De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1439 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 03 April. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/t727942469/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

eerste Jaargang N°. 62 Zaterdag 3 April 191S s Cents DE VLAAMSCHE STEM ALGEMBEN BELQI8CH DAOBLÂD I Een volk zal niet vergaan/ Eendracht maakt maofatl REDACTIEBUREEI.: PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. — TELEFOON Ho. 9922 Noord. pe Vlaamsche Stem verschijnt te Amsterdam elken dag des morgens op vier bledzijden. Abonnementspr^'s by vooruitbetaling : voor Holland en België per jaar / 12.50 — per kv/artaal / 3.50 — per maand / l.a5, Vocr Engeland en Frankrijk Frs. 27.50 per jaar — Frs. 7.50 per kwartaal — Frs. 2.75 per maand. Hoofdopstetler s Mr. ALBERIK DESWARTE Opstelfaad ; CYRIEL BUYSSE - RENE DE CLERCQ Mr. JAN EGGEN. - ANDRE DE RIODER Yoor ABONNEMENTEN wende men zieli tôt de Adminiatratie van liet blad: PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AAXKONDIGINGEN wende men -zich "-toi ..de Firma J. H DE BUSSY ROKIN 60, AMSTERDAM. A DYEKTENTIES : 25 Cents per regel Paaschdagen. Op Paaschdag zullen onze abon-nenten ons blad Hâter dan gewoonte omngen daar de nachttreinen niet rijden. Ons blad zai op tweeden Paaschdag (Maandag 5 April) MÎET ver-schijnen.KORTE INHOSJO le B1 ad zij de: Germanen. — René de Clercq. Oorlogsepisodcn (14). Kleine Kroniek. In de gëvallen Stad — E. v. 0. P?trouille-ruiter — Jon J. Zeldcnthuls. e B J a d z i j d e : TJit het Vaderland. Brieven uit Limburg —Jaah Boonen. Rcisherinneringen (8) — G*. Il Priem. i 3c Blad zij de: De Europeesche Oorlog. Brieven uit Londen — John Adams. Interview met Koning Albert. Interview met Minister Poullet. 4 e B1 a d z ij d e : Voor de Uitgewekenen. Uit do Kampen. Germanen. Goedmecnstig of moedwillig, uit noodzakelijk-i heid der gebods zoowel als uit noodzakelijkheid dos middels, worden, in de geweldig /.warc eu voile dagen die we doorschokken, zelfs de ge-l wichtigste gebeurtenisson dermate op uiteen-loopende wijze vorhaald, gelogenstraft, toege-liçhfc, beoordeeld, verdi aaid en verwrongen, dat de eerlijke lui, omtrent elke getuigenis in twijfel gebracht, liever gaan luisteren naar de klarc stem van hun wenschen en sympathieën, dan naar de sehier onuitkenbaar bescheiden doffe geluidjes der onpartijdige beproefde waar-heid. Waar de eigen rekening anders bezwaar-lijk met een batig saldo sluiten zou, cijfert men bestaande feiten eenvoudig vvôg, schuift verlies-opgaven bij de posten der winst, en toovert uit rijke verbeelding allerlei gunstigo factoren te vcorschijn, waar voor de arme werkelijldieid niet d.> geringste waarborg biedt. Wordt aldus ge-handeld met de frissche groene daad, wat zal er gewordén van de dorre doode letter? Ach, de misère van liet woord in oorlogstijd ! Zoo-veél' verkeerds krijgt mon telkeruur te, hooren en te lezen dat de bedruktc sterveling rzich angstvol afvraagt of niet, tegelijk met menig ander deftig gezag, ook dit van het alwijze woordenboek bedreigd wordt, voornamelijk waar het de voorstelling en bepaling betreft van het wetensnoodige over landen, volkerèn, moeder-taal, roc-lit, beschaving, neutraliteit, geschiede-Jiis, wijsbegeerte en kunst. Jawel, o diplomatisch aangelegde voorliehters der naties, er is, er mag en moet gewijzigd. Doch ik bid u, niet te vroeg, niet te wille-kéurig. niet te stelselmatig, en vooral niet te partijdig, wanneer uw lust en appetijt al te opzienbaretid het belang eh het goede recht van anderen verdringen. Geen dubbelzinnigheid, gecn opzettelijke verwarring, gecn looze strik-ken!Ten opzichte van België, ten opzichte van de yrijheid dor klëine volkeren in 't algemeen, is duitschland de vijand ; een onbetrouwbare, roof-zuchtige, arglistige, wreede, snoode, snoevende, dat is, om Multatuliaanscb te spreken, uiterst v).jandige vijand ; wel te begrijpen niet de Dùit-| scher als individu, als mensch, niet het Duitsch als taal, noch als uiting van een digenaardige | onbetwist macbtige civilisatie, maar de togen-^oordigo Staat-Duitschland. met den onver-I "raagzaam en onmensehelijk ruw militaristi-! ^c'lon geest die hem beheerscht, verblindt en i ten afgrond voert. j °verdrevene die, ziclizelf verarmend, het uitsch overal en teenemaal bannen wou, be-[ ^ert het onmogelijke, en tevens een ongerech-L 'gneid welke het edelste wraakgevoel niet ver-ûntwoorden kan. ^an ^ zeggen van die pers on dat i Pubhek die schimpen en schelden op de Germa-! en in 't algemeen ? Is het onkunde ? Een mis-l df.F tt V00rt,sPruHend missehien hieruit dat hngelsclien duitsch : german noemen, en ?dutcb? 1s het opzettelijk ? Eng-^ s îghèid, dweepzucht? Een onbewust over-7Puen Va,n vijands grofsto onhôbbelijkheid : L'pn°V^^ atting en veroveringsmanie ? De Bel-nm ' + aan Sevaarlijk spelletje meedoen, t s toch weten dat het grootste gedeelte Pr '^ndgenooten Germanen zijn. Meenen lia r dat de Vlamingen die, even groot-bl r c^S ^un ^aa^sche broeders, goed en • °"eren voor de bevrijding van hun land, lf>«Cn Ua, en °°rlog hun aard en oorsprong zul-verloochenen, liun taal verzaken, afstand reclit?an maar cen duimbreed van hun kete^fde blijkbaar zeer verfoeilijk men-iipnf r?S "e^°oren> behalve de. Vlamingen, de Nnm™6' ^°^er ni°fc laagstaande Zweden, nntu-M L)onen; de eveneens neutralë, hoog-d!r i Nederlanders, dio aile Belgen zon- en hrn e/Srf 200 6uUiart>gi zoo liefderlijk die h6 e J , hsbben onthaald, ook degenen i n ^0€1'dijk voortgaan met de don nc*sche taal te minachten en te bestrij-llnn„„ n V01'm van flamingantisme. Ger-f zlJn ook de Engelsehen, onze ongetwij-dfn i10 , versma(^u bondgenooten, de lui die hrt ?sten Aliter, de sterkste vloot en ° ^cmPer.ament uitgevonden hebben, vancn eenië6 reuzenschaai' voor glorie- yanen en adelaarswieken, " Be Franschen zelf moeten er niefc erg op ge-steld zijn om het gei'maansch totaal te weren uit hun traditië, kunst en taal. Spreken onze zuiderbure.n niet van bleu, blanc, blond, eender als wij van b 1 a u wj b 1 a n-k, blond? En hoe luiden de Fransche termen voor wat wij heeten o o s t, w e s t, n o o r d, z u i d ? Klin-ken de namen van gevierde Fransche letterkun-digen niet De Coster, Verhaerën, Eeckhoud, Maeterlinck, en waren de befaamdstê helden van de Fransche geschiedenis ea sage niet de Frank Clovis, Roeland en een zekerc Carolus Magnus die hof hield te ÀkenP Ook valt het vooralsnog sterk te betwijfelen, of de académie geneigd zou wezen om het woord ,.France" te schrappén als zijnde van onwaardigen barbaar-schen oorsprong. Trouwens ook wij, Belgischfe Germanen, hebben een hekel aan overdreven taalzuivering, we houden, ondanks hun uit-heemscho klanken, de namen Conscience en Benoit in eere ; we weten wat we de fransche revolutie en letterkunde verschuldigd zijn; en waaide. het joviale en het geestdriftige in ons karakter ons uit het zuiden toê, we zeggen er het zuiden dank voor. Doch we komen er onbeschrooind voor uit; Germanen zijn en blijven we, en Nederlandsch-sprekendë Belgen hovendien, fiere zelfbewusto Vlamingen, die in ons eigen huis ons volk wil-len zien en onze taal hooren voor en boven elke andere. Voor. ons gestaalde beweging lijkt een poging tôt vernieuwing van onze lijdensgeschiedenis na 't jaar dertig een bleek anachronisme. Als de heele weréld verlangen we vrede, in recht-v a a r d i g h e i d ! RENÉ DE CLERCQ. Oorlogsepisoden. XIV. De vlag. De dag daalfc uit den hooge met witte ba-iiieren van licht, slierend in goudeu tinte' ling om het teer ontbloeien der verre mor-genkim. Vredig zilvert eeii verre harmonie van beierend.e klokken, die roepen ter wacht de wisselende rij der blanke uren... Het leven ontwaakt en de stilte van rustr zwaren nacht verdommelt in 't sombere ge-]uid Tan maaiend doodenheid. Het brandt , los, het dreunt en het davert met machtige I kreten van zegevierend leven; het is heerlijk j grootsch in de 'tragédie van stervend offe-ren, dat der waarheid en der liefde is ge-wijd...Hoog waaifc in 't nijdig rukken van den uchtendwind de trotsche vlagge met den adelaar. Hoog waait ze, met uitda'gend tar-ten en 't roofzuchtig zweven in reine lucht van klauwrijtenden gier... Schoon is de stan-daard, die heur draagt; statig verheven de oude boom, die schudt het vrije hoofd met geweldige gebaren van zijn knoestige-zwarte armen. Als om te scheuren die hatelijke kleuren die hem dekken, en die hem waaien in het. aangezioht. Hij is een kind van Franschen bodem, en hij heeft zijne moeder lief... En zij hebben de vlag aanschouwd. Heel duidelijk hebben zij gezien de sombere kleuren en 't machteloos verweer van den trou-wen boom. Stil blijffc hun mond, maar hun harten laaien open in den geweldigen brand der liefde, die oplicht in hun starend oog. Zij zullen hun ouden broeder helpen in den ; trouw die menschen, en dieren en planten één maakt, één in den schoonsten bloei der offerende liefde... ; Moe hecffc de dag zich ter ruste gelegd aan de fluweeldonkere borste van nacht. De stilte is vol vaag geluid van stervenden in ^angen nood. De avond dekt de wonden toe, | Gods engelen doven hun lichtjes in den hooge, vol smart om zooveel wee... Nu is de ure vol, nu zal de •wrakc ontbloeien als een vurige brand van roode roos in zonneuchtend... Twee mannen, met stoere lijven van kracht zullen den adelaar vangen in zijn hooge vlucht en hem breken het geweld der klauwpooten. Net onhaarbaar sluipen na-deren zij de plek, waar de boom zich verheft met breede schaduwen van verlijnende don- 1 kerte. Langzaam gaan hun trage schreden, de gebukte lijven leggen zich ter aarde, doorworstelen moeizaam de prikkeldraad- ! versperring, scheuren hun bloedrijk vleesch aan de nijdigo doornen, maar naderen, na- . deren altijd in 't trage kruipen der voor- : zichtige lichamen. Een Duitsch scliildwacht wordt ontweken, ander gevaar ontkomen... Eindelijk ! Z e hebben hem bereikt ! Snel worden een paar mijnen aan de wortels van den boom gelegd. Nog één minuut en dan breekfc het los met jubelend zingen en wan-kelt de statige reus en ploft ten gronde met doffen slag, als in supremen zang van vic-torie...De vlag wordt van de takken gescheurd. : Het is hoog tijd. Reeds naderen eenige vijandelijke wachten. Vlug springen de helden in een grachtkant en hernemen hun tocht door het stekelige veld van ijzeren rozen. Na lange urcci komen zij terug in hun kamp, uitgeput, bloedend hun rijke bloed uit vele wonden, maar met de vlag, de rood en wit en zwarte, in hun bezit, waarop de adelaar zweeffc met rpofklauwendo be-geertfiu^ Kleine Kroniek. Eet ze niet met smaakî In den ,,Berliner Loka! Anzeiger" geeftï doc-tor Meissner zijn. lanclgenooten den raad om 'mo min mogelijk te eten. ,,Iedereen weet, dat eten een lohoefte is als ademlialen, maar aiiet iedereen weet, dat eten ook een gewoonte kan zijn. Dat mag on-zinnig lijken, docli als men zich de moeite geeft om na to denken, zal men bemerken, dat men venslaafd raakt aan die gewoonte en dat de mensch over het algemeen meer eet dan voor zijn gezondheid en kracht noodig is. Dat kornt hierdoor, dat bij een groot aantal menschen *3ton een genot is en dikwijls het eenige, dat zij kennen. ,,In de zoo ernstige tijden die wij doorleven, is het bizonder nuttig. do ware behoefte van den mensch met betmkking tôt zijn voeding te kennen en zich het denkbeeld in te prenten, dat, om de ons door onze vijanden toegeworpen ; bedreiging van hongersnood te bestrijden, het ' noodig ds, dat men de maaltijden niet beschouwt als een aangenaam tijdverdrijf, doch als eene strikte noodzakelijkheid om onze lichamelijke gezond'bîid en kracht te onderhouden. " Wat een onnoo'zele droogstoppel is deze pseudo-wijsgeer en soi-disant physioloog! In do hooge wereldorcle is den mensch eetlust of smaak gesclionken, opdat hij zijn lionger zonder dwang stille. En zoo g»3beurt het, dat millioenen menschen op aarde dagelijks zelfs van het geringste maal met genot kunnen gebimiken. Gaarne willen wij echter toegeven, dat men in ,,Germania" sleohts „geniet'% w anneer men te veel eet. jNIatig eten is er dus een kwelling en dient er ,,gemassregelt" te worden. Alweder een uitvloeisel van de mjs-lukte .,Kutur". Eerlijker dan de kwanswijs biologische wijsbegeerte van doctor Meissner zou de volgende toespraak zijn geweest: ,,Bur-gers ,boeren *3n buitenlui ! Er is slecihts weinig voedsel in het land over. De soldaten veohten en moeton dus geVoed worden. Jullie moeten niet vechten en k un n'en - je dais meer mond-kost-ontberingen getroosten. Doet derhalve desgelijks en ontrieft je zooveel mogelijk, om de wille van het lievo vaderland. Deutsch-land liber ailes!" Of ds het in den laatsten zin vervatte devies nu al volslagen waardeloos gcwordeii.... ? De Kaiser en de oorlog. De „Manchester Guardian" maakt gewag van de recente uitgavo to Borlijn en, -\-ertaald te Londen, van een belangwekkend iboek. Graaf Axel von Schwa^ing, noomt zich een persoon-•lijk vriend van den Kaiser, en als zoodauig h ad hij hem vergezeld op zijne laatsteii lx>ot-tocht in Noorwegen, in Juli 1914. ,,Den 25sten Juli kwam op het jaoht de tij-ding aan. dat Servie bijna aile door Oosten-rijk gestelde voorwaarden kad aangenomen. De graaf was or zeer voldaan over, doch de keizer geenszins. ,,— Die lieden zijn zotten, zei hij. Waarom' is het toch zoo moeilijk, lien ir. doen begrijpen wat men van hen verwacht ?" ,,Do soeverein liet deze raadselaolitige op-merking volgen door een kort bevel om het anker te lichten en naar Kiel terug to keeren. ,,Eenige da.gan later kreeg ik de verkla-ring bij mond© van zijn adjudant, die mij in het oor fluisterde, dat cen zeer belangrvjk telegram, op or der van den Kaiser, rccht-streehs aan den Jceizer Frans Jozef te Wee-nen was verzonden geroorden". ,,Wât stoud er du dat telegram? vroeg ik. ,,— Do hoop, dat Oostenrijk to Belgrado zal aandringen op het geven van algeheelo vol-doeniing aan do Oost»>nrijkscho eischen." Het eerbare, vredelievende, zachte Duitscli-land heeft den oorlog niet gewild, wel? A pro.pos: heeft graaf Axel von Schwering nog geen vestingstra.f ? De natuurlijke zoon van den Kaiser. Uit Nice lerieht men: ,,De da.gbladon hebben gemeld, dat een natuurlijke zoon van den Kaiser, de kapitein Von "VVedel gesneoiveld zou zijn, en men heeft verteld, dat dezo natuurlijke zoon tweo jaren, in 1896 en 1897, gestudeerd heeft aan het klei-r.»> seminarium van Nice. Do ,,Eclaireur de Nice" heeft onderzocht, of eenige der leerlin-gen, dio in dien tijd do instelling bezochten, zich nog herinnërden, dezen jongen Duitscher tôt medeleerling te hebben gehad. Velen her-inuei-en het zich, en een hunner heschrijft den kapitein Wedel als in dion tijd een kind van ongeveer 14 jaar to zijn geweest, zeer ontwik-keld voor zijn leeftijd, uiterlijk zwaar, doch •met een zeer strijdlustig temperament ; dat kwam missehien daarvan, dat zijn kameraden liera met een zekero hardheid hehandelden 'en hem ,,1'Alboche" noemden —■ tenzij hij dien strijdlust van zijn vader had. ,,Hij nocmde. zich Fritz Wedel de Berard. Een dame, die te S an-Rem o verblijf liield, kwam hem dikwijls bezoeken. Ofschoon de kleine seminarist door geestelijkon werd opgevoed en de tucht er streng was, genoot do jonge Wedel er, buiten zijn studietijd, zekero vrij-stellingen. Zoo was hij als protestant vrijge-steld van liet volgen der godsdienstoefeningen in de kapel en van het vasten op de to den opzichte vcorgesclneven dagen. ,,Dat zijn de eenige herinneringen, die men omtrent dit jongmenscli heeft kunnen bij-eenbrengen".Ai-me jongen î Een natuurlijke Hohtenzol-lern gesneuveld op het veld van eer, zonder dat er een haan naar kraait. Daar schiet ons in-eens iets te binnen : in heel langen tijd hebben wij geen roemrijke gerucliten meer gehoord omtrent een der onnatuurlijke Hohenzollerns : den Kronprinz. Waar wijlt hij? Gebi»3dt zijn •besclieidendheid hem te melden, hoeveel Fransche en Engelsche i-egimenten zijne Doorluch-k tigheid in de pan heeft gehakt? Mysteriei '. Om de Amerikanen „in te lichten". - -px. Do ,,Times" schrijftr jjEen groep Germano-Amerikanen, die lange jaren in Duitschland hebben gewoond, is met een zending naar de Vereenigde Staten vertrokken. Het doel dezer propagandisten is Amerika ,, in te lichten" omtrent den toestand van Duitschland, of beter gezegd, omtrënt den toestand, waarin do keizerlijke Jegeering zoû willen, dat mon Duitschland geloofde. Deze zendelingen zijn ruimschoots voor^ien van pas-klaar gemaakte interviews, van artikelen, be-stemd voor de Amerikaansche bladen, en van statistieken betreffende de Reiclisbank, het l»3ger en de marine". Wat Jn stumpers! Wa-nt w,io kent er nog niet de Duitsclie... ,,waarheidspei*s", ook waar ze heur valsclie toontjes miauwt in sommige mercantiele organen in neutrale landen? ; I De vergeefsche Duitsche propaganda in China. Aan een brief uit Tientsin aan de ,,Mor-ning Post" ontleenen wij het volgende: ,,De Duitsche propaganda in China, hoe vol-ijverig ze ook zij, maakt weinig indruk op de Chineezen. Dezen, over het algemeen, houden van geen enkele groote mogondhëid, doch vol-gens, de-zendelingen, die zioh vrij in hun mid-den hewegen, moet juist hun gebrek aan sympathie ten oplicht© van Duitschland bizonder opmerkelijk zijn. terwijl het meerend»?el der Chineezen, wetend dat Duitschland strijdt te-gen drie groote mogendheden, diens nëderlaag : onvermijdelijk aOht' '. Men zij gerust : Laotso kan nimmer hand aan hand gaan met Hegel. Gansche werelden zijn er tusschen. De Duitsche blokkade. Kapitein Persius uit zich als volgt in het ,,Berliner Tageblatt" : ,,De Duitsche vloot zal voortgaan de Duitsche kust te beschermen tegen de Bi-itschë aan-vallon; ze zal voortgaan hun schade aan te doen door middel van mijnen en onderzeeërs, zonder er in te slagen de macht op zee van Engeland op gevoeligo wijze te vérzwakken. „D© Britsche vloot is verreweg de meerde-re van de onze, zoo in artillerie als in tonnen-rnaat. Do verliezen, die wij haar zouden kunnen teebrengen, zullen betrekkelijk onbedui-dend blijven. ,,Onze arsenalen werken ijverig aan de ver-sterking van onze vloot, doch onze versterkin-gen zullen overtroffon worden door die van G root-Bri ttannië. ,,Vdor den oorlog was de heerscliejide mee-ning an Duitschland, dat Groot-Brittannië aan personeel te kort zou komen. ,,D© gebeurtonissen bewijzen onze dwaling. ,,Laten wij er ons dus voor wachten, de aan de Britsche marine toegebrachto verliezen te overdrijven en heur macht te onderscliatten". Een verstandige mail, die kapitein Persius — en eerlang zal hem wel van hoogerhand worden beduid, dat hij voortaan zijn mond heeft te houden. Als tegenstelling drukken wij de volgende tirade van de onverbeterlijko „Kôl-nisoho Zeitung" af : ,,De offici»ïele openbaring der blokkade-maatregelen bewijst, dat wij ons gaan bevin-den voor een volledigo blokkade van onzen buitenlandsehen handel —■ voor zoover althans de vijand d'e zal kunnen verwezen 1 ijken. Daar wij den wil hebben, ondanks ailes stand te houden, kan dat geen invloed hebben op den uitslag van den oorlog; doch het is een nieuwe spoorslag, die ons zal prikkelen om zonder ge-nade onzen oorlog van onderzeeërs te vervolgen en zooveel mogelijk partij te trekken van dit verscha-iikkelijko wapen. Do bnitenlaudsche handel is een levensquastio voor Engeland, maar niet voor ons". Als Keulen, zoo als men pleegt to zeggen, met op een dag is gebouwd, kan men niet ver-wachten, dat een specifiek Keulsch blad op één dag verstandig wordt. Wij zouden het dan in Keulen hooren donderen ! Duitsche strafwijzen. ,-Le Progrès de Lyon" schrijft: ,,Te Bernsgrun, een plaatsje in hefc vor-etendom Reuss, heeft de gemeenteraad. de volgende verordening uitgevaardigd: ,,De burgers, die hun bela6tingen niet zullen hebben betàald of hun verplichtingen je-gens den Staat, de gemeente, de school of -de kerk niet zullen zijn nagekomen, zullen geen bier meer krijgen. Ilun zal verboden worden, in de herbergen te komen.De gemeenteraad wil echter nog strenger zijn en de namen openbaren van al degenen, wien het bier zal verboden worden. Door deze radikale maatregelen hoopt het ge-meentebestuur, dat zijn medeburgers voortaan beter hun plicht zullen doen en eer aan de verplichtingen dan aan de ge-noegens zullen denken." Wij kunnen niet anders doen dan dezen maatregel als zéér doeltreffend besehouwen. De diepzinnige Hegel zei reeds: ,,Es ist doch eonderbar und iiberhaupt unerklar-lich, wie das Deutsche ^ier die Pflicht n^rt.'' Geen bier mogen drinken — maar dat is t(US6chen Rijn en Spree een onmen-schelijke straf ! Het zal ons dus benieuwen, of de belastingontduikers en andere wet-overtreders tegen de bierkade zullen vechten. Er is toch wel iets goeds in het Ten-toonsche ^mass^geln^' IM DE GEVALLEN SÏAfl. Stemmingen en indrukken uit Antwerpen. 1 IL „En France tout finit par des chansons!", beweert men. Te Antwerpen, zou men mogen zeggen, draait ailes uit op *een stoet ! Antwerpen, do stad der stoeten, -t werd reeds gesclire-ven.Het zijn niet aile jaren Landjuweelen, Van Dijck- of Conscience-stoeten, maar elk jaar toch ontplooit zich door de straten de feestelijke optocht der scholen, en stoeten van maatsc-liap-pijen bij een politieke of ander© betooging doen de ontel'bare geborduurde zijden vlaggen in vroolijke kleurigheid boven het volk wapperen. De jeugdige Signoorkens ,,houden stoet" schier ail© dagen. Wat hebben we stoeten gehad van optrekkende legers met kanonniers j van ©en iaars hoog, aangevoerd door kolonels I met houten sabels en vergezeld van aviateurs, die Qiun Bleriot met een koordeken vooruit-trokken. Do liefdezusters kwamen er niet te kort en ze waren wel met h'un tienen, ail© met het witte, rood bekruiste, kappeken over 't han-gend haar, om den lijder, stevig ingewonden liggend in 't kinderkarretje of een krui- wagen. — Thans, zult gij 't gelooven?, is de groote gebeurtenis van de week geweest: een kinder- , stoet.^ Bengels van tusschen de zes en de veer-tien jaar — Franske in zijn eérste broek, liep j er bij zoo goed als ons Marie, die hare eerste kommunie al gedaan heeft, — zijn al zingendo door d© middenwijken van de Scheldestad ge-trokken. Er waren er ibij- met houten ge weren en imitaties van soldatenmutsen. Op wagen-tjes en karretjes lagen aile mogelijke soorten van stoof- en gootbuizen : — dat waren de ka-nonnen en machine-gcweren. En allen liepen gesoliaard om een groot© dri©kleurige vlag. En ze zongen. Ze zongen van den Vlaamschen Lceuw. En ze zongen ook dingen van eigen vinding, denk ik. 't ^as iets van ,,onzen Albert" en van ,,de Keizer met zijnen neus in •'t slijk'l", enz. Zoo togen ze voorbij: 't Koningspaleis, voorbij de ,,Kommandantur". • En, ziedaar, dat heeft „Iiet Duitsch Goever-nement>' danig kwalijk genomen. De burge-meester was verplicht het der bevolking be-kend te maken dat het Duitsche goevernement ten zeel-ste outstemd \vas, dat het dreigde de stad in de 'boet te slaan, enz. Ook ging een brief rond in de scholen, den bestuurders en onderwijzers verwittigend dat ze zouden ver-antwoordelijk gesteld en 't gevaar opliepen hHj gsge v ange nen te worden genomen. Niet min noch meer. — KIoeg ik, een vorige inaal, over een gfe-deelte van ons publiek, dat den Duitschers na-loopt en, zonder de minste eigen-liefde, gereed staat tôt ail© dienstjes,, om niet meer te zeggen ; — het grootste gedeelte van ons volk blijft frondeur en verzet zich vierkant, zooveel als 't kan, tegen al wat van den indringer uit-gaat.Het is een plezier tusschen een hoop volk to staan voor de Duitsche plakkaten, die melden hoe des Kaiser's troepen 100,000 Russen (van de R maaktcn de straatbengels cen M) gevan-gen namen ; deze ]egers voor goed versloegen, enz. — en de sappigo zetten t© hooren van dezen of genen honkigen dokker, of van het leermeisj© dat tusschen de menigte, met hare groote doos naar voren dringt, of van do dikke vischvrouw, die ]iare verachting met vettige kranigheid lucht geeft. In den beginne, na de inneming, was er geen Belgisch vlaggetje of lintjo meer te vinden. Langzamerhand kwamen toch weer de nationale kenteekens voor de pinnen en thans dragon vele wandelaars een knop met het portret van Koning of Koningin of het geel-rood en zwarte strikje. D© Koninklijko familio, onder hon-derdvoudigen vorm van pront en postkaart, prijkt aan ail© boekwinkels-uitstallingen. Do mode, 't spreekt van zelf, kon niet acli-terblijven. Dames en jufferkens dragen een soort van zwarte zijden, twee-puntigo politie-muts, — zooals di© onzer kanonniers —, wat sclïuins met zwier ,,op één oor" gezet, en ver-sierd met de driekleurige kokarde. — Hekelen doen ze gemakkelijk bij ons. Al to gemakkelijk. 't Gaat er al te dikwijls om Jt plezier van te schimpen en dat plezier over-treft bij al te veel Belgen hetgene ze zouden moeten vinden bij 't erkennen van een goede of een schoono daad. Jt Elilendigst© gevolg hiervan is wel dit kleîn-geestige bekrompene peutergedoe in do poli-tiek, willen de verdeelen steeds ailes in clubjès en kliekjes, malkander tegenwerkend tôt dei' dood, als 't kan. Zoo in de politieke wereld — 't is de kanker geweest van ons arm land —, in de kunstwereld en overal. Bij 't uitbreken van den oorlog, het dient gezegd, was er een prachtigc opwelling van geestdrift, die al dezo kleinzieligheid te,r zijde drong, en waarlijk eendracht, eenzelfdo heerlijk woord, door ail© harten deed galmen. Zal de oorlog dien geest in ons veranderen? Of wacht men maar, tôt liet gedaan is, om zoo weer opnieuw te beginnen? Sommigen, schijnt het, kunnen zoo lang niet wachten. Zoo d© auteur van het fameuze echotschrift, gericlit tegen do Antwerpsche ovorheid en waar-uit ik u deze mooie zinnetjes wil ovoi-schrijven : ,,En dan ellendig Antwerpen, kanker in ons vaderland, wij vergeten niet dat de forten waarvan wij u hadden omringd, door u aan den vijand verkocht werden. ,,0 Antwerpen! eerlooze stad, stad der kooplieden uit den Tempel met het dorre li'art, stad van hebzuohtige Joden, gereed om uit ailes geld te slaan, zelfs uit de heiligste za-ken."En verder: ,,Wat u betreft, drie noodlottige menschen, werktuigen van vuiglieid. dat uw naam ver-afschuwd worde door de Belgen aller tijden ; gij fburgemeester, dio zelfs den moed niet liebt ge-; had u voor uwe rechters te verdedigen, w©es [ vervloekt» En gij, twee Flamingantcn {Rijck-y mans eh Franck) dat uw vuiglieid eindelijk de oogen_ opene der Vlamingen, waardig van d© vrijheid die zij aanbidden ; dat zij hun eindelijk den afgrond doen inzien waarin gij hen wildet storten. De tijd van het Flamingantisme is gedaan." Enz., enz. — Zoo'n schrijverken van twijfel-achtig allooi, dat den Léon Bloy wil uithangen, is, bij ons, geen buitengewoon verscliijnsel. Ge-scliriften van dien aard — dient het gezegd? — blijven voorzichtig naamloos. Tegen gemeld opstel werd bij 't gerecht eene klacht neergelegd door den Burgeineester en de heeren Franck en Ryckmans. 't Was missehien wel1 d© moeite niet waard. De ernstige lieden, denk ik, deelen thans de overtuiging dat die mannen, in d© moeilijke dagen der bestorming van Antwerpen en daar-na, hunnen plicht kenden en deden. En z© doen nog hun plicht, zij en heel de Intercommunale commissie. Wie had er kunnen gelooven, op voorhand, dat sommige stof-felijke moeilijkhëden van een nooit gekenden tijd als dezen dien we heleven, overwonnen zouden worden ? Wie had er niet gedacht dat heel onze bevolking van ellende zou omgekomen zijn ? Ze dient geloofd to worden do wijz© inrîch-ting der hulp- en voedingkomiteiten di© wisten ten goed© te brengen wat de !lieerlijke liefda-digheid der neutrale landen voor ons geteis-terde België over had. Dezo rampzalige tijd zal zijne onverwachte, nieuwo iSchoonheid hebben, ©ene ongeëvenaarde •Schoonheid, di© do keerzijdo wezen zal van al d© gruwel-sombere barbaarschheid door don oorlog weer op de wereld geroepen ! We hebben ons, in eindelooze wanh'oop, afgevraagd, toen de maren ons overstelpten van al do «-e-w©lddad©n en moorderijen gepleegd door een volk dat op zijne besohaving roemt, te^enover eene onschuldige, schier weerlooze natio • als de onze, hoe 't zoo nog kon gebeuren in onze eeuw ; als we zagen hoe al ons verspreiden van weten-sohap, ons ontzwachtelen van 't algemeen© verstand, volkomen nutteloos sclieen, daar zoo gemakkelijk weer opbruisten al de laagste dier-lijke instinkten hij tegen malkander opgejaag-d© horden; hoe al onze overeenkomsten en w--, bonden getuigend van of strekkend naar d© algemeene broederlijkheid en den durenden we-reld-vrede, — maar ijdelo scliijnvertooningen waren, of onnoozele kindergrapjes voor ernsti-gen gedekoreerde heeren, di© den eersten stap van den sterkst achteloos vernietigt. En wo schaamden ons voor de woorden : Eouw van verlichting en vooruitgang, zoo vaak voorko-mend in onze redevooringen ! Doch toen deden d© gebeurtenisson ontstaan dio wonderlijkc daden van Liefde van 't mee-warig© Mensclïdom_ voor een arm geslagen volk. Ik spr©ke ni©t in 't bijzonder, van de weldadige bezorgdheid dio Holland betuigdo over do vluchtendo bevolking voor en na de beruchte exode uit Antwerpen ; — noch van al wat bewerkt de Amerikaansche Commission for Relief in Belgium, — het is den samenhang van ali wie helpen kan di© broeders^in-nood, dien ik meen, de praktische inrichting van do hulp, om 't niet, t© lat©n bij een platonisch sen-timenteel vertoon, zooals 't al te vaak gaat: in kwestie van zoogenaamde liefdadige werken — maar dio werkelijk beletten wil den onder-gang van een ongelnkkig ras. Daar zal zijn de Schoonheid van dozen tijd. En die alleen kan ons doen weervinden het geloof in den Mensch! E. v. O. Patrouille-ruiter. Ik zio de zon zoo vreemd Sinds ros en ruiter Tezaêm door bosch en beemd Gaan als vrijbuiter. Nu brengfc haar lange schaûw Het uur der nachten, Als w'onder 't nacht'lijk blauw Den vijand wachten. Dan sluipen wij nabij Der and'ren posten Verliezend 't, leve' aïs zij Eén schot maar losten. Het paard, dat rustig gaat, Geen hoef laat klinken, 'k Vertrouw het als 't gelaati Der maan komt blinken. Dan rijden wij langs rand Van bosch en akker Tôt met den zonnebrand Heur licht wordt zwakker. Wij weten wel hoe plots De dood ons leven, In vrede eenmaal onz' trots, Kort eind zal geven. Maar of hij is nabij Met snellen kogel, Wij gaan nog zorgenvrij, Als jonge vogel. Alleen de zon lijkt vreemd Sinds ros en ruiter Tezaêm door bosch en beemd Gaan als vrijbuiter. Amsterdam, 10 Maart 1015. JAN J. ZELDENTHUIS. Wij beriohten onzen maandabon-ne's, dat binnen enkele dagen aver het abonnementsgeld, per post, zal worden beschikt.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes