De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1390 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 02 Maart. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 18 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/2z12n50h89/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

t;erste Jaaréang N°. 30 Dinsdag 2 ÎVlaart 1915 S Cents DE VLAAMSCHE STEM ALGEMEEN BELGISCH DAGBLAD £00 volk zal ni et vergaan! Eendracht maakt machtî Ë—! REDACTIEBUREELI PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. - TEIEFOON No. 9922 Hoord. De Vlssmsche Stem verschijnt te Amsterdam elken dag des morgens op vier bladzijden. Abonnementsprijs b\j vooruitbetaling : Voor ïïollaud eu BelgiîS per laar f 12.50 — per kwartaal fS.UO — per tnaancl /1.25. Vocr Engelancl en Frankrijk Frs. 27.50 per jaar — Fis. 7.50 per ]>warta£Ll — Frs. 2.75 per maand. Hoofdopstellcr : Mr. ALBERIK DESWARTE Opstelraad : CYR1EL BUYSSE - RENE DE CLERCQ Mr. JAN EGGEN. — ANDRE DE RIDDER Voor ABONNEMENTEN wende men zich tôt de Administratie van het blad: PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AANKONDIGINGEN wende men zich toi de Firma J. H DE BUSSY, ROKIN 60, AMSTERDAM. ADVERTENTIES : 25 Cents per regel Vervolg Heldenlijst pag. 4. Korte inhoud. 1 c B1 a d z i j cl e : De Belgische Regeering in Frankrijk — Anrfrc de Hiddcr. Van Vlaamsche Heldeu — Tony de Hiddcr. Kleine. Krouiek. Bijdrage tôt de Koning Albert — Scyc. 2e-Blac! z i.j d e: TJifc het Vaderland. Brieven uit Gent. De doortocht der Duitschers te Surico (3) — A. Dirricx de Tenliam. Janfcjo Verdure (8) — Stijn StrcuveJs. 3o B 1 a d a ij d e : De Europeesclie oorlog. Telcgrammen eu berichten. Fit de- kampen. Hollandsch Xieuws. Voordrachten en feesten. j Voor de Uitgewekenen. 4e B 1 a d z ij <1 e : De Heldenlijst. le Seigisohe Regsering in frankrijk Wic onzer kan ©en oogenblik heelemaal rustig hçt hoofd neerleggen, zicli onbekom-merd maar laten mededrijven met den vJoed vau het .leven ? Heel den dag,. een deeh van den nachfc schrceifc in onj> de freurnis van al wat we acliter lieten in Vlaanderen, de wanhoop om al wat er verdt gedood en verguisd, de bijteude on-rusfc voor de toekomst... Maar dan spreekt tech weer de zekerheid on s moed in: Bel gië m! leven, België zal blijven bestaan. spoe-(lig zullen we kuunen terugkeeren naar onzen haard, naar onze fainilie en vrien-den, naar onze taak van den vrede... Hefc is cok zoo'n warme troost voor ons te weten dat, nu zelfs in de ergsté lire van beproe-ving, ons land geen wrak if, geen -schip zon-der stuiir, maar dat de kloeke geesfc van onzen Koning die ons leger leidt, waakfc over ons lieil, dat onze Regeering het stunr van ons nationaal leven flink in de liandeif houdt. Hoe dikwijls zullen de bannelingen peinzeu op den greoten Albert die aan deu Yser veclit, op onze kranige, op h are manier ook dappere en nooit ontmoedjgde Regeering die in Le Havre voortgaat al onze nationale rechten te verdedigen, onze be-langen te behartigen... Met genoegen zullen ouzo lezers over de werking van het Belgische Landsbestuur, naar Frankrijk uitgeweken, enkele bijzon-derheden ver nemen. De bekende reporter van ,,Le Journal", André Tudesq, îieeffc een l>ezoek gebracht aan ,,la principauté belge de Sainte Adresse", de vooistad van Le Havre, waar onze Belgische miuieteries onder dak zijn gebracht . Uit zijn opstel ontleeuen we enkele inlichtirigen. Voor de allereerste maa.1 in de geôchie-(lenis heeft eene regeerinor haren zetel ver-plaat6t uit het eigon land naar eene nabu-nge streek. En het zonderlingste is dat hefc landsbestuur van het Koningrijk België in de Fransche Republiek zijne volmachb nit-oefent. Maar verliest oo dit oogenblik aile politiek onderscheid zijne waarde niet? De volledige Belgische Regeering met do versohillende administratieve d-iensten is naar Sainte Adresse overgebracht: eene uitgebreide orga-nisatie, niefc 6lechtâ eene onvolmaakte, overhaast ingerichte gelegen-lieidsinstélling... maar eene degelijke, wel-verstane, volledige inrichting... Op 12 October 1.1. ontscheepten uit de ,,Pieter de Coninck" onze tien ministers, boveudien onze negen stàatsministens. hun-ne farihlie^s, hunne archieven, hun personeel. Ter hunner beecliikking was gesteld om hen te helpen in hun werk van inrichting. M. Hennion, de ^oegere ,,Préfet de Police" van^ Pariis. Aan de door onze Belgische nùni6ters betrokkene gebouwen -werd het Voorrecht van de , ,exterritori aliteit' ' toe-gekend en al6 teeken van bezetting, onmid-dellijk na de aankomst van onze leiders, de Belgische driekleur geheschen. In een sierlijk Normandisch kasteel toe-behoorende aan den heer Dnfayel. eigenaar van de bekende Parijsche magazijnen, en L'Hôtellerie" geheeten, werden de Ministers met hunne huisgezinnen gehuisveet. Elk lid van de Regeering heeft daar ajne kamers, zijn kabinet, zijn 6ecretariaat. Het ruime salon dient als vergaderzaal voor den ministerraad ; in de ^hall" vinden de officieele ontvangeten plaats. De diensten, archieven en bureelen zochten onderkomen, Place Frédéric Sauvage, No. 4, in een heel groot gebouw dat no^ nooit bewoond was geweest ; aan elk Ministerie werden zeven vertrekken afgeetaan. Op den ^evel van het gebouw werd een groot schild genageld: ..Palais de Ministères". Gelijkvloers is een ruini vertrek voor de zittingen van de Ka-iiwrs vau yolkevertegenwoordigers obli ge houden ; M. Schollaert, voorzitter van Jiet Parlement, en de griffier van de Senaat, liebben er insgclijks liun werkkring ge-veetigd.Drie ministers zijn afzonderlijk; gehuis-vest. Het hoofd van de Regeering, Baron de Brcqueville, bewoont de Villa Roxanne. Voor het ministerie van Buitenlandsche Zaken en het Ministerie van Oorlog werden twee naburige villa's ontruimd. Aan den ingang van die villa's en van het ministeriegebouw zijn wachthuisjes gesteld, rood, geel, 2^vai*t beschilderd. Belgische geu-darmen houden er de wacht. Het garnizoen bestaat uit 150 wacliten ; bovendien werden drie politieposten inge6teld. De boy-scouts bewijzen groot nut. Belgische posfc- en telegraaf-diensten ver-va.ngen de geregelde Fransche diensten van Sainte Adresse. Hefc postkantoor geeft nieuwe zegeîs uit, die later uit philatelis-tisch oogpunt zcer kcstbaar zullen zijn. Ze vertoonen het portret. van den koning en zijn gedagteekend: ..Havre Spécial, bureau Belge de Sainte Adresse". Naast de Regeering leeft te Sainte Adresse hefc bijna volledig diplomatiscli korps: de Fransche ^ezant M. Klobukowski bewoont de Villa Villeroy, de andere afgé-zanten en gevolmachtigden bewonen het Hôtel des Régates; liier zijn vertegenwoor-digd de Iieilige Stoel, Engeland, Rusland, Roemenië, Nedérland, Italiëi, Brazilië, Griekienland, Japau, Noorwegeii, Spanje, Chili. Er bestaat ook een lvoninklijk Paléis, maar tôt nu toe heeffc de Koning hefc niet betreden. Geen enkel oogenblik heeffc hij liefc front verlaten, sedert de Barbaren in België zijn binnengestroomd. Iiij heeft ge-vreesd, iudieu hij voor enkele uren zijn leger en de laatete strook van den Belgi-echen bodem, die te verdedigen overblijffc, rooesfc verlaten, dafc de arglistige Duitschers daar van gebruik zouden maken om de annexatie van hefc land uifc te vaardigen. Zoolang de Koning aaji de epits van zijn leger staan zal. blijft België vrij en onaf-hankelijk, ongeschonden in zijn constitutio-neel bestvaan. Ongeveer 2500 Belgen bewonen St. Adresse. Zij liebben zelfs den naam van de be-zonderste lanen en straten doen veranderen en op den Boulevard Albert I" en den } .Boulevard du roi des Belges" ziet men niet anders meer dan wandelaars met. de Belgische kokarde of hefc Belgische lint. Als persorgaan, verschijnt er onze oude ,,XXo Siècle", hefc eenig nationaal blad dat in Frankrijk hefc licht ziet. Elke week grijpen liefdadigheidsfeeàten plaate om de ellendo van de arme bondgenooten te lenigen, gif-ten voor de soldaten aan het front in te zamelen, enz. Te Deums worden in de kerk gezongen, om de overwinning van ons leger te vieren, zijn heldenmced te loven. 's Avonds" ligfc St. Adresse in de volste duisternis /om tegen aile nachtelijko aan-vallen van Zeppelins en vliegtuigen bevei-ligd te zijn. Het ligt heel stil. maar- niet rustig in de donkerte en in den nevel — want achter de muren van de gebouwen gaat de arbeid voorfc, bruist de groot© werk-krâchfc vàn onze regeerders, klopfc nog- de ziel van 'fc dierbare land... Boven de kusfc, over de zee en de klippen, branden de sein-palen, heel hoog in den nacht met hunne roode en groene lichten... de ba.kens voor den storm, die nooifc dooven... De greote baai ligfc in breede buiging open met hare twee vooruitepringende klippen... langs den eenen ka-nfc Deauville, de coquette, rijke badplaats waar nog voor enkele maanden, duizenden Parisiens en oosmopolieten hunne weeldo uitstaldén en hun levensgenot bot vierden, Deauville nu donker, verlaten... maar aan den anderen kaaifc Saint» Adresse waar de laatste hoop van België waakt, waar reeds het werk van de toe-komsfc wordt voorbereid ... ANDRE DE RIDDER. Van Vlaamsche Helden. Ver over Vlaandrens vlakke velden, Waar zingfc hefc vroege leufceliclit, Daar strijden fiere, Vlaamsche lielden, Voor Vlaandrens verre, vlakke velden Volbrengend laatsten menschenplicht. Wijd over Vlaandrens groene weiden Tôt aan de grijze, wilde zee, Waar sterke Vlaamsche helden strijden Voor Vlaandrens welig-groene weiden, Daar sfcrijdt een Heldenkoning mee. Hoog boven Vlaandrens schoone landen Donkert een ""uidloos-sombre nachfc.... Daar houden jonge, Vlaamsche handen Voor eenzaam Vlaandren's schoone landen Een sfcerke, stille doodenwacht. TONY DE RIDDER, Qosterbeek Kleine Kroniek. De bekentenis van een brandstichter-moordenaar.De Duitsche schrijver Walter Bloem wa officier in het eerste Duitsche leger, hetweîl aanvang Augustus, in België viel. In cl1 ,,Kôlnische Zeitung" van 10 Februar schaamt die man zich niet de volgende regç len neer te schrijven : ,,Eén princiep, liebben wij allen aangeno men: Voor de schuld van den enkeling moe de gemeenschap boeten, waartoe hij behoort Het dorp waar onze troepen door de bur gerlijke bevolking beschoten worden, word in brand gestokën. Wordt de ware dade: niet ontdekt, dan worden uit de bevolkin< eenige personen gekozen en volgens di krijgswet neergeschoten. Vrouwen en kinde ren worden gespaard, behalve wanneer zi met het wapen in de hand aangetroffen wor den. Deze handelwijze wordt gerechtvaar digd door de theorie der schrikaanjaging Le onschuldigen moeten met de schuldigen en wanneer deze laatsten niet ontdekt kun nen worden, voor de schuldigen boeten, nie omdat er misdaan i s, maar opdafc er nie meer misdaan zou worden. ledere afbran ding van een dorp, elke nederschiefcing vai gijzelaars, elke uitmoording van de inwoner; eener gemeente, welker ingezetenen de wa pens tegen do aanrukkende troepen hebbei opgevat - - dafc ailes zijn minder wraakoefe ningen dan waarschuwingssignalen voor lie nog met bezette land. En hiérover kan geei twijfel bestaan: Als waarschuwingssignalei hebben de branden van Battice, van Herve ^an Leuven en van Dinant gewerkfc. De go dwongen verwoesting en het bîoedvergieten de eerste dagen van den oorlog, hebben d« gioots steden in België gered voor de ver zoeking, om zich aan de zwakke bezettingei te vergrijpen. Is er één mensch in de wereld dr.; zich inbeeldt, dafc wij thans in Brusse zouden komen en gaa.n zooals in ons eigei land. dat de Belgische hoofdstad zich dà zou hebben laten welgevallen, als zij nie voor onze "crauh gcljcefd hadde, en niet iiot all ijd heeft?... Wij voegen hier enkel bij, dat het eei Duitsche officier is, welke dit ailes schrijf in ceu der voornaamste Duitsche dagbladci. Zij die de Duitsche krijgslieden bij d< aloude barbaren, vergeleken, hebben zichj zoo schijnt het, toch niet vergist... De honger is een slechte raadgever. Onder bovenstaanden titel schrijf Gustave Téry in ,,Le Joprnal": ,,De getuigenisseu worden te talrijk on nog eenigen twijfel te laten: de Franscln krijgsgevangenen in Duitscliland lijden ver echrikkelijk honger. ;,Een ontsnapte vertelt aan Léon Bailby ,,Het eenige vîeesch, dafc wij ooit gcziei liebben, is soms een muis, die uit zakkei haver is gevallen en die wij in den bouilloi hebben gekookt." De commandant van eei kamp krijg&gevangeneu had de onbe schaaindheid om, door tusschenkomst vai het Roode Kruis, vier pond brood per weel te doen vragen aan de ouders van een zijnç pensionnaires", zijner kostgangers. Ei o-jj kunfc wel nagaan, dat in een land, waa men de bakkers vervolgt-, omdat zij brooe met graanmeel bereiden, onze gelukkig-soldaten niet dikwijls wat te bikken krijgen ,,Hoe kan men hun te hulp komen? He is alweêr een Zwitser, die anfcwoordfc: ,,Zoi men sommige kampen krijgsgevangenen nie naar neutrale landen kunnen overbrengen Zwitserland, bijvoorbeeld, zoû een eyei groot aantal Fransche en Duitsche krijgs gevangenen ontvangen, en zich, tegen eei overeengekomen prijs, mefc hun onderlioiK belasten. Zij zouden blijven onder hefc toe zichfc van wakers en gendarmen, door d oorlogvoerende naties gezonden... Waaron zoudeii de neufcralen niet het initiatief to dit voorstel nemen ? Duitscliland zoû de te meer geneigd zijn het aan te hemeti naardien het met voedingsnood bedreigcl is. Is liet uitvoerbaar? In de Haagsche Convent.ie vau 18 Octobe 1907, die voorzien'is van de Duitsche hand teekening, zie ik geen enkel bezwaar tegei deze regeling : een der artikelen sçhijnfc du zelfs te voorzien. Ik weet wel, dafc ook <1< Haagsche Conventi© een ,,vodje papier" is en dat. hoe men hen ook aan liun verbinte nisseri herinnert, de Boches van niets willei weten. Maar ditmaal is er op het vodj< papier een homp brood. En onze Zwitseï sche vriend lieeft/gelijk : wat hefc spreek woord er ook van zegfc, wanneer men lier over efcen spre.ekfc, zijn de uifcgeliongerd< buiken één en al oor." Aan de neutrale staten om bij te dragei tofc de verwezenlijking van dit. mensclilie vende denkbeeld. Alleen dit: de Duitsch< krijgsgevangenen hebben beslist sterker toe zicht noodig dan die van andere laïiden Hier in Nederland weet men er van meê t( praten, o.a. lia het geval van de twee Duit sche officieren, die, in weêrwil van Lui twéémaal gegeven eerewoord. twéémaal dt plaat poetsten. ,,Auf Ehre!" scliijnt. het zelfde te beteekenen als: „Mir,waren^gal!' Een Heldenkind. Vreemd hoe de tijden weer herleven vol glo-rie en heilige schoonheid. 5 Altijd is in mijn h a r te geweest de bewon-; deving voor het eemvig-verhevcne, wonder-; lichtend. Altijd heb . ik de doode eeuwen ge-j diend met mijn liefdesverrukkiiig.... Ik bon een kind van liefde. Mijn hart heb ik geopend om te drinken de leyonsontroering, de grootsche, oppermachtige. • Maar geen tijden van verleden hebben raij : geroerd tôt diepste ziele-beweeg, tôt Hij is op- gestaan, mijn Koning, mijn schoonste ontroe-ring, mijn heerlijkste levenszang. 1k heb go-: weend om Hem, ik heb Hem willen kussen • met mijn eigen lippen, om Hem te zeggen mijn t wonderbaarlijkst© voelen .... Geen jubelklank ; van blije vreugde; maar een wond, waarin de t ' wereld bloedt en der oneindigheden ^erechtig- ] • lieid.... i ' En zijn kind. Ik heb hem eens aanscbouwd, mefc zijn weemoedvolle oogeu en zijn teer ge-" la'at van heel brozen en heel schuchteren vor- 1 stènadeldom. Rijzig-tenger als een heel witte , bloem op ranken stengel, in cTe zuivere luchfc - van zonnogang en gouden vlinderfladderen. . . 3 Vrouwelijk verfijnd met 't edele beweeg van 3 het gracievolle lokkenhoofd . . Nimmer uit-' gelaten vroolijk, maar altijd peinzend, als dia-gend eon groot verlangend verdriet en een 1 onbewust voorgevoelen van angstvolle smarte-5 pijn. Toevend in Engeland, lieeft zijn kiiulerharte 1 geschreid van heimwee, en wilde Hij terug ■ riaar zijn land, zijn goede trouwe land, dat : hem ontving met de hoogste liefde, die den t dood is gewijd. . . . i Zijne Koninklijke Moeder heeft Hem gebracht bij het lijden der gewonden, en .Hij [ heeft niet geaarzeld in Zijn mannentaak. Hij is gegaan van sponde tôt sponde, heel stil en ' bleek, z'onder vele woorden, met alleen het 1 rein gebed op de kuisclie kinderlippen en het " zacht heulèn van troo3tende liofde-gift. .. ^ l Met Zijn Vader, de onsterfelijk-eeuwige, is Hij gegaan in do loopgraven en heeft gestaau [ in den moordenden haat van vijandelijk vuren. t Samen zijn zij geschreden, hand in hand, één van ziele en één van roemrijk heldenbloed. Geen jubelkreten hebben gegroet hun nade-rende komste, geen bloemen hcblwm gebloeid onder hun eenzaam schrijden. . . Maar de sal-vos der winnende legers hebben Hen verheer-1 lijkt en hun tweevoudige glorie van Vader en 3 Zoon in do ééiiè liefde der alles-ofierende ziele-grootheid.... Eu do laatste blik van het ; stervende leven is gebroken in Zijn prins'on-oog, dat zich boog over het lijden in schreiend mededoogen .... Kind nog in zoo jonge jeugd van aardsehe leven, en Iangend het zachte Moederwoord, heeft Hij hefc lijden gezocht om het op te nemen in Zijn wonderzoete harte en het te dragen in zijn daden-rijke smarte-kroon. Eeuwen na eeuwen zullen groeien uit den chaos der tijden en eens zal Gods Rijk, het 1 gouden Jeruzalem van het Eden, de mensch-J heid vieren in heur grootsche broederschai). • Dan nog zal men verheerlijken de driedubbele heldenglorie van Albert, Bclgenkoning, Elisa- : beth, smartenmoeder en Hun eerstgeborene l Leopold, kind van blije dagen, met den man-moedigen ernst van Zijn veertienjarig Lente-levcn. CI. O. Duitsche durf. t Een© juffrouw van ongeveer 17 jaar, die een bezoek aan haren geïnterneerden broe-^ der brachfc, verfcelde dafc zij mefc hare moe-t der naar de grens gekomen was. Zij kreeg . eenen ..passierschein", hare moeder echter niefc. T)e officier zegde zoo: ,,Madame, ^ sederfc België gevallen is onder Duitscli be-sfcuur, is hefc nog nooifc zoo veilig reizen ; geweest als nu. De juffrouwen kunnen ge-^ rusfc alleen hunnen gang gaan." De lezer oorrloplo.. 0. ' i Het recht der neutralen. De 22 Republieken die de Pau-Ainerikaan-î sche L'nio vormen hebben eeue commissio l benoenid, welke onder voorzifcterschap - van M. Bryan, staatssecr&fcavis der V. S. on-3 langs te Washington vergaderd heeffc. Dez© i ccmmissie nu heeffc ten doel de middelen to j Le&fcudeeren om de rechten en de bdlangen s der neufcralen in desen Europeesclieu oorlog te handhayen. ' Er wordt veel verwachfc van difc congres, dafc te midden van de verschrikkelijke hui-' dige oorlogsuifcbarsfcing, hefc Volkenrechfc zal - weten te verdedigen tegenover. de andere i manier van oorlogvoeren î Keizerlijke névrosé. I)i do ,,Daily Express" lezen wij : .,Inlichtingen uit Breslau en Keulen melden, dat de gezondheid van den Kaiser nog steeds te wenschen laat en in het bizondor de toestand van zijn keel hem veel doet lijden. ,,Zijn geneesheeren hebben hem verklaard, dat een operatie noodig was, docli hij wenscht die niet to ondergaan. uit vrees verhinderd to worden, de militaire operaties persoonlijk te leiden op het oogenbli^, dat do toestancï zoo hachelijk is. ,,I)e keizer is "prikkelbaarder dan ooit tevoren en zijn luimen worden zeer gevreêsd door zijn generaals, daai bijna aile operaties, die hij be-volen lieeft te bewerkstelligen, in den loop van do uitbarstingen van zijn tôorn, geëindigd zijn met een ramp voor de Duitsche troepen." Een min of meer gespannen toestand tus-sclien den Kaiser on zijn generaals — wie had zich ooit dozo desorganisatic van hooger-op voorgesteld bij de overmaat eiï overdaad van Germaanschc organisa-tie ^ ' Bijdrage tôt k Koning Albert-Sage. Sommige van mijne hooggeleerde vakgc nooten zullen deze nederige literair-hisfcori sche bijdrage tôt de Koning Albert-sagi voorbarig noemen. Ik geef graag toe dafc ze niefc heelemaa ongelijk hebben, wanfc de geschiedenis, he werkelijk gebeurde ligfc nog te frisch in on: aller geheugen, opdat ze mefc eenige waar schijnlijkheid reeds fcofc de sage, tofc lie bovenwerkelijk gebeurde, tôt hefc wonder zinnige sagenhafen zou zijn verworden. Maar, beter te vroeg dan fce laat. Hoe dankbaar zouden mijne zeer geleerdi collega's in dezen geweesfc zijn, had in d< hooge middeleeuwen, waar de epische figu ren va-n een koning Arfcus of een Karlomag nus zulk een schitterend licht afwerpen, eer duister, maar ijverig kronieksclirijver d< eerste poëfcische onfchoezemingen en rijm^la rijen van tijdgenooten over die helden de: M. E. Epiek maar eventjes opgeteekend. Difc ware eersfc een "bronnenschafc van d< Artus en de Karlomagnus-sagen geweést waaraan twitig geslachten van philologei en literatoren vreugd ende jolijt van beleefc zouden hebben. Ook over het ontsfcaan var zulk een M. E. Epos zou ons, modernen sinds lang beter licht zijn opgegaan, et zouden wij thans al lang niet meer stikkei in v.erbazingwekkende en geleerde theoriëi en systemen, die na kalm-beredeneerd on derzoek en krachtigen fcoets van hefc gezonc verstand op een basis van kunstmafcigheic en onnatuur blijken te berusten. Daarom, vonk ik liefc gewenscht deze bij drage tôt de Koning Albert-sage zoo vroeg tijdig mogelijk, zelfs voor liefc entstaan va--een Koning Albert-Epos te laten het licli zien. De g e s c h i e d k u n d i g e s t o f : In hefc jaar ons Heeren 1914, den 4çi Aiigustus, werd door den Duitschen keizé: Wilhelm II àan Albert, koning der Belgen den oorlog verklaard. België was een klein nijverig en voorspoedig land, dat tegelij kertijd ten Oosten aan Duitscliland en tei Zuiden aan Frankrijk grensde. België was ©en onaflhankelijk, vrij; land wiens onzijdigheid door traktaten mefc d< gropte Europeesche Mogeiidliedeii, was ge waarborgd en tôt dan toe door de Groot Mogenheden geëcrbiedigd. Om de in de wereldgeschiedensi te vin den redenen verklaarde Duitscliland in he begin van de maand Augustus van het jaa: 1914 den oorlog aan Rusland en gelijktij dig aan diëns bondgenoot Fi-ankrijk. Het lag in het plan van den Duitschei ! Legerstaf over Belgisch gix>ndgebied U trekken om ÏTrankrijk langs haar minst verdedigde, zwakke zijde aan te vallen î.ï ten dood'ô te treffen. Duitscliland stelde aan België voor di mifcs geldelijke vérgoeding toe te laten. Koning Albert» weigerde beslisfc de onzij | diglieid fce verbreken en hefc grondgebie( door een Overweldiger, hoe machtig ook te lafcen schenden. Daarop verklaarde Wilhelm II aan Ko ning Albert den oorlog. De Duitsche troepen vielen België bin 1 nen, maar ondervonden voor de vestinj | Luik een heffcigen tegenstand, wat uiefc be let.te dafc ten langen leste de lieldhaftig-Belgische niinderheid voor de verpletteren de Duitsche meerderheid moesfc wijken. Oi Belgische grondgebied werd van de vesfcim ' Antwerpen uifc nog maandenlang gestre I deu, w.aarbij de hardnekkige Belgen zicl ten aanschauwe der g'ansche wereld zee: onderscheidden. Nietfcegcnstaande gansch hun land werc verwoesfc en verbrand, hun volk gepluu derd en uifcgcmoord, vochten zij maa: voort, het lieftigsfc op hefc kleine lioekske: Belgenland, dafc vrij bleef, aan den Yzor een kleine zeerivier in Wesfc-Ylaandere.i waar de maclifcige Duitsche legerbendei door de kleine Belgen tôt een bloedigei terugtochfc werden gedwongen. De verdedigiiig van Luik en de strijd aai den IJzer vormen om zoo te zeggen de fcwe< païen van de Koning Alberfc-Sage, dei grondai a g van een Koning Albert-Epos. Di Epos zal behooren tofc den Epossen-cyclu, der Bondgenooten, goed herkenbaar ei scherp afscheidbaar van den Epossen cyclus der nioderne Nibelungen. Een v r o e g-1 i t e r a i r e bewer k i n g : Evenals in de legers van Karloinagnui zich ongetwijfeld diohterlijke soldaten be vonden, die hun keizer of bevelhebber il liedjes bezongen, de roemrijko daden waai aan zij deelnamen in verzen verhecrlijkten zoo wordfc difc eerbied waar dig gebruik i; de moderne légers voorfcgezet. In het bivak of in de inkwartieriug wor den dan zulke liedjes of verzen door lifcmi■ makers voorgezongen of declameerd. Z liebben steeds veel succès, zelfs wanneer z niefc de minste letterkundige waarde heb ben. Waarom? Om de cenvoudige rede: dat de yerhecrlijkfce daden door de hoor ders zijn meegemaakfc en, al zijn^ook de verzen kreupel, ze toch aan de algemeene verzuchtingcn en gevoelens luchfc geven. Nu gebeurt hefc in onze moderne bar-"baarschheid dafc zulke gelegenheidsprodu> ten ook gedrukfc worden en zoo kwarn mij ; toevallig een vuil-geel pamphlet je in handen, waarop te lezen stond: [ Herinnering aan den Oorlog 1914—1915. Rijmgedichten door Edward Tor-reele, Belgisch soldaafc bij 'fc 6e Vesfcings-linie, fcijdens zijne infcerneeriiig in hefc kamp te Hardenvijk (Holland). Januari 1915. Prijs 10 cent. — Yerboden nadruk. Ik sloeg h^asfcig hefc boekje op, en jawel, hefc was een vroeg-literaire bewerking van , de hoogervermelde geschiedkundige sfcof, in j afwachting van hefc groote Epos der Tce-. komst. Een p%ar staaltjes zullen, naar ik hoop, l aan den lezer van deze korte bijdrage tôt i de Koning Albert-Sage, welkom zijn, alleen - mefc difc voorbehoud, dafc ik geenszins voor : hunne literaire waarde insta, daar het mij alleen om het hisfcorische van de verscliij- > ning te doen is L [ Proloo^. Een sfcemme doet u vragen, j'Hl antwoord doet u klagen;] ,,Wat hebben wij gedaan? 1 Een lafheid daar begaan, Die stem is van 'fc geweten ' En zal in 'fc herfc afvrefcen. Ons yâarland is verwoesfc, Uw laffe kreefc : ,,datmoesfc !" Zal d'aard' u doen uifcboeten, Want buigen zulfc gij moeten. 1 Nu roept gij : ,,Schenkfc ons vrede !'- Yei-sfcooten word' uw bede, Verdelging word' uw sfcraf, Ons Belgenland uw grafl Luik. De Duitschers niet wel wijs, Die wilden om Pariis L En Frankrijk 'fc overwinnen, Een wan^elreis beginnen Langs Ëelgisch grondgebied ! En zingen vrij hun lied, Doch op de Luiksclie wegen Onfcwaarden zij den degen A^an onzen ed'len Vorsfcj Die mefc zijn leger dorsfc Miljoenen tegenhouden. 't Geschiedboek zal vermelden De wondren onzer lielden ! t Als men op Luikschen grond De bloem gesneuveld vond Dier Duitsche legerscharen L Die niets kon evenaren. .Ta, duizend, duizend lijken Langs bosschen, foi-ten, dijke'i^ In plassen rookend bloed, [ Yerkoold in oorlogsgloed, Was d'uitkomst in die dagen Der Belgen liarde slagen. Dit was slechts d'eerste straf Die België Duitsohland gaf. •<« , Aan Luik, in d'heldentijden, 1 Door België's bloedig strijden, > Wierd Duitschland's kop vérplet En Frankrijk was gered ! ) i.an den Yzer. i De Duifcschers overwsken : Vergoten blced bij bsken. Zi j' poogden menig keer, l Wel twintig maal en meer, ,i>en Yzer 'fc ovenvinnen; Miaar vielen altijd binneit De klauwen van den Leeuw. , Ja dan was d'Yzervloed Nog slcohts een strcom van bloed ! Indien de Duitschers dorsfcen Nu nog ma als voonvaai*ts gaan, Dau zoûn ons Belgen staân Om 'fc Yzei*veld te dekken Dafc lijken 'fc medder lekken! Hun optocli'fc blijffc belefc Eu Engeland is gered : Want midden onzer Belgen, Die sfcrijdend oorlogstelgen, Vertoonfc zich d'ijzren borst Yan onzen ed'len Yorst! CAESAR. ; Zie onze telegrammen ; en laatste legerberichten op de derde biadzijde.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes