De waarheid: socialistisch weekblad

1186 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 23 Juni. De waarheid: socialistisch weekblad. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/x639z9279s/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

11 Jaargang. Nr 25 Fr^js : 10 Gentlemen — i -Il L -—S ~T— Zon lag 23 Junl 1918 DE WAARHEID Orgaan van den " Vrij«n Soclalistenbond him™» Aile briefuvisselingen te zsr.dan naar : P®L D£ WITT3:, ¥erspy»nstr»at, 10, K*nt, verantw»«rdelijke uit£»v:r. Orgaan van den " Vrij»n Socla Cohortes prsîorienses —o— Aldus noemt men in de Romeinsche ge-schiedenis de uitverkoren legerbenden welke den « prœter » ter zijde moestenstaan tegenover de volksklassen en ook tegenover de ♦volkslegers van Rome te handhaven. Toen de Césars de Romeinsche Republiek aan hunne alleenheerschappij hadden ver-knecht, werden deze « cohortes prœtorienses » de stevigste en hardnekkigste bevestigers en handhavers van hunne keizerlijke macht. Daarom ook werden die pretoriaansche legioenen en hunne aanvoerders door de Césars met gunsten en voordeelen overladen meestal ten laste of ten schade 'der overige burgersvan het Rijk. Al de best bezoldigde, demeest eervolle ambten en posten werden aan de « pretorianen » of hunne bloedver-wanten uitgedeeld en het is dus niet te ver-wonderen dat deze keurbenden den « Keizer » met hand en tand tegen de overige burgers van den Romeinschen staat verdedigden en voorstonden. « Nihil novi sub sole », zegde een Romeinsch spreekwoord : « niets nieuws onder de Zon » ! Of anders gezegd, aile oude geschiedenissen komen immer onder den eenen of den anderen vorm terug. « Vooruit » ook blijkt wel een Rome in 't klein. te wezen : na eerst Republiek ge-weest te zijn, is hij nu het tijdperk der « cohortes praetorienses » ingetreden. Dit wordt onder de» vorm van Kalme overwe-gingen! Nattige lessen! op eene zeer ge-moedelijke wijze, den goeden verstaander op een half woord door VooruiVs apostel Nand aan het verstand gébracht, in een hoofdartikel in het nummer van Vrijdag 7 Juni 1918 verschenen. Men leze aandachtig: € Een eerste feit dat ons gelroffen heeft, zonder ons te verwonderen maar dat wij meeten in 't licht stellen, is dehandelwijze van « Vooruit» tegenover zijneeigene werklieden en tegenover de georganiseerde werkende klasse in 't algemeen. Inderdaad, de socialistische samenwerk'ng heeft zich hier getoond in haar waar karakter. Alvorens het nieuw werkre£lement in voege te brengen, ja terwijl men het nog aan 't opmaken was, werden al de betrokken werklieden ingelicht, niet een of tweemaa', maar tienmaal en meer, ja zoo dikwijls als zij het verlangden, met de voile vrijheid van telkens hunne opinie te doen kennen (H) ■ Dat was onvoldoende. De secretaritsen van al de vakvereenigingen werden ingelicht en geraadpleegd. Ten slotte kwam geheel de xaak voor eene regel-matig bijeengeroepen algemeene vergadering van de leden van " Vooruit in aanwezigheid der bakkers, om in voile vrijheid (?!) uitspraak te doen over de nleuwe >egl îmenteering die de cooperatie in hare bak-kerij wiide invoeren. Zoo is het dan ook geschled. Waarom herinneren wij deze feiten? Elke partijge-noot zal zeggen : maar wat « Vooruit » gedaan heeft is maar j ist, daar schiet niets aan over, en dat is de waarheid. Indien wij er aan houden zulks in het licht te stellen, dan is het om te toonen hoe < Vooruit » trouw zijne socialis'ische plichten vervulde en daardoor een groot voorbeeld geeft aan het pairoonschap in het algc-meen.Men zou toch in Gent geen tweede voorbeeld van eene dergelijke demotratische handelwijze vinden, wairbij de werkende klasse in 't bijzonder en in 't al-gemeen, zoo openlijk en zoo waardig in hare rechten van meespreken en medebesturen erkend en gcëerbie-digd is geworden. Dat tweede voorbeeld is er niet eu wij stippen dit aan. » * * * Inderdaad zoo behendig waren de beheer-dersder Gentsche naamlooze maatschappijen nimmer van Uoot een soort van fabrieksraaé, samengesteld uitaandeelhouders en meester-gasten, uitspraak te doen uitmaken in werk-geschillen tusschen hen en de werklieden. Een tweede voorbeeld is daarvan niet en het is een groot vooibeeld aan het patroon- schap in 't algemeen, voorzeker. * * * Men beweert dat Lodewijk XIV, op zeke-ren dag, met zijn geliefden jachthond aan den leiband en zijn rijzweepin de vuist, ter zitting van de « Etais Généraux de France » verscheen en den kibbelenden raadsheeren, verklaarde : « L'état, c'est moi 1 » (De staat, dat ben ik!) Eedje I is veel te snuggerom zulke verou-derdestreken uit-te halen. Leest maar verder Nand's pensum : « Om eene andere reden nog, wijzen v/ij op de manier van handelen van « Vooruit ». Eene dusdanige manier van met de werklieden om te gaan, schier op eene openbare wijze, toont iets anders. Zij is de besfe weerlegging tegen de beschuldiging van absolutisme, tsarisme, tyrannie en andere xotte leugens, die jaren lang tegen « Vooruit » zijn verspreid geworden en nog worden. Natuurlijk was geheel dit stelsel van dwang en ver-drukking samengevat in eenen persoon, namelijk van Eduard Anseele, bij wien de tyraniekste aller tsaars, nog een voorbeeld van goedheid, welwillend en -zacht-heid was. (Maar niet van sluwheid, Red.) De overige beheerders waren gedeeltelijk zijne die-naren en voor het overige zijne medeplichtigen. De bestuurleden waren openlijk zijn knechten-baantjes-jagers; die brutale leugens zijn gekend van over lang. Maar nu wordt de zaak toch moeilijker. Het gaat zoo gemakkelijk niet, de secretarissen der vakvereenigingen — en van al de vakbonden — ook als knechten, als medeplichtigen en als baantjesjagers te doen doorgaan. Medeplichtig in 't opzettelijk kwaad beoordeelen van werklieden kunnen zij niet zijn, mogen zij niet zijn ; hunne leden die buiten « Vooruit » in fabrieken en werkhuizen arbeiden, zouden het niet dulden. Baantje jagen moeten zij niet doen, zijhebben hun Vet (?) postje vast. Dus die zotte beschuldiging zou hier niet alleen allen grond missen, maar zelfs allen schijn van waar-heid. fin dan kornt ten slotte de algemeene vergadering det leden van " Vooruit Zijn dat soms ook al gaaien, knechten, baantjes-ja- gers en veel andere lieflijke dingen meer? » * * * Men ziet hier klaar uiteengezet hoe mer in de kleine vennootschap van « Vooruit » heel het stelsel van machtvoering en over-heersching terugvindt van de groote maat-schappij van « Rome ». In Rome even als in « Vooruit » waren a! listenbond ,,. Aile briefwiss de ambtenaren, daar legati, decuriones, cen-tumviri, enz., hier bestuurders, bedienden, kaartjesdragers, enz., voor veel oî weinig pro-centen bij het in stand houden van den staat van zaken belanghebbenden. Wat nu het volk betreft, het arme, onwe-tende, lichtzinnige, wispelturige, oppervlak-kige volk, dat werd ondertusschen zoo dom mogelijk gehouden en zijne aandacht van de scliermen afgeleid door allerlei openbare vertooningen van redenaars- en andere kuns-ten.* * * « Vooruit »'s gaaiën zijn te dier gelegen-heid, zooals bij vele anderen, thuisgebleven, omdat zij bij het geschil met de bakkers geen rechtstreeks persoonlijk belang hadden en dat de menigte geen ander belang beseftdan dat waarbij het rechtstreeksch en onmiddel-lijk persoonlijk belang heeft. Indien er b. v. kwestie geweest ware van te stemmen over »f- of opslag van het brood, dan zouden de « gaaiën » in dichte massa opgekomen zijn. Heel de macht der « pretorianen » berust op die kortzichtigheid der menigte. De bakkers hebben het ondervondenl Sphinx. i— iiawi» De Naertelaere ann den ouefe Koster j -0-.Waardt Heer, De beproeving die de Heer u overzendt in den persoon uwer teergeliefde Euphrasie, treft mij diep. Op uwe jaren en van een meisje van haren ouderdom, van wie men dit in 't geheel niet meer verwacht, is het erg| doch wat is daaraan te doen.? Niets, dan even als met al onze andere tegenspoedeo, geduldig verdragen zonder morren. Tegen een hartstocht als de liefde strijdt 1 men te vergeefs; van al onze hartstochten is die de wildste, de moeilijkste te temmen of te bedwingen. En het schijnt wel dat hij te heviger woedt, als hij zich vastzet in het hart van lieden op gevorderden ouderdom, Van daar het spreekwoord : « Als een oude schuur in brand komt, is er geen blusschen aan ». Zonder de waarde van het meisje te willen verminderen, meen ik toch dat Euphrasie onder de oude schuren kan gerangschikt worden. Het is dus een van die gevallen waarmede men voorzichtig moet te werk gaan. Ge verwonderd er u over dat het voorwerp harer liefde een vreemde soldaat is, maar mijn beste, het schoon geslacht heeft ten allen tijde een zwakgehad voor de dienaren van god Mars, en de liefde is een hartstocht die zich niet stoort noch bekommerd om nationaliteit, kleurof rasverschil, familiehaat, enz. Wijlen Shakespeare heeft dat duidelijk doen uitkomen in zijn treurspelen «Oihello» en « Romeo en Julia ». Tijdens onze wereldtentoonstelling' van 1913 bewezeii velen onzer dames en juffers dat Desdemona niet de eenige bianke vrouw was wien een pilf-zwarte huid kon bekoren. Op de bals deden de Senegaleezen de Gente-naars den baard af; de schoonste bloemen mochten zij uitkiezen, en de overschot was voor onze jeugdige stadgenooten. Dit en vele andere gevallen die wij dage-lijks onder onze oogen aanschouwen, bewij-zen jenoeg hoe ongebonden de mensch wordt bij wie de liefde zich heeft vastgezet. Zij kent slechts ééa verbod, waaraan zij vrijwillig gehoorzaatnt en zich in aile nede-righeid onderwerpt, het is dat van altijd bin-nen harea stand te blijven — min of meer. Nooit ziet of hoort men van een kladpolter, dokwerker of straatvager die verliefd wordt op de dochter van een baron. Wederkeerig wordt nooit een baronszoon gel: van een continue- of karderiemeisje, tenzij in een roman of tooneelstuk. 'En nog niet, want dat durft niet eens de meest op effekt beluste schrijver; de heldin in dit geval is dan nog bij voorkeureen modiste. Was het niet ongepast voor mij, die de helft jonger is dan u, veel min levenserva-ring en wijsheid bezit, ik zou u aanraden Euphrasie niet op te willen om aan haren uitverkorene te venaken. Wij hebben menig-malen gezien dat dit olie op het vuur gieten is. Wellicht ook is het slechts een voorbij-gaande vlam die wel van zelfs zal uitdooven. Dat ware mijns dunkens nog de beste oplossing, die de rust in uw voorheen zoo stil en vredelievend huisgezinzou herstellen. * * * Thans wiliku te woord staan over Eedje's aftreden als schepen. Ge schrijft : « Eedje zijn ontslag als Schepen heeft mij nneindig veel plezier gedaan, niet het minst omdat ik mij verbeeld dat ik er wel voor içts tusschen zit. » Dat, mijn waarde Heer, is een begooehe-ling die ik u tôt mijn groot spijt niet kan laten. Ik weet geheel goed zoosls ge schrijft : « Dat ge van vôôr jaren reeds hem aangera-den hebt zich van al die ijdele wereldiche beslommeringen af te trekken, en zich alleen bezig te houden met het heil zijner xiel. » Die belargstelling in Eedje's zieleheil heb ik altijd zeer gewaardeerd, zooals gij u wel zult herinneren, maar tevens heb ik u altijd doen opmerken dat zulke pogingen te vergeefs waren, omdat Eedje — gelijk aile vrij-geesten van den tegenwoordigen tijd — ge-looft dat de ziel met het lichaam sterft, en hij dus voor de toekomst van die niet moet bezorgd zijn. Moest hij zich vergissen, en moest het waar zijn wat gijenzooveel anderen gelooven, dat er na dit leven een ander elingen te zanden naar : P®L begint, dan «cht Eedj: zich sttrk genoeg om dââr, waar het ook- wezen mag, een eerste plaati te veroveren. Een zijner lijfspreuken iuidt : Ik zal nergens te laat komen! Geheel zijn loopbaan bewijst dat zulks waar is, en als hij niet zoo vroegtijdij^ aankomt als bijvoor-beeld een Destrée, of ïen Vander Velde, bewijst dit alleen dat er, zijn die. nog harder kunnen aanstappen. Om nu terug te komen op zijn ontslag als Schepen, ziehier de '^are oorzaak volgens Œlij : Het baantje'beviel hem niet langer, en dit is geen wonder. Bete: dan ik zult ge wel îveten dat het hoogstc genot van al watwe kunnen wenschen er\ begeeren ligt in de noop het te bereiken. iiet streven er naar is aangenamerdan het bezit. Rijk worden is veel p ezieriger dan rijk zijn, :n de hoop eens veretnigd te worden met jet zwait, blond of bruin voorwerp onzer <euze is oneindig ge'notvoller daa er aan /erbonden te zijn. Zoo gaat het met ailes; het bezit van het îen of ander naar wat Wë gereikhalsd hebben ian ons een tijdje gelukkig maken, of ons ioen verbeelden dat wij het-zijn, doch eens îr aan gewoon heeft ha aile waarde verloreri ;u zijn we teleurgesteld over het weinig ge-loegen dat het ons verschaft. Euphrasie zal het ook ondervinden als aarenwensch invervulbng komt. Zoo ook met de eervolle en vette baantjes. Zij schenken slechts plezier in den aanvang. De dommerikken mconen dan dat hunnen post niet luisterriik of winstgevend genoej s om het verhoopte g-iuk te schenken, en ïij jagendan een hoog; r na. Eedje heeft ook lang in die dwaling ver-çeerd ; steeds wilde hit hooger stijgen, meer :er en roem inoogsten, grootere sommen Tiaandelijks of jaarlijksopstrijken. Nooit hadt ïij genoeg, Toen zijn eersten droom : gérant te worden /an Vooruit, werkelijkheid was geworden, was hij voor een tijdje voldaan.Nadien moest :rij Kamerlid worden, en toen hij ook dat :en tijdje was, hadt hij rust noch duur vôôr ïij als werkende klasse in 't schepencollege Dpgenomen was. Eens zoover, duurdî zijn tevredenheid weder niet lang; hij moest dan nog voorzitter, administiateur of commissaris worden van allerlei finantieele en handels- en nijverheids-inrictitingen, wat hem e eneens geiukte. Nu schijnt hij een beetje verzarligd te zijn, lit h an s het schfcpenscnifp kon nciii mtî langer bekoren. « Het zit mij niet tôt hier, maar tôt dââr, » zegde hij mij laatst, en hij wees boven zijn hoofd. « Wat is daarvan de reden, Eedje î * vroeg ik. « Die zal ik u wel eens vertellen, nu heb ik er geen trek in, » sprak hij. Wat dat is kan ik wel raden, maar ik zal wachten tôt wanneer hij mij die bekend raaakt, om u die dan medete deelen. Ontvang intusschen miju iunige deelne-ming in uw verdriet en tracht, bid ik u, de zaak zoo licht mogelijk op te nemen en neem u in acht tegenover Euphrasie. Moest gij haar bijvoorbeeld door uwe strengheid tôt een wanhopigen stap voeren, gij zoudt het u levenslang deerlijk beklagen. Sommige predikers hebben de liefde ver-geleken aan eene slang, die verraderlijk in des menschen boezem sluipt en daar tôt het verderf des menschen gtkoesterd wordt. In dit figuur schuilt er veel waarheid, en als we dit goed overdenken moeten wij be-kennen dst Euphrasie het-ook niet kan hel pen dat zoo een « soetmirmig vurig dier » — zooals Jacob Cats de liefde noemde — haar hartje isbinnen geslopen. Tôt later dus, waarde heer, en houdt i goed. E. DE MAERTELAERE. VAN ALLES WAT Een bedenkelijke kwesti9. — De werkstaking d« bakkers heeft bij aile ernstige menschen de vraag doer ontstaan, hoe het toch komt dat * Vooruit » rtiet zijn< werklieden meer moeite en last heeft dan om het ever welke patroon. Toen men daar vroeger van hoorde, als met de zaal der naaisters, der letterzetters, kooldragers, wevers enz., dacht men : « dat is geen wonder, dat zijn aile manl socialisten, grootgebracht en volgepompt me allerlei onbereikbarebegeerten,opgestookt tegen hunm bazen, die in hunnç.oogen allen uitzuigerszijn. « Voor uit » is patroon geworden en moet dus het lot onder gaan van aile patroons ». Ook sommige leiders van « Vooruit » waren de mee ning toegedaan dat de moeilijkheden te wijten warei aan de sochilistische opvoeding, en braken zich eei tijd lang het hoofd om te weten of het niet mogelij! zou zijn de socialistische beginselen enkel toe te die nen aan de werklieden van andere kapitalisten, en di van « Vooruit » er buiten te houden. Zulks werd beproefd : Aan de arbeiders van « Vooi uit » werd voorgehouden dat, oin het socialisme t dorn trion.feeren, de werklieden der kooperatie ee bectje meer moesten voortbrengen dan bij de kapite listen, en er nie's zoo schoon was dan zich voor hc socialisme op te offeren. Dit gaf echler niet de gewenschte uitslag, en d leidde van-zelfs tôt het nemen van een nieuwe maa regel Bij het aanvaarden van nleuwe werklieden g; men de voorkeur aan anti socialisten, onder bedin evenwel dat ze klant zouden worden van-de sociali: tische kooperatie en vakvereenigingen. In de zetterij waar deze taktiek het eerst en mee: toegepast werd gaf zij tamelijk bevredigende uitslagei Maar nu wil Vooruit ons wijs maken dat zijne bal ke'rs in werkstaking gegaan zijn bij gémis aan eer socialistische overtuiging. Die bakkers namelijk zij volgent Vooruit afkomatig van den buiten, onbeken met de zaligmakende leering van Vooruit, enz. Goed en wel, maar al die anderen dan met wie me gestadig overhoop lag? Luchtkasteelan. — Het zijn de socialistische vaks cretarissen alleen niet, die van nu af aan zouden willt weten wat voordeelen het einde van den oorlog voi hen of hunne syndikaten zal meebrengen. Van bij het begin van den oorlog waren het de dol WITT2, Y®r»py««®traat, IO, < F.ntentegezinden, wiens appetijt en nieuwsgierigheid zeer opgewekt was, en die zich beijverden van dan af hunne wenschen en eischen aan de wereld bekend te maken. Men denke slechts aan Konstantinopel, linker Rhynoever, Elzas Lorrijnen, Zeeuwsch-Vlaanderen, enz. Ondanks het verloop van den krijg vele dezer wenschen als hersenschimmig hebben doen voorkomen, is het getal iuchtkasteelbouwers nog weinig verminderd. Zoo bijvoorbeeld : « Reute'r meldt uit Londen : Op eene algemeene vergadering van de Impérial Maritime League verklaarde de Yoorzittêi Sir Spencer: De vereeniging heeft in aile groote havensteden van het land gewerkt om de openbare meeningin Engeland het groot gewicht te doen inzien, in de vredesvoor-waarden te eischen dat de vijandelijke machten ten minste hetzelfde bedragaanhandelsscheepruimte moeten uitleveren als door hen in den grond geboord is geworden Door een verklari-ng van regeeringswege is dit doel bereiki geworden (?) » En dan : « Daily Fxpress schrijft over het Rijksoorlogskabi-net dat te Londen saamgekomen is : Op verlingen der Dominions zal het zich ook uitvoerig met de Duitsche fi kolcniën bezighoudrn. Vooral Hughes, de eerste minis-ter van Australie. Hij wil eene soort Monroeleer voor ? Australie opstellen en verlangt daarom de verzekering dat men op de vredeskonferentienooit zal toestemmen j in deterujfgave der Duitsche kolonie.n. » Van tijd tôt tijd vinden wij zulke berichten in de bladen en dan denken wij altijd aan den oorlog van 1870, met de verzekering der fransche Staatslieden die bij hoog en Iaag verklaarden : « Geen voet grond, geen steen onzer vestingen, geen centiem schadeloosstcl-ling zullen wij afstaan. » De bladen verzekerden dit | nog toen Jules Favre met Bismarck aan het onderhan-delen was over den vrede, waarbij het geheel anders uitkwam. Is dat nu vaderlandsliêfde ? — De Madrileensche medewerker van Az Est schrijft : « Clemenceau verklaarde aan een vriend zijn tegen-zin *m vrede te sluiten aldus : Ik ken zeer goed de Fransche mentaliteit. Wanneer ik vrede sluit, hij mege nog zoo voordeelig en goed zijn, zal men mij beschul-digen van zwakte en landverraad. Als ik den oorlog voertzet, al is hij nog zoo verschrikkclijk, zal ik een nationale held worden. Deuk aan het lot van Thiers en Gambetta. 1k h.eb geen lust dezelfde ondankbare en zware roi te vervullen als Thiers. »• Dus,opdat dien oude eerzuchtigegek voor een held(?) zou kunnen doorgaan moet Frankrijkzich doodbloeden. Nieuwe diplomates. — De sociaal-demekraten Bran-ting van Z^reden, Troelstra van Holland, Huysmans en Vander Velde van BelgiC, zijn thans te Londen om met Henderson en andere g^zellen te confereeren over de vredesconferentie die zij reeds ontelbare malen hebben ontworpen, maar die hen steeds belet geworden is door de verschillende ententeregeeringçn Van daar schikken zij gezamenlijk naar Parijs te ver-trekken om met den oud-minister Thomas, Renaudel en Cie verdere maatregelen te beramen met hetzelfde doel. Wij weten niet of Vander Velde, Thomas en Branting bekeerd zijn van hunne oorlogszuchtige neiging om de krijg voort .te zetten tôt de algeheele verplettering j van den vijand, waardooi zij de socialistische leus : € verbroedering aller volkeren », belachiliik maken. Wij hopen dat zij kalmer en wijzer geworden zijn, en -• wenscnen uii den grond van ons hari uai het hun mo^e gelukken ons den vrede te bezorgen. Maar indien dit \ mogelijk ware en men de beslissing om overeen te ; komen aan hen overliet, wat zouden zij dan anders zijn i dan nieuwe diplomaten? Van nu af aan immers is al wat zij trachten te doen, dlplomatische arbeid. Koe m®r« rijk wordt. — Men schrijft uit Bern aan het • Vaderland : Over de inhechtenisneming van d«n Commendatore Parodi, den grootsten reeder van Genua en de eigenaar van het blad Idea Nazionale, weet dzAvanti het vol-gende te ver'ellen : De scheepvaart-maatschappij « Transatlantica » moet ; een onderhoorige maatschappij van de Hamburg-Ame-rika-Lijn geweest zijn. Bij het begin van den oorlog waren de aandeelen hoofdzakelijk in handen van Ita-liaansche kapitalisten. De koers was toen zeer hoog, omdat het gebrek aan scheepsruimte reeds voelbaar was en de vrachten dus opliepen. Parodi, die deze aandeelen begeerde te bezitten, vond den koers echter te hoog om ze aan te koopen en zon een middel den koers te drukken. H"et hem toebehoorende blad Idea Nazionale begon een scherpe campagne tegen de scheepvaart maatschappij c Transatlantica », die het blad als een Duitsche maatschappij voorstelde. De eisefi was derhalve, dat de Italiaaiische regeering de maatschappij in beslag zou nemen. Ten gevolge hiervan daalden de aandeelen meer en meer Paredi kocht ze op en kwam op die manier tegen spotprijzen il het bezit van een vloot groote schepen. De Italia weet verdernog medete deelen, dat Parodi een schip, dat hem twee millioen lire had gekost,voor twaalf millioen lire verkocht. Sedert het begin van den oorlog moet Parodi ongeveer zestig millioen lire in zijn scheepsbedrijf hebben verdiend. - Evenwel, voegt het blad er aan toe, dit zijn slechts goede zaken, maar de inhechtenisneming van den almachtigen Commendatore berust op andere gronden, vermoedelijk verstandhouding, of handel met den i vijand. : Het merkwaardige is, dat thans de twee rijkste Ita-i lianen, die meer dan honderd millioen lire bezitten, Feltrinelii en Parodi, in hechtenis zijn genomen. » : Wat vreeselijk werktuig is toch die dagbladpers, en wat goede, echte, onvervalschte vaderlanders, zijn toch - overal die geldwolven 1 : STflDSflflwËLEGwSËîi J Eene bedenkeiijke Commissie i Met een bedrukt gezicht ea de oogen vol 1 tranen komt mejuffer Appels in de keuken, j eene kaart in de hand welke zij ons met eene nerveuse beweging van den arm voor den neus steekt. J — Ziet eens wat wij daar zooeven ont-] vangen hebben, mijnheer Rik î 't Is nu twee t jaar datwij voor mijn broeder — voor't huis-houden, natuurlijk — melk krijgen ; daar zendt men ons het bericht dat zij ons, te be-|{ ginnen der maand Juli, afgenomen wordt. g Hebt ge dat van uw leven geweten, zoo 'n onrechtvaardigheid ? En mevrouw Jandels ,t hier recht over mag haar kaart behouden ; en j mijnheer Gouwloos heeft melk van als die t' rantsoeneering werd ingesteld ; en de meid t der bakkerin gaat nog altijd dagelijks om haren liter melk. En in al die gezinneu was nooit iemand ziek; 't zijn menschen die ge-n zondheid te verkoopen hebben en daarbij geheel gemakkelijk den prijs der gesmokkelde melk betalen kunnen. En wij krijgen geene melk meer 1 ;n Zou daar niets aan te doen zijn, mijnheer >r Rik ? le — Als ik daarin eene beslissing te nemen Liant, verantw»«rdeiijke uit£«v:r. had, mejuffer, dan werden met u al die hier-bovengenoemde personen onmiddellijk, heden nog, hunne meikkaart verbeurd ver-klaard, daarin moest ge niet twijfelen. Want de melk die sinds jgren — sinds jaren, mejuffer — aan al die « maaglijders » zoo kwis-tig wordt uitgedeeld', is onttrokken aan wer-kelijke zieken die te vergetfi aangedrongen en gesmeekt hebben om er een weinig te bekotnen. Ziet nasr moedertje Liene; ziet naar mevrouw Marie; ziet naar de kinderen van den4boekhouder hier nevens de deur, voor wie ailes gedaan werd om wat melk te beko-men. Vruchteloos, het hoeft geen betoop, aangezien het de gezonde mensch«n zijn in hoofdzaak wien ze voorbehoudsn is. Beseft gij het smartelijke v*n dentoestand dier huisgezinnen, die u, kloeke geburen, zoo dag aan dag triomfantelijk zien voorbij trekken, «ene kan melk in de hand, het kost-bare vocht waarvoor gij zooveel zorg draagt, op hetzelfde oogtnblik misschiea als hunne lievelingen, den zieken vader, de moeder of de kindtren reikbalzend uitïien naar een kopje melk dat hun niet kan gegeven worden? Hebt gij u nooit afgevraagd, mejuffer, hoc wij bij zulk schrciend onrecht zoo kalm gebleven zijn, ors niet eenmaal vergeten en u niet eens de kan uit de hand getrokken en op den grond verbrijzeld hebben? Wij weten wel dat de vragen het aanbod op eene onafzienbare wijze overtreffen, maar dit verrechtvaardigt de wantoestanden niet die door iedereen met het bloote oog zijn waar te nemen. Wij moeten ons inderdaad over de lank-moedigheid onzer medeburgers verwonderen. Want de misdadige praktijken die wij hier aanklagen zijn over gansch Groot-Gent verspreid en herhalén zich in iedeie wijk, in iedere straat. Wat daar eigenlijk achter zit weten wij niet. Wie achter de schermemaan den draad trekt is ons onbekend. Maarzeker is 't dat de handeliigen der Geneeskundige Commissie een soort van synthesis zijn, die in haar de kuiperijen van tal van oorlogsin-richtingen heeft sasmgevat. Onze plicht is het de bevolking- daartegen te waarschuwen en te vrijwaren, zooveel mogelijk. Gij kunt van ons niet verwachten, mejuffer, dat wij aan de instandhouding van die* ondraaglijken toestand zouden mede-helpen.Wij hebben onze gebuurvrouw zo» min kunnen tevreden stellen als ovftttUia.eii. 2ij steuat zich op de invloedrijke wp&kwfeeé"' van haar biOcucr, terwij. ïij «iô vlucht op een eetuigschrift vs^kn dokter Minnewater betrouwd, dat tôt nog toe voor talrijke zieken — zieken? — onfeilbaar ge-bleken is. Rik. Emballeerpapier en Papierenzakken, in aile slach Adolf Van den Breen, Slachthaisiaan, 17-13, Gent. Stedel. Uerkloszenfonds ucn Gent (12= VERVOLO) Ziehier nu het geval bij de soc. Vlasbe-werkers : Dien heer secretaris heeft zich niet eens gewaardigd de herhaaldelijkeuitnoodigingen derOnder-commissievan het Sted. Werkloo-zenfonds te beantwoorden. Die partij speelt den baas boven ailes en niemand durft het wagen die rekéls tôt de orde te verplichten. Immers, het zou dien heer secretaris niet gemakkelijk zijn verontschuldigingen te maken, dat hij niet wetens en willens uit de Stadskas langs twee zijden heeft dejen betalen.Aan niemand is het toegelaten werkloo-zensteun te v?rleenen, wanneer niet al de aoodige bewijsstukken zijn ingediend ten bureele van het Sted. Werkloozenfonds. Dan slechts begint de stempelcontrool, die niet vroeger mag geschieden dan n.a het voorleg-gen van het bewijs van onvrijwillige werke-loosheid, door de patroon afgeleverd. Dit bewijs dagteekent van den 1 Maart 1918 (?!) Tevens het voorleggen der gezinsfiche wordt vereischt, beide ten bureele van het Sted. -Werkloozenfonds, welke dan door dezes zorgen overgebracht wordt naar de bureelen van het Nat. Komiteit, Kuiperskaai. D::s, zonder bewijsstukken, werd van af 18 Februari dubbele werkloozenstcun ver-leend.De feiten van opzettelijk misbruik zijn onloochenbaarl Hpeft de Onder commissie van het Sted. Werkloozenfonds dat àllts niet kunnen opmerken en de doeltrefîende maatregelen I nemen ? Ziehier de besluitselen welke die heeren genomen hebben : « De Onder-Commissie isvan oordeel dat » in de drie gevallen van bedrieglijk inzicht » wegens de vereenigingen geen spraak is, » doch veel meer gevolg zijn van te verre-» gaaade toegevendheid, waardoor in onre-» gelmatigheden wordt vervallen, die zij dan » ook niet anders kan dan afkeuren. » Van wege de heer Verdickt, Sekretaiis van het Sted. Werkloozenfonds, onlving ik het volgende schrijven : "Mijnheer Baudéwyn, Secretaris der « Voorzorg », T/S. Gent, den 31 Mci 1918. In antwoord op uw geëerd schrijven, werd in zitting van 28 dezer het geval Bast met dit van De Vilder gelijk gesteld. De straf van De Vilder bliift behouden en Bast krijgt dezelfde straf, zij 5 weken stempe-1 len zonder vergoeding.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De waarheid: socialistisch weekblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1906 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes