De waarheid: socialistisch weekblad

894 0
06 augustus 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 06 Augustus. De waarheid: socialistisch weekblad. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/154dn4145f/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Qe ïîiîirCTîana Mr 1Q Prgs: 7 Centiemen. Zondag 6 Augusti 1916 DE WAARHEID Orgaan van den " Vrijen Socialistenhond „ Slechts hij die de vrijheid van anderen lief heeft is die zelf waardig. ALLE BRIEFWISSELINGEN TE ZENDEN NAAR: P. De Witte, Vsrspyenstraat, 10, Gent "VerantwoordeJIjlte UitBever ABONNEMENTSPRIJS : Voor 3 maatiden, fr. 1-25. Voor 6 maanden fr. 2-50. Voor 1 jaar fr. 5-00. — Op voorhand betaalbaar. — Annoncen worden geplaatst volgens overeenkomst Goed afgekeken! Laatst moest een booswicht verschijnen voor het Hof van Assisen. Zijn verdediger, die hem ging bezoeken in de gevangenis be-merkte weldra dat zijn kliënt erg praatziek was; hij babbelde tap-in tap-uit over ailes en nog wat, en hoe meer hij trachtte zich te verdedigen, hoe meer onzeDiscipel van Cujas overtuigd was dat zijn kliënt zijn zaak erg aan 't bederven was. De kerel, dacht hij, verdient minstens de galg, en, eerlijk gezegd, het stuitte hem wel een beetje tegen de beroeps-borst aan dat schepsel het middel aan de hand te doen om aan de strop te ontsnappen. En nochtans, was hij dan geen advokaat?! En is het geen prachtig zaakje, dacht hij ver-der ? Als hij dien kerel kon vrij krijgen zou zijn naam glanzen nevens dien van de be-roemdste confraters van de Balie. Wat meer is, er zou dan vallen te pleiten voor een tal-rijk en nieuwsgierig publiek, misschien volgt daarop nog repliek en dupliek! Neen er valt niette aarzelen, hij spant er zich voor. Met innig genoegen verneemt hij dan ook dat het Openbaar Ministerie die de beschul-diging zal staande houden geen katje is om zonder bandschoenen nan te pakken. Wat een eer zoo 'n tegenstrever te woord te staan, hem het hoofd te bieden, hem zijn procès te doen verliezen ! Neen, 't is een lust : een kolfje naar zijn hand. Lang dacht hij na over de wijze waarop hij zijn plan van verdediging zou inrichten. — Kunt gij zwijgen? vroeg hij eindelijk aan zijn kliënt. — Als het graf, was het antwoord. Weet gij misschien ergens een goeden slag te slaan? — Ik vraag u of ge kunt zwijgen ? — Ja, mijnheer de advokaat. Ais het noo-dig is zal ik zwijgen dat ikzweet. Goed ! Van dezen oogenblik af, geen woord meer! Begrepen? Als de Président u ondervraâgt of het Openbaar Ministerie u beschuldigt, zwijgt gij ! Goed begrepen? Zwijgen !!! De groote dag brak aan. De booswicht ver-scheen voor het Hof. Hij speelde zijn roi zoo-als zijn verdediger het hem had opgelegd. Na het verhoor der getuigen nam de Pro-cureur-Generaal het woord. In ongekunstelde taal, maar op meester-lijke en onomstootbare wijze, toonde hij aan en bewees hij dat de beschuldigde plichtig was en hij moest boeten voor zijne talrijke misdaden. Hij waarschuwde verder de Jury voor het meeslepend talent en de groote oratorische kraeht van de verdediging, en smeekte hem niet toetegeven aan het gevoel of aan het medelijden, maar in 't belang van de openbare orde ervoor te zorgen dat de wrekende arm der Gerechtigheid eindelijk den sluwen misdadiger kon straffen, den booswicht, die zooveel slachtoffers heeft ge-maakt en nog zal maken, indien gij hem niet onschadelijk maakt, door paal en perk te stel-len aan zijne bandieterij. Hierop nam de advokaat het woord. Mijn-heeren ! liep hij uit, met een van aandoening trillende stem, ik zal zeer kort zijn. Zoo lang-dradig als het achtbaar orgaan van het Openbaar Ministerie is geweest in zijne zooge-naamde bewijzen om ons schuldig te doen verklaren, zoo kort zal ikzijnom aan te too-nen dat de getuigenissen valsch zijn. Mijnheeren ! Bezie hier den man dien het Openbaar Ministerie heeft afgeschilderd als een booswicht. Bezie hem ! Hoort wat hij zegt ! Wat zegt hij ? Hij zegt niets : hij zwijgt ! Waarom zwijgt hij? Omdat hij onschuldigis ! Omdat hij het beneden zijn waardigheid ach iets in te brengen tegen de zoutelooze be-schuldigingen waarvan hij het voorwerp is. Hij zwijgt! en zijn zwijgen is meer waard dan al de welsprekendheid die hier aange-wend werd om hem aan de galg te krijgen. Zijn zwijgen zegt ailes ! Zijn zwijgen getuigt van den weemoed die in zijn hart huist over het onrecht dat hem wordt aangedaan. Zijn zwijgen is de uiting van de verbittering, die in hem ontstaan isover de wraakroepende en hemeltergende poging die wordt aangewend om hem uit de Maatschappij te bannen. Zijn zwijgen is de noodkreet van een verkropt gemoed, dat op 't barsten staat. Zijn zwijgen is voornamelijk de weerspiegeling van de verachting, waarn êe zijn ziel vervuld is jegens zijn aanklagers! Verder kon de advokaat het niet brengen : hij en zijn kliënt barstten in tranen uit. De Jury beslistte dat de man onschuldig was en het Hof moest hem vrijspreken. * * * Dit tooneel is door een ander soort misda-digers afgekeken en wordt nagedaan op een ander gebied. Vindex. ZWIJGEN ZULLEN ZEI In de laatste zitting van den Gemeenteraad is de maatschappij « Vooruit » met cijfers voor den dag gekomen, en wel om te bewijzen dat zij sedert Juli 1914 tôt op dezen dag. aan haar spaarders heeft terugbetaald eene som van 1,941,568,89, en dit bedrag dus vei de armzalige 800,000 fr. overtreft die zij van de stad ontleend heeft om de haar toever-trouwde spaarpenningen terug te kunnen geven. De Raad heeft zeer natuurlijk die cijfers aangenomen ; een enkel schrijven van Vooruil is voldoende, nadere bewijzen worden niet gevergd. Wij trekken ze dan ook niet in twij-fel. Onze mandatarissen van den Raad worden door ons betaald om onze belangen te behartigen en er voor te zorgen dat er dooi het Gemeenebest geen schade wordt geleden ! Ergo ! Maar niettegenstaande dat ailes staan we nog steeds voor een lastig vraagteeken. De achtbare heeren Raadsleden van den Raad zullen ons wel willen zeggen sederi wanneer de Openbare Besturen zich geroe-pen achten om de commercieele of finan-tieele handelingen te dekken dtr cooperatieve maatschappijen ? Met andere woorden : wat heeft het Stadsbestuur zich te bemoeien mel de teruggave van spaarpenningen, 't zij deze toevertrouwd zijn aan « Vooruit », aan een of ander Bank of aan eennotaris? Wij verwachten hierop geen antwoord. Ook niet op de subsidiaire vraag of de spaarkas van « Vooruit » onder de waarborg çtaat van hpt ripmppntphpdimr l/nmcv — * U117 YAN ALLES WAT De heeren van den Stedelijken winkel maken alweei eens reklaam in Journal de Gand — natuurlijk niet ovei hunne waren — maar voor hun zelven. Zij verklaren nu dat het thans vast bewezen is dat zij geen bluf verkochten, toen ze verklaarden dat nergens ter wereld het publiek zoo vlug zou bediend worder als bij hen. Wij nemen nota van hunne buitengewone snelle be-diening, maar wachten nog steeds op antwoord omtrem zekere leveranties aan dezen winkel gedaan door der Edelen en Ridderlijken Heer Stas de Richelle. Meteen vragen wij aan den Directeur der Belastinger of dat nobel heerschap gepatenteerd is? Geen lieve kinders. — Een eigenaartje van werkmans huizekens schrijft ons het volgende : « Mijnheer, zoudt u aan de stad niet eens willen vragen of wij, qigenaars van werkmanswoningen, waarvar wij door de schuld van Vooruit geen huishuur meer ontvangen, of wij ook geen geld kunnen geleend krijgen op onze huizekens? Nu de stad toch bankier ge-worden is, moet het voor de eene zijn als voor de andere. De huiseigenaars zjuden dan hunne lasten kunnen betalen en nog wat hebben om van te leven. » Die vraag schijnt ons niet meer dan redelijk, en wij meenen dat het voldoende ware dat een of meer eige-naars dat verzoek aan de stad deden om nogenblikke-lijk ingewilligd te worden. Nog een vraagske. — Een onzer lezers meldt ons dat de gewezen volksvertegenwoordigers nog altijd 9/10 van h|unne vergoeding trekken, dat is 3,600 fr. ; ook de schepenen ontvangen nog altijd voile prêe. De eersten hebben daarbij niets meer te doen, terwijl ,veel anderen om nog wat te werken slechts 5/10 ontvangen. Zou het nu nint schoon zijn van hunnentwege — vra igt den lezei zoo die heeren, die toch allen er warm inzitten en nog andere inkomsten hebben, die sommen aan Stad en Staat terug schonken? Op de kleine burgerij, die vot r het meerendeel zon-der inkomen is en al de lasten moet uitzweeten, zou dat een goed effekt maken, zegt hij. Wij gelooven dat ook. Blijft nu te zien of de heeren op dat « goed effekt » aan dien prijs gesteld zijn. Çolitiekers hechten veel waarde aan populariteit als er kiezingen op handen zijn, maar dat mag niet ten koste zijn van groote opofferingen, want dan ware het artikel « politiek » een lastpost in plaats van een goed stielke. 't Akkoord. — Wij lezen met genoegen in Vooruit : « Dat onzeleiders den strijd willen om denstrijd is een {rçjgen. Het is zoo onwaar dat men otuen .vri.PD't Anseele nog spottend Eedje kalmoes heeft genoemd wanneer hij door wijze raadgevingen de werkende Masse belette van den wolf in den muil te loopen. » Zeer zeker willen de leiders van Vooruit den strijd niet om den strijd, maar wel om... de profijten. Om der wille van het smeer, likt de kat den kande-leer, en Vooruit's leiders zijn uitgeslapen en slimme katers. Eerst de werklieden ophitsen om de burgerij bang te maken en dan, als deze aan hunne eischen toegeeft, kalmoes prediken om het werkvolk terug in zijn werkkot te krijgen! Dat is hooggeschoolde démocratie! Zoo bekomt men schepenzetels (6000 ballekens), volksveri?geriwoordi-gersmandaten (4000 ballekens), maar vooral plaitsen van beheerder en bestuurder in naamlooze maatschappijen met tal namelooze voordeelen. De gevaarlijkste wolven zijn die met een lammeren-vacht.Een Antwerpenaar schreef aan Vooruit den 18 Juli : « De laatste ingevoerde steun-regeling brengt groote verwarring qnder de ondersteunden. 't 1s gewoi.nlijk zoo : telkens men iets voor de werklieden mcet doen worden de regelmenten zoo ingewik-keld gemaakt dat alleen advokaten er uit wijs worden! Nooit wordt er rekening gehouden van de weinige school die de arbeiders genoten hebben : zij die lezen kunnen dragen er niets van weg. Hoe is het dan gesteld met die arbeiders die niet lezen kunnen. Wij gaan van het gedacht uit, dat elke maatschappij, elk komiteit, zelfs elke Rsgeering, er ailes bij te winnen heeft met elke wet, elk règlement zoo simpel mogelijk op te stellen, zoodat de minst geletterden het toch vatten. Nu loopen de werklieden van 't een naar 't ander om te vragen en tôt slot van rekening maakt men hun dan uit voor dommerikken! Iets is vast te stellen : de arbeiders, die vereenigd zijn, komen den minsten last tegen ; zij raadplegen hunne bestuurders, waardoor zij gewoonlijk van groote moeilijkheden zijn bespaard. » Dat elk komiteit, elke regeering er ailes bij te winnen heeft met den raad van dien snulachtigen Antwerpenaar op te volgen, dat loopt de spuigaten uit. « Maar lieve jongen », zei Multatuli, « wat werden zij dan ? » Zij, dat meent hunne bestuurders die hun inderdaad gewoonlijk groote moeilijkheden besparen namelijk die van zelf na te denken en voornamelijk gene van te be-peinzen wat ze met de wol hunner schapenvacht moe-ten doen, dewelkezij hun bij tijds zorgvuldig afscheren. Arme schapen, die niet beseffen dater sluwe politie-kers zijn die leven van hunne onwetendheid, als de manke bedelaar van zijne kruk! GBDAOHTBM « Wanneer de Almachtige in de ééne hand de waarheid hield en in de andere het zoeken naar de waarheid, en tôt mij zeide : Kies ! dan zou ik antwoorden : Almschtige, behoud de waarheid voor u zelf, maar geef mij het coeken naar de waarheid. Dit is heilzamer voor mij. » Lessino. Krooilk der Week WAARDIGHEIDSGEVOEL Zij die denken dat Vooruit op de striemende satire der 800,000 fr. niet antwoorden durft, hebben het mis. 'k Heb het met mijn eigen ooren gehoord dat er hoegenaamd geen vrees in het spel is, dat enkel een zôô diep besef van waardigheidsgevoel, dat Moeder zich boven deze beschuldiging voelt verheven en het zich der moeite niet waard acht er een woord op te antwoorden. — Awel, Cies, wa' zegd' er van, Vooruit krijge 't op zijne flonke in De Waarheid, hein, 't zijn kasseië in ploatse van steentjes die z' in zijnen hof smijte ! — Wa' wilde zegge' ? — Allégé, of zoed' mij alweere wille' doen geluuve dat 't affaire van die 800,000 ballekens nie' waar en ès, 't es kloar beweze, du reste, Vooruit hee 't zelve geschreve. — Ha, 't es dade. Wel waar dade gij nog van spreekt. 't Zop en es de kuule nie' weerd. — G'hèt gij e'n goeie karaktère, gij;jnêe al dade en piept Vooruit toch nie', ziedèwel, en blijft hij mee zijnen bek in zijn pluimen zitte. En die niets en zegt consenteert, zegge de meinschen. — De raeigschen ? W?.f-er eaeisssfaen ? D-g lezers van De Waarheid? Da' kan wel zijn, maar wilder die wete w</arveure da' Vooruit zwijgt ; wij laten iedereen proate en geve' ons Moeder gelijk van krommen aas te gebare I — Ja, maar binst wordt De Waarheid toch geleze' en zien de meinschen van langs om meer klaar. De werkmeinschen worden 'tbeu en... — Wa' kan ons nog da' gemeene goed schille... Z'en hen geen cens nie' meer, en... « aans ulder cens opzijn dan meuge' ze rijë »... W'hen d'appréciatie van andere man-nen of guider, mannen mêe boarde en kluite', die zelve zegge' dat De Waarheid e'n zeever-blad es, en da Vooruit veel 't huuge staat om op al die lollekens 't antwoorde !... — En es 't daarveure dade zwijgt ? — Van eigen est doarveure ! Van sedert damme édukatie krijge' hemme begrepe' dat er niets zuu ongemanierd en es dan ruzie te maken, surtout mêe meinschen onder iwen stand, daar komd' altijd van af mee schâa of mee schande. En gelijk of De Waarheid ni toch maar van 't schuim gelezen wordt, en wij tegenwoordig 't meeste paart de goeie burgerij langs onze kant hèn, verbiedt ons waardigheidsgevoel ons op al dienen prietpraat 't antwoorde. Dat est en anders nie'. Ge meugt da' van mijn paart aan de mannen van De Waarheid zegge. Tôt ziens. Daarop stapte de waardigheidsbekleeder van den tram. Ik keek hem nog een wijl achterna niet wetend wat te doen : te lachen of te... schreien. LAAT ZE TOT MIJ KOMEN Toch zijn er altoos menschen die beweren dat Vooruit een stiefmoer is ! En stokkeblifid zullen zij er zich bij houden dat ailes wat zij doet door lust naar gewin en stoffelijk stijgen wordt aangewakkerd, dat niets uit het hart komt, en dat ze in plaats van dit lichaams-deel een overgroote « porte-monnaie » in haar verschacherd lijf voelt kloppen. Van de borsten sprak niemand... Welnu, voor de zooveelste maal, koml Vooruit ons de plechtigste Ioochenstraffing ervan te geven. Moeder heeft een hart, eer groot en edel hart, dat zich voor de kinderen opent net zoo wijd als de wondergrot van Ali-Baba, en dit bij 'teenvoudig gekling dei wonderspreuk : geef mij een ticket d'entrée a. u. b.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De waarheid: socialistisch weekblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1906 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes