De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1238624 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 28 Maart. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/3n20c4tk42/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

I Eerste daargang 56 Zondag 2® Maan 1915 * S Carras DE VLAAMSCHE STEM ALGEMEEN BELGISCH DAGBLAD [en voik zal niet vergaan! Eendracht maakt machti REDACTIEBUREELS PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. - TELEFOON No. 9922 Noord. q9 Vlaamsche Stem verschljnt te Amsterdam eiken dag des morgens DP vler bladzijden. Abonnementsprijs bu voonjitbet*ling : Voor Holland eu België p?r .ja,ir / 12.50 .— per kwarta&l / S.50 — per maand / 1.25. Vocr Engeland en Frankrijk Frs. 27.50 per jaar — Frs. 7.50 per kwartaal — Frs. 2.75 per maand. Hoofdopstellen : Mr. ALBERIK DESWARTE Opstelraad : CYRIEL BUYSSE - RENE DE CLERCQ Mr. JAN EGGEN. - ANDRE DE RIODER Voor ABONNEMENTEN wende men zich tôt de Administratiô van laet blad : PALEISSTRAAT SI, AMSTERDAM. Voor AANKONDIGINGEN ivende mea zich toi de Firma J. H DE BUSSY, ROKIN 60, AMSTERDAM. A D VERTENTIES : 25 Cents per regel Om cSs betaiirrgen te vergemak kelijken, zullsn wij voortaan weke lijksche abonnemenien aanvaardei aan dertig cent, bij yooruitbetalin; op te zenden in postzegels of me postwissel. Korte Inhoud. 1 e 11 a d z ij d e : Tweede brief aan A. de Savornin Lohman. _ Cyrid Buy s se. Open brief van dr Jacob aan L. Piérard. Kleine Kroniek. Oproep. Prof. Lamprecht over België. Eeuwig VHanderen. — Eenc de Clercq. 2e b 1 a d z ij d e : Uit' het Vaderland. Aan het Yserfront. Reisherinneringen (2). — G. JI. Priem. . 3e bl a 'd z ij d e : De Europeesche Oorlog. Uit het Staatsblad. Hollandsch Nieuws. De Pans over België. Duitsche Stoatsinrichting. Financier. | 4ebladzijde: I Voor de Uitgewekenen. Twesde open Ssrief aan fa il iisoraii Lohman. Dezen morgen ontving ik een pakje. Il I deed het open en haalde er de H ollandscht I Mc van 24 Maarfc uit. Difc numraer zal I in'een couvert waarop uw naara stond. U » mag dus aatmemen dat het mij door u werc I toegezonden. Ik waardeer de oprechtlieid dezer lian-I delswijze. Gij valt mij scherp aan, maai E gij onderteckent met uw vollen naarn er | laat mij het stuk bezorgen. Dat is "eerlijk I strijden met op>en vizier. Gij zijt ook niet baiig om de w-oorden te j gebruiken, diet volgens u, bij een toestanc I passen. In mijs eersten open brief aan i; I (Vlaamsche Stem van 7 Maart) hebt gij on-nauwkeurigheden meenen te ontdekken er I onversaagd roept ge mij toe: — Meneer, ge liegt ! Hier word ik toch wel eenigszins verle I gen, freule. Want vfat zoudt ge wel van mi; | denken, als ik nu ook eens dezelfde termer op u ging toepassen ? Gij zegt, namelijk, ,,dat ik mij plotseli.nc heel aandoenlijk vereenzelvig met mijr zwervende en uit hun lancl verjaagde ex-landgenooteu."Neemt u^mij niet kwalijk, freule4 dat il u hier beleefd, doch beslist terecht wijs Gij... vergist u in dat ex. Ofsclioon eli jaar enkele maanden in Den Haag verblij vende en aldaar gedomicilieerd, ben ik nooil anders dan Belg geweest en gebleven. Verder vindt gij het belachelijk dat ils schrijf : ,W ij zijn hier aie bedelaars geko-men en w ij hebben ons land tôt het uiterstf verdedigd.': Vindt gij het ook belachelijk freule, wanneer b.v. een staf-secretaris i sprekend in naam van het leger waartœ hi; : beheort, aan de persorganen de afgelooper krijgsverrichtingen mededeelt, onder der vorm van: ,,Wij hebben dit of dat gedaa«T of bereikt"? Bedoelde 6ecretaris zal ool wel niet met sabel en geweer naast zijn sol daten hebben meegevochten, wat niet belel dat hij toch nuttig kan hebben meegewerkl en ook wel mee-geleden. I>och wat doet hel ter zake? Ik ben dadelijk bereid het w i door z ij (de Belgen) te vervangen' en merl dan dat het, op mijn eigen persoon na precies hetzelfde blijft. Maar ik lieg, ik lieg, gij herhaalt lie' voortdurend, en gij geeeelt en ranselt mi, mijn opze ttel ij ke leugens. G-i ssgt mij de waarheid, de harde, openlijb w^rheid; en ik zou graag willen geloovei f dat gij de Waarheid zegt, en geheel de waar [ ^id, en nieta anders dan de waarheid, d< { flinke, zuivere, harde waarheid; maar... il [ or^lader verder uw weekblad. en vind e ^°g eene mijn naaan in verraeld, en lee daarbij enkele zinnen, die mij t>och we eenigszins aan uw gevoel voor waarheid , Jaat staan voor ,,maat" doen twijfelen. >,Met u geloof ik,'' zoo sclirijft gij aai een correspondente, ,,da.t ik de eenigi I m a n ben onder de vrouwelijke journalis | ten, en juist daarom zijn zij zoo woeden* | °P nilj, want andere vrouwen durven nod | willen haar ,,gracielijkheid", om met Cyrie j uysse te spreken, in haar geschrijf nie | °pgeven, en leveren dientengevolge beuzel ^erk en leuterpraat. Terwijl ik — het bt roep van journalist allesbeha.lve vrouvrelij ; noeh gracielijk vindend — waar het ee: loeP dat inzonderheid wordt uitgc ®e end in o n 6 land door een minderwaa] ( 'g, onbeschaafd, niet opïgeleid, en in 9 van 100 gevallen de allerlaagste volksklasse ^orend soort lieden, — nochbana, nu i ^ eemaitel m oet Jjewegea jn teb viûJ . persgedoe, die taak verricht onversaagd, en zonder valsclie schaamte den smerigen rommel aanvat en opruim} overal waar dit ^ eenigszins mogelijk is." j Gij verwijt mij, freule, dat de opwinding | en de hartstochtelijkheid dezer dagen mij gevoerd hebben op een dwaalspoor van on-ridderlijkheid, dat ik anders niet pleegde te bewandelen. Ik dank u voor de beschei-den hulde van wellevendheid, die in de Jaatste woorden van dezen zin bssloten ligt. Maar zou ik toch niob beleefd mogen vragen of er soms ook niet bij u een beetje verre-gaande opwinding en hartstochtelijkheid aanwezig was, toen u boven-aangehaalde woorden over onze vrouwelijke en manne-lijke pers-collega's neerschreef? i Xk wil het nog eens herhalen: Ik heb eerbied voor uw durf en oprechtlieid, voor uw rond en flink, met open vizier uitkomen tôt verdediging uwer opinies; maar hier bezondigt gij u toch wel, naar mijn beschei-den meening, aan een overdrijving, die bijna op een vergissing uitloopt. Een wensch om te eindigen. Gij îioopt. en ge;ooft, dat ik van mijn dwalingen zal te-rugkeeren, ook ten uwen opzichte, als de vrede is weergekeerd, cok voor mijn vaderland België. Het doet mij innig genoegen, dat ik het hier, om te besluiten, heelemaal met u eens kan zijn. Niets is mij dierbaarder dan de ■ verwezenlijking van wat u mij toewenscht: Dat ik mijn vaderland, het vrije België, terug zal mogen zien ! Laten wij samen hopen, dat die dag spoe-die zal aanbrekeii. CYRIEL BUYSSE. Open antwoord aan i Dr. A. Jacob van den heer Louis Piérard, ; Het volgende schrijven van de h and van den c Heer Louis Piérard gewerd ons: 1 La Haye, le 20 mars. c Mr. Dr. A. JACOB, / ,,De Vlaamsc)ie Stem" -, Amsterdam. ) , Monsieur, 1 Rentrant d'un long voyage, après plus d'un mois d'absence, je trouve dans la ,/Vlaamsche Stem" du 24 février votre lettre ouverte ayant ' trait à l'article que j'ai publié dans l'„Am-sterdamnier' '. Ne croyez-vous pas qu'il soit trop tard pour répondre? D'ailleurs, ce n'est pas le moment do ,,disputailler" entre Belges, tant que le Boche est sur notre territoire. Agréez, je vous prie, mes salutations bien cordiales.LOUIS PIÉRARD. De vertaliiig van dit schrijven luidt: Den Haag, 20 Maart. \ Aan den Heer Dr. A. JACOB, ' ,,De Vlaamsche Stem", Amsterdam. Geachte Heer, Nu ik ,na meer dan een maand afwezig te zijn geweest, van een lange reis terug ben, vind ik in de ,,Vlaamsohe Stem" van 24 Fe-■ bruari j.l. uw opén brief naar aanleiding van , mijn opstel in ao ..Amsterdam-mer". Meent u aiet dat het nu te laat is om daar nog op te antwoorden ? Bovendien is het voor de Belgen tans de tijd niet om te kibbelen, nu de moffon jiog op ons grondgebied staan. ' Met hartelijke groeten Uw dw. LOUIS PIERARD. Bij het bovenstaande wenst dé Heer Jacob de volgende kanttekening te raaken : ,,In zijn opstel in de Internationale Tribune van de ,,Amsterdammer" van 21 Februari jl. raakte de heer Louis Piérard terloops do ver-houding aan van Walen en Vlamingen, ook in een hersteld België. Hét trof mij toen — en deze indruk deelde ik de heer Piérard mede in mijn open brief — in hoe vage bewoordingen hier over het streven der Vlamingen werd gesproken. Wat de schrij-ver bedoelde met certaines exagérations ridiculement gallophobes", zekere belachelike , overdrijvingen van de Frans(en)hatêrs, waarbij de Walen zich nooit zullen neerleggen, is niet . recht duidelik. ' Op mijn verzoek om opheldering — hoe staat ! de heer Piérard tegenover de Vlaamse Bc-I weging? wat denkt hij van de Vlaamse éisen ' in verband met de Belgise zaak? — bereikt l mij tans bovenstaand ontwijkend antwoord. De heer Piérard lieeft a gezegd maar wil j niet h zeggen: voorlopig weten wij niet wat wij . bepaald aan hem hebben. Dat de vragen die ik op 22 Februari steldo op 25 Maart niet verouderd zijn is duidelik. * Do bewering dat dërgelijke vragen slechts l aanleiding zouden geven tôt onvruchtbaar ge-, kibbel — deze zonderlinge mening scliijnt de heer Piérard te zijn toegedaan — vloeit voort 1 uit een jammerlike geringschatting van het streven der Vlaamsgezinden. Inzicht in het " wezen der Vlaamse Beweging en haar beteke-" nis, ook voor een hërsteld België, blijkt daar-1 uit niet. i Nu de Duitsers ons land bezet houden en ] wellicht verduitsing dreigt, is het voor ons, k Vlamingen, ook een vaderlandse pliclit — alleen onze vijanden kunnen daaraan aanstoot nemen — vastberaden te getuigen dat wij Vlamingen zijn en .besloten zi.in, tans meer dan ooit, t Vlaanderen voor de Vlamingen en onze ta'al te i behoudon." s Zie onze telegrammen * en laatstelegerberichten « op de derde bladzijde. Kleine Kroniek. Oproep. In deze droeve dagen van tuee en som-bere smarte, als aile menschlijkheid dood r>igt in de vernieling der jonge, ' heilige levenskraehten, dan is het schoon de bloem van liefde te zien openluiken, w onder-heerlijk, met de zoete geuren en de teere kleuren. Zoo bloeit de roos met rooden qloed vna warmte aan den voet van het bruis, waar de Eristus stierf en in Hem ïc zonden der menschheid. Zusters en broeders, gij allen die hier in t goede, gastvrije Nederland een heil hebt yezocht tegen den ruwen overweldiger, gij Men di-e leeft in de sehoone vrijheid van het fiere woord en den ongebogen hais, tôt 'L allen riehten wij ons met uertrouvien en yoede hoop. Ginds, in 't teer geliefde vaderland, vordt geleden; wordt geleden den grooten tood van hongerlijdenden, is de stille \mart van zusters en broeders, die gebrelc ijden, omdat allen arbeid onmogelijk werd n 't eigen land. Ginds zijn de kvnderen, le kleine, schuldelooze kinderen met de frootey reine oogen van lieht, die Moeke ira g en om een boterham en Moeke kan liet, kan niet geven het voedende brood tan de grage mondjes. Ginds in Vlaanderen, aan de rivier van len IJzer, veehten onze jongens, onze kin-leren. Daar sehrijden zij ter zege in den tfferenden dood van eigen rijkste bloed. Daar bloeien de bloemen van hoog geloof, mtsproten aan den machtigcn drang naar •eeht en waarheid. Wij allen, hier in Nederland, moeten hen tewnen. Wij moeten helpen, wij m o e-e n offeren. Wij moeten meér geven dan \etgeen wij wel zonden kunnen missen in nsen overvloed. In België moet het V a tiona al S t e un- m V o ed in g s-o m i t é ondersteund worden met onze )roedcrlijkste kraehten. Aan den ^ Yzer noeten onze jongens weten dat wij met ',en zijn, in nood en dood, in zege en leven, net woord en vooral met daad,. Daarom opent ,,De Vlaamsche Stem eden een inteekeningslijst, .wier opbrengst >oor de helft zal gestort worden ten voor-leele van het N a t i o n a a l B e l g i s e h lté u n- en V o e d in g s e o mite en ioor de helft ten voordeele van het B e 1-j i s eh C omit e i t voor a an k o o p >an automobielen, tôt het v e r-) o e r van g e k w e t s t e s o l d a t e n. Vt) durven liopen, d<at allen zullen mede uerken aan dit hooge, scho'one werk van .rrwr)'rrJ.rcidr en, broedertrouw. * * Eerste Lijst. le Vlaamsche Stem, (le sterting) fl. 15.— ilberik Deswarte (id.) — » 5. indré de Ridder (id.) —- >> r. Eggen (id.) „ o.—- Vené de Clercq (td.J — %-ÙU Gratis Wittemans (id.) ,» S.50 il f ons de Groeve {îd.) „ 1• r. Sehuurm.an (id.) *— a ~ * K H. Priem (id.) —•••• I/. Delbeeque (id.) - >> i. Baseleer (r.d.) - ——» >> t. Opdebeek (id.) — 2.50 'rma. Michaux ...» >> Victor Bonneels 0.75^ V. Devos 0.25 Ven Ilollandsehc Vrouw ,, S.— idriana Van Tetering ,, 0.50 Opbrengst der le Lijst... fl. Jf.6.50 De meening van neutrale schrijvers. , Het dagblad „Tidens Tegn" van Chris-,iania heeft een artikel van den heer Kris-iian B. R. Aars gedrukt, onder hoofding: ,De schuld van België". De schrijver doet opmerken dat, wat be-i-reft de schending der Belgische nationali-ieit, men in Duitschland tegenwoordig een jeheel andere houding aanneemt dan in het )egin. Eerst zei men: ,,Wij moesten België loortrekken ; ons oorlogsplan eischt dat". — Thans zegt men: ,.Reeds in de maand \.pril, had België zelf zijne onzijdigheid ge-ichonden."Het Duitsche gouvernement wacht zich vel daarvan het bewijs in te leveren; het fergenoegt zich lawaai te maken met een ituk papier te Brussel gevonden. In der waarheid, kan de eenige schuld /.an België in de oogen der Duitschers zijn lat het maatregelen genomen heeft om ge-*eed te zijn tegen een gebeurlijken inval der Duitschers. En de geheele wereld weet dat jen vrees voor zulken inval niet niocht be-itaan!... Ondertusschen is het verzinsel ^an een schending der Belgische neutraliteit loor België zelf in zooverre nuttig, dat het le verplichting overgroote sommen in de x)rlogsschatkist te storten voor de Duitschers verdragelijker maakt. Voor burgemeester Max. In België zijn volgens de N»3w York Herald 200,000 handteekeningen verzameld op een p^ti-tie aan de Duitsché regœring om burgemeester, Max J&n. Brused in, vrijheid to erbellen» Onze Letterkundigen. Wij kunen onze medodeelingen van voo enkele dagen aanvullen met volgende inlichtingen : * Bij de aan het front zijnde letterkundigen moeton nog genoemd Eniest Claes en Angnst van Cauw^aert. Ernest Claos werd reeds eenmaal awaar ge-wond en is uit Duitsche krijgsgovangenschap ontkomen. Thans is hij wederom bij ons legpr teruggekeerd. August van Cauwelaert is in November als vrijwilliger opgegaan en bevindt zich thans als sergant aan 't' front. Oorlogskunst. Wiii meenen hier toch eens een ernstig wooraje van. kritiek te mogen laten hooren tegen de beapottelijke geddchtjes en de dwa-2X5 prentan die, onder voorweoidsel van va-derlandslievencLe uiting, thana in de wereld rondgezonden worden. Daareven komt ons een nieuw product van die Vaderlandsche Industrie onder de oogen: een kleurplaat ,,Aan mijn Volk". Koning Albert staat er, met Belgisch lint breed omsluierd en steunend op een leeuw met breed geopende muil, te midden de puinhopen van een nog brandend dorp; in de verte,leidt de koningin — bloothoofds en in een soort regenjaa gehuild — een gewon-den soldaat aan haar arm. Neergebrande balken, ameoilende steienen, stukgeschoten kanoois liggem schilderachtig rond den Vorst en zijn leeuw. Onder de stichbelijke prent- die in onbe-nulligheid het gebrekkigste en naïefste over-treft, dat men zich inbeelden kan, eenige vaderliandswlie verzen, van dezelfde inspira-tie als van de rijmpjes die vroeger op de Vlaamsche kermissen rond de karremellen \verden gewikkald. Zal die stroom van oorlogspoëzie en oorlogskunst nog lang blijven vloeden? Er zijn lier in Holland kerels aan den gang — of de verantwoordelijke auteurs van die pracht-prenten en die droomverzen Vlamingen of Nederlanders zijn, weten we niet — die de grootgchheid van onze strenge vorstenliesf-de en van onze plechtige gehechtheid aan het vaderland, balachelijk maken en door hun dwaaa geknoei eenvoudig aan 't ont-heiligen zijn... Esn patrlot? Hedenmorgen stond een oude boer voor de Belgische grens; hij leidde een forsche klepper van 30 maanden. — Mijnheer, zoudèn de Duitschers mij doorlaten naar België? vroeg hij ons. — Waarom niet, zoo uw pas in regel is ; waar moet u naar toe? — Naar Basseveld, ik kwam eorgisteren vandaar ; er waren omtrent 350 Duitschers te paard aangekomen, die er nu, met ge-reed geld, paarden kochten als 't' mijne hier, en er 1425 franken voor betaalden. — Zoo, en ge zijt dadelijk uw geschikt paard naar hier komen halen, om het aan de vijanden te leveren ? Schaam u man ! Vrouwenbeweging en de Vrede. We drukken in ons blad van lieden een ad-vertentie voorkomende van den Bond van Soc. Dem. Virouwen-Prop. Clubs, betreffende een openbare vergadering en optoclit van vrouwen voor den vrede, to houden in het Concerta gebouw op Donderdag 1 April 's middags lialf twee. We vestigen op deze advertentie de aandacht onzer lezers. De bedoeling van den B. S. D. V. is: vrede zonder annexatie. De optoclit zal gaan langs den volgenden weg : Onstellen linlîS van de IJsclub Museum-straat, " Brug over het Muséum, Wetering-schans, Frederiksplein langs het Paleis voor Volksvlijt, Sarphatistraat, Hooge Sluis, Sar-phatistraat, over het Weesperplein, Sarphatistraat, Alexanderplein, Mauritskade (Zuid-waarts). In 't Oosterpark ontbinden. Ter publicatie van deze meeting en optocht zal drie dagen te voren een kar door de stad r ijden omgoven door vrouwen, die toegangs-kaarten zullen verkoopen. Een hektenkind ult eén heldentijd. Een jongen van 9 jaar, Henri Lacorre te Limoges, die aan den Président der Repu-bliek geschreven had, om zich te laten aan-werven, ontving het volgende antwoord: Het vaderlandlievend verlangen, door Henri Lacorre te kennen gegevën, kan lielaas niet vervuld worden, want de wet staat niet toe, dat verbindingen worden aangegaan voor het 17e jaar. Maar door een vorstandig en ijverig. kind te zijn, maakt men zich reeds verdienste-liik îegens het vaderland. RAYMOND POINCARE. Brandes over België. In een open brief aan Georges Clemenceau schrijft de beroemde Decneche schrijver Goorg Brandeg over België : ,,Mijn medegevoel met het cmgelukkige en enverdiende lot dat België heeft getrof-fen berust, niet alleen op het feit, dat het mij, als bewoner van een klein neutraal land, met smart heeft. vervuld, dat op onze dagon neutraliteit, zelfs ^egarandeerde neutraliteit geen zekerheid biedt, maar ook op liet feit dat ik een menschelijk hart bezit. Uit de geheele wijzo waarop ik denk en vcel volgt dat ik wensch dat België epoe-dig van yijandelijke troepen mag bevrijd zijn,'3 Karl Lamprecht over België. Wat de Duitschers zich vooi*6tellen, dat er — natuurlijk in geval zij winnen — met België zal geschieden, is in het alge-meen niet erg belangriik. Ma-ar als de Duit-6cher, die zich daarover uit, Duitschlands grootste geschiedkundige is, die zijn inzich-ten en verlangens grondt op overwegingen van ras- en volkseenheid, dan is het wat anders. Karl Lamprecht nu heeft onlangs te Dresden een rede gehouden over België, waarvan een stenographicch verslag voor-komt in de laatste Woche. Het is in de eerste plaate een uiteenzetting van de wijze, waarop België en in het bijzonder Vlaanderen bevolkt is, van de ra6overeenkom6t en de aanraking in de geschiedenis tusschen Vlaanderen en Duitschland. Uit die uiteenzetting blijkt wel, dat prof. Lamprecht een hoog denkbeeld heeft van den onderne-mingslust, de ontwikkeling, de kunst van het oude Vlaanderen. Wonderlijk doet het alleen- aan hem de kunst van deze lage lan-den Duitech te hooren noomen. De ,.heer-lijkbeid" van Vlaanderen in de' 14de en 15de eeuw is niet reeds een openbaring van nationaal-Vlaamsche ontwikkeling, maar een stuk Duitsche geschiedenis, zegt de hoogleeraar. Dat zullen wij Vlamingen nooit toegeven. Doch dat daargelaten. Belangrijker is, hoe Lamprecht zich de toekomet denkt. En meer nog wat hij zegt over de fouten in de internationale politiek, waaraan de Duitschers zich schuldig maken. Hij zegt dan: .,Wij »Duitschers gelooven, wanneer het het buitenland betreft, dat wij met machtpolitiek toe kunnen. Dat is een groote fout, die een historicus wel met drie kruisjes mag teekenen. De geschiedenis is de ontwikkeling der menschelijke ziel tôt hoogere vorm en. Dat heeft op ziôhzelf niets met machtpalitiek te maken. Men wint geen volk voor zich met machtpolitiek. Men wint het dus ook niet met een eenzijdigo economische politiek. Ja, tien jaar lang misschien ; maar dan bemerken de menschen wel, wie wint en wie verliest, door die economische betrekkingen. Waar geen be-trekkingen bestaan, die uit het hart voort-komen, mag men niet rekenen op winst voor altijd. Wij hebben in onze buitenlandsche politiek daarvoor echter niet de organen ; men be-grijpt ook niet, dat zulke organen geschapen moeten worden. Zoo is onze politiek . een-zijdig en kan nooit tôt iets groots leiden. Lang-zaam dringt de overtuiging door, dat slechts een breede politiek, die de harten opent, die zelf een hart heeft en de dingen groot ziet en niet op een of ander klein doel gericlit is. ons verder brengt. Nemen wij de Turken. Geloof t gij, dat wij ze beliouden zullen, wanneer wij hun niet toonen dat wij hart voor hen hebben? Gelooft gij, dat wij ze voor ons winnen door ze te critiseeren, of zij in het een of andere geval juist gehandeld hebben of niet? Ik zou dezelfde opmerkingen kunnen maken over onze buren iets dichter bij ons, tusschen de Turken en ons. Ik zal dat niet doen. ,,Op dit gebied heeft ons volk nog ailes te leeren en de heerlijke den Duitschers aange-boren eigenschappeu des iharten,. weer tôt haar oorspronkelijke groote en eenvoudige vastheid te ontwikkelen. Daarin zullen wij verder moeten komen. Op meer dan één plaats, waar Engelsche en Duitschers concurreeren, is ge-bleken, dat het vreemde volk zich meer aange-trokken voelt tôt onze vijanden, omdat het daar meer hart vindt. Met discipline alleen is het niet te doen. Zeker, B'elgio heeft discipline noodig, dat spreekt vanzelf, want zulk een onopgevoede ben de jongens als in België eç tegenwoordig ook in Holland rondloopt, zal mtn overal elders tevergeefs zoeken. Daar moet flink aangepakt worden, maar ook met een hart vol liefde. want op het gebied der op-voeding is liefde streng. Als ik werkelijke liefde heb, meen ik het recht te hebben juist uit liefde orde te scheppen." Zieda-ar een bekentenis van eigen fouten, die belangrijk genoeg is om gehoord te worden.Maar hoor nu, wat prof. Lamprecht ver-wacht van de houding, die de Duitschers — eerst voorloopig en dan, natuurlijk wanneer zij winnen, ook later — tegenover de Belgen, zouden moeten aannemen. ,,Wanneer wij dan in België werkelijk iets willen doen, zullen wij nu, gedurende den oorlog met het vrije en open hart van den opvoe-der allereerst tôt de Vlamiingen moeten Icom.en In het algemeen schijnt dat te gebeuren. Zijn mijn berichten juist — en ik meen dat te kunnen aannemen — dan wordt het noodige, speciaal voor de lagere klassen, gedaan. Maar het is al zoover gekomen, dat bijv. dat Vlaamsche studenten zich tôt mij gewend hebben, die rroegen : ,,Wat moet er uit ons arm volk — of zooals ik dezer dagon een brief kreeg: „ons verbasterd volk'' — uit ons in het nauw ge-dreven volk worden?" Wij moeten toch zien, dit wij contact krijgen. Wij zouden kunnen zien of men zulke studenten, die nu thuis toch niets leeren, niet misschien voor een jaar of zoo naar een kleine Duitsche universiteit kan sturen. Het zal natuurlijk niet altijd wat geven. „Een deel valt in do doornen". Maai op sommige plaatsen zal het toch vrucht op-brengen. Men zou dus zoo iets best kunnen beginnen. De leidende klassen, dat is duide-lijk, zijn voorloopig niet te krijgen. Zij ver-loochenen iedero vriendschap, die zij met Duitschers gehad hebben, en ik weet dat men vrienden, die ginds geweest zijn, niet heeft willen zien, al wilden zij maar beleefdheidsbezoe-ken maken. Met hen zal mon dus moeten wach-ten en geduld hebben.'' Het bovenstaande is van belang omdat ©r Het bovenetaando is yan belang om dat er ditmaal van Duitsche zijde uit blijkt dat werkelijk onder de Vlamingen een minderheid is — ook al is zij natuurlijk buitengewoon klein — die op het oogenblik eenige aansluiting bij Duitschland zoekt. Wij hebben resds in de Vlaamsche Stem genoeg tegen het panger-munisme gevochten om, wanneer we uit den mond van een Duitschen geleerde der-gelijke zinnen hooren vellen, opnieuw onze verontwaardiging uit te moeten schreeuicen. Maar toch schijnt ons in de uiting van prof. Lamprecht nog merkwaardiger het vertrouwen dat er uit spreekt, dat reeds thans voor de Duitschers iets te doen is om de Belgen voor zich te winnen. Zulk een brief, als waaruit prof. L. een zinnetja aanhaalde, moge geschikt zijn dat vertrouwen te wekken, uit de verwondering waar-mee prof. L. vertelt van die Belgen, die hun vroegere Duitsche vrienden verloochen-den, spreekt een merkwaardig gebrek aan begrip voor de gevoelens van overwonnen vijanden, merkwaardig vooral in een man, die toch inziet dat men met machtpolitiek niet ver komt. Over wat er ten slotte met België gebeuren moet, kan prof. Lamprecht natuurlijk niet goed openlijk spreken. Dat verbiedt hei} General Kommando. Maar hij zegt toch difc: ,,Ik geloof, dat wij het allen daarover eens zijn: ons volk moet het vast- en eensgezinda geheel blijven dat het is. Wij willen geen alge« meen Germaansch mengelmoes. Wij kunnen ook geen Europeesch Indië gebruiken waar ieder zijn eigen potje op het vuur heeft. Wij moeten vast aaneengesloten blijven en dan zien of deze of gene lust heeft zich in den een of anderen lossen vorm van een confedo-ratie bij ons aan te sluiten. Er om hier de juiste vormen te vinden, vormen door liefde, door het hart ingegeven en dus practische vorn^en. dat zal een werk van groote wijsheid zijn. Zoo zal België misschien ook onder-komen. Wij mogen daarbij niet vergeten, dat dit een eenvoudige consequentie van de histo-rische ontwikkeling is, en niet een uitgedachta speculatie over liet eind van den oorlog." Een opneming van België dus als afzon-derlijke staat in het Duitsche Rijk? Wachten wij den uitslag van den oorlog af ; het is nog zoover niet, waarde heer Lamprecht. Gij verkoopt het vel van den heer vooraleer hij geschoten is. Geloof niet dat België door lwe horden zal overwonnen worden, noch dat de Vlamingen zich aan uwe ,,kultur" onderw'erpen zullen. De houding van ç^ii paar schurftige schapen is niet de houding van een volk. Eeuwîg Vlaanderen. Hoe draagt gij gelaten ?t Leed op u neergestort? Vlaanderen wie zal u haten Nu ge door lijden zoo heerlijk! wordt ? Schoon land, wie kan u kennen AJs een lachende huis en tuin En zijn oogen wennen Aan verwoest heil en donker puin ? Uw grond is week van de harde zolen, Uw lucht is ziek van het koopren gezwets ; Over broodlooze hutten treurt de molen En weemoed weent in den troost des gebeds. De velden wachten, de torens wachten ; De klare dagen zijn nare nachten. En geen schild te weten voor stil geluk, Geen godskracht om voor recht te toornen. .Kon toch de smart uw bloeien overdoornen Eer een roofsche ha-nd in uw rozen ruk. Oogen zijn dor waar het hart moet schreien, Doch star ziet ver. Nog klopt ons hart op het hart van 't land. Waar onze boornen staan geplant Zie ik nooit in later kinderreien Een vreemd kind aan mijner kinderen hand. Zichzelve zal de geest, de zieî der aarde, Die zich aanbiddelijk grootsch In pracht van wondoren openbaarde, Oudsterk losworstelen uit den greep des doods. Of ook de monsterarend Bij ploteeling overvallen Schrikbarend Zijn vleugelen 6loeg tôt een dubbelwolk En uit schorre keel: hoera! laat schallen, Nooit houdt hij ons kroœt in zijn kralleii Nooit rukt hij het hart uit het volk! RENÉ DE CLERO&

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie