De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1528 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 09 Maart. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/8g8ff3n11w/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

gerste Jaargang P V®. 37 Sinsaag 9 tnaari 1915 5 Cents DE VLMMSCHE STEM ÀLGEMEEN BELGI8CH DAGBLAO [en volk zal niet ver g aan! Eendracht maakt machtl » ■ -— BEDACTIEBUREELI PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. - TELEFOON Ho. 9922 Noord. Oe Vlaamsche Stem verschijnt te Amsterdam elken dag des morgens gp vier bladzljden. Abormementsprys bij vooruitbetaling : Voor HollancI eu BelgiiS per jaar / 12.50 — per kwartaal / 3.150 — per maand / 1,25. Vocr Kngeland en Fraukruk Frs. 27.50 per jaar — Frs. 7.50 per kwartaal — Frs. 2.75 per maand. Hoofdopstellen s Mr. ALBERIK OESWARÏE Opstelraad : CYRIEL BUYSSE - RENE DE CLERCQ Mr. JAN EGGEN. - ANDRE DE RIDDER Voor ABONNEHENTE5T wende men zich tôt de Administratie van liet Mad: PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AANKONDIGIKGEN wencla men zicli toi de Filma J. H DE BUSSY ROKIN 60, AMSTERDAM. .A DyEETENTIES : 25 Cents per regel KORTE INHOUD le blad zij d ev Een onzijdig Nederlander. Bdtavus. Oorlogsepisoden. (4) Aan de Belgen. Dr. Scriverius. : Kleine Kroniek. 2e^b 1 a dz ij d e. Uit liet Vaderland. Aan het Front. «Janfcje Verdure, (lo). Stijn Streuvels. 3e b 1 a d zij de. De Europeesche Oorlog. Kunst. Hollandscli Nieuws. Uit de Kampen. Overzieht van Tijdschriften,. Ingezonden Stukken. bla d z ij d e. Burgemeester-angsten. Henri VLwJcens* i Voordrachten en feesten. Voor de Uitgewekenen. Uit de pen van een onzsjdigen Nederlander. I tien yiaar .dagen na den val , van Antwer-; verzocht een Parljsch blad een Neder-hndsche?i joumalist, een artikel over de aigemeene stem-ming in Nederland te willen I uhrjjvenx De Hollander voldeed aan dat ttrzoekf doch de direetie zond ditmaal oruler faikb étui ging en het besteUen ■van een meer „fran-co^^srla»/^-ais" stuk, het artikel uit vpiiïitiefe overweghigeiv" terug. Wij zij.ï- in liet b.ezit van dat artikel ge-bmtit enr geven het hieronder vertaald weér, m'éen-end, dut tallooze N ederlanders de daarin ver natte besehowwingen van hun landgenoot onderselïrijven. Men bedenke, dat het kort na den val van Antwerpen is gebeurd en er nadien velçrlei is '■■es'chied, dat hier en daar de gevoelens vcm dezen Nederlaitdsehcn journalist en vele zijner hndgenooteit cer zal hebben verstrekt dan nrsmjetk In neutraal Nederland. De Duitschers hebbeai het aan zibhzelven te wij'fcen, dat liun wijze vai^ oorlogvceren hoe. langer zoo meer Holanders met afgrij-zen vervult en dat wij in liet cnophoudelij ka pechen cp hun ,,Kultur" meer en meer ôf ergerlijke schijnheiliglieid Ox een scort van waaiiziiinige misvatting zien, waartegen el'ke andere natie op liaar lioede dient te zijn. Wij zijn een kalm volk, dat in normale omstandigheden gewend. is om zijn gemoeds-a&ndoeningen in zijn brein te verwerken, vcordat liet in daden cf zelfs in woorden uiting geeft aan zijn gevoelens. I>e Hollan-d«r is doorgaans ook voorziclitig, en tallooze Iiollandsché spre^ikvvoorden geven er getui-genis van, dat dezo als deugd aangemerkte eigensclia.p onze natie reeds eeuweiilang eigen is. Ofschoon dio voorzichtigheid slechts zelden ontaardt in vrees, is er tocli ktrekkelijk veel toe noodig om oiis van de huivering te ontdoen om, gelijk wijzelven liet zoo karakteristiek zeggen, , ,onze vin-gers aan koud water te branden." Die nationale eigenschap lieeft liet ona gemakkelijk gemaakt, ons strikt neutraal te houden. Zoowel onze regering als, in liet algemeen, onze pers kan te dien opziclite gten enstig verwijt treffen. En liet beste be-Vrijg daarvan is wel liet feit, dat tôt ons van aile zij den het verwijt is gericht, dat wij niet gelieel neutraal waren. Wij waren tege-lijkertijd prc-Duitscli en op de liand der geai lieerden î Tôt onze werkelijke deugden behoort ech-©nafhaukèlijfcheidszin, een erfstuk van onze voorzaten. Wij houden van vrijhedd en ver-Iciezen niet, op z'n Teutoonsch sjemassre-gelfe'} te worden. Te dien cpziclite erken-neu wij gaarne, geheel verschillend te zijn van de Duitschers, ook al mogen dezen wij-zen op de stamverwantscliap tusschen hen en ons en af en toe, teneinde hun superiori-teit te toonen, de Nederlanders ontaai-de Germanen noemen. ïïeeft, om maar wat te noemen, het grootste gedeelte van onze pers zich van meet af aan in toom gehouden en zijn persooiilijko meeningen en gevoelens, zijn persoonlijke sympaitliieën en antipa-thieën verhuld, zoo niet géheel onderdrukt, dan geschiedde zulks hoofdzakelijk met het oog op de overweging, dat, waar de gescliie-detiig leert, dat kleine oorzaken groote ge-volgen kunnen hebben, de reeds zoo zware taak van de Nederlandsche regeering niet pioesfc bejnœilijkt worden door te oprechte journalistieke uitingen, die in vredestijd on-opgemerkt zouden blijven, doch in oorlogs-tijd op gevaarlijke wijze opzien zouden kunnen baren. Ons, journalisten, stond in de eerste plaats het belang van Nederland voor oogen. Langzamerhand werden wij echter tôt onze groote verrassing gewaar, dat er van Buitsche zij de, en uitsluitend van Duiteche 'ijde, een uitgebreide en ergerlijke bemoei-Reke contrôle werd uitgeoefend op de uitin-^ Vââ pers, Ettelijke journalisten, waaronder schrijver dezes, ont-vingen çcheld- en dreigbrieven — waaronder opmerkelijk veel anonieme — van Duitschers in bdnnen- en buitenland. Buitendien maakten vele Duitsche dagbladen, zooals de ,,Kôlnische Volkszeitung", propaganda voor de onzegbaaa* verfoeilij'ke daden van het Pruisisclie militaiiisme, door kostelooze ver-spreiding van diverse edities. En toen, om-dat de Nederlandsche justitie, op een oogen-blik van te groote voorzichtigheid, beslag had gelegd op het cliché van Louis Ramae-ker's prachtige teeikeniiig in ,,De Tele-graaf", waarop de Duitsche feoldaat als de v.-are en eenigo scliuJdige in de vemieling van de kathcâraal te Reims was gebrand-merkt — toen daarop de Duitsclier Adolf Rixen te Cleve er in een ingezondeii stuk prat op ging, dat hij de instigâtor was van de inbeslagname, steeg ona aller verontwaar-diging ten top. Wij, Hollanders, hebben een hekel aan spionnen. Wiji zijn ook afkeerig van elka ongerechtigde inmenging van bui-tenlanders — vooral van insolente Duitschers — in onze zaken. Wij voelen niets voor het pangermanisme. Wij zijn vrije Nederlanders en si aan de curateele van Germa-nia af. Wij zijn niet ,,de.utscMeindlich'', wij zijn neutraal, voor zoover absolute neu-trali'teit niet iets denkbeeldigs is ; maar zelfs do meest ,,deutschfreiuidliche' ' Hollanders — er zijn er — wenschen niet onder toe-zicht van "Pickelhauben te staan. Sindsdien lieeft onze pers zich vrijer ge-voeld. Wi j hebben de noodzakelijkheid ge-voelcl om de Duitsche benioeizucht over de grenzen tenig te Averpen. Wij hebben inge-zien, dat wij onze dagbladen niet moesten bescliouwen aîï* vergaderbakken van bui-tenlandsche berichten en lezingen. Wij hebben de journalistieke uitingen in andere landen, als Italie, Zwitfierland enz., ge-volgd. .Wij hebben enze overdriven en mit telooze voorziclitigheid laten varen. Wij her-r.emen onze persvrijheid. Dat is de reactie op de Duitsche actie ten deze. En als blijk, dat cok de Nederlandsolie regeering ge-meend lieeft, ter zake te moeten veageeren, Î5 bovenbedoekl cliché van Louis Ramae-kers teekening ten bureeîe van ,,De Tele-graaf" teruggebracht geworden. Ziedaar wat, in aigemeene trekkeu, onze pers betreft. Het is goed, dat zoo wel de Duitschers als de geallieerdeu onze gevoelens en onze meeningen kenne, opdat er zoomin mogelijk mis-verstand ontsta. Het is goed, dat elke andere natie wete, dat wij eigen volksziel en onze eigen meeningen hebben, dat wij, be-houdens de betrachting der volkenrechte-lijke neutraliteit, aan niemands leiband wenschen te loopen en dat wij gereedstaan om, indien zulks noodig mocht blijken •—• wat overigens de hemel verhoede , onze vrijheid en onze onafliankelijklieid tôt op het uiterste te verdedigen. Want in aile stilte -— de oorlogstoestand baarde ons te veel zorgen —' hebben wij ons gegriefd ge-voeld door sommigo beschuldigingen in de buitenland&cho pers omtrent ,,welwillende en oogluikende neutraliteit" ten cpziclite van nu deze dan gene oorlogvcerende natie. Ten aile n tijde heeft de Nederlandsche regeering de strikste onzijdigheid betracht. Het is voornamelijk de val van Antwerpen, die het licht heeft doen valleai op onze ware gevoelens en onze — passez-moi le mot — nationale deugden. Hadden wij reeds te-Voren onze gastvrijlieid in onzen liefdadig-heidszin betoond door de vele Belgische vluchtelingen in ons land te lierbergen, zon-der de miiiste rancune o\^er de ock van Belgische zijde geuite bescliuldiging, dat wij eenmaal Duitsche troepen ongeliinderd over onze grenzen hadden laten gaan, de reus-achtige en sclirik\vekkende exodus van Antwerpen schonk ons eerst- de ongezodhte gele-geiflieid om de efroote waardeering, mis-schien wel de stille liewondeiing van aile naties voor onze gastvrijheid en onzen men-sohenmin af te dwingen. Aile eigen zorgen vergetend, heeft ons volk, krachtdadig bij-gestaan door onze regeering, lionderddui-zenden Belgisclie vluchtelingen tôt zich ge-nonien, geliuisvest en gevoed. En nog ver-wijlt minstens de helft in ons land, wijl, naar van ambtelijke Duitsche ziide zelf er-kend is, het oppergezag van het Duitsche le-ger niet in staat is om zijn verpliclitingen ten.opzichte der noodlijdende Belgische be-volking na te konien, en overigens het mee-rendeel der Belgen, ervaring rijk ten deze, geen geloof slaat -aan zelfs de meest offi-cieele Duitsche beloften. Zoo groot is zelfs onze gastvrijheid, dat, toen enkele harteloo-za philisters onder onze journalisten — er zijn er, helaas! — den Belgische n vluchtelingen te kennen hadden gegèven, dat zij niet al te lang onze gasten moesten zijn, tallooze lezer» daai-te^en in opstand kwa-men. Ons volk voelt zich gelukkig, den Belgen de behulpzame hand te kunnen bieden en gruwt van uitingen als die van de ,,Tàg-liche Dundschau", welk blad het wil doen voorkomen, alsof België zich zijn treurig lot zelf op den hais heeft géhaald en Germania wel wat beter heeft te doen dan den nood-lijdenden Belgen ter zijde te staan. Derge-lijke verklaringen halen den band tusschen de Nederlanders eu de Belgen uauwer aan. De ramp van België lieeft zijn volk nader tôt het onze gebraclit. Reeds sedert twin-tig jaar was er een gestadige toenadering op intellektueel gebied merkbaar. Wij leerden > de Vlaamsche dichters als Guido Gezelle en do Vlaânische prozaïsten als Stijn Streuvels begrijpen en hoogschatten, en voedden in de atmosfeer van hun werk de rasvenvantschap met ons. En ofschoon Georges Rodenbach, Emile Verliaeren en Maurice Maeterlinck in het Fransch schreven, ging er, van liun àcheppingen een ademtocht uit,. dien wij kenden. Wij leerden hun verlangens en hun nooden, hun lief en leed, hun sympathieën en antipathieen kennen. En het gruwza-am lot,' dat hun thans is toebedeeld, heeft onze harten wijder ^oor deze onze broeders geo-pend. Ook omdat wij eveneens een klein volk zijn en beseffen, dat waav de Duit-scher België's neutraliteit op de onbe-schaamdste wijze heeft. geschonden, hetzelf-do lot ook ons zoû kunnen overkomen, zoo-dra het verfoeilijke Duitsche militairisme ■ het wenschelijk zoû vinden wegens wat het , ,oorlogsnoodzaak' ' noemt. Waar de binden-ste verdragen met voeten worden getreden, begrijpen wij met onze vaderlandsche nuch-terheid zeer goed, dat zelfs de vriendelijkste verzekeringen van Duitsche zijde ons niet in slaap moeten wiegen. Hoe kan het ook anders. Wij volgen den oorlog met de grootste be-langsteling. Eerstens omdat wij weten, dat, alhoewel wij zelven niet in oorlog gewikkeîd zijn, wij ons op aile gebeurtelijldieden hebben voor te bereiden, en tweedens omdat de huidige manifestatie van de ,,Deutsche Kul-tur" ons eeîi volslagen vreemd vcrschijji-sel is. Ah ! de Duitsche' kultuur! Wellicht zijn wij te achterlijk om er iets van te begrijpen ... Om maar één diiig te noemen, dat veel samenvat: wij begrijpen het beruchte protest niet van de 93 vertegcnwoordigers van Duitsche kunst en we^enschap. Naïveteit van menscheu, die te veel onder de lamp v; erken en te ver afstaan van de realiteit der geb&urtenissen, of sc-hijrheiliglieid en leugen van pangerm?ini^tisobe clienaren 'l I/ateai wij voor hun. moraliteit hopen, dat de naïveteit en de onwetendheid hun leids-vroiiiwen in het protest zijn geweest. Wij be-hoeven daar niet ii\den breede op terug te komen, sinds. cm maar bij ons land te blijven, prof essor C. L. Dake in ,,De Tele-graaf" en tallooze anderen in het weekblad ,,De Amsterdammer'5 de beweringen der 93 punt voor pjiut hebiben weêrlegd.. Wij begrijpen meer niet. Wij begrijpen bijvoorbeeld nog niet, waar-om de Duitsche troepen de kathedraal van Reims hebben beschoten. Was het Fransche leger dan heusch zco idioot om observatie-posten in en kanonnen voor de kathedraal op te stellen? Ter wijl ik dit schrijf, bereikt ?nij een telegram d.d. 29 Oct. van den cor-logsmakelaar Wolff, dat het kultuur 1 eger voor de tweede maal de kathedraal onder vuur heeft moeten nemen; om dezelfde, re-deu. Waartoe was dezen tweeden keer de leugenachtige verontschuldiging noodig % Een ,Tauibe" van het kultuurvolk heeft im-mers bommen op de Notre-Dame te Parijs geworpen, en daar waren toch geen observa-tieposten en kanennen? Trouwens, reeds in ,,Dio Zukunft" van 3 October waarschuw-cl'ei een Germa ansclie „"Uebermenscli5 ' : ,,Wanneer gij, Franschen, tôt den krijg iiitdaagt of daaitoe uitgedaagd zijt, moet crjj er rekening meê liouden, dat de vijand vemielt wat hem zoû kunnen hindéren ; dat hij niefc eens het Louvre en de Notre-Dame van Parijs spaart. '5 Waartoe schetteren de Tentonen vcortdii-rend over de ..Leugen-pei-s" van liet buitenland, waaronder ook de neutrale landen gerekend worden, terwijl toch zelfs de dom-ste sterveling onmiddellijk kan opmerken, dat Wolff verreweg het record in het begin heeft geslagen en ten stelligste wereldkam-pioen zal blijven? Wanneer vrind Wolff met den besten wil der wereld geen nederlagen tôt overwinnin-gen kan onigoochelen, waarom verveelt hij ons dan met bericliten over uitdeelingen van XJzeren Kruizen, over niet te contrôleereu verliaaltjes van Duitsche manschappen, over de honderden Duitsche soldaten, wier oog-en door Belgen zijn uitgestoken, enz. enz ? Wij wacliten nog op de eerste photo van zoo'n soldaat met uitgestoken cogen, terwijl iederean er zich in België van kan over-tuigen, dat het Duitsche leger geroofd, ge-plunderd, gemoord, gebrast en vemield heeft. Wij begrijpen ook niet, dat de Duitschers de wel onvoorzichtige, doch zeker vader-landslievende en moedige daden der Belgische franctireurs barbaai*sch noemen en de wandadeai van hun eigen leger of brutaal-weg ontkennen of met den mantel der liefde bedekken. Hebben niet vooral de Duitsche dichters den franctireur Andréas Hofer, den Tyroolsclien held. bezougen ? Er is nog veel meer, dat wij maar met kunnen begrijpen en waaruit blijkt, dat de hooggeroemde Duitsche kultuur en de Nederlandsche begrippen vreemd tegeiîover elkander staan. Het is duidelijk, dat de Ger- ! manen gestadig zijn voortgeschreden op het doornige pad der besheaving en wij, Bata-ven, er op zijn blijven stils'taan. Zie daar, in h^t algemeen, de stemmin-gen en de opinies *in ons land omtrent den oorlog. Misschien leg ik den laatsten toets aan de kensohetsing van de psyché en de men-taliteit van ons ras door de mededoeling, welke personen uit dezen oorlog wij vooral bewonderen. Het zijn koning Albert, de ko-ningin van België, generaal Léman, burge-nieester , Max en, last not least, generaal J offre. BATAVUS. Oorlogsepisoden. IV. De Worstelaar. Een Oostenrijksch officier ontmoet ergens, ver van huis, daar heel op het westelijke oorlogs-front in N oord-Frankrijk, een vreemden soldaat, een Duitseher, die het militaire saluut brengt, en op de uniform van den Oostenrijkschen officier doelende, grinnikend ojDnierkt:— ,,Luit'nant, ik her-ken uw uniform, want ik heb vroeger in Weenen gewerkt !'; ■— De officier infor-meert natuurlijk waaruit de werkzaamheden van den Duitschen soldaat in Weenen hebben bestaan. En daarop antwoordt de ander, dat hij daar veertien dagen geënga-geerd is geweest als worstelaar voor een reeks internationale worstel-wedstrijden. De officier vraagt verder ; want hij let nu eerst op welk een geweldige kerel deze Duitsche j-. Dft worstdarn-. laat zich niet bidden ; hij doet. dén officier het relaas, hoe hij in een der ontmoetingen met den vijand van zijn worstelaars-eigenschappen gebruik heeft weten te maken. 't Is een afschuwelijk verliaal, dat de reus met blijk-baar welbehagen doet. Hij heeft inderdaad geworstekl met den èchten vijand ; hij heeft zelfs, bij een schermutseling van man tegen man, tegen zes vijanden tegelijk moeten woi-stelen. Hij ' grinnikt, als hij er van na-vertelt. Het was een corps-à-corps in het duister, waarbij moeilijk van de blanke wapens gebruik kon worden gemaakt. Dat kwarn den worstelaar juist van pas! De eerste tegenstanders slingerde liij van zich af, en met zijn vuisteù beukte hij de. vol-gende terneer. Maar de zesde man stootte hem de bajouet' in het lichaam. Toen werd de worstelaar eerst goed boos ; de pijn wekte zijn dolle drift op. En zijn krachten schenen toen pas tôt hun recht te komen! .Dien zesden tegenstander greep hij beet met zijn schrikkelijke handen. De tegenstander was op hem gesprongen, denkende dat de Duitseher door den bajonet-steek buiten geveclit was gesteld. — ,,Weet je dan niet met v^ien je te maken hebt!" brulde de reus. Reeds had hij zijn ijzeren armen om den ongeluk-kigen tegenstander geknepen. Hij zette zijn spieren aan, zooals hij ze nog nooit om een van zijn tegenstanders op de worstel-mat had geklemd. Hij kneep er het leven uit, terwijl de beenderen van het slacht-offer kraakten. Met zijn vaktermén v-n circus-athleet vertelt hij, hoe hij deze tegenpartij op leven en dood uitvocht. Toen de liospi-taal-soldaten hem vonden, wat verzwakt van bloedverlies, hield hij nog het vermorzelde lijk van den Franschman in zijn schrikkelijke armen gekneld ; hij wilde niet loslaten. En als de Oostenrijksclie officier, die zich de worstel-wedstrijden uit Weenen nog wel herinnertj den Duitschen kolos vraagt, of hij weer geheel hersteld is, staat de reus in positie, grinnikt : ,,Ze mogén weer zes tegenstanders tegelijk op me afsturen. Ik ben in conditie!... De kanipioen van het ,,Alhambra" te Weenen werd nog nooit door een tegenstander met twee scliouders tegelijk gelegd!'' • En zeggen dat zulke kerel, die men in gewone tijden, in een zinneloozengestieht of iii eene moordenaarsasiel zou opsluiten, die door de gansche menschheid als een wild beest zou worden veracht, thans — ten gevolge van de tijdsomstandigheden — een held wordt genoemd. Hij zal voorzeker wel een IJzeren Kruis ontvangen? Zou men soms om den hais van de tijgers in den Berlijnschen dierentuin ook niet zoo'n eere-teeken kunnen hangen? Aan de Belgen. Isaar aanleiding 'van Cyrîcl Buyssc's klacht over Anna de Savomin Lohmàns onhebbelijkUedGn ). Ay trek het u niet aan, al geeft zij er ook Van langs: Uit 'n yaatje zurig bier vloeit natuurlijk niet dan wrangs. Dr. SCRIVERIUS. Kleine Kroniek. Ultbultmg van krijgsgevangenen in Ouitschland. Duitschland begint langzamerhand uit-geput te raken. In aile takken van land-bouw eu nijverheid doet zich een nijpende bèhoefte aan werkkrachten voelen. Al wat gezond en sterk en jong was, werd opgeroe-pen om de Duitsche kulturboodschap aan de wereld te brengen. Arme jongens, in hUn liarte zal het woord van den heldhaf-tigen Liebknecht: j5tegen. den oorlog" nu ook wel branden... Maar, als altijd, wie zal geslachtofferd worden? Wie zal de striai en den moeten vervangen in het verlaten vaderland? Natuurlijk weer de onschuldigen en de wëer-loozen. De Diritsche opvatting van recht en gerechtigheid huldigt liet princiepe van het ruwe geweld, tegen aile mensohelijklieid in, keurt het volkomen goed en past het dan ook in de praktijk toe. De Minister van Nijverheid heeft laten. aankondigen dat de krijgsgevangenen zul-len gebruikt worden in de koolmijnen, om het werk der afwezigen te verrichten. Hij voegde er bij dat zij lietzelfde loon zullen ontvangen als de Duitsche arbeiders ! Toch scliitterend, niet? Ziet ge nu wel dat de Duitschers hun krijgsgevangenen vërtroetelen als kleine kinderen? Ze mogen bij uitzonderlijke genade, het si aven werk doen en ontvangen hetzelfde loon! Maar het is onbegrijpelijk, dat is nou nog eens humaan zijn î Helaas, helaas ! Doof uw wiercokpotteii maar gerust uit! Te vroeg gejubeld ! Daar staat nog een nota bij, waarin cîe brave Minister laat weten dat er van. dat loon 75 % (zeggp vijf en zeventîg ten hondera; zal afgehouden v.orden om in het onder-lioud van diezelfde krijgsgevangenen te voorzien ! Resultaat: 1) schandige uitbuiting van weerloozen, die het gevaarlijkste en grofste werk kunnen doen, ten voordeele van het Keizerrijk ; 2) exploitatie van krachten, in wier onderhoud zij volgens de bepalin'gen van het volkenreclit moeten voorzien. Maar o ja, volkenreclit, dat l^estaat niet meer, en besohouwen de Duitschers als iholle frazolo- ' gie op ,,vodjes i^apier". De toekomst zal uitwijzen, dat vodden soms een zeldzame waarde hebben! Geduld, volhouden en_dan... zege. Dan zullen wij die gestolen 75^ °/0 opeisclien met de noodige mteresten erbij. Dan zullen zij weten tôt welken prijs die papieren vodden verscheurd werden ! Als eens w ij de wet zullen stellen, als eens w ij zullen cisclien in naam der ver-trapte menschheid. BelacheHjke heeren. Indien op onzen aardbol ooit menscheu zich bespottelijk hebben gemaakt, dan zijn het wel „die" overgeleerde Duitsche profes-soren, welke eenigen tijd geleden aan de volkeren der aarde een manifest zouden. Wanneer een straatjongen door den veld-waenter of shampetter op heeterdaad wordt betrapt, dan roept de bengel : ,,'t Is niet waar, ik heb het niet gedaair". In hefc jaar onzes Heeren 1914 maakten de Duitsche soldaten zich plichtig aan tôt "0.s, L.to® ongokende moorderiieji, brand-stacn'tange.i, enz. En de Duitsche geletterdeu — de profes-soren dezer moordenaars en brandstichters meenen zicli wit te kunnen wasschen, met de kinderachtige, naïeve verklaring: ,,'t En is geen waar, dat hebben onze soldaten niet gedaan. En de getuigenis diergenen die dit ailes gezien hebben? En de photo "s die wij van de verwoeste dorpen en steden zagen? Of hebben misschien de Belgen Dender-monde verwoest, om dan de Duitschers te kunnen. beschuldigen ? 'tValt zeer te betwijfelen of de Duitsche geleerden na den oorlog, nog ernstig zullen opgenomen worden. Niet gansch onlogisch zal wellicht wel de volgeiide argumentatie vooruitgezet worden : ,,Het Duitsche mani^.st was een samen-hangsel van ciizm en onwaarheid. De teu-toonsche geleerden zijn dus jioch waarheid-lievend, noch onpartijdig." Nu reeds lezen vele Nederlanders en andere neutralen slechts de pasverschenen Duitsche boeken, om eens te zien ,,wat al , onzin door dezen of geenen Duitschen schrijver uitgekraamd wordt".... Een woord, dat goed doet. De heer Posthuma, minister van Land-bouw, Handel en Nijverheid, sprak onlangs in de Tweede Kamer der Staten-Gene-raal o. a. het volgende: ,,Het uitvoerverbod van rijst dateert van 3 Sept., dat van maïs van 16 Sept.; slechts enkele partijtjes zijn daarvan uitgevoerd voor onze Zividelijke broeders."Dat steede tusschen België en Nederland broederlijke gevoelens bestaan hebben, is bekend, maar onder omstandigheden als de tegenwoordige doet liet toch goed zoo-iets nog eens te hooren op een officieele plaats en nog wel uit den moud der regeering zelf. Wat de Oostelijke 7,buren" hier-van zullen zeggen! België biijft Duitsch. Een redacteur van liet Kathoiieke weekblad ,,De Voorhoede" had een onderhoud met een der voornaaniste leiders van de Duitsche katholieke centruinpartij. Op een vraag, wat naar zijn meening met België gebeuren zou, antwoordde de ondervraagde : ,,Wij zullen België niet teruggeven. Dat is geheel uitgesloten. Een land, dat wij ten koste van zooveel bloed en tranen hebben moeten veroveren, geven wij niet meer prijs. Daar tegenover zullen wij ons steeds verzetten, als het moet tôt het aller-uiterste.''Wanneer deze uitlating meer is dan zwet-serij," zegt „Het Volk", aan welk blad wij dit bericlit ontleeneii, ,,doch de opvatting van leidende Duitsche kringen weergeeft, is liet duidelijk, dat de oorlog nog zeer lang kan duren."- . Oivide et impera. In de Duitsche gevangenissen zijn man-nen van verschillende nationaliteiten bijeen: Engelschen, Russen, Franschen, Moham-medanen en anderen. Altijd verstonden zij zich zeer goed, en allé pogingen oui ver-deeldheid tusschen hen te strooien, misluk-ten. De Engelschen krijgen enkel een half ration en moeten dubbel werk leveren; maar nooit klagen zij', nocli begaan zij eenige laagheid. Zij zijn bewonderenswaar-dig van stille waardigheid. De Ieren dra-gen geborduurd op de mouw een groote I, beginletters- van het woord ,,Irish". Zij zijn ontslagen■ varu werk, ontvangen dubbel ration en mogen tezamen verblijven in een deel van het kanip. Maar liet doel: -- me. ; lijkheden tusschen Engelschen en Ieren wek-ken, — mislukte. Dezelfde pogingen werden aangewend bij de Belgen: op den feestdag van den keizer werden de Vlaamsche krijgsgevangenen naar huis gestuurd; de Waalsche zijn te Barehim gebleven. De Mahomedaansche soldaten werden op een zekeren avond door hoogere Duitsche officieren uitgenoodigd, die hun koffie, likeurtjes en sigaren aanboden. Daarna ver-haalden de officieren hun dat aile Mahomedaansche soldaten zich verbonden hadden in het Turksche leger te dienen, ter wille van den heiligen oorlog. Niet één vrijwilliger meldde zich aan. Meer nog, hun werd bekend gemaakt, dat zij naar een ander kamp. zouden overgebracht worden; daarop hebben de ,,goumiers" aan de Duitsche officieren gevraagd op hun eere-woord en voor getuigen te verzekeren, dat deze overbrenging niet een list was, om ze te dwingen in het Turksche leger over te ' gaan. Nu mislukt deze, dan gene, en nog een derde berekening van de Duitsche wereld-veroveraars... Hoevele aog?l De Duitschers op halve solde gebracht. Volgens inlichtingen uit verschilligé bron-nen, zouden de Duitsche soldaten, alsook de officieren, maar halve solde meer trekken. Een slecht teeken, voorwaar!.... Xa het K.K.-brood en het stroo-voedsel, do misère iu de kas!.... De muizen in de scliapraai im in den coffre-fort! Te Berlijin. De Berlijusche bladen vertellen dat de politieoverste de Zondagavonduitgave van de dagbladen verboden heeft, ,,met het oog op de Zondagrust"... Zou het misschien niet juister zijn: ,,met het oog op de mogclijke onlusten" Vanwaar die plotselijke bekommering voor de Zondagrust? Volgens de ,,Kreuzzeitung" moet von Hindenburg (zie ons numnier van Zaterdag 6 Maart) aan eenige vertrouwelingen ge-: zegd hebben" dat de kracht van het gebed ook moet aangewend worden, en dat liij aan de gebeurtenissen op het oorlogsterrein be-merken kan, dat in Duitschland niét meer genoeg gebeden wordt." De vermaning van Hindenburg was dus niet vruchteloos. De Berlijnsche politie is reeds tôt inkeer gekomen... Belgische oorlogsgeest, De eKizer was ziek en de geneesheer onder-zocht hem: „Wat scheelt u?" ,Jk ben heel en al ontsteld". ,,\Vat hebt gij dan gégeten?" ,,Vanmorgen zwart brood met g e 1 e lx>ter en van middag niet anders dan unt r* o o d o kool". ,,Wel uw© maag verteert niet de Belgische driekleur die er op ligt!" 2\& onze telegrarrtnien en SaatsteHegerfoerschterï op de derde bladzijde.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes