De waarheid: socialistisch weekblad

933 0
04 november 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 04 November. De waarheid: socialistisch weekblad. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/2r3nv9br1g/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

10e Jaargang. Nr 44 Prijs : 10 Gentlemen. Zondag 4 November 1917 DE WAARHEID Orgaan van den " Vrijen Socialistenbond „ j—— 1 1 J Slechts hij die de vrijheid van anderen Uef heeft is die zelf waardig. ALLE BRIEFWISSELINGEN TE ZENDEN NAAR : P. De Witte, Ver©gs^en&traat, 10, Geni ïJItare'v©* ABONNEMENTSPRIJS : Voor 3 maanden, fr. 1-30. Voor 6 maanden Ir. 2-60. Voor 1 jaar fr. 5-20. — Op voorhand betaalbaar. — Annonçai! worden geplaatst volgens ovsreankomti Werkerswoningen De noodzakelijkheid gezonde werkmans-woningen te bouwen werd vooral dringend geacht na de cholera-epidemie van 1866, toen het gebleken was dat de besmetting zich het snelst verspreidde in de vuile bene-pen onzindelijke buurten, en de wetenschap had vastgesteld dat de smetstof zich niet in de lucht, noch in het water bevond, noch ook door den adem van den een aan den ander werd mede gedeeld, maar bovenal school in de menschelijke uitwerpselen, en het voortzetten der kwaal sterk bevorderd werd door onreinheid, ongezonde lucht en zwakte der indWiduën. Bijna elken bewoner van een smalle steeg of beluik was aldus een van natuur aangewezen kandidaat voor de vreeselijke ziekte. 't Was dan dat de gemeentebesturen in de groote steden alom besloten tôt gezondma-king der vuile wijken. Geheele buurten werden platgelegd, maar doordien de steden gestadig en geweldig aangroeiden, steeg de grond ontzaglijk in waarde, en ging het niet, om op de plaats der afgebroken krotten, op nieuw werkerswoningen te bouwen, daar deze te duur zouden raoeten verhuurd wor3en. Er bleef dus voor al wie werkerswoningen wilde bouwen, niets anders over dan buiten de stad te gaan, na dat de hier en daar langs de uit-kanten nog overblijvende gronden bezet waren. Maar die nieuwe werkerswijken lever-den woningen die verre waren van aan het ideaal te beantwoorden. In de meeste volkrijke centrums, waar men niet ver genoegmet de woningen naar buiten kon gaan, waren zij te duur, en door de voortduirinde aanwas der bevolking werd de woningnood steeds grooter, en konden de huiseigenaars er van profiteeren om gestadig de huur te verhoogen. Dat had voorge-volg dat de werklieden, om niet voor den huismeester te moeten werken, met twee, drie gezinnen een huisje betrokken, en dus al niet ruimer woonden dan vroeger. Het onderzoek in België nopens de werkerswoningen bracht erge toestanden aan het licht, en dan meende de regeering te moeten ingrijpen. Den 9 Oogst 1889 kwam eene wet tôt staid die voor doel had het bouwen van werkerswoningen te bevoordeeligen. Om de persoonlijke ondernemingen aan te moedigen, verminderde de wet de wette-lijke onkosten, door de woningen, van een lager kadastraal inkomen dan een bepaalde som, van de persoonlijke belasting te ont-slaan en door de rechten op de noodige notariëele akten te verminderen. Om de noodige geldsommen te vinden tôt het uitvoeren eener zoo zware onderneming, werd de Spaar- en Lijfrentkas gemachtigd een deel harer beschikbare fondsen daaraan te besteder. Deze wet had voor gevolg het ontstaan van allerhande maatschappijen tôt het bouwen van werkmanswoningen, ter verhuring, of ook wel om de werklieden de mogelijkheid te verschaffen zich door jaarlijksche aflos-singen een eigen huis te verschaffen. In twintig jaren had men aldus 50,000 werkerswonin- en gebouwd in ons land. Dit getal, hoe aanzienlijkook, was er verre af veel invloed uit te oefenen op het geheel, het was nog niet voldoende om de jaarlijks stijgende behoefte door de vermeerdering der bevolking aan te vullen. Het bezitten van een eigen woning voor een werkersgezin is in de meeste gevallen maar doeltreffend en mogelijk in kleine steden en dorpen, waar de grond niet te hoog in prijs is, en waar de verschillende leden van een gezin niet te ver van hun werk ver-wijderd zijn. In groote steden moest men zich vooral bepalen met het bouwen van woningen om te verhuren. Door de zorgen der Naamlooze Maatschappij der Werkerswoningen zijn er hier te Gent reeds een goed aantal gebouwd, maar ook deze beantwoorden niet aan een ideaal van goede en goedkoope woningen. De Maatschappij zelf is ook die meening toegedaan, en heeft daarom een kampslrijd uitgeschreven voor het bouwen van een groep werkerswoningen met hofjes— «cité-jardin»— op den Zwijnaardschen steenweg te Gent. Over den uitslag van dien prijskamp lezen wij in het verslag der Maatschappij : « In den loop der laatste jaren heeft de kwestie der werkerswoningen zoowel de sociologen en gezondheidskundigen als de openbare besturen onledig gehouden. Voldoende uifslagen zijn bekomen geworden, dank vooral aan de talrijke maatschappijen gesticht voor het bouwen van werkerswoningen ; uit hoofde van hun onbaatzuchtig doel hebben zij den iuterest van hunne belegde kapitalen tôt een zeer matigbediag beperkt; aangename woningen zijn aldus ter beschik-king gesteld geworden van de werklieden in voldoende vooiwaarden, zoowel onder opzicht van huur als van gezondheid. Zonder kwaad te spreken van de aange-wende pogingen en zonder de bekomen uit-slagen te miskennen, magmen zich afvragen of aangenomene oplossingen niet vaibaar zijn voor verbetering, Onder estetisch opzicht namelijk, heeft het alledaagsche en verve-lend uitzicht van talrijke werkerskwartieren diegenen getroffen die belang stellen in eene gezonde, zedelijke en aantrekkelijke woning voor de werkers; de huizen in reeksen gebouwd zijn van eeneentonig uitzicht; hunne naast-elkander-plaatsing berooft de huurders van hovingen voor het kweeken van bloe-men of groensels; de plaats ontbreekt voor een geitenstal. En gansch natuurlijk heeft men gedacht aan de werkerswoningen met hofjes, gezegd «cité jardin» hetgeen, vol-gens het woord van een zijner vurigste voor staanders, de « maatschappelijke gedaante verwisseling is van de kunst om steden te bouwen ». De werkerswoningen met hofjes vereeni-gen de voordeelen van de stad en van den buiten; onder esthetiscb opzicht bestrijden zij de opeenhooping van gebouwen alsook hunne overgroote hoogte ; hun grondplan alsook het schaduwbeeld der huizen moet het oog verheugen zoozeerals hetgroen der bloemen- en groentetuinen. Het is onnoodig aan te dringen op de zedelijke, bygienische en economische voordeelen van dergelijke onderneming. Te Gent, namelijk, zijn de werkerswoningen over het algemeen beroofd van lucht, licht en bloemen. De bewoners hebben de hulpmiddeien niet die hun zouden toelaten van een ver-blijf op den buiten of aan zee te gaan genie-ten ; zij hebben voor de spelen hunner kin-deren niets aan te bieden dan de straat met hare ordelooze vermengingen en hare ge-varen ; en voor zich zelven genieten zij van geen «tehuis» waarvan debekoorlijkheid hen onttrekt aan de aanloking van 't drinkhuis. » Ook wij wi'len geen kwaad spreken van de aangewende pogingen, maar wij kunnen ons toch niet weerhouden te zeggen, dat naar onze meening de huizen gebouwd in de Zebrastraat, Boomstraat, Roygemlaan, het in opzicht van ruimte, licht en lucht niet kunnen halen bij dezebijvoorbeeld gebouwd door bijzonderen op de Ryhovelaan en aan-palende straten, en de eersten zijn, zooals ieder weet, ook niet goedkooper verhuurd dan de laatsten. Zeer zeker zijn deze van een eentonig uitzicht; van buitengezien,streelen zij mindfr het oog dan de eersten, maar het is niet van buiten dat men er moet in leven, maar van binnen, en toch v/innen het de eenen van de anderen maar langs de voor-kant, om het langs achter dubbel te verliezen. Deze door de maatschappij gebouwd zijn ieder voor drie gezinnen, wat ons weinigaan-bevelenswaardig schijnt, en hebben lanps achter weinig of geen licht; de. achterplaats of koer, is niet grooter dan een voorschoot, terwijl die door bijzonderen gebouwd, in de wijk die wij boven noemden, — en ook in andere wijken — een koer hebben van eenige meters vierkant, soms groot genoeg voor een graspleintje, kieken- en konijnenhok, en een betrekkelijk groote ruimte tusschen de tegenoverliggende huizen. Hetkomt ons dethalve een beelje aïs blul voor als men zegt : « Aangename woningen zijn aldus ter beschikking gesteld geworden van de werklieden in voldoende voorwaar-den, zoowel onder opzicht van huur als van gezondheid ». En als de maa!.;chappij des ondanks zich moet tevreden houden met een zeer matigen iutrest van de kapitalen in de onderneming belegd, bewijst het hoe mceilijk de oplos-sing van dit maatschappelijk vraagstuk is. _ (Wordt vervolgd). ——tcaoS» VAN ALLES WAT Grooten hasard! — Uit Vooruit van Vrij-dag 26 Octobergc knipt. Het stond vlakondf r het Stadsnieuws, opdat het aan geen der lezers zou ontsnap.ien : « Fruithandel " Vooruit ,, St-Pie-tersnieuwstraat. Te bekomen : Nieuwe Pekelharing. Kieten, l,40;Melken, 1,50. » In de Amerikaansche winkels heeft men integendeel deze week de allerbeste pekelharing verkocht aa>i fr. 0,35. Voor hetzelfde geld heeft men er daar dus 4 tegen 1 in Vooruit. Werklieden, alleu naar Vooruit om pekelharing 1 Maar neen, hij is niet voor u. Was hij voor u, dan_zou er gestaan hebben : te bekomen in al de kruidenierswinkels, in plaats van: St-Pietersnieuwstraat. Volgens de inlicbtingen die wij hierover ontvingen, had Vooruit van den pekelharing geen groote hoeveelheid, wist ook niet dat het Voedingskomiteit er had of te verwachti n was, en daar de wt inige handelaars die er ook hadder, hem v rkochten aan fr. 1,20 en 1,25, mccht Moedei Vooruit aan haar uitge-lezen kliënteel der St Piotersnieuwslraat wel fr. 1,40 en 1,50 eiseiien. Bij die mag het er nog een beetje af. Datgeeît ons eer> voorsmaakje van de kol-lektivistische Staat : De fijne ei goede brok-ken waarvan er nie genoeg is voor elkeen, 1 zuilenaan de besluurders, hun familie en vrienden gaan. En wat zal erdan veranderd wezen ? Nieuwe triomf van « ons Eedje ». — Wan-neer de politiekers tôt de oppositie behoo-ren hebben zij gewoonlijk den mond vol van Vrijheid, Gelijkheid en Bro' derlijkheid. Maaj krijgen zij zelve het bewind in handen, dan duurt het niet lang of zij grijpen zelve naar de middelen, waarvan zij het gebruik zoo streng bij hunne voorgangers afkeurden. 't Is hetgeen aan eenen franschen denker deed uitroepen : « Vrijheid, wat al misdaden heeft men gepleegd in uwen naam 1 » Ook « ons Eedje » is geen uitzondering op dien regel gebleven. Sprak hij immers niet vroeger van « zijnen ijzeren arm te doen gevoelen » ? evenals zekere graaf Baudewyn van Vlaanderen, eenige eeuwen geleden. Maar nu komt het hoofdfiguur der Rus-sische omwenteling, Kerenski, het over eenen anderen boeg te werpen. Wij lezen inderdaad in de bladen, dat bij de opening van het Russisch voor parlement — dat is een parlement dat zich zelve heeft aangesleld — Kererski, onder anderen eene redevoering uilsprak waarin de volgende ge-dachten voorkwaiiien : « Voor wat de buitenlandsche politiekaan-gaat, kondigde Kerenski aan, dat er weldra een vertegenwoordiger van de russische démocratie naar het buitenland zal gezonden worden, die klaar en duidelijk de houding der russische regeering fel bekend maken. Voor wat de binnenlandscbe politiek aangaat zegde hij : dat geene regeering der wereld het zoo moeilijk heeft als de russische, aangezien zij geene maatregels kan aanwenden die zon-digen tegen de Vrijheid, de Gelijkheid en de Broederlijkheid. Gezien dit ailes bad spreker vurig om de hulp van aile poiitieke partijen en volksklassen. » Kerenski schijnt dus te meenen dat het regeeren van een land een onaangenaam baantje is. Maar zullen dwingelanden daar niet uit besluiten dat hunne methode nog immer de beste en degelijkste is? Nieuwe triomf voor « ons Eedje », den wijzen manvan Gent. Nogblijft de mogelijkheid bestaan dat, zooals De Maertelaere het voorspelde, hij naar Moskou worde geroepen om daar den boel in or Je te brengen. ZielstoEstanden in beroerlijke tijden. — In ^ zijn merkwaardi^boek « La Ré/olution Française et la psychologie des révolutions », | zegt Gustave Le Bon (blz. 61) : « Waaiuit is eigenlijk het volk, dat sedert eene eeuw door aile omwentelaars wordt ge-huldigd samengesteld ? Uit twee verscheidene reeksen. De eerste bevat de boeren, de handelaais, de werkers van allen aard. Zij voelen vooral behoefte aan rust en orde om tmn berorp uit te oefenen. Dit gedeelte vormt de overgroote meerderheid, eene meerderheid die nooit omwentelingen heeft verwekt. Levende in arbeidzamerustigheid, weten degeschied-schrijvers er niet veel over te vertellen. De tweede reeks, die in de nationale (en ook in de internationale, Red.) beroerten eene hoofdrol speelt, is samengesteld uit eene meerderheid van omverwerpende min of merr misdadige elementen. Ontaard door de dronkenschap en de ellende, dieven, honge-rigen, schooiers, onbekwame werklieden, maken zij de gevaarlijke massa der oproerige legers uit. De vrees voor bestraffing belet menigeen onder hen, in gewone tijden, misdadig te worden, maar zij slaan tôt wandaden over, zoodra zij kans zienom hunne slechte instink-ten zorder gevaar den vrijen teugel te mogen vieren ». Boverstaande regelen uit het boek van den Fransche geleerde kwamen ons te binnen, bij het lezen in de nieuwsbladen van 't geen volgt : « De Petersburger berichtgever van de Times rr.eldt : Eene der meest verontrustende verschijnse-len van din laats'en tijd is het toenemen van den Staat van wcttelijke wanorde. De berich-ten u't de provinlie woiden met den dag slcchter en de Russische bladen brengen ze onder de hoofding : « Anarchie in het binnen-ht.d », Nietalleen nemen de boss-'n het lai d in bezit maar ook maken zij zich meester van de hui'.en en van het vee. Te Woronesch nemen de beroemde bran-derijen van jenever in het geheim hunne sto-kerij weder op en zoo is de toenemende dronkenschap te verklaren. Wel gaat te Petersburg het leven zijnen gewonen gang, altba. s uitcrli;k, maar feiteiijk beerscht veel onrust. De militie zoekt niet min dan 18,000 misdadigers op die uit Petersburg ontvlucht zijn. Hît aantal nachtelijke klubs en verdachte huizen waar om ontzaggelijke sommen ge-speeld worden, is in de laatste tijden op onrustbarende wijze toegenomen. Het is vooral de onzekerheid over de toekomst en de zwakke plichtsven/ulling van de miiitie die de eerlijke menschen volkomen ontmoe-digt. » —- Brief van Pe Maertelaere —o— Heer Opsteller, Het is een zonderlinge, kommervolle en toch wondervolle tijd die wij beleven. Ailes wordt als het ware ten onderste boven, of van achter naar voren gekeerd. Als men bedenkt wat onze partij eenige jaren geleden was, en wat zij nu is, kan men er noch kop noch staart aan krijgen. Zoo levendig, zoo glansrijk en schitterend onze zaken toen sto; den, zoo somber, treurig en dood is het heden. Toen immers geloofden wij allen dat het niet lang meer zou duren of onze partij ging, niet alleen in or.s land, maar overal baas worden, en dan ging, volgens onze innigste overtuiging het gulden tijdvak aanbreken, waarin de werkuren op twee of drie per dag zouden gebracht worden en het loon zc o hoog als ieder maar v.'ilde. Dit ontwerp scheen geheel gemakkelijk u:t te voeren te zijn, bij middel van het koIl< k-tivisme dat zou ingevoerd worden, en dat als betaalmiddel enkel p2pieren bons zou gebruiken, waarvan men er zou laten druk-ken zooveel men wilde. Dat gouden tijdvak lag volgens ons allei meening zoo vast en zeker op ons te wach ten dat onze Nand, nog gedurende de twee eerste oorlogsjaren, niet ophield zijn aan-staande komst te voorspellen. Ook Eîdje twijtelde niet; vol moed ah altoos — tôt vôôr zekeren tijd — repte hi zich geducht : Tooneel, mise en'scène en o( te voeren stukken waren wel veranderd maar voor een man met een zoo veelzijdig talent hinderde dat niet. Gewoon aan de roi van amoureux voor zuiver algemeen stem-recht, sprong hij zonder van kostuum te veranderen op die van de pataten — sommige zeggen : rotte pataten, maar dat zijn laste-raars. — Zijne bedrijvigheid in den tijd met de darsen, de groothandel, het dienst-baar maken der stadsfinanciën aan de finan-ciën van Moeder «Vooruit», enz., zijn genoeg bekend. Maar in eens is Eedje stil gevallen. Geen mensch hoort er nog iets van. Ge kunt u niet voorstellen, mijnheer, wat noodlottigen invloed zulks op onze aanhan-gers heeft. Het lijkt wel een kudde schapen door den herder verlaten, of een troep gan-zen zonder voorman. Niemand weet waar naartoe. Moet dit nog lang duren, dan is het te vreezen dat ons leger de een of anderen dag uiteenvalt. Ook ben ik er niet gerust op, zooals ge wel denken kunt. Ik heb mij daarom bij Eedje begeven om hem eens de bezwaren onzer vrienden over zijn onwerkzaamheid onder het oog te brengen. Van zijn behoud hangt het onze af. Ik vond hem in zijn kabinet gezeten, in een gemakkelijken zetel achter eene groene tafel, met vele papieren voor zich. Hij scheen zeer bekommerd en bedrukt. « Wat moet ge nu weeral hebben ? vroeg hij, een beetje gemelijk ». — Eedje, sprak ik, luistergoed naar wat ik u heb meê tedeelen, want hetbetreft uwheil en glorie. (Hij spitste zijn ooren lijk een paard dat haver ruikt). Er wordt gemord, geklaagd en gezucht onder den troep,, omdat de propagande voor een betere maatschappij geheel stil ligt. Men vreeit..., iiferi waaboopt aan de schobne ue-lofteri vroegër gèdaan,'"en velèn krijgen een . gevoel of men hun vôor den *gek heeft gehouden gedurende al den tijd dat men hun al die schoone luchtkasteelen voorspiegelde. « En wat kanik daaraan doen»? — Ja, dat is het juist. Men meende vroeger dat gij ailes kondt verhelpen, en al wat ver-keerd was in de wereld kondt terecht zetten, en nu dat er zooveel verkeerds is, dat het geheele menschdom om zoo te zeggen met waanzin geslagen is, ziet men dat gij werke-loos blijft. « Noemt ge dat werkeloos zijn ? ?ei Eedje, en hij wees op de stapel papieren. » — Wat zijn dat? « Och, rekeningen en ontwerpen om aan geld te geraken voor de sfad ». — Dus, commiswerk, en daarvoor laat gij u gebruiken, terwijl de geheele wereld hun-kert en schreit om een held die haar uit de ellende kan redden. « En verwacht men dat ik dien held zal zijn » ? — Natuurlijk, hebt gij niet altijd beweerd dat gij de geheele wereld zouct kunnen besturen ? « Zeker, en dat beweer ik nog, maar men moet meê wilien. Men moet uitscheiden van vechten^ en men zou mij dan met gezag moeten bekleên. Zoolang dat de kanonnen al dat gerucht maken kan ik mij niet laten hooren. Wat is de regeering der wereld, vergeleken bij die van Vooruit? Kinderspel, Maertelaere ! Men zou eens wat zien, wilde men mij aan het hoofd stellen ! » — Is het mij geoorloofd, Eedje, u te doen opmerken dat men u nooit aan het hoofd zal roepen als ge u zoo achteraf blijft houden ? Omop het wereldtooneel een roi te spelen j uwer waardig, en waarop uw genie u recht geeft, zoudtge u moeten laten kennen, datis f het gedacht van vriend en vijand. Men kan ' maar niet begrijpen, nu al die groote vraag-j stukken aile landen en volkeren beroeren, j de harrewar met elken dag grooter wordt, ■ en niemand een uitkomst ziet aan de ellende en onde'rgang waarmede het geheele mensch-j dom bedreigd wordt, hoe gij kunt zwijgen. Gij die, als Atlas, den aardbol kunt torschen. Zeer spijtig is bet Eedje, en ik denk dat gij hetu later zult beklagen, dat gij de stem niet ; verheven hebt toen er kwestie was van de j Conferentie van Stockholm. Hadt gij u daar-i , mede bemoeit, zij had misschien kunnen , | dooigaan, en daar had gij middel gevonden

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De waarheid: socialistisch weekblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1906 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes