben om naar hun hongerlijdende Heimat îrug. te keeren en in neutrale landen hun riendelijk en beminnelijk aanschijn zuller prtoonen. Dat kan — men denko slechte aar s onbeschaàmde act-ie der in de Yereenigd* taten verblijf lioudende Duitschere — nieuwe srwikkelingen doen ontstaan. Surveillance over internationaal vervoer. In ,,Le Cheminot", het orgaan van de Alge-leene Vereéniging van het Spoorwegpersoneel. zen wij : ,,In den verschrikkelijken strijd tegen de oches is de blokkadé van hun land een dei lachtigste middelen, die wij te onzer beschik-ing hebben, en het zou een plichtverzaking îzerzijds zijn, niet te wijzen op verdachte îeraties, wélke wij, spoorwegarbeiders, kun-en constateeren. ,,Het voegt onze administratie, te waken igen het geschachel van hun havens met de rensstations en de stations van neutrale lan-sn, en zich te bekommeren om de werkelijke ?stemmingen der goederen, waarvoor sinds hôt ?.gin der vijandelijkheden een strooming van monnaal verkeer geconstateerd is geworden. ,,Wij zijn overtuigd, dat. in het algemeen een simelijke, doch werkdadige en gestrenge con-'ôle zou moeten worden uitgeoefend op aile irvoer, dat thans wordt bewërkstelligd in naam m huizen van internationale transporten, wel-?r relaties met de Boches vaststâan. ,,In weerwil van de vermindering onzei erkkrachten zou onze administratie in de iders der inspecteurs of der contrôleurs wel enschen vinden om te waken tegen de handel-ijzen, waarop wij wijzen." Dat is, vinden wij, goed gezien. In elk land, >o een oorlogvoerend als, met nog meer reden m bestaan. een neutraal, zijn er menschen te ndén, die Duitschgezind zijn uit mercantiele -erwegingen. Bij hoopen lonken zij den Duit-:hei's toe. Welja. wat doen en laten sonunige irdsche wezens al niet om de centen ! . . . . De moraliteit van generaal Von Moltke. In de ,.Revue des Deux Mondes"- schrijft iron Beyens: ,,Wât de moraliteit van generaali Von oltke, den gewichtigsten persoon der mili-iire wereld, betreft, eenige regels uit een srslag dd. 6 Mei 1913 van den lieer Jules imbon volstaan om er een idee van te geven. Men moet", heeft de generaal Von Moltke een Duitsch milieu gezegd, ,,de gemeen-aatsen over de verantwoordelijklieid van den mrander ter zijde leggen. Wij moeten onzen lornaamsten tegenstander wa,arschuwen, zoo-a er negen op tien kan Sen van oorlog zijn l dien beginnen zonder een oogenblik te wach-n, ten einde met geweld aile weerstand te irpletteren". Het is zelfs niet eens meer de otselinge aanval, dien de generaal aanbe-selt, het is de verrassing voor de verklaring n vijandelijkheden, alsof men, in een twee->vechtj zijn tegenstander trof, voordat hij 2I1 tôt den kamp had gereed gemaakt-. De> otselinge sehending van België's neutrali-it, na een nacht van overweging, gelaten n zijn regeering, was een dier huurlingen-i-eken, onderwezen door het hoofd van den neralen staf". Doch laten wij eenig medelijden met Von oltke hebben. Want dit hoofd van den gene-len staf, dat geen sikkepit gaf om de ver-itwoordelijkheid van den aanrander, heeft. odra het hem niet meeviel. zijn hoofd en. n staf op generale wijze verloren. Hij werd ?k, ging naar bed, en ligt er nu nog in, inzend over zijn mis'slagen en zonden en rgeten door de gansche wereld. Na afloop n den oorlog zal het Duitsche volk zèlf liem zaclit uit zijn bed halen ! ie onze telegrammen n laatste legerberichten p de derde bladzîjde. Onder ons. VIII. Indien we ons beijverd hebben om zoo eerlijk mogelijk onze tegenwoordige hande-• lingen en toestanden te onderzoeken, dan s is ook weldra de tijd aangebroken om, in het licht der opgedane wijeheid en levens-1 kennis, onze 2)ersoon lij k h e i cl in den verle-^ den tijd, d.i. onze kinderjaren, te herleven . en te beschouwen, Deze nieuwe taak is des te moeilijker daar liet ons, eens den kinderschoenen ont-> wassen, niet gemakkelijk valt in ons wederom die gevoelens en gewaarwordingen op te roepen zooals zij zich in onze kinderjaren "voordeden. In het spel onzer verbeelding moeten we opnieuw kind worden, als kincl , leeren denken, en handclen, en gevoelen, om daarna die uitingen van ons kind-zijn te toetsen aan onze verstandelijke en zede-lijke ontwikkeling van volwassenen. Daartoe vinden we in de gezamentlijke te onzen dienete staande letterkunde menige leid-draad, 't zij in de levensbesclirijvingen der groote mannen, ;t zij in de zelfbesclirijving die enkelen hunner van hunne kinderjaren gegeven hebben, hetzij in rechtstreekschen verliaaltrant, hetzij onder verdichten vorm. Iïendrik Conscience leverde ons de Geschie-dems mijner Jeugd; mevrouw Courtmans— Berchmans haar Had der Fortuin; dr. Amand de Vos ziin Vlaamsche Jongen; Alphonse Daudet zijn Le 'petit, Chose; Ott-o Ernst zijne mooie bundels A sinus S en/, per; hier in Nederland zelf i6 De kleine Johannes van Frederik van Eeden immers ook eene heerlijke autobiografie... ,,.Nu denke men", zal ik Jan Ligthart naschrijven in zijne Letterhundige S indien, ,,bij 't woord ,.biografie" ecliter niet aan een verzameling namen en jaartallen, waar-uit we kunnen vernemen waar en wanneer de schrijver geboren is, uit welke ouders liij is ,,ge6proten',, bij welken onderwijzer hij ,,zijn eerste opleiding heeft ontvangen", met welke vrienden hij ,,verkeerde", in welk jaar hij naar de hoogeschool vertrok, bij welken uitgever hij zijn eerste diclit- of prozawerk ,,in 't licht zond" en meer der-geliike bijzonderhèden, waarin een opper-vlakkige letterkunde haar belangriikste stof vindt. Zulke levensbeschrijvingen zijn goed voor de burgerlijke-stands-ambtenaren, die maar altiid door blijven aan den buitensten buitenkant van 't leven der groote mannen. ,,En 't is met de auto-biogafie als met de gewone biografie. De leege menschenziel lieeft natuurliik niets te geven. Wil de eigenaar daarvan nu toch de wereld ver-blijden met een eigen levensbeschrijviug.. dan moet hij wel zijn toevlucht nemen tôt de lotgevalletjes, die zich 't best laten ver-tegenwoordigen door 't feit. of ziin vader Cornelis heette dan wel Frederik en of deze stukadoor was of drogist. ,,De ' rijke ziel daarentegen houdt zich met eigen inhoud bezig. Ze daalt af in de diepte van eigen bestaan en poogt in dat gehe-iinzinnig donker den weg te leeren ken-nen. De velerlei dooreenwarrelende stem-mingen wûl ze overzien, de rijzende begeer-tèn zich klaar bèwust maken, en ze tracht, meer voor zich zelf dan voir anderen, de opeenvolgende perioden in haar ontwikkeling te karakterieeeren.'i Maar ook die 5,anderen^ kunnen er het ontegensprekelijk nut uit trekken, dat de schrijver voor zichzelf beoogt-, door van hem dat ,,dringen in het diepste der ziel" te leeren. En liet was voor ieder vakman, voor ieder die in Jan Ligthart den mensch, den navorscher, den onderwijzer, den pedagoog of den kindereclirijver vereert, eene blijde gebeurtenis wanneer hij ons, eerst in zijn weekblad School en Leven, daarna in de mooie uitgaven van J. B. Wolters te Gro-ningen, met zijne Jcugdherinneringcn ver-raste.Dat is nu een werk, dat voor het bijzon-dere, hier beoogde doel, als het ware opzet-telijk geficlireven i6. Ligthart vertelt er ons zijne kinderjaren in met een tweevbudig doel. In de eerste plaats wil hij aan de kin-derkunde betrouwbaar rnateriaal verscliaf-fen, opdat zij dit ten bate der opvoeding, dus tôt heil der jeugd, moge aanwenden. Maar bovénal wil hij ouders en andere op-voeders door een geopend stuk leven lielder doen zien, wat misschien op dit oogenblik vlak bij lien gescliiedt achter de sluiers der onderlinge vervreemding. 11 en geopend stuk leven. In dit boek ligt nu een ontwakend menschenzieltje voor ons open, met al zijn deugden en gebreken, met al zijne geheimen die voor iedereen bloot gelegd worden In dit mijns inziens éénig weric kan ieder van ons leeren op welke wijze we dienen een blik te slaan in ons eigen kinderleven, hoe we over ons zelf, lioe we over onze ouders en nabestaanden moeten oordeelen. Men beelde zich nu niet in dat ik hier eene doffe, dooie, geleerde studie aanraad ; verre van daar ! Het geheele werk is zoo frisch en zoo gemoedelijk dat men de erin vervatte wijsheid zonder het eenmaal op te merken iA zich opneemt-. Maar ook, eF is maar één Jan Ligthart in de wereld! EDWARD PIETERS. Onderscheid maken. AVij doorleven thans uiterst moeilijke en in-gewikkelde tijden van verblindenden haat, on ook, wat troostender is, van verblindendo liefde. Meer dan ooit kost het moeite, meêgesleept> dat de meesten zijn door den stroom van voor-ingenomen gedachten, over zaken en toestanden een onpar.tijdig en gerechtvaardigd oordeel yooruit te zetten. . haten, veracliten, veroordeelen massaal, juist zooals wij masf>aal liefhebben, verafo'e-den, ophemelen: zonder te redeneeren. ° Onderscheid maken tus&clien twee verschil-lende uitzicliten van een ding is schier iniet meer mogelijk. Wij scliijuen aile cvenwicht te hebben verloren....Onlangs doorbladerde jk eene verzameling Engelsche oorlog-karikaturen. Meestal waren zij zeer raak geteekend, geestig typeerend door dien fijnen humor, die de Britten nooit ver-laat, ook niet in tragische oogenblikken als deze. Het maakte ecliter een pijnlijken indruk op mij, toen ik tusschen antropomorphe 42 c.M. kanonnen, openbarstende granaten, geparo-dieerde AVilhehn Il-koppen en dergelijke, ook de komiek-gekarikatureerde gestalten ont-waarde van Goethe, Beethoven en Wagner. Zij zaten buigend, en alè in aanbidding, geknield aan den voet van een troon, waarop cert zwaarlijvig personage zetelde, als ver]^)ersoon-lijking van de pangermanistische en militaire tische ,,Kultur". Dusdanige teekening lijkt mij een grove mis-greep, en legt getuigenis af van een bet-reu-renswaardig gémis aan bezinning. Immers, er kan nooit genoeg op worden gedrukt, dat het Duitschland van Goethe, "Wagner en Beethoven, het Duitschland niet is van "\Y ilhelm II en Von Bernliardi. Het Duitschland van toen, was, evenals België nu, een land van vrijhcid en onafhankelijklieid der geesten. Ivunst-, \vetenschap en literatuur ont-wikkelden er zich vrij van banden, vonden liun doel in hun eigen wezen, en waren niet, zooals heden, verslaafd aan waanzinnige veroveri^ip-s-theoriën van brutale macht. Toen kwam 1870 en de eigenlijke vorm in^ van het Duitsche rijk. Het Duitsche volk was een jong volk, be-schikkend over enorme krachten, verstandelijke en andere, een volk met vastén, taaien wil, volhardend door ailes hindernissen heen, dragend iin zich de mogelijkheid van vele grootsche dingen. Doch de groote dwaling van dat volk was: dat het die jonge, frissche krachten ten diensto heeft gesteld van een onwaardig doel, van ru^o zucht naar stoffelijke macht. Opgehitst cloor de overwinningen van 1870, kwam in Duitschland het verlangen op naar nog grootere grens-uitbreiding. Zoo ontston-den de bewegingen ,,Einiges Deutschland" en ..Grossdeutschland", alias: liet pangermanisme".Om dien drang naar verovering, uit blinden hoogmoed geboren, op theoretisclie grondsla-gen te vestigen, had men sleclits te grijpen. naar het wijsgeerig stelsel van Hegel. Deze was pantheïst, en zijn pantheïstische opvatting van onbepërkten ^-ooruitgang toe-passende, aanziet hij den S ta at als het,,wezen", het ..geheel" waarvan de individuën 6leclits onderdeelen zijn, welke zich gansch aan dat geheel moeten opofferen. Hij verlieerlijkt den oorlog, het despotisme, de macht, als factor van eene tôt grootere volmaaktlieid voerende evolutie. \ olgens hem is het de macht die zegepraalt, en à priori keurt hij elke overwinning goed, daar hij de macht aanschouwt als symbool van het réélit. Hij wil in de natie de grootste eenheid ver-wezenlijken : eenheid van wetten, van gods-dienst, van taal, van belangen. De volmaakste staat-vorm is volgens hem de monarchie; de vorst is de verpersoonlijkte, ge-manifesteerde Godheid. Dat ook de Duitsche Keizer- aanhanger is van die theoriën bewijst wel het feit dat hij in zijne proclamation zoo menigmaal Gocl als zijnen Deze theoriën zijn het, die aan de basis liggen van het noodlottige militarisme. Aile Duitsche hoogere officieren zijn ër van dcor-drongen, en dat zij niet vreezen die ^ginsele i tôt het uiterste toe door te drijven, hebben de laatste gebeurtenissen ons helaas maar al te klaar voor oogen cesteld. Men ziet dus, den oorsprong van liet tegenwoordige Duitschland, en het tijdvak van zijn ontstaan nagaande, dat het, voor wat den in-nerlijken geest, die toch het lioofdzakelijke be-standdeel van een volk is, aangaat-, niets ge-meen heeft met het Duitschland. dat eenmaal het vaderland was van Goethe, Beethoven en Wagner. Wat wij moeten liaten. wat liet ons eene pliclit is te hatén, is niet het Duitschland van vroeger, doch wel het Duitschland van nu. Bijgevolg, laten wij komen tôt bezinning, niet globaal veroordeelen, doch onderscheiden. Indien dagelijks zoovele van onze zonen val-len op het slagveld, is het in de eerste plaats voor onze eigen zelfstandigheid ;en eiigen rècht. Doch ook als de helden van vrije verstand-ontwikkeling en zuivere menschelijkheid staan zij tegenover het Duitsche militarisme, welks trachten het is aile menschelîjke vermogens te verslaven aan zijne barbaarsche begeerten. Dat zuiver menschelîjke vinden wij terug, in aller-hoogste mate, in het Duitschland van weleer. en bij de vele, sclioone genieën die het voort-bracht. , Zoo wij dus, door het woord of met de pen, afkeer en haat tegen dàt Duitschland en die genieën trachten te wekken, begaan wij een grove zonde. Want zoodoende breken wij af wat onze zonen opbouwen, hun jèugdig leven offerend op het slagveld. F. VAN OSTAEYEN.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes