De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

2067 0
28 november 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 28 November. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 16 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/zw18k7686v/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

WJrste jaargang NO. 246 Zonrïag, 2® Novcmoer 1915 s Cerst. DE VLAAMSCHE STEM 1^ volk zal met vergaan! ALQENÎEEN BELGISCH DAGBLAD Eendracht maakt macht DIRECTIE EN REDACTIEi PALEISSTRAAT 31. bovenhuis, AMSTERDAM. Telefoon Ho. 9922 Noord. , , , . , . . , Onder ieiding van Dr. RENE DE CLEHCQ en Dr. A.JACOB. ABO.\NE.UENÏSPHrjS (b$j vooruitbetaling): Vqpr Nederland per jaar gld. tî — per kwartaal gld. 1.75 — per niaaiui gld. 0.75, Voor Belgili, Engeland, Frankvj en andere landen dezelfde pr\jzen, met verhooging van verzendiugskosteu (2U eeu per nummer), A DVEB.TENTIES 20 Cent per regel. I ïlinders en Rupsen. I 2a jiju mooi, de heeren franskiljons: een I,.,;, Jioedje, em klein stokje, een klein I .hcentje, eeii klein geesfcje, en een klein Bjawlje Frausch, dat geeft hun twee vcretjes I ... |jjj ome smaakvolle Vlaamsclie doch- ^■(£5. I En die vlugge vlinders die fladderen van Igcsm tôt bloem, zijn op hun tijd de dikge-Irenelcle plakrupsen die het land opvreteii. I Enkelen zijn geboren «îat de beurs a an den Hun geld verdient geld, hun lianden ^Lneii 't weg. Ze leven in een wereld van BsEterfa<ntersche opsnijders, iunerlijk aan H^aar pelijkend door een zelfde ijdelhedd ■ intart en hoofd en uiterlijk door dezelfde Hj'erlijkheid van snoer en snede. Ze schamen ■ i 0vcr hun grootvader, den kieldragenden Muidenkoopman, die wrocht in zweet en ■.:gât om zijn zoon een ronden etuivea* over Hie sparen. Liefst spreken zij van hem niet: H;'; 't mcefc en ma-g wordt grand-papa een B pofc commerçant die in aanzien stand bij l.eof die gestorveu minister of gouverneur ! MU de mail het gewetenj I Velen hebben eenige jaren en eenige broe-H tn versleten op de banke-n van een jezuiten-Hw'Jegs cf een institut Racliez; ze hebben aan lie hoogeschool de eene, een halve tering en Bia andere een halven buik cpgedaan oin door ■ examen te sluipen, en zijn notaris of ■aliter geworden ter wille van liun vaders ■lekffaamheid. , I Een mensch had waarlijk niedelijden ge-Bhegen met dié muffe wezens die zich dwaas Hy:cn aan de wijsheid van anderen, die zes ■r>ppea oniweg deden om een verwaand pro-Biœor cp zijn laagst en lafst te groeten en het platsta Fransch de afgesletenste ■ inekdote als nieuwe waar verkochten. ■ Ze kenden vijf leergangen op hun duim; ■ i'.irom zijn ze vijfdubbele ezels geworden; Ht] toch eten ze geen distels ! ■ dm' waren • ook dikke dokters en raagere ^■wthekers, buitenjongens kwalijk te huis in zesr berispelijk pakje van de voorlaatst-H::euwe mcde, welke gretig de gekste grap-H'-n Davert&lden, en op een valsch gehoor af ■.Vous êtes si jolie" of ,,Les petits pavés" Hrn een sfcraatzanger afleerden, om ze op Hlà!i dorpje bij gelegenheid voor te janken ! H Als dan ?ûet een rijke boerin in hun armen ■ Die heeren zijn tegeu hefc Vlaamsch niet: ■^nzewel ooit voor of tegen iets geweeafc. Ze H; raken Fransch, hun Fransch, ze spreken Vlaamsch, hun Vlaamsch; en hebben H---t groot gernak dat hun taal steéds een vol-■-aakte vertolking is van de gedaohten die ze H3 den kop hebben. I En nu moest ik eens hartelijk schelden op sergeanten, de deui-waarders, de gref-H r?, de lasten-ontvangers, de sekretarissen, aocijnsmannen, de treinwachfcers, de tol- ■ '-^mbteiij de schcolmeesters en de klerken, H ->3 meenen dat een bakwagen Fransch den I reischten emst toevoert, onmisbaar tôt H>t voibrengon van hunne uitersfc ge^âchtige maar die arme duivels sinijt elkendeeu t steenen naar het hoofd, en, och Heof, ■le zijn meer te beklagen dan te bestraffen. ■ Wie ik haat, dat zijn de grooten, de H^acht- en schuldhebbenden, de volksverte-■:awoordigers, de ministers, de gouverneurs, l 'konsiils, de generaals, de vcorzittere van ■•'chtbanken en burgenieesters van gixjote ■Nen, die paaien met beloften en betaleai eeden, die biddèn in 't Fransch en I oakeii in 'fc Vlaamsch, die het volk ver-■criten waarvan ze leven, en klappeu uitdee-H'*3 a's ze er verdienen ! I ^k baat hen, omdat ze 't kwaad niefc la-■l'nen het gaed niet doen; ik haat hen, om- ■ ^ zo bi;n ondergeschikten hun onderge- ■ - mktheid do en voelen door hen aan te spre-■Win ceremonieus Fransch of in meesmuil- ■ jrv^el-\laamsch, dat onze ta-al moet hee-i n5 ik liaat hen omdat hun plakkaten en B'e'Ordeningen, met zorg geradbraakt, ■^'aclvrillewerk zijn en den stempel dragen l"'n 0611 het-kan-mij-niet schelen of een ik-■u--daar-boven dat ik hun zou willen aflee- ■ ' '' ^ haat hen cmdat ze een gczicht trek- ] van noçli vlee3ch noch visch, en ons kla-H'■■■» en viagers afschepen met een officieele ■ -îeefdheud. die razend maakt. ■ Neen, kluchUg voornamen, ik lach niet clg zoete kl a re en klinkendo Fransche M' 'Cli0 wanklank wordt in de zuurheid van 1, ' mondeil> ^ lach niet met het milde, wijn-■V.U^11^0 Fransche gemced, dat in u ver-■^Unt wordt met kleurwater en houtgeest; ■ï- aJ! c^6 ^ veelzijdige H letterkuade waarvan gij zelfs het | ntuvo-lgota U1T7U Ijpo, JIV uut niet met u, die zoo belachelijk zijtj maar il haat u in de zdel ! En dien haat zal ik overzetten aan he' volk dat uwe galons en uwe knopen bewon dert en plat valt voor een zwaai van uv hand. En de tijd zal uit zijn dat een mou^'egei met honig op den mond, u, schuldigen aai wraakroepende zonden, vrij zal pleiten me1 de verzachtende omstandigheid dat ge" an ders zoo sterk staat in den strijd voor d( verdediging van dezen of genen ■ politieker winkel. Wij zullen hem-den mond sluiten, en, u; die we te licht bevinden, de deur uitgooien. zonder plichtpleging en zonder respijt. Ik wilde eens weten of een rechte borsf van een Vla-ming diezelfde zaak zoo goed niet zou voorstaan als een kikvorsch die springt te land en te water. Vlamingen, kuischt uwe boom en, en trapi de rupsen onder uwe vceten ! "VVeest de knechten niet van uwe kneebten. maar kent uzelf en kent uw macht! RENE DE CLERCQ. il i i — Zelfbestuur. VII Social© toestanden buiten Vlaanderen. In nummer 219 van dit blad fcehandelde ik de sociale-toestanden op het Vlaamsche platteland. Ve'el treuriger nog is de beha-n-deling dfé de Vlamingen onder.vinden b u i-i e n de geboot"te-fc.treek. Al'leen reeds het feit op zichzelf dat zocveol onzer landgenoo-ten naar den vreemde moeten uitwijkeii; naar Amerika, om aan liun brood te komen is een veroordeeling voor het stiefmoeder-îijke fctaatsregime in Bolgië. Het bewijst, <Iat de Vlaamsclie ta al strijd niet is liefheh-berij of moedwillige twwtstokerij, dat de onderdrukking der taal een onderdrukkin'j is. van het vclk. dat de Vlaamsclie bewe-ging niefc is_cor^ van philologen en lettei> kundigen, maar een natuurlijk-elementaire zucht naar zelfbehoud en drang naar hoo-ger èn beter levensvoorwaarden. Niet alleen wat de taal aangaat, maar in aile cpzichten worden de Vlamingen behan-deld als vreemdelingen in eigen land. Daar-mede is in éen woord weerlegd, de bewei-ing dat eene vergelijking van 't Vlaamsclie land met Ierland of Polen niet zou opgaan. * -a . In het artikel waai-naar reeds hierboven werd verwezen, stond in den aa-nhef te lezen : ,,Over het ellendige lot onzei , ,Fran?chmans'5, onzer kantwerksters, 011-zei' visschers op zee en onzer wroeters in de WaaJsche kolenmijnen zouden boekdee-len te schrijven zijn." Ik vergat de op-merking er bij te voegen, dat zij reeds ten deele geschreven zijn. De zesde druk van Streuvels' 0 cgs t in Veen's Gele Biblio-theek brengt mij dat in herinnering. Bij de aanbeveling aan onze lezers mogen volgen-de kantteekeningen te stade komen. , ,ï*ranschmans" heeten ten onzent de pikkers, die elken zomer den oogst gaan doen in het zuiden, in 't Fransche land, waar de grootboeren geen volk kunnen vin-den om ?t zware werk te vemohten. Zoo tiekken jaarlijks drommen Vlaamsche boe-renkcrels naar het zuiden, naar 't Walen-Iand, naa.r Fransch-Vlaauderen en, dieper nog in 't Fransche land, naar 't Atrecht-sche en Picardie. Onze lezers wete-n dat de eenige landbouwschool die België bezit te Gembloera is gelegen, bij Namen. Hce wil men dat het Fransche ondenvija aldaar onze Vlamingen ten goede kome 1 Wel neen ,het oiiderwija is voorbehouden voor de Waaîscho boeren uit Haspengouw. Het grootste deel van 't Waaleehe land is te onvTUchtbaar om eigenlijk in aanmerking te komen. Aldus wordt aan de Waalsche minderheid nuttig onderwijs verstrekt. En-kelen worden landbouw-ingenieurs ; de andere zoons ,,fonctionnaire" en klimmen hooger op de maafcschappelijke ladder. Voor zwaar werk staan duizenderi. Vlaamsche armen gereed, die, voor een appel en een ei, den oogst binnen de schuren brengen van den Waalschen meester. Aldus wordt een wraakroepende toestand bestendigd. De Belfgische regeering deed riets voor den Vlaamschen landbouw. Zonder 't eigen initiatief der Boerenbonden, die o.a. machienen, scheikundige meststof-fen enz. aankoopen, zou het bedrijf ten onzent nog in de aller-primitiefïte vormen verkeeren. Daarom ia ook cp dit gebied de bestuurlijke 6chéiding een broodnoodige hervorming. Vlaanderen en Wallonie ver-toonen op economisch gebied elk een eigen-aardig type, zoo goed a.ls in taal- en ra.s en andere opzichten. Wel is waar, of liever juist daarom, vervolledigt de Waalsche industrie de Vlaam-che zeevaart en landbouw. De economische banden zal een bestuurlijke scheiding niet verbreken, veiTe van daar. Wanneer elk voor zijn zaken zorgt eii duide-lijk zijn eigen behoeiftèii jnziet, kan dit slechta ten goede komen aan de. economi-scha wieselwerking. De Jiandel zorgt van zelf voor evcnwicht en noOdzakelijke aan-vulling, en deze zullen des te beter kunnen geschieden wanneer elk dei' l>eide Belgi-sche volkeren zâchzelf in eigen bedrijf spe-cialiseei*t. Dan zal de Vlaming niet meer zijn s-laar of banneling, m'&ar een zelfstan-dig en be'cvust burger in. den Jîelgiechen ven is gericht. Onbewnst van de ijzeren vuiet die z< ; naar het zuiden duwt, zde ze daar gaan onze kloeke kerels, vol levenshvst en blij heid, zingsnd : ,,Sa we gaan 't land uit-, Met goedcn moed naar ginder verre! Mot ons 'pikke, ginder verre, Al het koren af gaan slaani"' ,,Zoo st-apten zij dapper 't dorp uit er , een ancîer in, altijd voort den lieelen da^ tôt ze 's avoncls in cen onbekende streeî reeds, bij een vreemden boer slaping zoch 1 te»." En de aankomst : Zij ,,legden hun ver moeide leden wat te rusten in 't lommei van de boomen. Zij ,,vermiekon hui gekwetste voeteu en bedienden elkaar mel ! de h^elmiddels uit hunnen tweezak. Wel iiaasfe kwamen veel jongens en meisjes er vrouwen van de hofstee om de pikkers t( zien, diq, van ver toegekèmen waren. D< boer kwam ook buiten mede... Een lange magere vent met zwarte kwade oogen. Hr sprak luide in een vreemde ta-al en deec barsalie bewegingen met hoofd en armen.' ,,Wie mag dat hier al bezorgen eu be zeilen op zulk een groote doening. En daar bij stonden.de pikkers lijk versch toegeko men werktuigen, die daar ver buiten liel hof den grooten arbeid gingen doen in der openen zonnelaai. Elkendeen bekeek di< kerefe met een zacht spottende achting oir do wondere taaie kraoht die daar in hur rustige armen stak, en hier en daar éer monkelde om de goedgezapige domheid di< hij meende te vinden in de oogen van der vreemdeling die zich hier zoover van huis kwam doodbeulen." De jonge Rik sclirijft een brief aan zijr meisje en vraagt aan den Franschen peerde knecht den brief in de stad te bastelîen ,,Rik sprak schoon aan den kerel, gaf hen wat stuivers voor dén vracht-kost en beva den brief toch wel zorg te dragen om hen niet te verliezeu of te verge ten.... Maar d< kerel was nog maar den draai cm, hij ver-frommelde den brief tusschen de grove han-den en kauwde hem tôt moes in zijn mond — ;k Zal wijn koopen met den jongen zijr stuivers, daclit hij, en hij verdronk hel geld in een kroeg onder weg." Wanneer de oogst af was, , ,riep de boei de maaiers nu alleu in zijn beste kamer, sehonk hun- menig\ruldige kroezen wijn zoodat de kerels luide en blijgemoed aai: 't klappeu gingen en boften met den bo-ei aïs den bett-eu van al de werkbazen. In tussclien haalde de fijnaard een zak gelc dien hij deed reutelen, miek liun rekeninc en telde noesch en dweersch zoodat de half bedronken lummels er niet wij s uit geraak ten. Zij vermoedden wel dat er iets faald< eu mis was, maar zij wisten niet goed waaj en konden het niet wel uiteeu doen... D< t-afel lag vol blinkend zilver... : — Ja, 't was sakkerbleu schoon geld. gauw, kerels, strijkt z& maar op ! elk ziji: deel. — Wilt ge nog een6 hertellen? — Neen, neen, baa-s, we betrouwen om op u, w' hebben recht gewrocht, ge zult ons recht betalen. Elk naci blijgemoed zijn geld cp en liing de klinkers in een beurzeken, dat ze op hun bloote boi-st aan den hais drcegen. Ze waren blij, de kerels, zooveel geld te hebben, maar in de ziel toch wisiben zij bedro-gen te zijn." Nu zijin zij lijk, rijker dan de koning! En zij zingen: ,,'t Koorn is af, 't koorn is ai! Al hèt koorn is af! Jongens, jongens, jongens, We zijn nog niet dood, Bij lange nog niet dood, 't en is geen nood, Ja, we zijn nog niet dood!" Ëiwij vergeten den armen Rik, die, U zwalarvoor den zwaren arbeid in de bla-kende zon, gevallen is op het groote slag-veld met. het eindelooze wreede koren ! Maar ook zij Avorden getroffen: de laatste nacht in 't vreemde land worden zij van hun geld beroofd door Fransche dieven die hen in de schuur besluipen. Maar ik zou wel het ganeohe boek hier voor de zevende maal herdrukken !... Wie kent zo ti"ouwens niet, die machtige se het s van Vlaanderèn's grootsten schrijver : v'? treurige geschiedenig van Rik, de bekla-gens^- a ardilge lotgevallen van den ou den->Subbel en zijn dochter, de Vlaamsche vrij-willige(?) ba-nnelingen: ,,Gii komt- uit het land van mijn vader? vi-oeg zij, vertel me daar iets van?" en hij ver telde van zijn huis eu de Sohelde en de groote meer ?c h en, en van moeder en van Lida .zijn zubter en van de boeren ginder en 't goede wintertij en van zijn Rik zijn besten vriend... Daar-na begou zij stil te vertellen uit haar eigen leven ; dat ze hier alleen met heur vader woonde, binst den dag verdoold over dat groot hof liep, tusschen al die cnbekende menschen, en de ganzen wachtte." En de terugkeer naar 't eigen land! ,,Die goede, grijze, gezapige kerktorens, die in hun zelfde aanschouwlijkheid daar staan waolrten waren zonder vergaan, onveran-derd van wezen of van doening! Dat was voor de reizigers het kennelijk teeken, het lijf van het vaderland, nu was 't hun land dat ze onder de voeten hadden, waar 't altijd reint eu sleint en gauw donker avond is. Ze kenden de menschen nu hier en daar langs den weg en wisselden blij de groeten, en xij telden bij enkele dagreizen den tijd dat ze van huis nog af waren. Naarraate zij de plaatse naderden klaarde hun gemoeà en ze hieven weer de oude liedjes aan." Eu de bittere temgdenking van den jongen boer aan zijn vriend, in den vreemden tegraven. En de zcdeles : „Dat uit-gaaii in 't verre land, en diç krachtige doellooze, zotte gekkemij ; het verdoeu :van dieii lastigen arbeid was al1 om niets j gedaan en verloren in 't ijle — het kwaad , alleen bleef er van over". w # * De. m ! ndenv a a rd igheid waarin men onze menschen stelselmatig doet verkeeren, on-derhoudt ze tevens in een st-aat van, wel niet i mbtelijke, maar niet min kennelijke lijf-ei sUscha-p. Wat is lijfsvrijheid zonder 1 brood;Wat is vrijheid zonder rechten? » Het slot van het vroegere artikel weze hier herhaa-ld : .,Het is een feit, dat ilion ze dagen Vlaanderen aan het fecdale stel-nog niet is ontgrceid. Toch geeft de c igenzinnigheid en de taaie koppiglieid onzer Vlaamsche boeren dikwijls veel last 1 aan hun meestera. Maar wie durft er tegen op te komen wordt gebroken. Feodaliteit immers een ijzeren kringloop. Alleen de riiacht van hoogere wa-arden kan dieu ! breken. , ' Dr. L. BRULEZ. i .■ ■ ■ • wij» ■ - . Het Seginsel. Meermaals werd er in dit blad op gewe-zen, dat, practisch, de richting-van Cauwe-> iaert neer moest komen op ontreuw aan het Vlaamsche ideaal. Nu haar aanhangers — van Cauwelaert-Hoste — hun min of meer va.ge gedachten, door de stuwkracht * zelve der Vlaamsche Beweging gedwongen, beginii6n te fonnuleeren, schijnt daar een i nieuwe hoop te lichten: dat ook zij aan wat thans het eenig juist e be<rinse>l nioet worden geacht, dat voor ons volk een nieuwen ge-zichteinder kan openen, niet zullen verza-ken.i Dit beginsel, d<U de, hem vomit van het begrip ,,Bestuurlijke Scheiding" is het vol-gende : Aile bestuurszaken benoorden ,de, , taalgrens in 't Nederlandsch, b&zuideoi de iaalgrens in 't Fransch. Dit beginsel druischt lijnrecht in tegen het t-hans op taalgebied van kracht zijnde Belgische staatsbeleid. Artikel 23 der Grondwet toch zegt : Het gebruik der in België gebezigde t-alen is vrij. Dit beteekent zcozesr, dat die vrijheid in beide laudsdeelen ook voor de bestuurstaal geldt, dat het artikel er uitdrukkelijk aan toevoegt, dat ta al gebruik, met betrekking t-ot de handelinger der overlieid en op lieî gôbied der rechtspleging — en daar ook alleen — door de wet via g worden geregeld. | Het oudo oonstitutioneele beginsel nu om algëheele vrijheid in het gebruik der beide in België inheemsche talen moet worden vernietigd. In de plaats moet treden dat be-, ginsel, dat aan al wat rechtstreeks of on-,ieoht«tree'ks van de centrale, provinciale of gemeentelijke overlieid uitgaat, de ver-■pUcliting oplegt, Nederlandsch van taal in het noorden, Fran,sch va-n taal in het zuiden te zijn. Dit en dit alleen is Bestuurlijke Schei-ding.Toetsen wij nu dit beginsel aan wat de Ieiders van Vrij-België, van Gauwelaert en Hoste Jr. soln'ijven, dan oonstateeren wij dat beiden, zonder zulks te erkennen, ja, 1 wellicht zonder het zelfs te vermoeden, een systeem van verniéuwing voorstaan, d-at, liygisch gedacht, niet amd-ers înh</ûdty d<cun het begijitel zêbve van de door h&jii zoo veel geSmad& Bestuurlijke Scheiding! Men leze en oordeele! Van Cauwelaert schreef : ..België is samengesteld uit de samenvoe-ging, niet uit de vermenging van twee ver-schillende taalgroepen. ...Van deze taalkundige tegenstelling van Walen- en Vlamingenland en van de iuwendige homogenitoit van elk dezer groepen. die een onaantastbaar natuurfeit zijn. moet iedere gezonde Belgische staatkun-de uitgaan ; zij moot or liare bestuurlijke han delingen, zeden, organisatie en taalgebruik bij aanpassen, wil zij den binnenlandschon vrede blijvend verzekeren en het land zelf tôt zijn hoogste welvaart en geesteb'jke ontwikke-ling opvoeren." En Hc3te zegt (zie de Nieuwe Courant do. 26 dezer): .,Het spreekt vauzelf, dat het niet te duiden is. dat aan liet hoofd van de ministerieele departenienten van België landgenooten zouden staan, die de taal niet zouden kennen van de meerderlieid der Belgen. Daarom is het nodoz-akelijk dat elk ministerieel département ©en minister en een onderstaatssecretaris hebbe die tôt de twee ge deel ton van het land be-hooren ; de vertaalbureau's dienen afgeschaft derwijze. dat voor de Ylaamsehe gewesten de bestmirlijke zaken in het Xederlandsch, voor de Waalsche in het Fransch kunnen afgehan-deld worden, wat ook ten goede moet komen . aan de cpleving van do specifiek Vlaamsche nijverbeidstakken. ..Meer dan ooit bon ik voorstander van een indoeling van het leger waardoor ook de Vlamingen in hun eigen taal zullen opgeleid worden.,,Dient Iiefc bevestigd, dat ik onwrikbaar voorstander blijf van de vervlaamsching van het hooger-onderwijs? ..Zonder onze grondwettelijke instellingen overhoop te gooien. /.ou het mogelijk zijn nog een grooter bevoegdheid toe te kennen aan de provincie- en gémeenteraden zoodoende zou een gezonde decentralisatie worden in de hand ge-werkt on meer het oog worden gehouden op do bijzondere behoeften van elk gewest." Op de mededeeling van ééne zaalc heeft thans het Vlaamsche Volk recht: aan-vaarden de Ieiders van Vrij-België de conse- j queutie hunnei- eigen gedachte, of — wen-schen zij haUVeg, en dan in de slib, te blij-ven steken ? V. —■ «îgLi^i —i ■» ' ■■ VLAANDEREN DAG EN NACHT DENK IK AAN U. B I ■ De taal is de vlag onder welke de cultuur jx>st vat in de wereld. Wij hebben onzen vlag verloocbend en wij zijn geworden tôt cen geestelijk achterland der Fransche Be- | schaving, komende nà Fransoh-Zwitseriand, , en nà de geboren Franschsiprekenden van j Els as - Lotlia r i ngen. j Wij hadden een eigen plaats in de ge- ' îchiedenis, maar de zucht naar mondialiteit heeft ons medegesleept buiten onze veilige eiflanden, en de ouder- en kinderlooze echim • der ,,Ame Belge", die waart over ons, zal ons niet terugvoeren naar het verblijf vaji onzen roem. VAN CAUWELAERT. (Universiteit en Volksleven 1910, pag. LIV) .„a» ca— Roskam. BrutaaI. Met hun ontzettenden haat tegen Vlaanderen gaat bij de Franskiljons een niet min-der felle afkeer van Nederland gepaard. Dit bleek reeds in het begin van den oorlog. Toen, ter wille van den Godsvrede, de Vlaamschhaters zich tegenover hun Vlaam-eche landgenooten eenigszins moesten in toom houden, bood het valsche gerucht over een Duitschen dcortocht door Limburg, dien de Nederlaudsche Regeering ooglui-kend zou hebben toegesta-an, hun alras een welkome gelegenheid om hun gemoed over onze Nederlandsche stambroeders te luch-ton. Dit geschiedde op een wijze, die elk stanibewuet Vlaming grieven en beleedigen moest. En ook sedert etuit men telkens, in Franskiljonsche schrifturen, op voor Nederland ailes behalve vriendelijk gestelde plaat- ! sen. Genoegzaam spreekt uit den toon, waarop deze uitlatingen zijn gesteld, het hatelijke gevoel dat de Franschgezindheid koestert ook ten opzichte van Nederland. Zoo in de ,,XXe Siècle", het officieuze Belgische regeeringeorgaan, in haar nummer van 22 dezer. Van zekere klachten van geïnterneerde soldaten te Oldenbroek (over den prijs in liet kamp van melk, tabak en zeep) vindt het blad het oorbaar melding te maken onder het opschrift: ,,Uitbuiting". Van deze ,,sohandelijke" uitbuiting zijn onze v'oldaten ,,do slachtoffers''. ,, Wij willen hopen", heet het, 'jydat de Hollandsche militaire autoriteiten met dezen toestand niet bekend zijn; in dit geval zou een for-meel protest van onzen gezant in Den Haag hun de oogen kunnen openen". Zulke smadelijke taal acht een officieus Belgiech regeeringsorgaan geoorloofd tegenover een land, dat ten ba-te van de uitge-dreven Belgen zich zulke zware lasten ge-troost heeft en nog getroost... Wellicht wareïi de Oldenbroeksche klach- ! ten niet ongegrond; wij weten dit niet, maar zijn overtuigd, dat in dit geval de Nederlandsche autoriteiten zonder verwijl zullen hebben ingegrepen. Elk rechtgeaard uitgewekene echter, die op Nederlands bodem dankbaar een voor-beeldeloos milde gastvrijheid geniet-, zal het minne, vijandig gestook uit Havere afkeu-ren. Nièt alleeu met rechtmatige veront-waardiging, ook met afkeer op 's harten grond. Het eenig rationeeio. De ,,Libre Belgique" — het in België verschijnende orgaan, dat, naar de lezer weet, nog steeds aan de nasporingen der Pruisische censuur weet te ontsnappen — sclirijft : ,,Het talenvraagstuk bestaat nog; het zal worden opgelo3t door de rationeeie oplos-sing eener volkomene gelijkheid der twee talen op aile gebied : gerecht., bestuur, onderwijs",Wij nemen acte van deze uitspraak. Wij voegen er echter aan toe, dat deze op-I lossing slechts in zooverre rationeel mag worden genoemd, als zij het beginsel der territoriale scheiding bekrachtigt : niet méér rechten aan het Fransch benoorden als aan het Vlaamsch bezuiden de taalgrens; dat wil zeggen, in Vlaanderen geen Fransch, in Wallonië geen Nederlandsch meer in gerecht, bestuur of onderwijs! 0 droeve partijdigheid! De ,,Indépendance Belge" komt, do. 22 dezer, op tegen Zekere absolutistische nei gingen van de ,,XXe Siècle". ,,België, zoo schrijft ze, leefde onder zulk een regiem van absolutisme, dat de helft der libérale, democratische naticy de bevolking der groote steden en der industrielle plaat-sen, zich bij zich zelve verbannen moeht wanen. Gedurende twee en twintig jaar, van af de rede van Brugge tôt aan het doodsbed van Laken, eischte haar groote koning Leopold II vergeefs een wet van élémentaire billijkheid, en een leger. Hij was on-machtig, zijn vaderland te vrijwaren tegen de partij der onzekerheid. " Indien echter een oneindig grooter ge-deelte van het Belgische volk een wet van veel elementairder billijkheid eischt, — een wet, die, de bestaande tweeladio-heid, die het Belgische gebied naar de taal verdeelt-, i bekrachtigt, — een wet, die. eindelijk het i doodende gif uit de Vlaameche volksziel 1 moet weren, ■— dàn vindt de ,,Indépen- I dance" niet anders dan lioon ! O gruwbare partijdigheid ! Eôn ongepaste Cfap, Den lezer zal het geval bekend zijn dat mr. A. H end e r i c k x, den Antweqy schen Vlaamschgezinden afgevaardigde, overkwam: Mr. Heuderickx werd een eenigszins ge-wijzigden brief va-n dsu Wg^lgçhes afgeva-ar- j B^ssing toegedicht; wat de Franskiljcn-sene pers gelegenheid bood, den heer Heuderickx op velerlei tcon voor verrader tts schelden. Nu schijnt echter, dat de geheele zaak slechts een grapje geweest is. Iemand die niet velen kon, dat de Fl<i-minganten steeds werden aangevallen en d® heer Buissefc gerust kon doorgaa.ii te ijveren, zonder dat iemand hem lastig viel, voor de franskiljonsche zaak, heeft den brief van deu heer Buisset met eenige wijzigingen naa.r do kranten gezonden en hem mr. Hendrickx toegeschreven. Het sukses was boven verwachting grooe. ^XX^e Siècle", ,,Indépendance belge" enz. stormden op Henderickx los dat het een aard had. De echte brief van den heer Buisset zelf had echter in die kringen niet de minste ver-on twa a-rdiging gewekt... Waar uit nogmaals blijkt, dat de Fransch-Belgische pers meet met twee maten en twee gewichten. Doch wij wisten vooraf, hoe het met creze pei's gesteld was. De grap was overbodig en is, in dezen ernstigen tijd, teenemaal on^e-past.De vergeten ractor. De vergeten facto r. Er zijn in Frankrijk, Engeland en Nederland taîrijike min of meer officieuse comitees, die problemen, rakende Belgic o economische toekomst hebben in studie <*«-nomen. • ° Dit is voortreffeîijk werk. Ailes gaat- daar uitsluitend in :t- Franscïi ' tœ, wat wij natuurlijk l>etreuren maar aan ' den ernst van het werk toch nog geen af" breuk hoeft te doen. Wat h'ieraan echter wel af breuk doet, is het volkomen voorbijzden van een vooma-men factor? de taail-factor. In ons land, dat zich steeds m-eer vérin-dustrialiseert, waar ook de landbouw steeda intensiever en dus wetenschapp e 1 ijker wordt, krijgt het onderwijs een steeds stij-gende economische beteekenis. Doch geeu onderwijs is nuttig dat g«,ge-ven wordt in een taal, die de meerderlieid der bevolking niet verstaat. Ons technisoh onderwijs moge theoretisch nog zoo goed zijn, waar het in 't Franscli gegeven wordt 'heeft het voor Vlaanderen slechts geringo waarde. Een voorbeeld : Wij hebben geen Vlaamsch landbouwon-derwijs. Bij gebrek aan wetensohaprpelijike kenni.s verliezen onze boeren jaarlijks dui-zenden, die gemakkelijk zouden kunnen gespaard blij ven. Ziehier slechts enkele eijfers : Jaarlijkscke vei-liezen den Belgiscihen landbouw' toegebraclrt door de cryptogani' sohe ziekte der graangewassen ; Verscihillende Brand ziekten ziekten Roesten fr. fr. fr. Gei-st 100.000 250.000 800.000 Roggen 750.000 250.000 . 7.100.000 Tarwe 400.000 1.600.000 10.000.000 Haver 400.000 1.200.000 13.700.000 Ik tel samen: 1.650.000 3.300-000 31.600.000 Totaal : 36.550.000 fr. Ongetwijfeld vindt men in aile landen plantenziékten. Maar als onze ,,geleerdeu" ook eens over de grenzen konden kij'ken naar het Noorden, a]s zij op de lioogte waren van wat in Nederland ter bestrijding dsr plante n ziekten wordt gedaan .— als zij daartae vcldoende Nederlandsch kenden 0111 ook om hun wetensohap tôt bij de boeren te doen doordringen — zoo zou daardoor de economische kracht van België zeker veel winnen. Dooh dan zouden vele Heeren van liun oude, ingeroeè-te gcwoontjes moeten afzien. E11 dat schijnt voor franskiljons boven ailes moeiîij'k le gaan... TTÎV - Çl 1 TTTiii ■! Uit de Fers Scandinavie en Groot-NederLnd. Onder dit opschrift schrijft dr. M. Min* naert in ,.Minerva", het Leidsche Stu-dentenblad : 1 elkena wanneer ik in aanraking ben ge-komen met Noorsche of Zweedsche bescliaving trof mij die eigenaardige Aerhouding tusschen beide, welke in zoo velerlei opzicht herinnerii aan die tusschen Vlaanderen 011 N.-Nederland. Geen vergelijking kan tôt het uiterste door-gevoerd worden. En zoo is het reeds een groot punt van vcrschil, dat de ibeide 'Scandinaa-tscho iaucien daarginds ver in een hoekje van Europa hggen, en bijna ongestoord hunne evolutio hebben doorgemaakt; terwijl de Lage Landen bij de zee juist cp een der woeligsto plekjes van ons werèlddeel liggen, aan aile stroomin-geu en stormen blootgesteld. Nog een ander bclangrijk aardrijkskundig verschil vinden in de aanwezigheid dior reusachtige bergketen, de Scandinaafsche Alpen, welke de beide dee' len van Scandinavië door een bijna ouoverko-melijke hinderpaal van elkander scheiden ; zoodat zelfs nu de ijzeren weg slechts op drie plaatsen de bergen overschrijdt. Vlaanderen en Nederland zijn daarentrgen innig verbonden, o. a. door machtige stroomen Het wil me nu voorkomen', dat deze aard-rijkskundige factoren meer onrechtstreeks hebben gewerkt, door tusschenkomst namelijkvan het machtigsto symbool eener beschaving : de taal. Tôt in do 10e eeuw ongeveer sprak mon in heel.Scandinavië bijna de/.elfdo taal, waarin b.v. -de heilige Brigitta van Vadstena haro ..Openbaringen'' schreef. Maar door do moci-lijko gemeenschap tusschen het Oosten en het Westen ontstonden stilaan afwijkingen ; voor-al door het invoercn van het Deensch als re^ geeringstaA'l, in Noorwegen, werd de divergen-tie versneld. Op het oogenblik is de toestnnd zoo: in Zweden spreekt men uitsluitend Zwcedsch : in Noorwegen is de beschaafdo taal (RikBmal") Dcensch, met zeer kleine wijzigin-gen; maar het volk spreekt tallcoze dialecten waaniit particularisteu (Arne Garborg çq au-.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes