De waarheid: socialistisch weekblad

1017 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 02 Juli. De waarheid: socialistisch weekblad. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/nz80k27z4d/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

9e Jaargang. Nr 14. Prijs : 7 Centiemen. Zondag 2 Juli 1916 DE WAARHEID Orgaan van den " Vrijen Socialistenbond „ ^ Slechts hij die de vrijheid van anderen lief heeft is die zelf waardig. ALLE BRIEFWISSELINGEN TE ZENDEN NAAR: P. De Witte, Verspyenstraat, 10, Genf • t*. ABONNEMENTSPRIJS : Voor 3 maanden, fr. 1-25. Voor 6 maanden fr. 2-50. Voor 1 jaar fr. 5-00. — Op voorhand betaalbaar. — Annonce» worden geplaatst volgens overeenkomst De Syndikaten en de Stadskas Ik zal het betrachten heden mijn laatste artikel te schrijven over deze belangrijke kwestie. Ik schrijf « betrachten » omdat ik niet weet hoeverre de beschouwingen die ik nog te maken heb mij leiden zullen, en ikbenevens-' Le Bien Public nog aan twee vrienden te antwoorden heb alvorens te besluiten. Ik wil eerst en vooral het argument van Le Bien Public tegenspreken « als zou de stad niets te zien hebben met het inkassa der weerstandskassen van de syndikaten ». Zulke redeneering zou misschien steek houden indien we in « normale tijden » waren en ons voor een of andere kategorie werk-lieden bevonden getroffen door een buiten-gewone krisis, zooals dit zich kan voordoen in de groot-nijverheid. Een tusschenkomst van de openbare bes<uren in zulke omstan-digheden ware niet alleen te verricfttvaardi-gen, ze zou zich zelfs opdringen. Doch in tijden als deze, wanneer de gansche bevol-kinglijdt door de grootste ramp die wellicht ooit de menschheid geteisterd heeft, zou men het bestaan van « weerstandskassen » komen verdedigen, en een subtiel-sluw onderscheid — - makenttrsschen degelden welke door de werk-lieden in de syndikale kassen werden gestort? Het volgende diene als bewijs van het onlogische en tegenstrijdige dier stelling. De Socialistische Vlasbewerkersvereeniging van Gent, wier leden lot 60 centiemen per week in te leggen hebben voor de « weer-standskas », eischt slechts 5 centiemen per week voor braak- en werkloozenfonds. Het zal dus bij niemand verwondering baren dat een kas gevuld bij middel van zoo een miniatuur inleg, bij de minste « abnormale werkloosheid » alras ledig loopt... 60 centiemen per week voor weerstand, 5 centiemen per week voor werkloosheid ! D'oorlog breekt uit met zijnen nasleep van allerlei rampen, ook de werkloosheid... en wanneer na enkele dagen de kas waarin enkel de « half-kluiten » der werklieden werden gestort uitgeput is... weigert men de andere kas aan te spreken, welke door de tiendubbele inleggelden der gesyndikeerde arbeiders werdt gespijsd !... * En men aarzelt niet van de stad « voor-schotten » te eischen, onder het valsch-be-drieglijk voorwendsel, dat die gelden enkei mogen aangewend om later weerstand te kunnen bieden aan de meesters, dat die « som-men » moeten bewaard blijven in de « weerstandskassen » en niet mogen dienen om hunne in ellende verkeerende werklooze leden te ondersteunen !!! Ik moet er nogmaals met nadruk op wijzen en aandringen, want het is de grond waarop gansch onze redeneering berust. De heer Variez erkende in zijn vertoogschrift van December 1914... « De syndikaten hebben heel hunne reserve uitgeput zoowel van de kassen tegen de werkloosheid als van de weerstandskassen ; zij hebben den steun moeten vragen van vreemde vereenigingen, zij hebben leeningen moeten aangaan zoo bij de stad als bij bijzondere personen. Maar thans zijn aile hulpmiddelen uitgeput en het schijnt onmogelifk nog andere inkomsten te vinden. » Hieruit blijkt dat de heer Variez ons ge-voelen deelt, dat de syndikaten voor plicht hebben al hunne beschikbare gelden tegen 't bestrijden der werkloosheid aan te wenden en dat ze dus goed en wel rekenschap aan de stad verschuldigd zijn, wanneer ze dezes iinântieele hulp inroepen. De thesis van Le Bien public woidt door den heer Variez volledigd en gestaafd, en beiden, onze katholieke konfrater en M. Variez, treden de stelling van De Waarheid bij te weten : Dat de syndikaten ailes moeten aan-wenden wat ze bezitten, alvorens aanspraak te kunnen maken op de tusschenkomst van de stad ; dat zoolang de syndikaten exlra-toelagen genieten zij rekening verschuldigd zijn van hun inkassa, zoowel dit der weer-stands als van de werkloozenkassen, en het voor de stad een ware geldverspilling blijft, te geven aan vereenigingen wier « kapitalen » in de handels en nijverheidsinrichtingen van hunne partij steken. Le Bien Public besta-tigd dit in zijn artikel van Maandag 26 dezer als antwoord op onze bewijsvoering van 18 dezer en waarop wij dan ook in een vol-gend nummer zullen terugkomen. En in afwachting dat Le Bien Public aan zijne lezers de zienswijze van den heer Variez mededeele, over de verplichting van de syndikaten van al hunne fondsen aan te wenden tôt bestrijding der werkloosheid, wil-len wij een oogenblikje stil blijven bij het « sprookje » als zouden de syndikaten de mildheid van de stad méér dan verdienen, daar hunne leden het puik der gentsche be-volking uitmaken en dat deze in ieder geval « vooruitziende » waren geweest. Zijn het nu enkel die vereenigden, aange-sloten bij de syndikale weerstandskassen, welke alleen aanspraak hebben te maken op de benaming van « vooruitzienden » ? Wanneer een werkman 30 tôt 40 fr. per jaar spaargeld uitgeeft om zich zelf, zijne vrouw en kinderen te verzekeren tegen ziekte en ongevallen, dan treedt hij eene voorzieniging bij die hooger staat dan de Spaarkas, veel hooger dan de weerstandskas. Waarom zou zoo 'n werkman van de voordeelen niet genieten aan de gesyndikeerden toegekend? Des te meer daar hij, uit gevoel van eigen-waarde, de stadskas ontslaat van onkosten van hospitaal en geneesmiddelÉi. Is een lid van Bond Moyson, Volksliefde of Voorzorg min « vooruitziende » als een gesyndikeerde der katoenbewerkers, metsers-vereeniging of gemengde weerstandskas ? En de werkman die eene levensverzeke-ring aangaat om zijn huisgezin, moest hij komen te overlijden, niet broodeloos te laten ? Ook diegenen die zich een pensioen verzekeren tegen den ouden dag door aansluiting bij de Lijfrentkas : die zullen later ten laste der hospiciën niet vallen. Eveneens degenen die door tusschenkomst van maatschappijen of door eigen middelen hun huis of een stuk grond aangekocht hebben ; of maken zulke personen nevens de puik-gesyndikeerden misschien het uitschot der werklieden en bedienden uit ? Zijn zij ook niet degenen die iever voor hun ambacht hebben, die de aandacht hunner bazen genieten, zelden den weg der Werkbeurs bewan-delen, en nooit dienvan het armbestuur? Nogmaals, zijn zulke werklieden minder « vooruitziende » als dezen die zoo « onvoor-«itziende» waren dat ze in enkele dagen verteerden het geld dat ze sinds 14 jarer spaarden, met het « vooruitzicht » de werkloosheid te bestrijden? Is zulk « vooruitzien » geen «vaste blague » ? En wordt dit geen beleediging dei andere duizende werklieden, wien het nie past gespannen te wezen in de syndikale propagande-wagen der politieke partijen, tôt te roepen : « Ge krijgt niets, ge waart onvoor uitziende » ? En ik wil ten slotte als besluit aan deze parenthesis over de « zoogezegde-voorzieni-gings-kwaliteit » der gesyndikeerden aanhalen hetgeen ik lees in een brochuur uitgegeven door « Volksbelang » en waarin de redenen worden opgesomd waarom zoo weinig werklieden de voordeelen van het Werkloozenfonds moeten ontberen. « Men mag er zelfs een wezentlijk gevaar » in zien voor de toekomst van het Fonds,het-» welk reeds door de bijzonderste ekono-» misten werd aangewezen als zijnde enkel » een lokaas, uitgedacht ten voordeele der » syndikaten en om hun ledental te doen aan-» groeien. » (lWordt voortgezet). VAN ALLES WAT De Vlamingen zijn te dom om de koeien te wachten. — De fenlksen van ons Schepen College hebben er weêr iets op gevonden. Na hun luisterrijk début als koeboeren in Heusden, waar de koeien vier maal meer gras vertrapten dan ze opvraten en toen het nieuwske eraf was, besloten ze in hun alwijs-heid, de directie van hun diergaarde over te maken aan een deskundige. Natuurlijk hadden ze daarmeê moeten be-ginnen ; maar een Schepen kan toch niet aan ailes denken. Welnu, ze hebben het gevonden : M. Heynderickx heeft zich gewend tôt een Waalsch hoofdambtenaar van het Ministerie van Landbouw. Deze mijnheer nu zal een leerling uit Gembloux hier henen zendenom de koeien van Vlaandrens hoofdstad onder zijn directie te nemen. Onnoodig erbij te voegen dat de nieuwbe-noemde stadsambtenaar iemand zal zijn naar het hart en van de taal van zijn hoogen be-schermer uit Brussel. Het geeft er niets aan dat de werklieden die onder zijn orders staan, eerst fransch zullen moeten leeren om hun chef te verstaan. Dat hoort zoo in Bœotie ! Het is waar ook dat onze Vlaamsche land-bouw-ingenieurs veel te dom zijn om onze stadskoeien te wachten. Hoe komt het toch ? — Ja, hoe komt het toch dat er zoo'n verbazende eensgezind-heid heerscht in onzen Gemeenteraad als het op zwijgen aankomt ? Het consigne is zwijgen ! Wat ook De , Waarheid schrijve, welke vragen men ook stelleaan onze Edelachtbare Gemeentevade-ren : zwijgen is de boodschap. Dat is een gevaarlijk spelletje Heeren ! Men heeft in een land, gelegen ten Noorden van Belgie, destijds ook 'n zekeren Douwes-Dekker ofte Multatuli willen doodzwijgen. Welnu, die doodzwijgers zijn dood van 't zwijgen. Wij wenschen U allen een veel deftiger einde, en dat einde is misschien veel nader dan gij denkt ! Argus. Het «Journal de Gand » voelt de behoefte om elke week den loftrompet te steken over onzen Stadswinkel. M. Borrès, de directeur van den stadswinkel, (geen woord-speling, zulle !) krijgt ook zijn aandeel van de pluimkens die men zich wederzijdsch op den hoed steekt. Moet men Journal de Gand gelooven dan heeft die nieuwe stadsbediende, de onmete-[ lijkste diensten bewezen aan onze vaderstad. : Gelukkig dat er van tijd tôt tijd zoo 'n Waallje ; verrijst om die arme dom-ine Vlamingen te redden ! Wij moeten er echter op wijzen dat eigen ■ x>' • • lof stinkt en dat Eedje zeer kitteloorig wordt als het wierookvat te veel naar den neus van anderen wordt geslingerd. Opgepast, mijnheer Borrès ! Nog een zoo'n reklaam artikel, en Eedje zit te peerde. Jonas. Klachten. — Wij ontvingen klachten over de Amerikaansche winkels der Wondel-gemstraat en Brusselschensteenweg, waar men naar het zeggen der klanten dikwijls zeer brutaal is tegen het publiek. Van andere winkels integendeel hebben wij klachten ontvangen over de brutaliteit van sommige koopers. Onbeleefdheid, en onbeschoftheidnog min, komen nooit te pas en verlagen bijna altijd degenen die erzich van bedienen. Het is voor de winkelbedienden soms moeilijk, door de groote afmattende drukte, hunne kalmte te behouden, en het publiek door het lange wachten krijgt het ook erg op de zenuwen, vooral in dezen tijd, waarin de zenuwen van ons allen een beetje min of meer van streek zijn. Geheel dikwijls zijn wij er al getuige van geweest, hoe de menschen voor een nietigheid elkander opschieten. Toch is in de winkeljuffers het verliezen hunner kalmte minder te verschoonen dan aan . sommige weinig beschaafde lieden van het nubliek. Zij immerszijn voor his.nne bediening uitgezocht, moeten zekere kennissen bezitten en vormen dus min of meer een keurkorps, en worden bovendien betaald om beleefd en gedienstig te zijn. Wie dat niet kan, en zich zelfs bij aanlei-ding van wege te zenuwachtige of te onbe-schaafde koopers laat vervoeren door gram-schap, is voor zijne betrekking ongeschikt. Ook het publiek dient rekening te houden van het moeilijke der taak die de bedienden soms te vervullen hebben. Gaaien. — Vrij België, het blad van volksvertegenwoordiger Fr. Van Cauwelaert en Julius Hoste, Jr., schrijft : «Algemeen wordt opgemerkt datEngelsche matrozen, die in Nederland geinterneerd zijn, tijdens hun gedwongen verblijf gelegenheid hebben gevonden om de Nederlandsche taal aan te leeren en zich met de bevolking te onderhouden. , » Hetzelfde kan niet gezegd worden van talrijke in Nederland geinterneerde Belgische officierez, die zich niet de minste moeite ge-troosten om de taal vân de grootste meer-derheid hunner manschappen aan te leeren. » Talrijke officieren achten het inderdaad beneden hunne waardigheid de taal der Vlaamsche soldaten te kennen, en zijn, na een bijna tweejarig verblijf in Nederland, nog niet in staat een in het Nederlandsch ge-stelde mededeeling te verstaan. » Zulke gaaien vindt men ongelukkiglijk maar alleen onder de Belgen. Was men overal van dat « gaaiïsme » aangedaan en wilde niemand meer dan één taal leeren, dan zouden de menschen zooveel niet meer met elkander in betrekking kunnen komen, en bijge-volg zooveel ruzie niet krijgen. De doof-stommen twisten nooit met anderen. Vlaamsche opschriften. — Sommige menschen maken zich vroolijk over de gebrekkige vertaling der fransche opschriften op de drankhuizen, en waarlijk, er is soms wel reden toe. Niet aile opschriften zijn ge-schikt om letterlijk vertaald te worden; wat in de eene taal voor het volk wiens eigene spraak het is, een min of meer gezonden zin heeft, kan, letterlijk overgezet, voor een ander volk onzin zijn. Ook bezitten niet aile verta-lers de noodige taalkennis. Toch verwekken

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De waarheid: socialistisch weekblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1906 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes