De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1573 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 30 Mei. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/nz80k27m4n/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

r f ^ste Jaargai1g ™ •119 m Ma; «nas ^5 t <K DE VLAAMSCHE STEM fr^" ALGE/WEEN -: 1 BELGJSCH DAGBLAD REDACTIEBUREELÏ KALVERSTRAAT 64, AMSTERDAM. — TELEFOON No. 9922 Noord. De Vlaamsche Stem verschijnt te Amsterdam elken dag des morgens op vier bladzijden. Abonnementspr\js bjj vooruitbetaling : _ Voor Hollana en België per jaar / 6.50 — per kwartaal / 1.73 — per maaud / 0.75, Vocr Engeland, Frankrijk en buitenland dezelfde prijzen, met ver-hooging van verzendingskosten (2*4 cent per nummer). HootdopsteUen s Mr. ALBER1K DESWARTE Qpstelraad : CYRIEL BUYSSE — RENE DE CIERCQ — ANDRE DE RIDDER Voor ABONNEMENTEN wendè men zich tôt de Admin istratie van het blad, KALVERSTRAAT 64, AMSTERDAM. - Tel. N. 9922. Voor AAXKONDIGINGEN wende men zich toi de Administratie van de VLAAMSCHE STEM, Kalverstraat 64; Amsterdam. - Tel. N. 9922. aoresïeramdering. Onze Kantoren, zijn wegens uitbreiding, over-gebraoht naar de Kalverstraat 64, Amsterdam. korte in hosjjo Il te Bladisg.de: Geweldige Pinksteren — Joli. Demaegt. Ken sterke zie! — Ucnc de Clercq. Kleinolvroniek. isog „De Vlaamsche Post"- — Mr. Alberilc Desicarte. Onze Dooden. 'J d e B1 a d z i j d e : Vit het Vaderlaud. . l'it het Staatsblad. Van de Zeeuwsclie grens. Xieuws uit Brussel. Liefdadiglieidsfeest van het Nation a al Steun- en Yoedingscomité (met plaat.) Lente (3) — Cyricl Baysse. 3e Blad zij de: De Europeesche Oorlog. Telegrammen en Berichten. De Engelsch:Belgisclie Handel. Uit do Kampen. Weekbladen. Sport. 4e Bladzij de: Officieele lijst van Belgische soldaten, krijgsgevangen in Duitschland. ' Ëeweldige Finksteron Nog helmt'het geweid. der pas vervlogen Pinksterdagen door ons lioofd.- t Is een tijd geweest als uit een heldendicht vol gloed en lelle klank. ,,'t Was omirent de Pinksterdagen, „Als bcsschen en de hagen I' ,,Frisch zich tooiden in het groen... Zo begint ongeveer ous eeuwenoud epos van ,,Reinaert de Vos". .Wie niaakt het epos dezer tijden? t Is Pinksteren geweest, Pinksteren, in al zijn buitengewone heerlikheid — te mooi, te 'pracktîg te groots. Een Pinksteren vol opjubelende lente, vol perelend gezang, vol openbruisend grœn, vol jong, nieuw leven datais in machtige geysers opborrelt overal, overal, in wondere stralen neergudst uit de zoiine, en in brede, wijdse golven lieendrijft langs de staal-blauwe hemel... Piriksteren in al zijn ellende, ten onzeut — waar nu geen lange5 witte, biddende prdcessiën zullen getogen zijn, langs blanke, geiirende banen, naar zingende, orgelende, beierende kerken; waar nu te vergeefs de natuur zal blceien, en de neergedrukte harten en de sombere geesten slechts in ftilte durven hopen. Pinksteren in al zijn ontzetting ginder, in 't Vlaamsohe uithoe'kje waar Yperen, de martelaresse, en ons léger, het ijzere, zijn; waar onze jongens steeds vecliten, steeds vecliten en sterven sedert aciht maanden, | waar ze water en vorst eu sneeuw tôt vijand kregen in de verlopen winter, en waar tans, [ deze hier zo schone zonne, liun vlijinen moet door huid, oog, brein en bloed ; waar, onder de mooie, azurén liemel, onheilspe-lende, dodende giftwolken komen aandrij-*en, of als geheimzinnige, levende muren W-3 S1"0611611^0 bodem schrijden. Pinksteren! Ons liart is te klein om al de fjeweldige gewaarwordingen op te neraen (.ue het nu uit aile ri"Hingen te gelijk tref-jfn. Ons ha-rt kan ze niet meer voelen : ze iggen buiten de grens van ons waarne-nnngsverinogen. Be reusaohtige stortyloed ^ an. gebeurtenissen stormt op ons neder ; we» kijkeu een poœje, bevreesd, verwonderd, ^ âûgstellend, ontroerd... weldra treedt weer de onverscliilligheid in... Of zijn we gevroon dageliks te lierhalen : Niets is S ,er(* ' vergeten we dan niet dat 3 h°ô weer honderden jonge annçji vielen, hoe weer honderden vrou-ipt!]" €U 1}10e^er" eu kinderharten 't opperste 'Ii ^ei'den aangedaau, hoe weer huizen en wprîU 611 ^UUf^ôeNvl*ochten onherstelbaar en verwoest, schepen in de zee geboord egers uit de lucht geschoten... Niets is anderd! durven we te zeggen... Er moet ^«,-rseh^elijks voorvallen eer we een n£ on^ergaan. Een ,,Lusitauia" moet we7iP^au y^tienhanderd onsolmldige v..' I ,Us .00r slnipmoordenaars worden ver- dât isltl "i18 hart feller jaSe- '6 Ander" in/wf • i ie, ?ewooils- E^n nieuwe natie n? a%rijselike vnur- en van T ? cîr^en> de droeve toekomst mVnn-6 ° nieuwe slechtoffers, V0.v 6 V€rdelgingen — opdat we weer ge-tiio'in 701fen*. ^ez€ schrikkende Ze L-i^ i -P^H^teren ons even gebracht. i L -û t ons Belgen als een belofte op na- derende verlossing in 't hoor... Geweldige Pinksteren! De druk der ge beurtenissen, de aandikkende haat, de zie dende liefde, de stroom van bliksemend< gedachten, liet volle5 wapperende, klappe rende, lclinkende leven — ze zijn door hei brein niet te verwerken, door het gemoec niet te doorvoelen, dot r de ziel niet uit t< leven. Deze Pinksteren zal blijven bij ons ir het teken van buitengewone, intense dagen die , het bloed in de aderen toi barstens toe opjagen, het brein tôt onzinniî wordens toe in roering brengt. Gelukkig wie met deze dagen wat aflei ding lieet't kunnen zoeken in reizen. AVi mochten Zuid-Nederland doortrekken. W< zagen opene velden vol wiegende lcorengol ven, wondergroene weiden met grazend^ koeien, feeërieke boomgaarden, teverachtige eparrebosjes waar de nieuwe bloesems al zovele kaarsjes opgroeiden, liecrlîke heuveli vol gele brem die er in dikkf, gouclen strui ken oplaaide als zovele klompen, vlammenc licht daar door de zonno zottebollend neer gesmeten. We zagen spitse torens, hooj opschietend langs de einders van bruine hei den, we zagen dorpjes met witte liuisjes vol peis en levensblijheid, we zagen wande lende, stoeiende menigten, jnet vroliki zomertoiletten van frisse meisjes, lielder< kerels» We hoorclen klokken bonzen ei roepen over blekkerende daken... W( voelden ons harte toeknijpen van ellende ailes daar v.o mooi, zo vol schoons teer, jong tierelierendjeven te vinden en te weten da' ons eigçi. -v-lgjc ginds, onverdiend,. z< <lroef, zo arm, zo verdrukt neerligt, va diep gewond, zo wrang-lijdend, neerge smakt onder een ongehoord wee, — on lentelustig België, dat nu zo gelukkig,, z< opgemonterd, zo .al-sçlioon ware geweest zonder de bloed- en roofzuclit van een fa zende, dolle, laffe, eed-vergeten vijand.* Pinksteren ! Dag van inwijding- des nieu wen levens, van "herlouterde kracht, vai vers, tiutelend bloed... Ook in België za hijj niettegenstaands ailes, ook nog wat go gloord liebben. Langs de eento nig - d roev slachtweg die van Luik naar de Paniv heenrouwt zullen t-àns bloemen de akelig heid wat verzachten ; over de grauwe, ver laten puinen der verbrande, geschoten liui zen zal de lente liaar machtige troostend-zonnestralen en liaar tere, weemoedigi maneliclit laten neerwaaien... De stille hoo] zal er in steeds talrijker liarten opflakke ren. 't Is alsof uit de drang der gebeurte nissen, alsof uit de heerlike mooie natuu zelf de belofte welt van een. epoedig ver keren der toestanden. We voelen, hcezee ons harte ook langs aile zijden geslingerc wordt, dat de dag der zegenpraal gaa krieken. Ginds komen de verbondenen aan daar nadereji Engeland en Frankrijk me t lieve Belgenland, zachtjes, zachtjes aan In de verre verte helpt Italie, helpt Servie helpt Rus 1 and. Het ondier wordt opge jaagd, steeds dichter en zekerder omkneld Het zal stikken in zijn eigen kwaad. No: voor de heerlikheid, welke dezer Sinxen dagen zo geweklicr openrankte, is uitge bloeid, rijpt in zonnige hemel, de overwin ning, de verlossing^ de vrijheid, de levend makende vrede. JOH. DEMAEGT. . «e> . [en sterke Ziel. Een sterke ziel is schoon. Een koning in zijn kroon Is sleclits de zwakke wederschijn "Van wat de ziel in zich kan zijn. Dies zal de stervling trotsch In warme klaarheid Gods Vertrouwd met starren oiîi zich lieen Met vasten voet op aarde trêen. Eens komt de voile tijd Van hooggevoerden strijd Wanneer de ziel te zomer gaat En om zich slaat een zongewaad. RENE DE CLERCQ. — ifp i m mm Oor'opvsrhaalijes en OorSonsgeest. Een Belg vraagt aan een andere: ,,Wie zij die soldaten met die punthelmen op?" D Belg antwoordt; ..De ceno is een Prus-chie eu do andere soldaat dio daar staat : ee Autre-chien !'' Een vraagWat is de overeenkomst tu: sclien een Duitscher en een mof? Antwoord Men moet ze allebei in de gâte houdenr Kleine Kroniek. i ~ De Amerikaansche pers over het rapport van het Bryce-comsté. Do New-Yorksche, „World" schrijft: » ,,Nooit heeft, in de geschiedenis der oor-logen, een geschiedschrijver van zulk een on-aantastbare ecrlijkheid tegen een natie zoo'n bescliuldiging, zoo'n verschrikkelijk-oordeel uit-gesproken."De ,,Tribune" te New-York laat zich als ' volgt uit : ;;De naam van lord Bryce, geheclit op het fatale dokument, is even beslissend als het j hoogste gerechtshof zoû zijn. Bij de lezing van het rapport' Bryce voelen wij,- Amerikanen, dezell'do huivering van bewondering en ver-wondering, die wij ondervonden, toen ons d;? ' tijding bereikte, dat België besloten had te : ktrijden en liever to sterven dan zich te onder-5 werpen." ; Do ,,Sun", eveneens te New-York, slaat ook spijkers met koppen : ^ ,,Do plundering, de brandstichtingen, de moorden en de verkrachtingen, de verschrik-kingen van Wallenstein Tiîly herhalen zich. ' De Dertigjarige Oorlog heeft een even over- • vloedigen oogst van ooi'logen veroorzaakt. Het ( .is waar dat het rapport ,,ex-parte" is, van éën zijdo komt, doc-li het is eveneens zeker, dat do Duitschers ons op zee een tamelijk dui-delijk voorbeeld van gematigdheid hebben%e-' geven, waarvan wij huh te land rekenschap i moeten vragen." i Mein Liebchen, was willst du noch mehr? •Ja, er is toch meer. Bovenbcdoelde ,,Tribune", . in heur die^te ' gevoel geschokt, schroomt niet, de neutralijrût van heur land te — horribile dictu! — ,,sch*n-) -den" en roept onbewimpeld uit: > „Of wij meedoen aan den oorlog dan wel • den degen ni«t trekken, van nu af aan en tôt ^ op het oogenblik, dat zij. die thans in Duitsch-, land regeeren en zijn politiek regelen, vernie- tigd zullen zijn, b'eschouwt het AmerIkaansclie volk als zijn bondgenooten de naties. die in Champagne en in Vlaanderen tegen Duitschland strijden. Het zal wenschen vormen en bid-- den voor hun succès, en talloos zullen degenen t zijn, die het zullen betreuren, dat de Ameri-[ kaanscke soldat-en zich niet in hun midden be-vinden, aan het front, om Amerika te ver-^ tegenwoordigen in den strijd voor de besclia-J ving." 5 De Amerilvaansche censoren hbbe.n do ,,Tribune" niet voor do tribune gebracht. Zweedsche feeraars tegen Duitschland, Zweedsche intellectuels, onder wie 10 pro-fessoren, rerder schrijvers, reohtsgeleerden, 5 artisten, hebben een protest gepubliceerd tegen de barbaarschheid van do Duitschers, zooals die liaar hoogtepunt had bereikt in het torpedeeren van de Lusitania' Het protest draagt 30 onderteekeningen, allo namen van goeden klank. I Voor recht en waarhold. > Een Nederlandsch letterkundige, de heer B. t Canter, de gekende hoofdredacteur van het weekblad ,,Holland-Express", zal, op aauklacht van een Duitscher, voor de rechtbank verschij-' nen. \Vaarom? ' Onidat hij in een artikel de waar-heid heeft gezegd over Duitschland en het î Duitsche militarisme. Omdat hij verklaard.heeft dat — hetgeen ieder weet — Duitschland, en niet Engelad de oorzaak is van al het wee dat over de wereld is gekomen. Wij denken wel dat in dit neutrale land geen rechter zal te vinden zijn om iemand te ver- j oordeelen welkè de waafheid en het recht durft : te verdedigen. Bulgarije en ^oemenië. l'n den ,,«Journal de Genève" lezen wij: ,,De minister-president van Bulgarije, de heer Radoslavoff, heeft officieel verklaav.. dat Bulgarije Roemenië niet zoû aanvallen, als laatstgenoemd land op het krijgstooneel treedt." « Uitstekend.' Slaviërs kunnen trouweus on-eindig beter met Pomanen dan met Teutonen opsclneten. En or is voor elk land ter wereld niets heilzamers dan' zich aan den degeneree-renden invloed der Pruisen te onttrekken. Een verschil. Men lioririnert zich dat dezer dagen mevrouw Carton de Wiart, echtgenoote van onzeu minis-ter van Justitie en te Brussel achtergebleven, daar een lieelen dag in de kelders van de commandatuur wérd gevangen geliouden. Haar geheele misdaad bestond liierin, dat zij brief-wisseling geliouden liad met haar echtgenoot. Gedurende do ^gzetting van Berlijn in 1806 overtuigde mon er Napoléon van, dat prins a on Hatzfeld , die liet burgemeesterschap op zich genomen had, van de hem toegestane faci-liteiteu gebruik maakte om de Pruisischo gene-vaaîs omtrcnt de bewegingen van het Fransche loger o]) de hoogte te hou den. Het verraad was onbetwistbaar en het leven van den schuldige il was er mede gemoeid. Krankzinuig van angst e wierp zijn vrouw zich voor de voeten van u Napoléon en smeekto hem om genade. De a Kcizer nam het bewys zijner schuld en ver-brandde het voor liaar oogen. .,Ziezoo", zei hij, „nu is er geen bewys meer tegen uw eclitgo-noot".Wat een tegensteîling, dat edele Fransche n gebaar naast dit lompe Duitschel Nostradamus en de Lusitania-ramp. Onlangs maakten wij, in verband met voorspellingen over dezen oorlog, ook mel-ding van het bekende werk van Michel Nostradamus (1503 geb. — f 1566). Een zeer oud afdrukje van dit werk : ,,Les Prôphé-ties'', n.l. van 1568, bevindt zich o.a. in de Koninklijke Bibliotheek in den Haag. Een onzer lezers schrijft ons thans, dat het hem bij de bestudeering van dit werk je trof, dat een der vierregelige versjes zooda-nig geïnterpreteerd kan worden, dat het op de jongste catastrofe van toepassing is. Het boekje is ingedeeld in honderdtallen van quatrains en het honderdste quatrain van de 10e Centime luidt : Le grand empire sera par Angleterre, Le temporel des ans plus de trois cents; Grandes copies passer par mer et terre, Les Lusitains n'en seront pas contents. ,..Temporel'' beteekent : de wereldlijke maclit ; „copies" zijn: éénheden, d. w. z. schepen (par mer) en treinen of convooien (par terre); dus in liet algemeeii: ,,vrach-ten". Lusitania «is cle landstreek door de Romeinen aldus genoemd, die thans in hoofdzaak door Portugal wordt ingenomen en door een klein deel van Spanje. AVan-neer men aanneemt (zooals algemeen ge-bruikelijk is), dat de groote macht van Engeland begonnen is onder Koningin Elisabeth. na cîe vernieling der Onoverwinnelijké Vloot, dus even voor 1.600, dan zijn m 1915 ,jplus'de trois cent^ ans" verloopen. Les Lusitains zijn in dit verband geen bewoners van liet land Lusitania, •maar lieel duidelijk zij, die aan boord der Lusitania waren en het is maar al treurig en waar ge-bleken dat zij door de torpedeering ,,pas contents" waren. Men zou dus deze Qua-traine van Nostradanus aldus ku'nnen weer-geven : ,,Het groote rijk van Engeland zal meer dan 300 jaar zijn wereld(lijke) macht uitoefenen ; groote vràchten zullen over zee en land gaan, maar zij, die op de Lusitania zijn, zijn er niet tevreden mee". Een Belgische berormriheld, Karel de Bériot is <te Parijs in 82-jarigen ouderdom gestorven. Hij was de zoon van den l>eroemden violist en van Maria Garcia, gekend onder den naam Malibran. Als leerling der scliool van Thalberg en van Kufferath, behoorde hij tôt de melodisten. Als uitvoerder kon hij als een der prinseji van 't klavier worden gerekend. Als leeraar aan liet Conservatorium van Parijs vormde hij leerlingen zooals Malaty, Ricardo, Arinès, Wurmser, die overal als kun-stenaars geboekt staan. Als toonzetter laat hij een bundel met piauo-en zangstukken van groote vaarde achter. Als mensch werd hij tusschen de goedhar-tigsten gerekend en hij stitlitte goed daar waar het mogelijk was. Al degenen. die hem kenden beminden en eerbiedigden hem Hij huwde een Brusselsche juffer. Zij no twee dochters traden met twee Fransche edellieden in het huwelijk. De vader van den overledene was te Leuven geboren. Deze stad gaf zijn naam aan eenen schouwburg en eene liarer belangrijkste straten. De Roos der Koningin. Het feest onzer welbeminde Koningin wordt ieder jaar gevierd, lijk men weet, op 24 Juli. Reeds nu denkt men er aan, in Frankrijk 1 en Engeland dit feest dit jaar op eene plech-tige wijze te vieren. De ,,Roos der Koningin" zal verkocht worden tôt ondersteuning van het ,,Werk tôt ldeeding van den Belgischen soldaat". Wat Engeland doet. Degenen, die naar een onderwerp zoeken, van antipathie en met al de onvastheid van een weerhaan heendraaien van Frankrijk naar Rus-land, en van Pusland' naar Engeland, beweren wel eens, dat Engeland zijn bondgenooten on-voldoende steunt. Do Engelsche .,Tablet" wijst deze bescliuldiging af, met meer fierlieid dan verontwaardi-giiig.Terwijl men, in 't- laaist van Juli, in Engeland niet meende meer dan 150,000 man naar 't vaste land te kunnen zenden, heeft men nu reeds 700,000 man troepen geland. De nieuwe legers zijn nog niet uitgezonden. Op 't oogenblik staan 2 millioen manschappen onder de wapenen. Het aantal werklieden, dat werkzaam is in de wapenindustrie, beloopt eveneens 2 millioen, zoodat Engeland langzamerhand in staat wordt aan zijn bondgenooten ailes uit te leveren, wat dezen zelf maar moeilijk of niet kunnen produ-ceeren. Van de mijnwerkers hebben 217,000 man dienst genomen, uit den winkelstand 200,000 man, van de kantoorbedienden 200,000 man. Het gevolg hieivan is dan ook, dat een tekort aan mannelijke werkkrachten zich heeft doen gevoelen, en vrouwelijk personeel in dienst is genomen in wapenfabrieken, op trams en treinen, enz. cnz. Bovendien heeft Engeland voor een groot ge-deelte de financieele kosten te.dragen van dezen oorlogj ook voor zijn bondgenooten, Hi| Je Vlaamsche Pest"- Ivort na "t verschijnen van dat blad te Gent, heeft de ,,Y1. Stem" een pennestrijd gevoerd over de Iigu-ding van beide Vlaamschgezinde orga-nen tegenover de Belgische zaak. Wij achtten dat het vooralsnu daarbij blijven kon. Sindsdien nochtans laat het Gent-sclie dagblad geen gelegenheid voorbijgaan om ons orgaan speldeprikken toe te dienen, met blijkbâar een vooropgezetten haat, die ons bij lx)Vengemeld débat niet heeft gedre-ven. Indien het tôt een strijd wordt tusschen de twee Vlaamsche bladen, dan kome de geheele verantwoordelijkheid over de VI. Post. Daarbij is wel het allerergste, dat dit orgaan zich tôt persoonlijke aanvallen verlaagt. Dit verplicht ons tôt een te per-soonlijk débat, dat hier volgt, en dat onze lezers gelieven te verschoonen. Wij hebben er geen schuld aan. Wij hebben een hekel aan persoonlijkheden. * * * De hoofdredacteur van de VI. Post, de heer Léo Picard, sloot- als volgt de ,,noo-dige gedachtenwisseling", die, onze lezers zich herinneren: ,,Daarcloor wordt het débat gcsloten, wat maar best is ook, Avant aan beide zijden gaat men in dergelijke po-lemieken onwillekeurig steeds te veel be-lang hechten aan allerlei détails, waardoor het verschil van meening weldra in een ge-schil zou ontaarden." Dit las men in het nr. 50. Doch in het nr. 74: ,,De Heer Alberic Desw^arte héeft, sedert hij De Vlaamschc Stem beheerde, al heel wat doekjes rond zijne vlaamschgezinde gevoelens moeten draaien." Doch in het nr. 95: .,Onlangs, men weet het, heeft de Heer Deswarte zijn Vlaamsche ziel geuit in de, nu juist niet blauwaertsche kreet ,,Vive la France!" Dat was innig." — Dit zonder gcwag te maken van de toen reeds verschencn vier principiëele artikels, Avaariu ik dat vive la France toelichtte en wettigde. Ziedaar twee staaltjes, uit meer andere van de wijze waarop cle VI. P. wil vennij-den dat het verschil van meeting weldra in een geschil zou ontaarden! Mijn mede-werkers en ik — om het geschil te vermij-den — hebben oeis beperkt bij een schou-derophalen, en lieten zulke steken onder water onbeantwoord. Tlians echter komt een derde staaltje, en nu is de uitdaging tôt het geschil zoo direct, da't ik deesmaal niet zwijgen mag noch wil.' Immers, er wordt me noch min noch meer dan ,,een onwaardigheid" aan-gewreven, dit onder voorwendsel van een verslag mijner onlangs te Utrecht geliouden voordracht over Belgisch-Hollandsche verhoudingen. Het anonieme stuk is van Domela Nieuwenhuis zoori, en ziehier de passus weskwestie: Hier citeert spreker tôt driemaal toe ons door hem zoozeer aangevallen blad. "Uit ons danknummer aan Holland, van 2 Mei 191o, lia ait hij drie stukkên aan, n.l. het schrijven van Willem de Clercq uit ,,De Gids" van 1847 over Groot-Nederland, verder het einde van J. E. C.'s artikel, en ten slotte K 1 o o s' gedicht : Wees sterk, want dan worden weer het Zuiden en het Noorden Een zelfde melodie met verschillende woorden. Voor het noemen der bron achtte spreker zich te verheven en pleegde aldus een onwaardigheid. * * * Werkelijk, is het uit te denken, dat die-zelfde Domela Nieuwenhuis zoon, die (weer anoniem) me in het Amsterdamsch Studen-tenweekblad Propria Cures als een naïeven gevoels-Vlaming trachtte belachelijk aan te stellen, zoo naïef zou zijn (of Ts Iiij zoo onwetend) te wanen dat de VI. Post... Amerika heeft ontdekt, of een dubbel oc-trooi van uitvinding heeft verdiend lo. omdat dit blad herdrukte de voorlaatste alinéa uit de in 1847 verschenen studie, niet van Willem maar van G e r r i t de Clercq, over het in 1846 to Amsterdam uitgegeven boek ,,België sedert de Oinwen-teling in'1830", naar hefc Hoogduitsch van Ignaz Kuranda; 2o. omdat dit blad herdrukte Willem Kloos' gedicht A an, Vlaan -derèn, in 1898 in het tijdschrift „Onze Vlagge" verschenen! Welk intellectuëel eigendomsrecht heb is miskend met wél de CTercq eu Kloos, niet de VI. Post te noemen? Of heeft sinds zijn nr. van 2 Mei 1915 dat blad op de Clercq en Kloos een reproductie- ja een monopolierecht ? Domela Nieuwenhuis zoon — nog jong en geen Vlaming — leere dan hier, dat Emiel de Laveleye de Vlamingen rond 1875 in hennis bracht met de scliriften van Gerrit de Clercq. Over diens be-wuste studie schreef # De Goedendag, vtwinti£ jaren her, toen ik yan dat studen- tenblad^ hoofdredacteur was. Blijkbaar kreeg mijn hooggeachte criticus voor het eerst kennis van een brokje van de Clercq's studie door het citaat in de VI. Postï Derde onderdeel der gepleegde onwaardigheid ! Toen ik zei: ,,Groot-Nederland zal meer hebben aan een sterk Nederlandsch Vlaanderen dan een verhollandscht Vlaanderen," onderbrak ik niet mijn rede — en bewijsvoering om te verkonden: De auteur van dien zin is mijnheer J. E. C. in de VI. Post van 2 Mei 1915. Des te meer claar J. E. C. daarmede niet méér ontdekt had dan zijn blad met de citaten uit de Clercq en Kloos. De gezonde rede reeds zegt: Laten wij, Vlamingen, niet ,,hollandiseeren" d. i. naâpen. De bezorgdheid om het behoud der kenschetsende Vlaamsche eigenschappen is sinds altijd gemeengoed tusschen de Groot-Nederlanders. Voor meer dan drie jaar drukte b.v. wijlen Lod. de Raet dezelfde gedachte uit op het 3e Algemeen Studen-tencongres (19 Febr. 1912 te Leuven): ,,Dit gebeurt (ni. de inteljectuëele wissel-werking) met voile behoud van ieders eigenschappen en landaard... Er is toch nog een andere harmonie dan die der gelijk-vormigheid, en zoo zullen zij (de Vlamingen), zekerder dan met ailes op Holland-sche leest te schoeien, medewerken aan den luister der Nederlandsche wetenschap over de wereld." * * * Met bovenstaande gegevens kenfc de on-bevooroordeelde lezer volledig aanklacht en verweer. Et mine crudimini, vos qui judi-eatis terrain! Ik vertrouw in volgend von-nis: Het onwaardige ligt niet in het aange-klaagde feit-, wel in het daarom betichten Van het plegen eener onwaardigheid. Wel erken ik, dat de VI. Post en ik niet op dezelfde wijze dat Nederlandsch woord be-grijpen, sinds dit persorgaan onlangs schreef: ,,Schelden en schimpen op de Duitschers is otiwaardig." Maar niet on-waardig is voor de redacteuren van het blad te schelden en to schimpen op een Vlaamschen broeder en vertrouwden Flamingant, die sinds het vierde eener eeuw het beste zijner levenskrachten aan Vlaanderen heeft gewijd... Léo Picard is met Domela Nieuwenhuis zoon gemeenzaam aansprakelijk voor die aanvallen, vermits hij de kolommen van zijn blad openstelt voor dingen als hetgeen in nr. 45 werd gedrukt, alwaar diezelfde twistzaaier Domela Nieuwenhuis zoon — altijd, wel te verstaan, onder den fieren dekmantel van het anoniemaat! — op zoo een onedel en lage wijze tegen de VI. Stem te velde trekt, buiten aile ideeën en grond-beginselen om, dat dit stuk geen besprer king verdient, ja te onwaardig is om ooit van ons -een antwoord te hebben verkregen. Die zedelijke solidariteit tusschen Leo( Picard en den meer genoemde moet niet bcletten, waar het kan, het werk van den Amsterdamschen correspondent van de VI. Post door den hoofdredacteur zelven te doen bestraffen.Nu Picard schriift onder de hoof-ding: De Eendracht van Vlaanderen: ,,In dezen tijd meer dan ooit te voren moet clke Vlaininç/ er over waken, dat de eendracht onder de Flaminganten niet verbroken wordt. Al wie tweedracht zaait, of wetens en willens de samenwerking onder de Vlaamsche leiders van vroeger in de toekomst vermoeilijkt, doet sleeht werJc. en ver-mindert de kracht van ons volk." (Ik cur-siveer). — Maar hoeveel slechter, hoeveel erger, hoeveel onkieschër, hoeveel geweten-loozer wordt dat werk, vranneer het uitgaat niet van een Vlaming, jnaar van een Hol-lander, die beweert te zijn een Groot-Ne-derlandsche geloofsgenoot ! Hoe nu Léo Picard de daad bij het woord voegt, d. i. zulk sleeht werk weert, moge blijken uit het feit dat in het eigenste nr. 92—93. waar hij aldus de eendracht pre-dikt, hij een Flamingant, dien hij als een reclitschapen man kent, van ,,een onwaar-digbeid" laat beticlïten. Mr. ALBERIK DESWARTE. Orsie Oooden. François Rosseels. Het nieuws bereikt ons, dat de zeer bekende Antwerpsche financier Frans Rosseels in Den Haag overleden is. Jaren lang was hij in den wisscl- en effekten-liandel werkzaam; als oud-voorzitter van de effekten-beurs van Antwer-pen en oud-rechter van do Handelsrechtbank, kendo iedero Antwerpenaar den ouden Rosseels. Sedert eenigen tijd had hij zich uit de zaken teruggeti'okken, alléén nog als z>aakgo-lastigde met voorzichtigheid en wijs beleid en fijnen zakenzin de belangen van enkele beken-den waarnemend. In een sierlijk huis, vol anti-quiteiten en schilderijen, slect hij zijn geëer-biedigden ouderdom. Iiij werkte als financieel kroniekschrijver aan ,,Anvers-Bourse" medo, en zijne opsteilen blonken uit door hunne. flinke argumentatit en liunno strenge redeneerkracht. Onzen rouw weze aan zijne vrouw en aai , zijn zoon. die ziin ouvolger is betuigd....

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes