De waarheid: socialistisch weekblad

1170 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 30 Juni. De waarheid: socialistisch weekblad. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/qj77s7kj3c/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

11' Jaar gang.' M 26 'P.r||s : 10 Cleatiemeii Zondag 30 Juni 1918 DE WAARHEID Orgaan vari den " Vrijen âocialistenbond Ali© bricfwifcselingen te zcncîen naar : POL DE WiTï>,, Verspyenstraat, 10, Cent, verantwoordeiijke Jitgever. tîoe de îossîand der arDeiâers is uerSeïerd Uit ons zeer-beknopt verhaal uit de ge-schiedenis der vakbeweging in onze slad, heeft raen gezien dat die beweging sedert 1857 nu en dan wel sluimerde, maar nietge-heel stilviel, al*was zi] niet algemeen. Strijd tusschen patroon! en gasten was er om zoo te zeggen altijd geweest, doch eerst sedert 1857 was men die beginnen organi- seeren. , ,, , ,. Dit had al vroeg de aandacht getrokken van politiekers en filantropen, die zich de vraag sfèlden : « Van waar komt die onrust, die ontevredenheid in ons volk » ? En, den toe-stand van verschillende tijdperken nagaande, mecnden zij dat die alleen te wijten was aan de steeds klimmende duurte der levensmid-deleti ; vooral het brood ging in prijs dik-wiils naar omhoog. . _ Zoo herinner ik mi) een week, in 1857, dat het in eens 5 centismen opsloeg. De versche week begon de Zondag, en de Zaterdag avond moes ; ik meê met vader bij den bakker om brood te helpen dragen voor een dag drie-vier, omdat we dit ynog hadden aan den ouden prijs. O )k al andere waren sloegen op, doch brood was het voornaamste, en daaiuit ont-stoi;d de wcnsch goedkoop brood aan de be-volking trachten tebczorgen. Eenige begoede lieden richttenmet ditdoel een bakkersmaat-schappij op, die langs verschillende kanten lier stad stapelhuizen stichtten, waar het brood een pâar ccntiemen goedkooper was. De prijsverhooging evenwel kon daardoor niet te^en gehouden worden, evenmin als door de samenwerkeudç bakkerijen die kort daarop volgden. Reeds geruimen tijd hadden velen zich afgevraagd : wat toch wel de oorzaak mocht wezen van die immer stijgende duurte, en eenigen mecnden die gevoaden te hebben in de Stedelijke to'.rechten. Eike stad was toen nog tusschen muren en poorten ingesloten, en al wat in de stad gebracht werd moest aan de poort rec'nten betalen. Daardoor waren eetwaren buiten de poort ietwat goedkooper dan binnen, en inen mcoade in de afschaffing der Stadspoor-ten en de vrije invoer ter stede van levess-middtlenj het . i.îdel voor goedkoop leven gevonden te hebben. G heel he! -1 door ontsiond hiervoor eer wt Idige i ;ing, d eindigde met in» si chteinîtj is îSC3» Or 0- r v'reu "h ;eft r -lden bij een vol : en, a'_ >e wagc ; met bloem, en boeren en boerinnen met groenten, boter, eier , inelk, , enz., iti stad kwamen zon-der het gehate iolrecht te betalen. Doch de vreugde was van korten duur, de verwachtte afslag kwam niet. Er bleef dus voor de werklieden niet anders over dan te trachten meer loon te bekomen, om debuiselijke begrooting in haargewoon ëvenwicht te houden, en die verhooging kwam geheel stillekens aan, met zeer weinig in eens, en in het eene vak meer dan in het andere, en zoowel in sommige vakken waar-van geene vereenigingen bestonden, ais in die welke tamelijk goed georganise.erd waren, maar elke algemeene stijging van loon had op zijne beurt een verhooging van huishuur, schoene», kleederen en levensmiddelen ten gevolge. Welke zijn dan de ware oorzaken vas de verbetering die sedert een goed dertigtal jaren in den toestand der werklieden geko-men is ? Zij zijn velerlei en oefenen op elkander e n groote wisselwerking uit. De esrs'e is geweest het leggen van den Pacific Railroad in de Vereenigde Staten, waardoor het graan van Californie en geheel het Westen in achttien, twintig dagen naar Europa kon komen, met betrekkelijk weinig kosten. Van jaar tôt jaar vçrbouwde men ginds meer en meer tarwe, en ook van jaar tôt jaar bouwde men grooter stoomschepen, met sneldraaiender mactiienen; waardoor de overtocht der waren steeds goedkooper werd. In 25 jaar zonkaldus de prijs der bloem van 54-55 fr.de 100 kilo, op 15,50 à 16 fr., en dien van het brood vanfr. 0,50 op fr. 0,20. De vooruitgang in het vervoer, en de mser-dere volmaking en verbetering der werktui-gen, het leggen van spoorbanen ten aile kanten, had voor gevolg dat er ook veel andere waren in grooter hoeveelheid en goedkooper prijs naar Europa konnén gezonden worden, als katoen, woi, leder, vleesch, rijst, enz., enz. Schoeisel en kleederen werden veel goedkooper, en zoo kwam schier ongemerkt — doordien die verandering langzaam ging — meer welstand. Handel en nijverheid bloeiden als nooit te voren, en er werden in de oude als in de nieuwe wereld ia een kwart eeuw meer for-tuinen gewonnen als voorheen in drie, vier geheele eeuwen. We beleefden het weelde-rigste tijdperk dat de menschheid ooit gekend heeft. Siaten en steden zagen hun inkomsten tôt nooit gedachte hoogte stijgen, en de uit-gaven hielden daarmede gelijken tred ; in een tiental jaren werden vele steden meer veran-derd en vergroot, als voorheen in eeuwen. En al die bedrijvigheid die hieruit voort-kwam deed de loonen —.vooral van de bouw-sti ien—- van zelfs in de hoogte gaan, omdat er steeds gebrek was aan die werklieden, want het blijft nog altijd waar wat Cobden zei : « Als twee werklieden achter één baas Joopen verlaagd het loon, en als twee bazen achter één gast loopen, verhoogd het. » En wij voegen er bij : met of zonder vakverte-niging.Hoc juist het gezegde van Cobden is, »e-wijst de verandering die er vôôr den oorlog gekomen was in den toestand der dienst-meidin. Zonder weerstandskassen, zonder vergaderingen waren zij van voetvegen die ; zij vroeger waren, schier meesteressen dts huizes geworden, met een loon dat in door-snee bijna verdubbeld was, alleen door het ; uitbreiden en het oversl doordringen der f nijverheid, die de buitenmeisjes even als die l uit de steden naarde werkhuizen en fabrieken : lokte. Maar dien overvloed van arbeid en de '• goedkoop van brood en kleederen, zou nooit | de werklieden kunnen opvoeren hebben tôt dien toestand van weelde die wij vôôr den oorlog gekend hebben, zonder de verandering der zeden. Die verandering met hare gevolgen zullen wij in een volgend artikel bespreken. Stedel.- Werkloczenfonds m Gent (13e vervolg) Zal er wel ooit een Sted. Werkloozenfonds tôt stand komen, dat voldoet aan de eischen tôt vrijmakingaller werklieden? Vôôr de oorlogscrisis werd door den heer Speltinckx, lid van het Besturend bureel, sterk aangedrongcn tôt het stichten van een onaf-hankelijk algemeen Werkloozenfonds, en de heer L. Variez, voorzitter, gelastte zich met het opmaken van een règlement. Dat règlement, wel ingezien, voldoet niet aan de vereischten, omdat de opvatting van M. Variez eene stichting daarstelt nevens deze der bestaande vereenigingen en bijge-volg moei aanzien worden als eene nieuwe maatschappij. Dat is duidelijk op te rnaken uit zijn art. 3 dat zegt als volgt : « De officieëie verzekeringskas tegen de » werkloosheid zal bij het Werkloozenfonds » aangesloten worden, die haar dezelfde ver-» meerderingen zal toekennen als aan de » andere vereenigingen. » Bij het stichten van eene officieëie verzekeringskas vervalt dat art. 3 geheel en al. Insgelijks zijn art. 9 spreekt de stichting van een algemeen Werkloozenfonds tegen, Verder, zijne organisaiie van bijdragen, bodedienst en meer andere kosten moeten, bij eene ernstige stichting, geheel en al vér-vallen.'Ûvci ûc' iitiiniic'i.. v" -Tl C*.. ; ?!:•!{ -S. Werkloozènfonds zijn reeds versc:iiilige ge-dachten vooruitgezet voor wat de middels van bestaan betreft, zooalS : 1.Het storten eener wekelijksche bijdrage, af te halen^oor boden; 2. Hetstorten eener maandelijksche bijdrage en deze zelf te doen inbrengen ; 3. De bijdrage te doen betalen door de patrûon, 't zij door te betalen per getal werklieden, ofwel eene bijzondere belasting aan de patroon op te leggen. Mijn inziens loopen al deze middelen te veel moeilijkhedeir op. In het Ie en 2e geval door verlies aan tijd en overbodige kosten, en in het 3e drukt er te veel op de patroon door lasten en bekommeringen, welke deze doen afschrikken en aile beiang heeft zijn nijverheidsgesticht te plaatsen in eene ge-meente niet aangesloten bij het Werkloozenfonds.• De belasting moet ook deze treffen die wil-len leven zonder zorgen en zich niet bekom-meren over har.del noch nijverheid, ter plaats waar zij de vruchten van andermans zorgen genieten. De middelen van bestaan moeten vooral gezccht worden in de bijdragen der gemeen-ten, omdat, door het geven van werkloozen-steu'i, de Weldadigheidsbureelen worden ontlasten dat detekorten van dit bureel tcch moeten gedekt worden door de Qemeente. Tevens moeten de middelen van bestaan ge-zoebt worden door toelagen van de Provin-cie en van den Staat. Geen eenvoudiger stelsel, om zich tever-zekeren tegen werkloosheid, dan dit bij mid-del van een Spaarboek van den Staat. Daarop kan men storten en afhalen volgens den toestand en de behoeften, en kunnen de toelagen geregeld worden in evenredigheid van het vermogen. Wanneer men overgaat tôt de bijzondere bepalingen van een règlement, moet men in acht riemen dat het Werkloozenfonds te Gent gesticht is om de werklieden niet te vroeg de weg te leeren naar het Weldadigheidsbureel en dan moet er voorzien worden in den toe- 1 stand van het geheele gezin, wanneer de werklooze de eenige steun is, ofwel in geva) het overige inkomen ontoereikend is. , Het verleenen van steun kan dan niet per-; soonlijk zijn, maar volgens de behoefte van het geheele gezin, en dan vervalt het Werkloozenfonds in een bureel van Weldadigheid, v/at zijne roi niet is. Ook dient in acht genomen te worden wan-i neer het Werkloozenfonds-steun zou geven ! per gezin, of dit gezin dan nog de hulp kan Iof mag inroepen van het Weldadigheidsbureel.Wel ingezien zou het gezin te kiezen hebben tusschen het een of het andere, en in geval het reeds de steun van het Weldadigheidsbureel genot, of dezes steur. verkiest, zou bovendien de persoonlijke steun van het Werkloozenfonds moeten gegeven worden in gevolge der Statuten. Nooit mag men uit het oog verliezen dat elke stichting aan zijne roeping moet voldoen en de wettelijke bepalingen wel in acht moeten genomen worden. Een Werkloozenfonds zal het wel toegela-ten zijn giften voor werkloozensttun te ont-vangen, maar wanneer het giften van weldadigheid betreft in natura, kleeren of geld, moet het ten goede komen aan dit bureel. De oorlogscrisis heeft ons veel geleerd op gebied van weldadigheid, op groote schaal. geheel het land door. Daartoe werd een Nationaal Comiteit benoemd en voor de afdeeling Gent de hoofdbureelen gevestigd op de Kuiperskaai. Dez'e inrichting endienst-orde mag aanzien worcien als een der schranderste die men uitdenken kan op gebied van hulp en voedia# aan de gansche bevolking volgens de behoefte pe- gezin. Nevens deze stichting ble&f het Sted. Werkloozenfonds bestaan, steun gevende aan werkloozen zonder rekening te houden over de rechthebbende vergoedingsdagen door de statuten verzekerd. Deze manier van nande-len kan een gevaar worden voor het fonds, omdat het niet meer kan aanzien worden als een fonds van tijdelijke tegemoetkoming, maar als eene bestendige gift uit de Stadskas, zonder rekening te houden van de behoeften der gezinnen aan wie die gelden worden uit-betaald.Het zal niemand verwonderen aan die han-: ddwijxe een einde te zien stellen en tegelijk aile afzonderlijkesteungeiden, door de Stadskas, te zien staken. Ten einde het Sted. Werkloozenfonds in stand te houden, ware t'et wenschelijk door het Gemeentebestuur eene commissiete zien benoemen, van bevoegde personen en tevens van goede wi!, om aan ;et College van Bur-gemeester en Schepene^ aanneembare voor-steilen te doen, tôt weuijn onzer werkersbe-volking in het algemee'i. Dat zijn mijne vurigsie wei schen. P. Baudewyn. YAN ALLES WAT Tooverwoord. — Gedurende de twee jongste weken werd er wederom in de b'aden gemeld dat hier en daar in Italie, in Frankrijk, in Belgie zelfs, (te Antwerpen namelijk), door gezaghebbende lieden of bladën ge-sproken of geschreven werd over vrede. Aanstonds zijn aller harten aan 't bonzenj gegaan, want overal, bij vriend en vijand, heeft mengenoeg van den oorlog en leeft het gevoelen dat een magere vredesluiting nog beter wezen zou dan een vette oorlogsuitslag. De oorlogstoestand gelijkt thans veeleerop een reu-sachtigen doolhof waarin de menschenkindcren wan-hopig rondloopen, dan hier dan daar meenen voor zich eenen uitweg te zien, en felkens, immer meer en meer wanhopig, met hunne beîloede of gekneusde koppen tëgeri te Iwrdî v> r dea <ie noodlottige werkelljk-heid aanbotsen! Iedcreen kijkt nu, angstvaîlig, wat Engeland en, vooral, wat de Vereenigde Staten van Amerika gaan zeggen. Waar is de tijd dat onze voorouders aan de over-zijde van den Atlantiek de Roodhuidan gingen onder-drukken!Vrede! Vrede! Vrede! Oh, lieflijke klank, waarvan niemand, viêr jaren geleden, het zoete heil besefte 1 Klassenjuititie. — Toevalig vielen onze oogennog-maals op het vonnis over de werkstakende bakkers door de rechtbank der vaksecretarissen van « Vooruit » geveld, naar luid van het rood Journal des Tribunaux (alias Vooruit) van 30 Mei 1918. Het stuk, inderdaad, is heelemaal in den trant van een rechtskundig vertoog opgesteld : alleen vergeet men de roode wetteksten aan te halen, waarop het vonnis zich stelftit, zooals dit bij de burgerlijke klassen-justitie het gebruik is. Nu, dat laà' zich begrijpen : de vaksecretarissen, als wôordvoeiders van de « werkende klasse » hebben geen geschreven wetten noodig. Hun goedvinden is de wet zelve, dus... Het vonnis eindigt met « gezien dit » en « gezien dat >, enz.j enz. Maar iets dat de burgerlijke rechters nog niet gevonden hadden, is de volgende sappige be-weegreden : « Gezien, luidt h^t vonnis, zij (de bakkers) het be-stuur (van « Vooruit >) aile gezag tôt regeling wildea ontzeggen, zelfs het oppergezag der algemeene verga-dering miskenden door hun werk te staken. » Zie dat is eene « trouvaille » : de bakkers pleiters dus bewezen reeds bij voorbaat door hun tegengestribbel tegen wat men hun wilde opleggen, dat hunne zaak slecht was en dus moesten zij daarom reeds veroor-deeld worden!!! Neen, zoo iets had de burgerlijke klassenjustitie nog niet gevonden ! < Vooruit >'s rechtspleging gaat Justig haren gang. Niets nieuws ender de Zon. — Wij lazen in de bladen dat.de Engelsche Daily Mail de verbanning aankon-digde van 10,000 in China wonende Duitschers, die in afwachting dat zij, na den oorlog terug naar Duitsch-lacd zouden gestuurd worden, in Australie (eene> Engelsche kolonjc) zouden geinterneerd of vastgehou/ den worden. Die 10,000 Duitschers zijn vooral dfe grondleggers van den Duitschen handel in Oost-Az/ë. Aldus zoude de Duitsche mededinging in 't Uiteréte Oosten op eene zeer grond'ge en afdoende wijze daar geweerd worden. Dat wijst op een zekeren vooruitgang in onze prak-tijken, al zijn de nagestreefde doelen nog immer dezelfde. In den goeden ouden tijd, inderdaad, toen de menschen nog p'omb en onbeschaafd waren, joeg men in dergelijke gevallen de ongewenschte naburen kort-weg over de kling. Dat was nog meer afdoende. Immers de proef met het eerste stelsel genomen door den Romeinschen keizer Titus, die in 't jaar onzes Iiee-ren 79, de Joden uit Palestina liet verjagen en zoo wat overal in 't Romeinsche Rijk deed versj-reiden en interneeren, heeft bewezen dat daardoor alleen maar de mededinging verplaatst en dikwijls nog verscherpt werd ! De toekomstige tijden zullen voor den denker zeer belangwekkend wezen, om de uitwerkselen van al die pogingen na te gaan ! Da volkerenbond. — Wederom wordt er in sommige onzijdigc socialistenkringen — want er zijn thans ook vijandelijke socialisten — gesproken over een alge-meenen volkerenbond. Ook de Pacifisten spreken hunne wenschen voor dien bond uit. Maar wij stellen de vraag hoe die bond tôt stand gebracht kan worden tusschen Staten en vooral tusschen volken die zich sedert vier j<iar zoo geweldig en hardnekkig hebben bevochten en onderling verdelgd. Die bond zal eerst maar veel later bij benadering kunnen werden verwezenlijkt, als de naweeën van den huidigen oorlog de menschen langzamerhand zullen doer inzien hebben dat aile volkeren, zonder onder-scheid, er beiang bij hadden liever maar bij hunne ond'.rlinge geschillen veel water in hunnen wijn te doen. Een slechte overeenkomst is steeds nog beter dan cen goed procès, zegt een oud spreekwoord ; en wat de volkeren thans voeren is eon zeer slecht procès, waarvan de onkosten op stoff*Iijk, geestelijk en zede-lijk gebied zeer hoog zullen loopen en door allen te gelijker tijd zullen gedragen worden. In de jongste handelsverhoudingen waren de «groote firma's » er meer en meer op bedacht om in geval van geschillen deze door scheidsrechters te laten beslissen, ten einde voor allen schadelijke proceskosten te ver-mijden. Maar toen kon men nog zeggen dat deurwaar-ders en advokaten er op teerden. Thans dat de « groote mogendheden > hunne gedingen kost wat kost door-voeren, heeft men zelfs die vergoelijking niet. Immers al de gemaakte kosten vliegen in de lucht als kruit-dampen schroot! Daarachter zal men dat ailes moeten uitsparen. Arme menschheid ! Slirnme strekan. — Gelezen in Vooruit van 22 Juni een oproep tôt de « Jonge gezellen en gezellinnen * waarvan de aanhef luidt : « Wij moeten er van overtuigd zijn, en wij zijn er van » overtuigd, dat de macht en de eendracht van de > arbeiders alleen in de toekomstzzn duurzamen vrede < zal kunnen in zekerheid houden. » Wij vragen ons af waarom zulks « alleen in de toe-komst» zal kunnen, en waarom niet voorals nu? Dat gelijkt geducht op die foorbarak waarop te lezen stond : 't Is heden voor geld en morgen voor niets ! « Maar >, gaat de oproep voort, « die arbeiderseen- > heid kan maar alleen bevorderd worden door het » voortdurend versterken van al de socialistische > organisaties. > Welke die reddende organisaties zijn? Daar zal men niet verre moeten naar zoeken : het is de samenwerkendc vennootschap « Vooruit » en al hare vak-, zie-kenbeurs-, ouderdomsbonden, enz., beheerd door be-hendige kerels die aile besture.n zoo weten te schikken dat zij ze heelemaal onder hunne macht hebben. Als de arbeiders eenmaal in die roode net verstrikt zijn ge-raakt dan zijn zij minof meer te vergelijken met vliegen die in een spinneweb zijn versukkeld geraakt. Zoo slaan onze roode financiers munt uit den huidigen oorlog om de jonge « gaaiën » in hun poel te ver-smooren eer zij het water ktnnen. m i Ri ip i f» f Qifip ; ■lniBini|l*«i» »■ STADSAAHGELEGENHEDEN MGR SEGHERS EN DE V. N. B. Dat onze lezers zich niet laten afschrikken. De zaak :s niet zoo vreeselijk ais het onder-schrift zou kunnen doen veronderstellen. Integendeel. Wij vragen hun slechts eenige oogenblikken geduld waarvoor zij ons, bij slot van rekening, dankbaar zullen zijn. De vraag wordt gewoonlijk aldus gesteld : Kunt gc mij 't verschil zeggen tusschen... en dan volgt de opsomming van de meest onge-lijksoortige dingen wajyvan de karaktertrek-ken zoo ver van elkander afwijken als een antwoord op de gestelde vraag lastig is. 't Is een aangenaam tijdverdrijf, welkom in vele omstandighed :n, 0111 't even in welk midden men zich beviudt. Voor éénmaal gaan wij een lichte wijziging aan de vraag brengen terzelfdartijd als wij daarop onmi idellijk het antwoord laten vo! gen en dldus beletten dat men ^ich rie haren uit het hoofd denke om eene oplossing te vinden. — Kunt ge mij zeggen welke gelijkenis er is... tusschen monseigneur Seghers en den V(laamsch) N(ationa!isten) B(ond) ? — ??? — Dat beiden het middel gevonden hebben — rara avis, in territ — een deel onzer stadgenooten gelukkig te maken. Gelukkig? In dezen tijd? 'tIs haast onge-looflijk, en toch is het zoo... De predikalies van onzen nieuwen bis-schop in de hoofdkerk hebben de vroegere ontvangsten bij goeverneur, burgemeester, de onder onsjes in den Grooten Schouwburg, in de Casino, met al de prettige toebehoor-ten, kennismaking, opschik, flirt, vrijagen, vervangen. Een zekerc klasse is daarmede ingenomen tôt het zondige toe. In de kerk, om goed te hooren, te zien en te laten zien, gaat het op stoelen, banken en tafels die bij onvoldoend getal, in de huizen uit de buurt gehaal,d worden. Wij zijn niet zekerof monseigneur nog niet toegejuicht is geworden. Maar de stemming is er, zonder twijfel. Aile beslommeringen zijn uit den we'g geruirnd; aile leed is vergeten. De hee-ren in hu*nen kring, de moeders tijdens het koffiepraatje spreken over niet anders, ter-wijl de kinderen er van droomen en het Para-dijs hier op aarde verwezenlijkt zien. Monseigneur heeft gepreekt, preekt, zal preken. HosannalHij leve, monseigneur 1... /Langs een geheel anderen weg zijn de /< voormannen » — waarom niet ? — van den V. N. B. er in gélukt een tegelijk verheugend resultaat te bekomen. Zij zorgden zoo voor 'n klein «kiezijnkske », met stemrecht voor oud en jong, voor maanenen vrouwen, eene groote « knus » en miniature, waarbij de ver-dediging der verhevenste belangen van land en volk niet waren vergeten. en uijSiàâSifeii waren in de fiere bevestiging van VJpjide^ ren's volledigste zelfstandigheid. Welke vreugde! Destembrief, waarvan n« uitzicht in den nacht der tijden verdwenen was ; de kandidatenlijst, een geheel legertje, met hare zwarte vierkantjes in 't gelid als een rij sold*ten, tôt de witte oogjes toe die zoo vriendelijk knipoogden, die u zoo aanlokke-lijk toelachten, opdat gij ze op hunne beurt zoudt zwart maken en aldus uwe stem, uwe kostbare stem, geven aan den verdediger van Vlaanderens welzijn. De oudste kiezers voelden zich twintig, dertig jaren verjongd, teruggebracht in den tijd van den cijns, den strijd voor algemeen stemrecht, de heerlijke dagen aïs men einde-lijk dit heilig « recht » had veroverd en het : nevens den rijksten bourgeois, den grootsten ! fabriekant kon uitoefenen. Daar rond vormden de jongeren, die de vuurproef gingen onderstaan, geestdriftig, jubelend, eene trouwe eerewacht: Raakt aan i wie durft? Wie, als er te stemmen valt, voelt zijn harl niet opengaan van aangename gewaarwor-; dingen? ) Wie spreekt in dat midden t og van dood en vernieling; van hongersnood en oorlog?... Wij zien weemoedig terug op beide groe-j pen. Zou die benijdenswaardige gemoeds-toestand beperkt blijven bij de aanhoorders I van monseigneur en de kiezers van den V. N. B.? | Waarzitten de volksredders van allekleur, roode, zwarte, gele en blauwe, die ons, vôôr den oorlog, zoo menigmaal de ooren vol geschetterd hebben met de schoonste belof-ten en onvindbaar geworden zijn juist thans ! alsdegenen die in hen geloofd hunnen steun, [ hunnen raad, hunne bescherming zoohoogst noodig hebben? Rik. I Brîef van De Heer Opsteller, Het ontbreekt ons — de troetelkinderen van Moeder « Vooruit » — niet aan stof voor onze gesprekken, althans niet onder dezen die elkander vertrouwen. Dezulkèn zijn niet talrijk en menigmaal als men met de een of andere een beetje gemeenzaam kout, wordt men niet zelden door een vriend die hetziet, gewaarschuwd, als zijnde die met wie men spreekt verdacht van... spionage, en al over te dragen wat hij hoort of ziet. Nu, voor degenen die met en onder mal-kaar hunnen buik rechtuit durven spreken, is er stof te over. Voornamelijk twee onderwer-pen liggen ons nu aan het hart, namelijk: het ontslag van Eedje als Schepen, en de werk-staking der bakkers, waarover het blad V«oruit nog lang niet uitgepraat is, en dit waarschijnlijk nog in lang niet zal zijn. Van het schepenschap integendeel gebaard Vooruit met geen enkel woord, en dat komt ons zeer zonderling voor. De ware reden van dat ontslag is door niemand gekend, — Eedje zelf houdt er zich over gesloten — en daardoor worden natuur-lijk veel verkeerde oordeelen geveld. Het grootste getal zijner vrienden nemen het hem zeer kwalijk, en zeggen dat het de domste stieek is die hij al in zijn livei begaan heeft, net alsof hij gewoon ware domine streken te begaan ! « Hij kon, zeggen zij, als Schepen, aan de partij veel voordeel doen, zooals gebleken is met de honderde partijgenooten die hij als werklieden of bedienden in de Stadsdiensten gestopt heeft, opdat onze partij door hunne afwezigheid niet zou verzwakken. In tijd van nood kon men ook zijnen toevlucht nemen tôt de Stadskas, ; ;lijk de ieening ' n 800 duizend fr. aan Moeder be :ei •1er te ge-vagen v ald( deeltjes die van uit zoo e ■le vriendjes kir-c i-bevv -■ . ordî---vSii oe- . grijpen piet hoe hij zoo in eens de deur van het Stadhuis voor hunnen ncus kon dicht-slaan. »' Dat komt omdat zij geen verstand hebben van een zoo grootsch karakter ais het zijne. Eedje behoort tôt het slach der groote heer-schers; totdezulken die pyramiden, rotstem-pels, labyrinthen, triomfbogen en kathedralen gebouwd hebben. Dat getuigen de heerlijke monumenten als « Ons Huis » en de kunsten-makerstempel der St-Pietersnieuwstraat. . Het was zijn droom Gent met wonderwer-ken van dat slach te overdekken, maar bij is daarin verhinderd geworden door de kleinzie-ligheid onzer medeburgers, en de vreesach-tigheid zijner medebestuuiders, die zich lieten bang maken telkens de lastenbetalers begon-nen te schreeuwen toen zij genepen werden.. Ge zult u nog wel herinneren wat lawaai er gemaakt werd toen de Stad den grooten Schouwburg zelf uitbaatte, en Eedje er direk-teur van was; de burgers schreeuwden als gekeelde varkens toen zij vernamen dat er een tekort was van honderd duizend frank, en men daarom de koetsiers een hoogere belasting oplei. Een nog grooter ging op toen de opslag kwam op water, gaz en electriciteit, en nog veel andere belastingen aangekondisd werden als gevolg van de zoogenaame Wereld-tentoors'elling, waaraan'de Stad voor eenige millioenen haar broek heeft gescheurd. Bij geluk kwam dan de oorlog, die aile klachten doofde en de bcsiaar:de Stadschul-den deed versmooren in de veel grootere... oorlogsonkpsten, zullen wij zeggen. Thans heeft Eedje ingezien dat hij zijn grootsche droomen als Schepen niet kan ver- brengen. Die lieden zittente veel op hunnen zak, zegde hij bij vroeger gelegenheid, en hij vreest niet zonder reden dat dit nu nogerger geworden is. Van pezewevers moet Eedje niets hebben, ten zij in het beheeren van « Vooruit », en als de pezeweverij aangewend wordt om de werklieden hunne voortbrengst te doen ver-meerderen, aan denzelfden prijs, of hunne loonen een beetje te doen dalen, waardoor ze zooveel te spoediger het socialisme zullen zien triomfeeren, waarvoor zij zich een klein verlies of wat meer inspanning moeten ge-troosten.Voor aile andere doeleinden heeft hij aan het kniezen van anderen een hekel. Hij kniest ook niet, en heefi nooit gekrissd, als het de kasder partij, van « Vooruit » of de Stad be-trof.Zoo gauw hij het een of ander grootsch ontwerp wilde verwezenlijken, aar/.elde hij niet in een dezer kassen te gaan tôt aan zijn

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De waarheid: socialistisch weekblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1906 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes