De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1137 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 24 Juni. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/125q815n3j/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

. nr§te Jaargang r\o. ï44 b5"4 _ - ESostsîerclaé, £34 «Jsiïiâ 1013 £S C^egiî DE VLAAMSCHE STEM I cen volk zal niet vergaanf ALQEMEEM BELGISCH DÂGBLAD Eendrachî maakt mac ht! REDACTIE- EN ADMINISTRAT! EBUREELEK : KALVERSTRAAT 64, bovenhuis, AMSTERDAM. Telefoon No. 9922 Noord. HoofdopsteBBer: SVÎr. ALBERSK DESWARTE. OpsteBrssad: CYRIEL BUYSSE — RENE DE CLERCQ — ANDRE DE RIDDER. ABONNEMENTSP.RIJS (bij vooruitbetaling): Voor Nederland per jaar gld. 6 50 •— per kwartaal gld. 1.75 — per maand gld. 0.75. Voor België, Engeland, Frankrjjk en andere landen dezelfde pryzen, met verhooging van verzendingskosten (2J^ cent per nummer), " A DVERTENTIES : 20 Cent per regel. (Eiiiisuwe Hubens in Oenemashen Voor enigo tijd behelsden de bladen het r,euHS dat een tôt nog toe onbekend schil-,nj van Rubens in Denemarken ontdekt Een merkwaardige studie over dit vinden wij in de Januari-aflevering m hefc tijdschrift ,,Tilskueren", van de jund van de Deense kunsthistoricus Karl iladsen. Ongetwijfeld zullen ook onze lezers in dit opstel belang stellen. Dierbaar zijn oBS toch de herinneringen aan ons groots rerleden; wie onzer denkt zonder weeïnoed, [onder bitterheid er aan terug ? Het opstel vin Madsen voert ons terug tôt de eerste jeift van de zcventiende eeuw, tôt de laat-•m opflakkering van sterk Vlaams leven de moderne tijd. Rubens wijdde zich ; alleou aan de schilderkunst, bij was . : werkzaam als diplomaat. In 1629 gaat " naar, Londen als sekretaris van de Ge-Raad van de koning van Spanje en ccnût van aartshertogin Isabella. Ein-ja Februari van het volgende jaar wordt i, door Koning Karel I, wiens vereerde jjst hij was, in Whitehall, de tegenwoor-iijo slctkapel, tôt ridder geslagen. Voor de . :oiaering van de feestzaal in dit gebouw i* j,et croots opgovatte vei*sieringswerk be-stemd, waaraan hij, met de ijverigo hulp Tan zijn leerlingen, werkt van 1630 tôt de amer van 1634. Het onderwerp was onfc-;eend aan en een verhcerliking van de re- . ' ?ering van J acob I. ° Eiiide 1635 was het werk in Whitehall :ep!aatst. Zozeer echter leed het van de vahtigheid, dat reeds in 1687 een algehele rcMuratie noodzakelik bleek. Opnieuw op-ccyhilderd werd het in 1780. Niet veel , blijft heden over van het oorspronkelike werk. Van bizondere betekenis blijkt dan ook het in Denemarken ontdekte doek. Het stelt r.egeniien naakte genii voor, knaapjes ten deïe gevleugeld en in sterk bewogen hou-dingen Blijkbaar heeft het gestrekt tôt modcl voor het middenstuk in Whitehall. Het is. van de hand van de Mcester zelf en vas door hem bedoeld als richtsnoer voor ijn leerlingen bij het uitvoeren van het Londense werk. Dergelijke ontwerpen van schilder'ijen I zijn bizonder talrijk in de geschiedenis van • I de Vlaamse schilderschool in het begin > van de zeventiende eeuw. Naar gedetail-I lerràs voorstellingen en doeken met grote afmctingen ging de srnaak van de tijd; bo-[ ve.ndien ' werd de eis gesteld dat de leve-I ring met bekwame spoed zou geschieden; < vf.nihar dat samonwerking van velen onder bchoorlike leiding noodzakelik was. Op < I (îezo wijze zijn de schilderingen van Rubens ■ in Whitehall tôt stand gekomen. Waar van | d?ze zo weinig overblijft, heeft het ont-[ dekte ontwerp bizondere waarde. Maar ook de kunstwaarde van het doek is volgens Madsen, die het zeer prijst, niet gering. Gelukkigerwijze is het goed bewaard I gebleven. Voor het overgrote deel is het ongcsclioriden, zoals het kwam uit 's Mees-ters hand. Reoksen van jaren reeds bevond het stuk zich in het Thottse Palais te Kopenhagen. | In ds laatste jaren hing het boven een deur i in het gedeelte dat achtereenvolgens door de gezanten van verschillende mogendhgden in gebruik genomen was. Het hing niet zeer hoog on was goed belicht. Het is dan ook mcrkwaardig dat het niet reeds vroeger werd opgemerkt. In verband met dit schilderij brengt I Madsen ook de kwestie van de datering van J cen ander doek van Rubens naar voren. j | Omstreeks 1625 — volgens Max Rooses — j schilderde Rubens met zijn leerlingen voor j tîn der Antwerpse kerke, de H. Anna die i liaar dochtertje, de H. Maagd Maria, leerfc leicn. Deze datering zal wel niet juist zijn, ; zegt Madsen, daar op dit schilderij, van de tand van een leerling voorkomen twee van . ào negentien genii uit het ontwerp van 630—J 634. De vraag die bij ons rijst, of de g'îniî r»it hst Antwerpse schilderij ook later niet door Rubens in het Londense ont-'®rp kunnen zijn te pas gebrachfc — waar-^ij een vroegere datering dus mogelik blijft — wordt door Madsen niet gesteld. Wij maken hier van deze kwestie melding, i °ok omdat zij ons de gelegenheid biedt, de waarderende woorden aan te halen die Mad-sen aan de arbeid wijdt van Max Rooses, de tatreurde Vlaamsgezinde strijder die zijn ^olkkort voor de oorlog ontvallen is. ,,Roo-^ zegt hij, ,,wees er op, dat de datering nccgst onzeker was, maar meende dat het niodel van het kleine meisje Helena Four-mont, de tweede vrouw van Rubens, als Uenjarig was? en (iaarom bet schil-aerij omstreeks het gomelde jaar moest zijn j^aardigd. Later heeft een kunsthande- i aar hem als een oude traditie meegedeeld, Lit de kleine Maria even zeker een portret "as vaQ Helena Fourment, als Anna en oachim portretten waren van Rubens' fooeder en vader. Zulke fantasierijke gis-?lngen bloeien nog steeds maar al te weel-erig in de kunsthistoriese litteratuur. 410^ °P deze aarde is volkomen; geen men-^erk is zonder fouten, zelf s niet de vijf Cien van Rooses' monumentaal werk over ubens, waarin een reusachtig materiaal is •jeengebracht en geordend met de meest i cwonderenswaardige geleerdheid eh vlijt. j aar voor degene die vaak — ook in ons (r 7" Crn rijke oogst nuttige inlichtin-difc V,er^ ^16e^ opgedaan, is het . je t zijn dankbaarheid uit te spreken voor w ,v°tfrtreffelike, eenvoudig onontbeerlike aan f v .we^^c^ hestaat er aanleiding er ziin f"nneren de schrijver, ook met vulrl'° over Jordaens en zijn zorg- onvp^6 S1tudies over Vlaamse kunst, zich tofc eer heeft verworven, — nu in W° r i draeyige berichten uit België. van Ara S?|0Pen jaar, ook de mare behoort Ua Eooses. dwdi,, Een Opheldering, Wij werden reeds verplicht aan ,,De Nieuwe Couranfc'i een brief in te zenden, waarin wij lieten uitschijnen, hoe de Aar-Ienburg6cne korrespondent van dit blad 3en verkeerde beteekenis gegeven had aan ie woorden ..provinciaal kletsende politiek" iie in een onzer artikels voorkomen. Het had namelijk den schijn, dat wij die woorden naar het hoofd elingerden van tien, die niet dulden dat de Vlaamsche be-weging bela6terd wordt. Bladea, die in het bezet gebied van Bel-gië verechijnen, hebben de za.ken zelfs voor-^esteld ,alsof wij gansch de Ylaainfiche be-tveging tôt een soort ,,bekrompen provin-nalisme" bestempeld had den. Wij dachten dat de verklaring zoo bereid-ivillig door ,,De Nieuwe Courant" opgeno-tnen voldoende was om elk misver6tand uit ien weg te ruimen, maar zij is blijkbaar mtsnapt aan den heer S. Domela Nieu-wenhuis.Deze haalt in het Juni-nummer van ,,De rijdspiegel" onze woorden aan: ,,Mogen aile Belgen op hun hoede blijven în vooral vermijden dat het bestaansrecht self van België betwiet wordt, omdat klein-îielige vijanden nietige meeningsverschillen, welke zij zelf wellicht opgewekt hebben, x>t een geweldige etaatszaak opblazon. Minier dan ooit mogen wij met de praktijken /an een provinciaal kletsende politiek ge-iiend zijn. Laat ons den zin voor het groote ?n het edele bewaren". Die verklaring wordt door den heer S. Domela Nieuwenhuis in verband gebracht net een strekking, die hij aanklaagt, om-iat zij tôt doel zou hebben aan de Vlaam-Kîhe gewesten een homogeniteit of rassen-?n taalronheid op te dringen, waardoor de îigen Nederland'sche taal in het gedrang îomt. Zoo wij, naar de meening van den heer 3. Domela NieuwenhXiis ,,elke Vlaamsche Deweging als van weinig beteekenis gingen /oorstellen", dan zouden wij ons als een /olksverrader beschouwen. Wij wenschen minder dan ooit over woor-len te twisten en verkiezen een bondige jiteenzetting van onze gedachten.^ Deze oorlog brengt ons geen erikele aan-eiding om de overtuiging op te geven dat aet streven v»n de Vlaamsche beweging ?en der hoogste gcdachten omvat, waaraan ie toekcmst van het Vlaamsche volk ver-txmden blijft. Wie een volk aan zijn taal wil doen ver-saken, helpt het dompelen in onwetend-îeid en maatschappelijke armoede. Een be-itaan van België bezegeld ten nadeele van le taaî iez' Vlamingen kan niets anders zijn ian een volksverknechting, die op zedelijke m stoffelijke rampen uitloopt. Een derge-ijk vaderland kunnen of willen wij ons niet eens meer inderiken. Wellicht nog erger dan het verlies van luizenden menschenlevens is voor een volk ie zedelijke verslaving. Die tijden zijn voor het Vlaamsche volk /oorbij, en wij betuigen ons rouwbeklag aan tien, die zich zouden inbeolden dat wat lier-bergpraat of onbenullige kwaadsprekerij de Vlamingen zou kunnen afleiden van hun doel : in het vrije België zich zelf zijn en cver aile middelen beschikken, aangepasit aan hun taal en liun wezen, waardoor zij nevens hun Waalsche landgenooten, hun eigcn recht op hooger leven kunnen beves-tigen.Wie voor den oorlog deze gedachten ver-dedigd lieeft en er thans zou aan verzaken is een dwaas of een lafaard. Wij houden van goede trouw; wij vermijden elk nutteloos getwist, vooral wan-neer wij er toe aangeepoord worden door middelen, die komen uit verdachte "bron, maar wij willen ook aan het Vlaamsche volk geen onnoozelen kinderen-dag helpen voorbereiden. Moge bij niemand maar een enkel oogenblik de gedachte ontstaan om het Vlaamsche volk met zijn taal en zijn E-.treven na den oorlog klein te krijgen; dat ware zich een bittere ontgoocheling voorbereiden. Goede trouw, verdraagzaamlieid ja, maar geen fopperij ! Dat men van ons dus niet verwachte dat wij aan "de Vlamingen een tijdperk va.n moreole ontreddering willen helpen voorbereiden. Zij, die ons tôt zooiets in staat ach-ten, kunnen er sflechts op uit zijn ons bij het Vlaa.msche volk verdaclit te maken. In lief en leed blijven wij aan het streven van het Vlaamsche volk onwrikbaar trouw; een der redenen, die ons in Nederland doen blijven, is de overtuiging dat het onze plichb is vrij te kunnen spreken. Dezen plicht wenschen wij te vervullen, met het oog zoowel op de vrijmaking van België als op de onbelemmerde toekomst van het Vlaamsche volk. J. HOSTE Jr. m m ^ —• Het Lied der Vfaamsche Âkkers. Vlaamsche kindren zullen vragen : ,,Wanneer rij.pt het gouden graan ,,Dat w'in vroeger zomerdagen ,,Op de alckers zagen staan 1 '' Vlaamsche moederg zullen zeggen : ,,Wanneer gouden d'akkers weer?" Zullen weemoed-handen leggen Op klein-kinderkopjes neei\ Weenend zullen Vlaamsohe vrouwen Wijzen, waar eens 't koren stond. Liggen vele landsgetrouwen. N"u in killen, zwarten grond. Eène zàl weer op Vlaamsche velden G-euren 't gouden-golvend graan, Als weer blije, jonge helden Door 't herrSEen Vlaandren gar.n. Ocsterbeek. rONy DE R333iDËR. KLEINE KRONIEK. De Vlaamsche zaak. ] Set Aîgemeen Noderîandsch Verbond, taK Lier, lieett ter vergaderîng van Zondag 1B April 191-5 den wenseh uitgesproken van epo- -digen vrede,en met algenieene stemmen de volgende motie aangenomen : wille op den hui-digen oorlog werkelijk een volslagen vrede knnen volgen, Jiij dan oôk de y.aak der verdruk-te kleinere a olken eons en voor goed moet op-lossen, voor Vlaanderen alzoo het voorbereidend oogenblik gekomen is, om ton aanzien van heel do wereld op de aanstaando vredoaonderirand^-bngen, van Ma as tôt Noordaee do eendrachte-ilijko uiting te doen geîdon van deze, aller ware Vlamingen reclitma-tigen eisdli: Aan aile volken en vertogenwoordigers van 't Vlaamschevolk, die op den vre-deraad 't lot van Europa's landen be-schikken zullen ! I ! Aan don oorlog, die thans ten einde is, heeft naast do andere groote volken van Europe, ook het Vlaamscho volk in verhouding een niet kleiner aandeel genomen, hebben d<? Vlamingen niet minder, ^lan wel ko strijders ook, Mijk gegeven van heldhaftigheid en nederige pliclitsbetrachting, heeft het Vlaamsohe lancl niet minder, dan welk ander, onder de wereld-plaag geleden. In naam der menschheid éîgent het Vlaamsche volk zich dan ook, te meer waar het enkel ziclizelf betreft, het recht van spreken toe op de vorgadering der volken, ook zijn stom te verheft'on in t besbendi.gen van den toeko-menden vrede. Zal deze vrede er werkelijk een ware zijn, zoo zal hij dan ook een einde dienen te stellen aan de verdrukking der kleine volken, zullen de Vlamingen zich moeton verheu-gen mogen in de vervulling van hun eenigen en heiligsten wenseh : voortaan ondter geen vreemden invloed te moeten lijden, eens en voor goed een einde te zien gesteld aan den eeuwenouden strijd tussohen Vlaanderen en Wallonie. Gelijk elk ander in het huidige Europa, heeft liet Vlaamsche volk ook zijn eigen, tôt ver in den vreemde bekende, nijverheid. han-del, landbouw, kunst en letterkunde. * >st welk ander volk ooft eischen de Vlamingen net recht, het hoogste recht van een volk, voort aan, van allen vi-ecmden dwang vrij, onder eigen bestuur en in hun eigen Nederlandsche taal, zichzelf op eigen kraoliten te kunnen ontwikkelen, eischen de meer dan vier millioen Vlamingen eendrachtelijk, van Maas tôt Noord-zee, dat: Uit dezen oorlog, Vlaanderen herboren, in den vrede der toekomst, Vlaanderen weer zichzelf worden zal ! Oorlogscontrabantte in België. Het Belgischo Staatsblad van 17—19 Juni behelst dè volgende ,,wettelijke bekendma-king" van het Belgische ministerie van bui-tenlandsclie zaken : ,,Met verwijzing naar de in het Staatshjad van 17—23 Maart 1915 opgenomen verklarin-gen, laat de llegeering des Konings aan de : • -langliebbenden weten, dat de navermelde arui-kélen toegevoegd zijn aan de lijst dergene weike als absolute contrabande beschouwd Avorden : ,,Toluol en de mengsels van toluol, uittreksel van teer, van petroleum of van welk danige andere herkomst; ,,Draaibanken en andere macliienen of ge-reedschappen kunnende gebruikt worden om oorlogsammunitie te vervaardigen ; ,,Kaarten of plans van eenigo plaats in het grondge'oied van een oorlogvoerende of in de zone der krijgsverrichtingen, op de schaal van ten minste 1/250,000e, en de reproductiën op welko schaal ook, door lichtdruk of anders-zins, van dergelijke kaarten en plans ; ,,Op de lijst van als absolute contrabande artikelen, opgenomen in het Staatsblad van 21—28 Januari 1915, moeten geschrapt worden de woorden ,,en andere metaalzuren" na het woord ,,kalkmetaalzuur". ,,Aan de lijst der als voorwaardelijke con-trabando beschouwde artikelen (Staatsblad 17 —23 Maart 1915) moet toegevoegd worden de lijnolie. De woorden „buiten lijnolie" moeten dus verdwijnen." De heer De Broqueville b:j den Presicfent der Republiek. Verleden Zaterdag heeft de Président der Fransche llepubliek te Parijs op het ,,Elisée" eene plechtige ontvangst voorbereid aan onzen Minister van Oorlog, den heer De Broqueville, tevens voorzitter van den Belgischen minister-raad.De Président zeide hem dat hij zelf bij zijne bezoeken aan het Belgische front had kunnen bestatigen hoe volmaakt het Belgische léger nu was uitgerust en hoe uitstekend de geest was tusschen de soldaten en do officieren. Daar-voor werd onze eerste minister dan ook door het Hoofd van den Franschen Staat hartelijk geluk gewenscht. Dien dag liad M. de Broqueville het ontbijt genomen bij den Franschen Minister van Bui-tenlandsche Zaken, M. Delcassé. 's Anderdaags noodigde Generaal Joffre den Belgischen Minister op een dîner. Professor Gustave Cohenc Naar wij vernemen is professor Gustave Cohen voor zijn gedrag bij het gevecht, waarin liij gewond werd, voor de tweede maal gedecorecrd. Hij ontving het zilveren oorlogs-kruis gepaard met ,,citation à l'ordre du jour de la division". Roerende betooging van broederiijkheîd tusschen Engelsche en Belgische soidaten. Het feit dat wij aanlialen greep in een dei veldhospitalen aan het front plaats. Men had juist de verwondingen van enkele Belgische soldaten verbonden en deze lagen op hunne leger-stede, het oogenblik afwaclitend naar acliteren te worden overgebracht. Er bleven nog twee ledige bedden over. Plots men buiten den stap der zieken- dragers die met hunne draagbaren aankomen ; de deur wordt geopend en een tiental Engelsche soldaten, slachtoffers van de stikgassen, worden binnengedragen. Spontaan verlaten al de gewonden. die in staat zijn op te staan, hunne bedden, om ze aan hunne Engelsche wa-penbroeders aan te. bieden en gaan op 6toelen zitten. Voor dit gebaar, beet de oude, ongevoelige geneesh'eer, evenwel geweldig op zijne snor.... Verlaten! Een onzer soldaten, vorminkt van den strijd terugkeerende, vond zrijno woning ledïg en dooi zijne vrouw verlaten. Hij heeft dadelijk cen procès tôt echtschei-ding ingespannen. De zaak zal voor do rccht-bank eener provinciestad worden gepleit. or voorzeker zal het een zeer bel arçgwekkend ge-val zijn... Arme man..., misschien ook -moger we zeç^en: arme vrouw..« Hoe ziet het er uit in Duitschtaml? Een Hollandsche vrieud is AToor een tiental dagen naar Duitschland geweest. Een zijner bloedverwanten, officier van het Duitfeche le-ger voor Yperen, was zwaar gewond naar zijn land teruggebraclit. Hij had zich onderscliei-den. Als aandeken van den slag bij de oude Vlaamsclie stad had hij een paar Engelsche ba-jonett'en als tiofeën meegebracht. i)ie Duit-.sclie officier had zijn bloedverwant verzekerd dat de Duitschers niet door do lîngelsche linies konden breken. Hij meende dat het misschien wel zou gaan indien de linies langs Yperen al-leen door Franschen waren verdedigd. De En-gelschen waren te taai om te wijken. Hij' voogde er nog bij dat hij telkens tever-geefs om versterkingen had gevraagd. Duit-sche reserven bestonden niet of wel men ver-zuimde ze to laten optrekken. Ook waren de troepen, waarvan bewust officier deelmaakte, ! aan zich zelf overgelaten, mede voor wat het ! voedsel betrof. Tôt slotsom verklaardo de ge- ' wonde dat de toestand hem zorgen baarde. Onze Hollandsche vriend was pijnlijk getrof-fen geweest door het groote getal verminkten, blinden en kreupelen, die hij overal ontmoet had en ook door do vele lazarotten on gasthui-zen die opgepropt waren met gewonden. De kleine stad alleen waar zijn bloedverwant ver-, zorgd werd, bezat een liospitaal voor 2000 gewonden. Zoo vond men hospitalen in aile gewesten van Duitschland. Aken, om maar ééne stad te noèmen, is in één eenig liospitaal herschapen. Wat nu de gemoedsstemming van het volk betréft, onze Hollander hoorde overal waar hij kwam mistroostig de vraag : Hoelang, lioelang zal het nog duren?" Het Duitsche volk is, wat de officieren ook zeggen, den oorlog beu. Een aankiacht. De pan-Germaansche Toekomst heeft zich bij de ,,N^ R. C." gevoegd. Dit weekblad eischt van de .Nederlandsche regeering maatregelen tegen ds. Giran en tegen ,,die Belgen, die den hun geboden steun beantwoorden met pogingen om ook ons (Neder)land in den poel der oor-lôgsellendo te werpen." Eene andere houding van een_ door Duitsche prospectussen aanbevo-Icn papier zou ons verwonderd hebben. Wij hopen dat dr. W. C. A. baron Van Vreden-burcli, die deze aanklacht onderteekent, den moed zal hebben die Belgen te noemen. Noblesse oblige. De luchtaanvallen c»p Engaiand. De laatste Zeppelin-raid heeft het aantal aanvallen van uit de lucht op Engelsch grond-gebied tôt veertien gebracht. Wij geven ze hier chronologisch geschikt: 25 December. Dover en monding van de Theems. 12 Jan. Yarmouth, Sherengham en Tvinjï's Lynn. 21 Februari. Colchester, Coggleshall en Braintree. 14 April. Blyth en Tyneside. 15 April. Makîon en Lowestoft. 16 April. Favesham. 29 April. Ipswich, Burj'-St.-Edmunds. .10 Mei. Southend, Wescliff en Leigh. 17 Mei. Eamsgate. 27 Mei. Southend en Westcliff. 31 Mei. Omgeving van Londen. I Juni. Oostelijke en Zuid-Oostelijko kust. (j Juni. Oostelijke kust. 15 Juni. Noord-Oostelijke kust. Minister De Broqueville over &ns leger. De Belgische ministers vereenigden zich verleden week te Sainte-Adresse (Havre) onder voorzitterschap van M. de Broqueville, minister van oorlog. Bij 't einde van den raad heeft M. de Broqueville zijno eollega's mededeeling gedaan van den uitstekenden indruk, dien de troepen geven aan allen, die lien aan 't werk zien. ..Het Belgische leger is gestaald, zegdo hij, nimmer was het sterker, geestdriftiger ; wan-neer men er mede in aanraking is, heeft men de diepe overtuiging der aanstaando zege." De Koning aan de sponde van eenen Cekwetste. Onlangs heeft onze Koning zich naar een liospitaal, in de buurt van het front begeven, om daar den onderluitenant Eugeen Janson, van de eerste groep zware houwitsers, te gaan geluk wensch'en, en het kruis van ridder van de Leopoldsorde op de borst te spelden, naar aanleiding van zijn heerlijk gedrag te velde. De onderluitenant Eugeen Janson, wiens broeder, ook soldaat onlangs door de Moffen ki i.jgsgcvangen werd gemaakt, is de zoon van wijlen den majoor Eugeen Janson, neef van Paul Janson, den bekenden tribuun, en van den heer Louis Huysmans, staasminister. Duitsche Waarheidsliefde. Nadat op 9 Juni Asquitli in 't Lager-huds had medegcdeeld, dat de geza-melijke verliezen van hefc Britische leger in Belgic, Frankrijk en aan de Middellandsclie zee j tôt 31 Mei 258,069 man bedroegen, braclit op 10 Juni de in Berlijn verschijnende , ,Tagliche Rundschau" hefc bericht Asquith zou in 't Lagerhuis gezegd hebben, de Engelsche verliezen waren 1.585.409 man. Deze aardige leugen maakfce hefc genoemde chauvinistische blad openbaar onder hefc groot-gedrukte opschrift ,,Anderhalf millioen man Engelsche verliezen." Daar hebben wij weer een mooi staalfcje van de genoemde ,,Deutsche Biederkeifc". De metalen helm in eer hersteld. Volgens een telegram uifc Parijs van de ,,Press Association" zullen eje Fransche soldaten te velde binnenkorfc worden voor-zien van lichte stalen helmen, die uifcerlijk veel gelijken op de in de oudheid gedragen hoofdbedekkingen voor krijgslieden. De helmen zullen grijsachtig blauw zijn, welke kleur harmonieerfc met de dienst-unifor-men, die de troepen reeds sedert eenige maanden dragen. Hefc ministerie van Oorlog heeffc verschillende modellen beproefd, alvorens het thans aangenoinene te kiezen. De nieuwe hoofdbedekking zal de soldaten eenigszins beschermen tegen granaat-splinfcers en kogels, die weinig krachfc meer hebben. De képi blijft in gebruik bij den diensfc achter hefc fronts Vfaamschs en Hslianisths Mû. \ ] In het Muzi'kcollegc is eene zeer belangwek- f kende polemiek over Vlaa.msche en Nederland- < sche Muziek gevoerd ; laten we hopen dat deze j pe-nnestrijd niet bij een paar artikelen zal ] blijven maar dat hij practische vruchten moge 5 afwerpen, iets werkelijks tôt stand brengen ten bate én van Hollandsche, én van Vlaamsche — < dus van de Groot-Nederlandsche — toonkunst. < De strijd ving aan in 't Mei-nummer van Het Muzielccollege, waar de heer P. A. van j Westrheene antw oordde op cen stukje van De J Nieuwe Courent. Het Haagsche blad had, inderdaad, ten ge-volge van eene uitvoering te Arnhem van ] Benoits' oratoria De Wereld in en Vlaanderen's ; Kunstroem, die aan het initiatief van den • kunstzinnigen heer Van Westrheene te danken i was, geredetwist over de vraag ,,Wat gaat voôrP", liierdocr beduidende : ,,Wat gaat voor, i Vlaamsche of Nederlandsche Muziek?" 1 De heer Van Westrlheene had o.m. geschre- : ven : ,,Konden onze toondichters — en ook onze woorddichters! — van de Vlaamsche meer volksgevoel Jeeren, geen sectarisch, maar het -algemeene, ze zouden ons volk meer geestdrift kunnen schenken" en verder : ,,Er wordt, en vooral er werd hier te lande wel belangstelling voor de Zuid-Nederlandsche componisten ge- ' wekt, ofschoon lang niet genoeg voor de jon- , gere. Maar tôt aaneensluiting der onze met lien is nog weinig neiging bewezen. Muzikale , journalisten hielden pleidooien ; men bleef on-verschillig of zag bezwaren .Het 6cheen er nog niet de tijd voor. Nu komt die tijd, of nooit." ( De Nieuwe Courant merkte daarop aan : ,,Naar aanleiding hiei*van willen wij wel zeggen, dat ook tôt ons meer dan eens het ver- , zoek is gericiht, stemming te helpen maken \oor meer intensieve propaganda voor Vlaamsclie muziek hier te lande, dooli dat wij daarop nooit . zijn ingegaan. Niet omdat wij niets of weinig sympathie gevoelen voor de jongere Vlaamsche toonkunst — integendeel. Maar omdat onze . toonkunstenaars hun propaganda-krachten in de eerste plaats voor iets anders kunnen beste-den, ni. vor hun eigen Nederlandsche toonkunst.i De heer v. Westrheene maakt onzen toon-(en woord-) dichters het verwijt, dat zij ons volk geen voldoende geestdrift kunnen schen- ' ken. Maar aan wie ligt dit — aan onze toondichters, of aan hen, die liun werken tôt leven 1 j moeten brengen, n.l. de uitvoerende kunste-naar.s P De heer v. W. geeft een opsomming | van hetgeen Meyroos c.s. van Vlaamsche componisten deden uitvoeren. Maar wat deden en doen Mengelberg, Viotta e.a., die de muzikale kern van ons volk bereiken, voor de Nederlandsche muziek? Om geestdrift in een volk I te kunnen wekken, moet er contact met liet volk zijn — en -het zijn juist onze uitvoerende kunstenaars, die zich daaraan zelden of niets gelegen laten liggen. Uitvoenngen van werken van Zweers, Diepenbrock, Wagenaar, Schâfer, lvuiler, Van Tetterode, Dresden, Cuypers, In-genhoven, Zagwijn, Van Nieuwenhoven, Loots, i Ândriessen, e.a. — wanncor hoort men ze ? Wordt er hier een Nederlandsch werk mtge-voerd, dan geldt zulks als een buitengewoon bijzonder voor val. Onder zulke omstandigheden onzen componisten onmacht te verwijten, het Volk in geestdrift te doen ontbranden of-hun de Vlaamsche componisten als toonbeold^van volksgevoel-kenners voor oogen te stellen is op z'n zachtst uitgedrukt onbillijk. ()nze uitvoerende toonkunstenaars deden vrij wat beter, bij ons volk belangstelling voor eigen muziek te wekken, dan zich druk te maken voor Vlaamsche toonkunstenaars, wier volksgevoel dan toch iets anders is dan het onzel W>j willen liiermee volstrekt geen veronachtzaming voor Vlaamsche toonkunst aanbevelen, docli een waarscliu-wing doen hooren tegen ziekelijhe sympathie ix)or niet-Nederlandsche ' ' met yerxcaarloo- ^ zin g von de eigene — een trek, die voor vele Neclerlanders karakteristiek is. Tegenwoordig, nu het nationaal bewustzijn zich intensiever dan anders doet gelden, lijkt ons het verster-ken van het contact tusschen eigen kunst en volk meer dan ooit geschikt. Wij lioeven de Vlaamsclie toonkunst niet te negeeren, maar de eigen muziek ga voorop. ,,Charité bien ordonnée commence par soi-même". Daarop antwoordt do heer Van Westlieere, dat de Nederlandsche dirigenten hunne landgenooten niet verwaarloozen en er heelemaal geene sprake kan zijn van bevoorrechting dei Vlamingen. Hij beweert integendeel dat Hol-land de Vlaamsche muziekkunst niet voldoende kent. Een lijst van hier uitgevoerde werken zou van doode Zuid-Ncderlandsche conwonisten alleen Benoit, Blockx, Gevaert v. Gheljiwe, de Mol on Tinel te vermelden hebben; <?eu van le vende Hullebroeck, Mortelmans (om een lied) en Wambach (om een kinderkoorstuk). Tegen-over 82 4- een ruim te nemen X levende Noor-delijken slecht-s drie Zuidelijken. En dus con-stateert v. W. wel degelijk bevoorrechting der cersten. De heer v. W. voegt er deze zeei* ibreedzin-nige en e<lele woorden bij, met de welke wij uit ganscher liarte instemmen. ,.Do Nieuwe Gt. waarsoliuwt togen zieke-lijke sympathie voor niet-Nederlandscilie kunst. Ik had het over wèl-Nederlandsche. Zuid-Nederlandors maken Nederlandsch pro-za, Nederlandsche poëzie, hier met ontroering en vreugde gelezen, kleur, frischheid, warmte. jeugd brongend in onze litteratuur, Zij maken ook°Nederlandsche muziek, hier bijna niet ge-zongen en gespeeld. Wisselwerking der gevoelsschakeermgen van één volk is heil der kunst. _ . Do Duitsche Toonkunstenaarsvereenigmg lioudt liaar muziekfeesten in Duitschland, Oos-tenrijk en Zwiteerland. Er is een muzikaal G root-Duitschland. Er moet een muzikaal Groot-Nederland komen. _ _ Wie verwerpt cen muzikaal Holland- op zijn Smalst?" * * * Maar aan de zeer sympatliieke bevveegredenen van den heer Van Westrheene acht de heer J. P. J. Wierts, Nederlandsch componist,_het noodig met een soort ,,pro-domo"-pleidooi en ! eenige algemeene redevoeringen to wederstaan. Zijn an an oeuvre bestaat er in het argument van'V. AV. om te keeren, met de vraag te stellen : Wat deed Zuid-Nederland voor de Noor-derbroeders ? En niet zonder 'm beetjo nijd moraliseert hij: ,,Liefde zonder wederliefde kan niet van langon duur wezen". Laten we den heer Wiortz aan 't woord. Eerst met een paar principieele zinnen .,Hët zal nu een tiental jaren zijn geleden, dat Guido Gezelle in Holland meer vasten voet begon te krijgen on in aile kringen en j liartcn zich stevig heeft vastgelegd.^ Onmid-dellijk nà hem weid René de Clerq, hier inge- uid, waarvoor Alf Landy wel het eerst en îet meest aan het klokkentouw getrokken îeeft, al klonk de klok menigeen niet erg ympathiek in do ooren. Maar de klokkenlui-ler ilrad te veel gezond volksgevoel dan dat îij niet zeker was, zijn gast te zullen binnen-eiden in de liarton van het volk — waar hij lich ook een ruime plaats heeft verzekerd — 3e Clerq is toch populair ge worden. — Met len heer v. Westrheene ben ik liet volmaakt sens dat deze poëzie hier met ontroering en 'reugde is en wordt gelezen en ook kleur, .rischheid, warmte en jeugd bracht in onze itteratuur. Maar door deze twee en nog enkele andere Vlaamsclie poëten wordt toch onze eigen hol-andsche litteratuur niet verdrongen of terug jezet — het zijn en blijven sleclrte enkele vaardevolle bijdragen — die tocli ook steeds îun eigen Jandelijk-vlaamsche stempel dragen. ,,De Nieuwe Courant" spreekt van Vlaani-iclio toonkunsiënaars wier volksgevoel dan ,och iets anders is dan het onze. En dit m.i. ;eer tereclit. a Als men — zooals ondergeteekende meerma-en zelfs voor langeren tijd — in Vlaanderen net velerlei volkskringen in aanraking komt m men legt zijn oor goed te luisteren, dan >emerkt men al spoedig wat er een groot vor->chil betaat in den volksgeest daar en bij ons. Waar nu komt het volksgevoel en do volks-:iol meer tôt uiting dan in het volkslied — dat veer de basis en grondstof vormt tôt opbou-ving van de hoogero muzikale kunstwerken ? Sinds enkele jaren is ten onzent de belang-itelling in en de liefde voor het volkslied zo-r œgenomen. Maar daarbij is het nu reeds zoover gekomen, lat niet wij, maar de Vlamingen de leiding in landen hebben, in ons eigen land — en dit acht k, en velen met niij, een zeer bedenkëlijk ver-ichijnsel."Dan wijst de heer Wiertz op het werkelijk ,reusachtig" succès van Hullebroeck, maar sonder in overweging to nemen dat die bij val aiet alléén op blijvend-artistieke basis steunt. kVe beziiten in Vlaanderen andere componisten lan Hullebroeck, heel wat lioogere geesten, en iie er nooit in gelukken zouden 13b' liederavon-len in te richten. „L'exception confirme la règle". Daarna komt de heer AYiertz ook met persoon-ijke klachten voor den dag : ,,Ondergeteekende mag zeker niet klagen >ver geringe belangstelling in zijne uitgaven : Zijne ,,Gezelle-banden" verschenen in vier-len druk. Wat nam Vlaanderen hiervan ? Zegge : een twintigtal Expl. Zijne vijf banden ,,Liederen voor 't Volk" vaarvan de laatsten in zesden en zevenden ïruk, en de eerste in niet minder dan den veer-tigsten druk ; daarbij allen op teksten van Vlaanderens meest populairen volksdicliter René de Clercq. Wat ging er van dit ailes naar Vlaanderen ? Zegge: ± 50 Expl. Mijn ,,Lied van den Arbeid" — voor een coorwerk wel zeldzaam — in derden druk vor-jchenen, daarbij op den te Ant^verpen bekroon-3en tekst van lîené de Clercq, kwam in Vlaan-ïeren geen enkele maal tôt uitvoering ondanks mijne on anderer herhaalde bemoeiingen in lezo. Zoo ging liet niet mijne liederen in Vlaan-3eren„ ondanks mijne vele connecties. Zou het met de liederen van b.v. Catli. v. tiennes, van Tetterode e.a. 'beter zijn gegaan? Ik betwijfel het zeer. Men kent ze hier en daar bij naam, maar tôt uitvoeren, in alge-meenen zin, komt het niet." Ik meon dat de lieer Wiertz zich deerlijk vergist. Zoo herinnert zich auteur van dit muzikaal overzicht het concert van Vlaamsche en Nederlandsche muziek voor hefc laatste taal-&n letfcerkundig congres, te Antwerpen, inge-richt, waar muziek van de besten der Noord-Nederlandsdhe componisten werd' uitgevoerd, ander leiding van Lod. Mortelmans en Flor. Alpaerts. Ik weet ook stellig dat er liederen van Ca+harina van Rennes, on verschillende Gezelleavonden, in Vlaanderen, ten geliooro zijn gebracht. * * * We luisteren liever naar het woord van den heer Van Westrheene te meer daar hij spreekt als ,,muziek-liefhebber", niet als ,,muziek-producent" en dus belangloozer, onbaatzuoli-tiger en meer uit loutere kunstliefde op-treedt.Hier volgt liet slot van zijn schoon, edel, ruim pleidooi ten bate van de Vlaamsche. en d a a r d o o r ten bate van de Groot-Nederlandsche muziekbeweging ; ,,Aan mij het rccht om te spreken als mu-ziekgenieter en te zeggen: ik ben Nederlan-der, ik wil de muziek van de Belgische Neder-landers leeren kennen, even goed als die van de Noord- en Zuid-Hollandsche, Utrechtsche, Zceuwsche, Noord-Brabantsche, Limburgscho, Geldersche, Overijselsche, Drentsche, Friesche, Groningsche. Of hun volksaard in de toonkunst mij sympathiek is, evenals in hun woordkunst, moet ikzelf uitmaken. Hij wordo hier binnen-geliaald: wij hebben veel van hem to hopen, niets to vreezen. Verschilt hij zeer van den onzen, des te meer zal liij dien versterken, of althans van vreemder overgroeisel bevrijdcn. Het Zuid-Nederlandsche deel van ons volk was blijkbaar oudtijds liet muzikaalste. De Vereeniging voor Noord-Nederland's muziek-geschiedenis word opgericbt omdat hefc spou-rcn naar algemeen-Nederlandsche kunstscliat-ten haast alleen ,,Belgische" voor den dag bracht. Hefc Zuid-Nederlandsche deel van ons volk had in onzen tijd de krachtigste ver-overaars van een eigen toonkunst. De Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging heeft aanvankelijk geopenbaard hoezeer Benoit hier te lande geestdrift wekt, maar zich later bijna steeds als een uitsluitend Noord-Nederlandsche gedragen. Dat er dan een Bond der Toonkunstenaars van Groot-Nederland kome, natuur-lijk ook om de belangen der componisten van hefc Noorden te behartigen m het Zuiden I Intusschcn nog eens : ik verlang de 'Zuid-Nederlandsche muziek te leeren kennen door uitvoeringen van elke soort en niet alleen door Hullebroeck's avonden. Willen onze concert-gevers ons hefc geraiste blijven onthouden, dan moeten wij muziekgenieters hun doen weten, dat wij wel in hen opvoeders zien maar niet in onszelven onmondigen; dat wij middelen kun nen beramen om ons bot begeerde te verschaf-fen desnoods zonder hen. Maar veel liever dan het nieuwe kunstvriendengenootscliap ware mij de nieuwe kunstenaarsbond, de machWge, van zelfzucht vrije, den aanbrekenden tijd waar-dige".Voor deze koene en liefdevollo zlnncn van 'n breed-artistiek-voelend man, dank ! En wo zijn overtuigd dat in Zuid-Nederland de stichting van een Vereeniging van Noorden Zuid-Nederlandsche componisten (zooals we reds eene Vereeniging van Noord- en Zuid-Nederlandsclie letterkundigen hebben) mat vreugde zal worden begroet...... A d;?R,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes